ilagbla? QcStci»
VaH»
Mensen en Muzen
DE VREEMDELING
II) DE MIST
Ons technisch
TWEEDE BLAD
DINSDAG 1 DECEMBER 1953
Resultaten
Gelukkig
Betje Wolff in de Deemster pastorie
Zoals Jan Mens haar daarin zag
AT EEN
ONDERLIJKE
ERELD
Rumoer
in Casablanca
Voorwaardelijke straf
radio
L. A. CUNNINGHAM
M et onze gedachten steeds bij in-
dustrialisatie, de moeilijkheden
daarvan en de noodzaak door te
zetten, is het goed nu en dan weer
maar eens aan het grote publiek
duidelijk te maken, dat we in ons
technisch kunnen niet zo mis zijn.
1. Nederland heeft de grootste
steénkoolproductie per mijnarbeider
dus het staat in dit opzicht nog bo
ven Duitsland en met bijna 70 pet.
boven België. Onze mijnen zijn aan
hun maximum opbrengst, dus moet
er werk gemaakt worden van het
maken van nieuwe mijnen. Daaraan
wordt ook gewerkt, maar 't zal wel
een jaar of twaalf duren, vóór er
nieuwe kolenbronnen zijn verkre
gen.
2. De nieuwe kruisers zijn van de
nieuwste oorlogsvindingen voorzien.
Zij zijn bijna alle van Nederlandse
uitvinding en Nederlandse makelij.
3. Bepaalde troepenonderdelen
gaat men voorzien van kogelvrije
vesten. De constructie en de daar
voor gebruikte stoffen zijn ontspro
ten uit Nederlandse vinding.
4. In Suriname is men aan het
inpolderen geslagen en met succes.
Daar is dan plaats voor Nederlandse
boeren. Minister Mansholt is er ge
weest en zijn rapporten getuigden
van tevredenheid. Maar 't mooiste
was, dat we enige weken tevoren
een enthousiast rapport lazen van
een aantal nonnen, die voor studie
reis daar een bezoek gebracht had
den en ook al enthousiast waren
over wat daar reeds klaar gespeeld
was. Minister Mansholt is nu bezig
werkkrachten aan te trekken op
landbouwkundig en veeteelt gebied
om de bevolking goed onderricht te
geven in moderne landbouw- en
veeteeltmethoden. Nieuwe baantjes
dus voor onze jonge mensen.
5. Trouwens op allerlei terreinen
van menselijke werkzaamheid trekt
de Uno Nederlandse leidende krach
ten aan om in achterlijke gebieden
meer welvaart te brengen. De resul
taten daarvan ziet men niet elke
dag in de kranten staan, maar men
kan gerust aannemen, dat met deze
uitgezondenen onze exporterende
maatschappijen wel voeling zullen
houden.
6. Prins Bernhard heeft tweemaal
in Zuid-Amerikaanse staten studie
reizen gemaakt om aan onze in
dustrie exportwegen daarheen aan
te wijzen. Naar de klachten te ho
ren, wordt daarvan weinig gebruik
gemaakt. De verklaring is, dat die
staten als het op betaling aan
komt allerlei moeilijkheden ma
ken. Wat de landbouwvestigingen
in Brazilië betreftvoorlopig zijn
er gunstige berichten. Maar het ad
vies blijft er om zelfstandige Ne
derlandse kernen te maken, waar
bewoners hun eigen leven kunnen
leiden; ook op landbouw- en leve-
ringsgebied.
7. De Prins was ook een veertien
dagen in Abessynië, het land van
Keizer Selassie. Er was reeds een
suikerfabriek van de Nederlandse
H.V.A. (ook nog in Indonesië werk
zaam) aan 't werk en voor dergelij
ke „koloniserende" arbeid was er
nog meer plaats. Maar 't is een
kwestie van opschieten, want u e
Duitsers zitten er ook reeds.
8. Er wordt in onj land en teza
men met Noorwegen óók daar ijve
rig gewerkt om de middelen te vin
den teneinde atoomenergie voor het
vredes-leven beschikbaar te krijgen.
Sommige daarbij ontstane produc
ten worden zelfs reeds aan andere
landen (die minder ver zijn) gele
verd. Er wordt ook al vastgesteld,
dat de eerste mogelijke toepassing
van deze energie gebruikt zal wor
den in onze electrische centrales.
Natuurlijk over weegt ï.ien dat, om
dat bijna geheel Ned.rland zich op
allerlei terreinen van electriciteit
bedient en deze in Nederland alleen
maar gemaakt kan worden door het
stoken van grote massa's dure kolen.
