KERSTREFREIN
fepri
Alle leven vangt met de Engel aan.
Hij is het Woord dat schept, de God die wil,
de golfslag van de Wijsheid, die stil
leven baart tussen aarde en maan.
Hij was de geur van leliën en rozen
rond het genaden-Meisje in het tempelhuis
dat gebogen bad en waterkuis
de weg vroeg, door God, haar Heer gekozen.
De harpmuziek was hij, de bliksemschicht
en het wonder der woorden: Gebenedijde,
de Liefde zal de liefde bevrijden
en alle duister zal juublen van licht!
Hij was de angst van de herders. De velden
en schapen ademden flank aan flank,
toen stortte hij neer. Zijn glans was klank:
Ik verkondig u de Lang-Voorspelde!
Er bloeiden bloemen in hun bloed.
Hij was het slot der Oude Boeken.
Het Nieuwe begon bij een Kind in doeken,
Dat schreide, omdat liefde schreien doet.
En hij was de stem in de nacht der Wijzen,
hun bevende trommen en tamboerijn:
Wie een kroon droeg, zal een slaaf nu zijn,
maar dienstbaarheid is de vrijen spijze!
Hij was de wierook van hun ziel,
het pure, zachte goud van heilig schromen,
het loflied van de myhrrebomen
en de Ster die boven de Kribbe viel.
Hij was de lamp in het donkere vrezen
der vlucht, toen het ziekelijk koningsbloed
van rottende macht en ijdle overmoed
zich aan de dood van Het Kind wou genezen.
Hij was het groene tapijt der rust,
de glimlach van de vreemde vergezichten,
en de aarzeling om het .reeds opgerichte
kruis waar de zon werd uitgeblust.
En hij was, gesluierd, Rachel's schreeuwen
om het bloed harer kindren, het Requiem
boven de katafalk van Bethlehem,
gezongen door het koor der eeuwen.
Hij was het witte zwijgen der knapen-
een vogel weerkaatste in hun starre oog,
maar als een wind hun haren bewoog
dan bloeide er vreugde aan hun slapen.
Want alle leven vangt met de Engel aan.
Hij is het Woord dat schept, de God die wil,
de golfslag van de Wijsheid, die stil
leven baart tussen aarde en maan.
LOE MAAS
i f i
-1"
I 1
p
•2
V
i
0
I i a-
i
1
/j 1
k—
fJ8
.\w\