9. De dijken zijn dicht, vele al af-,
gewerkt, verhoogd en verzwaard. De
polders zijn binnen enkele weken
alle leeggepompt en van hun vuil
ontdaan; de gronden worden weer
geëgaliseerd; bomen worden al ge
plant; huizen herbouwd; de mensen
keren terug. Dank zij het droge na
jaarsweer schiet dit werk goed op.
Maar nu is ook in menige polder de
wacht op regen om het zout uit de
bodem weg te spoelen. Toch blij
ven er polders, waar het vier en mis
schien wel zes jaar zal duren, vóór
er sprake van kan zvn, dat er nor
male opbrengsten verkregen zullen
worden.
10. In het centrale postkantoor te
Den Haag is een sorteringsinstalla
tie, van Nederlandse vinding n
Nederlandse constructie, gemaakt,
waarrr men 12000 poststukken per
uur naar liun plaats van bestem
ming kan sorteren. Zo bestaat ar
geen in de wereld. En er zijn al ver
zoeken uit de gehele wereld om zo'n
toestel te leveren.
11. Het radarsysteem tot signale
ring van op 'n afstand aanwezige
voorwerpen, wordt toegepast op de
Nieuwe Waterweg. Is dat klaar, dan
zal dit het eerste grote beveiligings
systeem zijn, dat op waterwegen
vooral bij mist op het vasteland van
Europa wordt toegepast. Het geheel
is van Nederlandse constructie- Ook
op dit gebied is ons Nederlands
technisch kunnen zeer ver en ook al
enigszins diepgaand.
y/e behoeven ons over dit alles niet
hoogmoedig te gevoelen. Maar
we moeten er wel de zekerheid door
krijgen, dat we de komende moei
lijkheden tot het verschaffen van
werk (dat wil dus zeggen van
brood) wel door zullen komen. Nu
de omvangrijke werkzaamheden aan
het dijkherstel voorbij zijn, zal de
ze dienst binnenkort sterk worden
ingekrompen. Er komen dus weer
mensen naar huis. Werkloos? Mis
schien; maar velen hebben nu ook
ondervinding gekregen van zwaar
technisch werk. Velen zullen dus
wel te werk gesteld kunnen wor
den bij het herstel der polders. En
plaats is er genoeg bij de metaalin
dustrie, die nog altijd van veel werk
blijft voorzien! Dank zij de goede
naam, die ons Ind krijgt vanwege
z'n technisch kunnen. De Turkse re
gering heeft ter voorziening van
z'n leger en vloot, naar ons land 'n
missie gestuurd om eens rond te
kijken, wat hier geleverd kan wor
den. Dit kon men lezen in de krant.
Maar er gebeurt zoveel wat we niet
in de krant lezen, maar dat toch
altijd nog z'n invloed heeft op het
vele werk, waarmee de metaal
industrie nog altijd is voorzien.
't Is altijd weer hetzelfde liedje:
Waar men z'n vak kent, daar is geen
werkloosheid. Dat geldt voor de
vennootschap of de firma, maar dat
geldt ook voor de arbeiders.
B. o. Z. IR. J.
OOOOOOOQOOQOOOOOOOOOOOOO:
(Advertentie)
yERTEGENWOORDIGERS van
de vijf grote partijen, die hun
mening kenbaar maakten over de
Haagse Conferentie, hebben ge
tracht nog wat optimisme te putten
uit de gepubliceerde „resultaten".
Die bestaan dan in het principebe
sluit omtrent de instelling van een
„volkerenkamer" en de instelling
van een studiecommissie voor de
opstelling van een statuut der Eu
ropese gemeenschap.
Maar erg veel houvast heeft men
daar toch niet aan. Het kardinale
punt: de samenhang tussen een po
litieke gemeenschap en de economi
sche Integratie heeft men zorgvul
dig omzeild door er helemaal niets
van te zeggenHet enig positie
ve is dit, zoals de heer Bruins Slot
terecht opmerkte, dat kan worden
gezegd: men geeft de moed niet ,op
en blijft verder werken.... In het
aangezicht van de dringende nood
zaak der Europese eenheid en de
dreiging, welke boven het Westen
hangt, is het nog maar weinig.
De grote moeilijkheid zat hem in
de onstabiliteit der Franse regering
en het fanatiek nationalisme, dat
de Degaullisten zelfs de hulp van
anti-clericalen en communisten niet
doet versmaden.
Hoop doet leven. Door hoop al
leen kan Europa echter niet durend
leven. Minister Zijlstra heeft te
recht in de Kamer opgemerkt. Er
zijn al genoeg instanties, waarin
men over de economische integra
tie kan praten. Er bestaat nu nog
alleen maar behoefte aan een col
lege van de daad.
"pOEN HET ECHTPAAR Romijn-Verschoor in vier boeken de erflaters
van onze beschaving de revue liet passeren, werd in deze galerij slechts
voor een vrouw 'n plaats ingeruimd; dat was voor Elisabeth Wolff-Bekker,
beter bekend als Betje Wolff uit Vlissingen.
meer dan aan haar onverwoestbaar
optimisme en verfrissende blijmoedig
heid. De tragiek en verveling in haar
Beemster bestaan is zwaarder aangezet
dan ons verantwoord lijkt. Jan Mens
zal zijn visie ongetwijfeld kunnen sta
ven met uitspraken van het flapuit-
aehtige Betje zelffeit is evenwel, dat
zij vele malen meer ook anders ge
tuigde.
TE WEINIG OBJECIEF
£)EGENEN, die geregeld aandrin
gen op een samenwerking van
alle eerlijke partijen om op de bre
de basis der christelijke en gezon
de menselijke elementen een nieu
we maatschappij te grondvesten,
mogen een verrassende voortgang
in die richting noteren. Onlangs
hebben de hoofdbesturen van de
Anti-Revolutionnaire en Christe-
hjk-Historische partijen in Neder
land besloten deel te nemen aan de
internationale politieke organisatie,
die al in 1946 onder de naam Les
Nouvelles Equipes Internationles:
(unie van Christen-Democraten)
werd opgericht. Dit Nederland zal
dus voortaan door een greep van
partijen vertegenwoordigd zijn in
TAE betekenis van deze merkwaardige
figuur, die de laatste helft der
18e eeuw uit haar dommel hielp wak
ker schudden, kan wel nooit beter ge
tekend worden, dan door dit feit.
De bekende romancier Jan Mens,
heeft zich aangetrokken gevoeld tot
het geestige, bewegelijke, vinnige en
toch goedlachse dominees-vrouwtje en
speciaal het zoeklicht van zijn atten
tie gericht op de 18 jaren van haar
leven welke zii doorbracht in de
Beemsterpastorie.
Jan Mens verstaat zijn stiel en le
verde ook met ziin ..Elisabeth" 'n
wat zwaarwichtige titel voor het viefe
Betje een prima geschreven boek,
raak van karkteristiek, smeuig van
taal en met meesterlijk in stijl gehou
den dialogen.
De begrenzing, welke Jan Mens zich
stelde, door zich te bepalen tot de
Beemsterperiode van onze schrijfster,
komt de hechtheid der compositie ten
goede, doch het onthoudt de lezers te
veel vixn de rest haars levens. Kan dit
voor haar latere jaren nog aangevuld
de Unie van Christen-democraten,
die het nieuwe westen poogt te her
stellen op zijn christelijke grondsla
gen en het te infiltreren met een
door en door gezond gemaakte geest
van de volken. Om deze verbreding
uit te breiden tot nieuwe deelne
mingen, moesten de statuten wat
uitgezet worden, zodat de samen
werking zich gemakkelijk ontwik
kelen kan.
Een gelukkige ontwikkeling, zei
het anti-revolutionnaire „Trouw".
We kunnen het daarmee volkomen
eens zijn.
worden door een eventueel tweede
deel; het is moeilijk meer te herstel
len vood haar te Vlissingen doorge
brachte jeugd. Dit laatste is wel een
zeer storend hiaat, want juist te Vlis
singen onderging zij het onberaden
avontuur met Thijs Gargan, dat haar
verder leven beheerste en haar uitein
delijk ook bracht in de Beemsterpas
torie als echtgenote van de 30 jaar
oudere predikant.
JEUGDLIEFDE
VIATUURL1JK laat Jan Mens de
grote jeugdliefde van zijn heldin
niet onbesproken en haalt hij de wil
de vaandrig regelmatig in zijn ver
haal terug, maar het blijft schetsma
tig en we missen een psychologische
verklaring van het toch wel zeer op
vallende feit, dat een meisje van
twintig, met een temperament en een
intellect als Betje een bedaagde en
bezadigde dominee naar een Noord-
Hollandse polder deed volgen.
Het romantiseren van Betjes be
staan als dominese is een gedurfd ex
periment, daar de fantasie van de
schrijver die zich hier aan waagt,
gekortwiekt wordt door de omstandig
heid, dat Betjes leven in de Beem
ster als een open boek is, door haar
gepubliceerde uitvoerige correspon
dentie en door wat zij er in dicht en
ondicht zelf over aan de drukpers toe
vertrouwde.
Jan Mens heeft het niettemin aan
gedurfd en dat hij het er historisch
zonder kleerscheuren afbracht, kun
nen wi,i niet getuigen. Aan het amou
reuze in Betjes aard heeft hij meer
aandacht geschonken dan aan de die
pe ernst daarvan; aan haar neiging
tot melancholie en opstandigheid,
rvOMINEE WOLFF komt er niet al
te best van af in het boek. De
dramatisering lijdt daar niet onder,
wel de objectiviteit. De voorstelling
bijvoorbeeld dat ds. Wolff aan de
drank verslaafd was, is door geen be
wijs te staven. Eenmaal heeft Betje
in het algemeen iets geschreven over
haar boeken en schrifturen, welke
haar de beestachtigste dronkenschap
doen vergeten, wat o.i. eerder op de
tegenover de pastorie gelegen herberg
zal geslagen hebben dan op een hoog
staand man als ds. Wolff was.
Betje heeft ontegenzeggelijk haar
portie aan verdriet en moeilijkheden
gekregen in de Beemster en dit meer
te wijten gehad aan haar zelf dan aan
een ander. Meer echter heeft ze, voor
al na de moeilijke jaren van aanpas
sing, genoten van haar talenten, haar
uitstapjes en vermaken, haar vriend
schappen, haar lectuur, haar bewon
deraars en vereerders. Volle vrijheid
genietend van een man, die haar op
handen droeg en haar met ziin vol
gezag verdedigde, waar dat nodig was,
heeft Betjes levensbalans in de Beem
ster een batig saldo van betekenis ge
kregen.
Al is Jan Mens o.i. in het opleggen
der kleuren wat te objectief geweest;
zijn schilderij is warm van tinten,
rijk aan stoffering en levendig van
uitbeelding. Klinkt er al eens een dis
sonant op. dan worden die harmo
nisch weggevaagd in het pakkend slot-
accoord van het laatste hoofdstuk.
Naast die van Rembrandt en an
deren Klaasd... maakt zijn biografie
over Betje Wolff geen slecht figuur.
w
loslippigheden
van
LEONARD
HE TWINTIGSTE EEUW SE mens vertoont een aantal eigenschap-
pen, die wij met ons argeloos verstand wel nimmer zullen kun
nen plaatsen. Een daarvan is de filmhartstochtWe lazen het vol
gende voor u: „De directie van een filmtheater in Casablanca heeft
vijf verpleegsters in dienst moeten nemen en in vijf dagen 37 jlessen
alcohol moeten kopen, om mensen bij te brengen, die tijdens de ver
toning van de film „Dodende liefde" flauw vielen
Nu. zult u zich mèt ons afvragen, waaruit die dodende liefde dan wel
heeft bestaan, want wij zijn op dit delicate terrein in onze cultuur
tempels (van de 35 mm. cellulo'id-strip) wel wat gewend. En in Ca
sablanca schijnt men nog meer ervaren te zijn, moeten wij tenminste
(alweer) Hollywood geloven.
Wat wij nu maar niet kunnen begrijpen, dat is die blijkbaar eeuwi
ge liefde tot.... de liefde, die zo oud is als de wereld, met dit verschil
echter, dat ze ons in de bioscoop wordt opgediend, tót het moment
waarop ze een huwelijk begint te worden. Het volle leven stelt ons
immer voor de véél moeilijker kwestie: wat doen wij met de liefde
als we getrouwd zijn? In Hollywood en de andere cultuurvulkanen
weten ze daar meestentijds geen antwoord op te geven. We zien een
uiterst knappe jongedame bevrijd toorden door een zéér schone jon
geman en langzamerhand zien we, hoe zich ondanks driehoeksverhou
dingen, valse schoonpapa's en gluiperige opoe's, een romance ont
wikkelt, die eindigt voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. En
dan houdt het op! Al die gelukkige verkeringen, die wij in ons ambt
van betaald filmbezoeker hebben zien uitlopen op een huwelijk.... Hoe
is het die beeldschone jongeman en dat allerliefste meisje verder ver
gaan? Slóeg hij haar, toen ze twee jaar getrouwd waren? Kregen ze
kinderen? Wanneer gingen ze scheiden? Op al die vragen geeft de
film geen antwoord. Of misschien gaf die rolprent daar in Casablanca
dat antwoord wél. Dan is het ook logisch, dat de bezoekers mannetje
na mannetje naar buiten werden gedragen. Zélfs in Casablanca
2 1/2 cm,
iets doen
Belegging breder wordt dan
P)e 29-jarige John Abernethy, van dan moet U beslist
beroep cocktailshaker, die een om magerder te worden.'
bedrag van zeven en een halve shil
ling geïnvesteerd had in een voet
balpool, kreeg, omdat hij goed ge
raden had, een bedrag van in totaal
bijna 94.000 pond sterling voor deze
inzet terug. Het ging er om acht ge
lijke spelen te voorspellen van de
Zaterdag j.l. gespeelde Britse league
wedstrijden. Abernethy zond 15 voor
spellingen in, wat een uitgaaf van 15
maal zes pence vergde.
Drie dagen later ontving htf eerst
een uitkering van 75.000 pond, daar
na een van 18.347 pond en tenslotte
nog twee kleinere dividenden van
samen ongeveer 500 pond sterling.
Elf inzendingen a zes pence wier
pen dus geen rente af, maar Aber
nethy, alhoewel een Schot, vond, dat
hij niet mocht mopperen over zijn
belegging. Hij meent zelfs, dat hij,
thans nog vrijgezel, wellicht zal
kunnen trouwen, als hij het zuinig
aanlegt....
Geannuleerd
rje bedrijfsleider van een kolenwerf
te Burton-on-Trent in Engeland
kreeg dezer dagen eindelijk een
briefkaart in handen, die op 11 Sep
tember 1898 was gepost. De kaart,
waarop een ton kolen werd besteld,
had 55 jaar in een spleet in de
brievenbus van de firma gezeten.
Met het oog op de lange tijd, die
sinds het afzenden van de kaart is
verstreken, heeft de firma besloten
de bestelling maar niet meer uit te
voeren.
Vet
y/ilt u letterlijk in een hand
omdraai weten of u te dik
bent? Dan heeft dr. Olaf
Mickelsen in Tampa (Florida)
de juiste methode voor u.
„Knijp zacht in de huid
plooi onder de onderste rib.
Indien die plooi dan 11/4 tot
2 1/2 cm breed wordt is uw
gewicht normaal", zegt dr
Mickelsen. „Maar als de plooi
Honds
Dobby, de rijkste hond van Cali-
fornië, is overleden, een be
drag van 35.000 dollar nalatende,
dat helaas aan de staat vervalt.
Bobby erfde bij de dood van
zijn meester in 1949 41.000 dollar.
Zijn meester had geen familie en
wist niemand anders om zijn geld
aan na te laten. De hond werd
door de rechtbank in het genot
gesteld van een vast inkomen van
een dollar per dag met bepaling,
dat bij overlijden de rest van de
erfenis aan de staat zou komen.
Stalin
Wier jaar na zijn 70ste verjaardag
komen dagelijks nog massa's
mensen kijken naar de verjaardags
cadeautjes, die Stalin toen heeft ge
kregen. De tentoonstelling ervan in
het Moskouse Museum van de Revo
lutie beslaat het grootste deel van
tien zalen en omvat locomotieven en
standbeelden, maar ook klein hand
werk.
Een soortgelijke, maar nog grotere
tentoonstelling is ook ingericht in
het Poesjkinmuseum, maar die is
reeds geruime tijd „heden wegen'
herstelwerkzaamheden gesloten".
£)e Nederlander S. van R. is te Oslo
tot twee maanden voorwaardelijk
veroordeeld en onmiddellijk op vrije
voeten gesteld. Hij was op 30 October
te Oslo betrokken bij een vechtpartij.
Een Noor kwam daarbij zo ongelukkig
te vallen, dat hij later is overleden.
WOENSDAG 2 DECEMBER 1953
HILVERSUM I, 402 M. NCRV: 7.00
Nws.; 7.13 Gewijde muz.; 7.45 Een woord
voor de dag; 8.00 Nws. en weerber.; 8.15
Gram.; 8.30 Tot Uw dienst; 8.35 Gram.;
9.00 V. d. zieken; 9.30 V. d. vrouw; 9.35
Waterst.; 9.40 Gram.; 10.30 Morgendienst;
11.00 Gram.; 11.15 „Het Antwoord",
hoorsp.; 12.10 Gevar. muz.; 12.30 Land
en tuinb. meded.; 12.33 Gram.; 12.37
Eerste Adventsstonde; 12.59 Klokgelui;
13.00 Nws.; 13.15 Prot. Interkerkelijk
Thuisfront; 13.20 Promenade ork.; 13.52
Gram.; 15.20 Cello en piano; 16.00 V. d.
jeugd; 17.20 Harprecital; 17.35 Orgelsp.;
18.00 Mil caus.; 18.10 Gram.; 18.15 Spec
trum van het Chr. Organisatie- en Ver
enigingsleven"; 18.30 R.V.U.: Mr. N. W.
A. van Eyk; „Doel en betekenis van de
levensverzekering"; 19.00 Nws. en weer
ber.; 19.10 Boekbespr.; 19.25 Gram.; 19.30
Buitenl. overz.; 19.50 Viool en orgel; 20.00
Radiokrant; 20.20 Gevar. progr.; 21.20
„Christelijk Sociaal Nu", caus.; 21.40
Keltische muz.; 22.10 Gram.; 22.25 Sopr..
tenor en piano; 22.45 Avondoverdenking;
23.00 Nws. en SOS-ber.; 23.15-24.00 Gram.
HILVERSUM II, 298 M. VARA: 7.00
Nws.; 7.10 Gram.; 7.15 Gym.; 7.30 Gram.;
8.00 Nws.: 8.18 Rep. 8.25 Gram.; 8.50 V. d.
huisvr.; 9.00 Gym. v. d. vrouw; 9.10 Gram.
9-35 Orgelconc.; VPRO: 10.00 Schoolradio;
VARA: 10.20 V. d. vrouw; 11.00 Gram.;
12.00 Carillonconc.; 12.07 Dansmuz.; 12 30
Land- en tuinb. meded.; 12.33 V. h. plat
teland.. 12.38 Dansmuz.; 13.00 Nws.; 13.15
Tentoonstellingsagenda; 13.18 Instr. kwint.
13.45 „De geschiedenis van de Arbeiders
beweging in Utrecht", caus.; 14.00 Muz.
v. d. kind.; 14.15 V. d. jeugd; 14.50 Kin
derkoor; 15.20 V. d. jeugd; 16.00 V. d.
zieken; 16.30 Jeugdconc.; 17.15 Gram.;
17.50 Regeringsuitz.: Jeugduitz. Corres
pondentieclub „De brievenbus gaat open'»
o.l.v. Regina Zwart; 18.00 Nws. en comm.
18.20 ,Het volle pond", caus.; 18.35 Or
gelspel; 18.50 VARA-Varia; 18.55 V. d.
kind.; 19.00 Act.; 19.15 Koorzanug; VPRO:
19.30 V. d. jeugd; VARA: 20.00 Nws.; 20.05
Pari, comm.; 20.15 Utrechts Stedel. ork.
en solist; 21.00 Hooglerarenforum; 21.35
Cabaret; 22.05 Gram.; 22.30 „Utrecht",
klankb.; 23.00 Nws.; 23.15 Socialistisch
nws. in Esperanto; 23.20 Lichte muz.;
23.45-24.00 Gram.
BRUSSEL, Vlaams, 324 M. 11.45
Gram.; 12.30 Weerber.; 12.34 Gram.; 13.00
Nws.; 13.15 Gram.; 14.00 Schoolradio; 15.40
Gram.; 17.00 Nws.; 17.10 Gram.; 17.30
Caus.; 17.45 Gram.; 17.50 De boekenmarkt
18.00 Gram.; 18.30 V. d. sold.; 19.00 Nws.;
19.40 Gram.; 20.00 Hoorsp.; 21.00 Gram.;
21.15 Operetteconc.: 22.00 Nws.; 22.15
Gram.; 23.55-23.00 Nws.
BRUSSEL, Frans, 484 M. 12.00 Gevar.
muz.; 13.00 Nws.; 13.15, 14.00 en 15.00
Gram.; 16.05 Gevar. muz.; 17.00 Nws.
17.15 Gram.: 17.30 Zang en piano; 17.50
Gram.; 18.50, 19.15 en 19.25 Idem; 19.30
Nws.; 20.00 Symph. ork. en sol.; 21.30
Spaanse liederen en dansen; 22.00 Nws.;
22.15 Gevar. muz.; 2.55 Nws.
door
D
HOOFDSTUK I
Het gelaat van de drenkeling.
Het regende, zoals het alleen in Ul-
hma Thule regenen kan een stro
mende, plassende, striemende regen,
die de rode aarde van de landweg in
een kleverige brei veranderde, die
talloze nijdige fonteintjes deed opspui
ten uit de piassen en sloten, de laat
ste herfstbladeren van de bomen ruk
te en overal vernielend optrad op de-
z-e herfstavond. behalve waar hij
et asblonde haar beparelde van Ar-
mande de Vysart. Zij reed op haar
zwarte merrie Feu Follet langs de
Trnt» a-i beschut wordt door de
grote dijk en welke de weinigen, die
donrrtHnnZame Streek van Tantramar
voert "aar het d°rp St' Brun°
van'mrnf6 h°°rde' alS het zoemen
van millioenen contrabassen, de don
der der wateren van de baai van
Fundy, wier witschuimende golven als
razend de machtige dijk beukten. De
regen droop van haar doorweekte vilt-
hoed en liep in stralen omlaag langs
haar regenjas.
Het was nu over zessen en het grijs
van de wijkende dag veranderde in
zwart. „En nog vijf mijlen, mon vieux,
tot Beausejour", zei Armande tot de
vermoeide Feu Follet, „het is ver
moeiend lopen in die modder en jij
bent nog vermoeider er. natter, chérie,
dan ik. Weet je wat. wij zullen halt
houden bij de herberg van Isaac
Proux en ik zal Ulric opbellen, dat
hii me laat halen en jij bliift overnach
ten in de stal van het Witte Hert. Af-
gesDroken?"
Het scheen zo. Feu Follet draafde
ijverig, doch behoedzaam over de
glibberige, met diepe wagensnoren
doorgroefde weg Een halve mijl ver
der was een kruispunt, waar een hoge
handwijzer zich als een galg tegen de
duisternis aftekende en er dichtbij
flikkerden lichten, rossig en warm. De
prikkelende geur van houtvuur drong
in Armande's neusgaten. Zonder een
bevel af te wachten, liep Feu Follet
tussen de stenen pilaren van de oprit
door en hinnikte schril een antwoord
op de begroeting van Isaac Proux's
Percherons in de grote stal achter de
herberg.
Een klein figuurtje, de jas als een
cape om hoofd en schouders geslagen,
schoot uit de portiek van het Witte
Hert, het hoofd buigend voor de regen
en de wind, en nam Feu Follets teu
gels toen Armande afsteeg.
„Vreselijk weer. ma'm'selle", zei hij
met Bretons accent, ,,u kunt beter
hier blijven. Men zegt, dat de dijk op
het punt is om door te breken bij
Pré des Capucins."
„Zo? Goed dat ik het weet. Ik blijf
enkel hier wachten, tot mijn broer de
auto zendt. Die kan langs Prê d'en
haut komen. Maar Feu Follet blijft
logeren, Gil. Zorg goed voor haar hè?"
„Zeker, mamselle".
De gedrongen Gil d'Entremons voer
de het dampende paard naar het dro
ge stro en de warmte van de stal.
Armande liep onder de oude scheeps
lantaarn door, die knarsend boven de
lage deur slingerde en een zwak
schijnsel verspreidde, en betrad het
v/arme vertrek. Isaac Proux, die drie
generaties van Vysarts gekend had en
vermoedelijk niets veranderd was se
dert de dagen van Armande's groot
vader, St. Just, kwam diep buigend
toegesneld om haar te begroeten. Ma
ger als een skelet was Isaac Proux.
bleek, door de pokken geschonden en
in plaats van het ene oog had hij een
zwart lapje, terwijl het andere rood
scheen te gloeien in het licht van de
lampen en het gloeiende haardvuur.
„Onderdak voor een slachtoffer van
de storm, Boniface", lachte Armande,
de doorweekte regenjas afwerpend. Ze
trok de rijhandschoenen uit en plaats
te de bruine vilthoed met het verre
gende veertje op de post van de trap
leuning.
„Er is altijd plaats voor een van uw
familie, mamselle Armande", zei Isaac
Proux en klapte in de handen. „Ik zal
Elodie de haard in de grote kamer
voor u laten aansteken. En binnen een
paar minuten krijgt u eten."
Armande knikte. Lang en verruk
kelijk slank, liep ze naar de haard,
waar een paar oude mannen zaten. Ze
beantwoordde hun groet en strekte
de handen uit naar de aangename
gloed. Het rosse schijnsel viel op haar
gelaat, omlijst door de dikke asblonde
lokken, de hoge boord van een gele
jumper en de kraag van haar bruin
tweed jasje. Haar ogen waren blauw,
naar huid fijn met rozige wangen, de
mono groot en energiek, met korte bo
venlip, een Normandisch gezicht met
kleine, gewelfde neusgaten en krach
tige, enigszins spitse kin. De oudjes,
die alle drie de arbeidsjaren reeds ver
achter zich hadden, sloegen haar ter
sluiks en zwijgend gade. Ongetwijfeld
hadden ze reeds andere de Vysarts zo
zien staan, wijdbeens, handen in de
zakken, met afwezige, dromerige blik.
Gek waren ze zeiden sommigen. In
derdaad deden ze vreemde dingen. Dit
jonge kind bijvoorbeeld, van amper
negentien, dat door een najaarsstorm,
die sterke mannen binnenshuis deed
blijven, alleen door de moerassen
zwierf. Ze scheen zich gelijkelijk thuis
te gevoelen in een paleis als in een
vissershut, zo fijn en toch een der
hunnen. Geen beter honden- en paar
denkenner in heel het Acadische land.
Vandaag hier en morgen lazen ze mis
schien in La Patrie of La Presse. dat
ze in het Ritz-hotel was of het Manoir
Richelieu of zelfs op weg naar Lon
den.
Verstrooid viste ze een losse siga
ret uit haar zak en stak die op. Ze
keek naar de rode, verweerde koppen.
„Hoe gaat het met je vrouw, Flori-
bert? De rheumatiek wat beter?"
„Wat beter, mamselle de Vysart,
dank u."
„En je zoon Paul, Jean Bellibeau
is hij al uit het militair hospitaal ont
slagen?"
„Ja, mademoiselle. Hij is nu thuis.
Hij hoest."
„Die verschrikkelijke oorlog. Excu
seer me. ik moet mijn broer opbellen."
Armande slenterde naar de gang en
draaide aan het voorwereldlijke appa
raat, dat de trots van het Witte Hert
was. Doch geen stem antwoordde en
alleen de woedende storm zong in de
draden. Terwijl ze stond te wachten,
naderde Isaac en zei verontschuldi
gend: „Ik ben bang, dat het niets
geeft; er zijn teveel palen omgewaaid.
Het is de zwaarste storm, die we in
jaren gehad hebben. Gelooft u me.
vannacht zullen een paar dijken het
opgeven. Er bestaat geen dijk. die het
tegen zo'n aanval van zee en storm
volhoudt".
Armande haalde de schouders op.
„De storm gaat weer liggen, Isaac en
dan schijnt de zon en alles is opge
frist. Ik zal nu maar naar mijn ka
mer gaan. Die tegenover de trap?"
„Ik zal u de weg wijzen."
„Onnodig."
Ze liep de trap op. Haar frisheid
paste zo weinig in het oude huis „n
scheen toch zoveel licht en schoonheid
uit te stralen, dat Isaac Proux. die
haar nakeek, zich verheugde. Boeren
en hun vrouwen, die naar de markt
reden, voerlui en dergelijke vormden
de clientèle, waaraan Het Witte Hert
gastvrijheid verleende. Er waren an
dere de Vysarts op bezoek geweest in
de zestig jaren, die Isaac Proux be
leefd had doch geen zo mooi als dit
meisje, de laatste van haar geslacht.
Geen zo mooi, inderdaad Kaarsen
brandden in zilveren kandelaars aan
weerszijden van de spiegel boven de
oude, rozenhouten toilettafel in het
grote vertrek boven aan de trap. Hun
mild licht viel op haar gelaat en zo
de gele jumper met hoge boord had
kunnen plaats maken voor een feest
kleed en het bijeengebonden blonde
haar voor lokken en krullen, zo zou
den de eeuwen zijn weggevallen en
een schonere bloem dan ooit bloeide
aan het hof van de Zonnekoning, zou
gestaan hebben in een herbergje in
de verste uithoek der Tantramar.
Zij waste haar gelaat en handen in
de grote waskom in de alcoof, kamde
haar dikke lokken en ordende ze Op
een tafeltje bij de haard was voedsel
gereed gezet en een karafje wijn. Elo
die, Isaac Proux's nichtje, een stil,
donker meisje, bracht warme koffie
en wat poutine rapée. een Acadische
schotel, en er stonden eieren en ho
ning. Armande treuzelde lang "et
haar koffie en sigaret. Buiten de ste
vige vensters raasde onverminderd de
storm; de klimopranken sloegen tegen
de ruiten, de kaarsen flikkerden in
de tocht en over al in het oude huis
klonken vreemde geluiden, gekraak
en geritsel. En zij, die zich zelden
eenzaam voelde, behalve temidden
van veel mensen, voelde zich thans
verlaten en sprak hardop, om de troost
van een menselijke stem te hebben.
(wordt vervolg)