KERKWERVE geraakt weer droog
Sterke verhalen in het
Militair Tehuis
Hoe Jan W. Friso in 1711 verdronk
de Russen over
Relaas van een Moerdijkse veerknecht
EEN GEHEIM PRIJSGEGEVEN
NEDERLANDER liep in 1942 naar
Eeuwige strijd
6 barden
voortreffelijke
soep voor
35 ct.
Weerschepen op Atlantische Oceaan
BRIEVEN
CIES MADRIL,
de bedroefde weduwnaar
Hij moest in 1944 verklaren
krijgsgevangen te zijn gemaakt
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 29 OCTOBER 1953
5
BURGEMEESTER FRANCKE STAAT NOG
VOOR VELE MOEILIJKHEDEN
Het halve dorp
ingestort
Dit stuk is een bedankje
Laat verjaars
geschenk
VERMICELLISOEP
Een ooggetuige-verslag
On^-archief van Klundert bevat bijzonderheden
Kostprijs-expert
uit V. S. in ons land
van
ONBEZONNEN
DAAD
heb-
mili-
we-
na-
een
heime
van
rreur,
apens,
in
van
in
van
er op
tsland
eerde
be-
achim
d. De
sstraf-
"VFOG altijd draaien de pompen en spuien de sluizen rondom de
polder Schouwen; de resultaten zijn af te leiden uit t droog
vallen van de eerste dorpen. Een van die dorpen is Kerkwervé,
dat thans weer over de weg van Zierikzee uit te bereiken is. Het
dorpje staat droog, straks zal het land weer boven water uitko
men en hoe langer hoe meer nadert Kerkwerve het ogenblik, dat
het gewone leven van voor de ramp zal kunnen worden hervat.
vtiemand stelle zich dat te simpel
voor. want het kleine dorpje, dat
met Nieuwerkerk en Moriaanshoofd de
gemeente Kerkwerve vormt, heeft
dóór de watersnood zeer zware sla
gen te incasseren gekregen Niet zo
zeer wat het aantal slachtoffers be
treft. Drie personen verdronken in
verhouding tot andere gemeenten een
klein aantal toch altiid nog te groot
op een bevolking van 800 zielen. Veel
groter is hier de materiële schade Van
de 210 woningen, welke Kerkwerve
vóór de ramp bezat zijn nauwkeurig
geteld precies 105, dus 50 pet. inge
stort. Niet te herstellen schade werd
geconstateerd bij 30 panden en de
gegevens over het waterpeil illustre
ren hoe de rest er thans uitziet. In
de hele gemeente is niet één woning
geweest, welke minder dan 80 cm.
water heeft gehad en zelfs de dorps
kerk ontkwam daaraan niet.
herverkaveling en
wederopbouw
it ET water verdwijnt thans uit zijn
gemeente doch burgemeester s.
Francke ziet zich opnieuw voor een
nieuwe opgave geplaatst. Zodra alles
droog is. zal zo snel mogelijk met de
wederopbouw dienen te worden be
gonnen Door de gemeente wordt een
wederopbouwplan opgesteld, de recon
structie-commissie staat daarnaast
met het streekplan voor Schouwen en
Duiveland en overeenstemming tussen
deze twee zal dus een eerste voorwaar
de zijn alvorens de wederopbouw eén
aanvang kan nemen. Daarbij'komt nog
de herverkaveling De boer wiens
land droog komt zal zo snel moge
lijk willen gaan bouwen, maar het zal
van de herverkaveling afhangen waar
hij zal moeten bouwen. Hoe. waar en
wanneer er ook zal kunnen worden
gebouwd, is thans de opgave, waar
voor het gemeentebestuur zich ge
plaatst ziet. Van de oude bewoners zijn
nog ongeveer 300 geëvacueerd. Ook
zij willen zo snel mogelijk terugke
ren maar het woonruimtevraagstuk
is een grote zorg en zal dat voorlo
pig wel blijven In Noordgouwe zijn
45 gezinnen uit de gemeente Kerk
werve in woonketen ondergebracht.
Van hieruit zullen zij straks het her
stel kunnen aanpakken. Er zullen nog
10 keten bij komen, waarvoor niet
minder dan 80 liefhebbers zijn. Hoe
dit toe te wijzen?
VREEMDE AANNEMERS
(Van een verslaggever in wapenrok)
y^AAR SOLDATEN zitten, moet ook muziek zijn. Maar omdat tot dus
ver niet één sergeant is ontdekt, die wel iets van Benjamino
Glgli weg heeft, komt daar de eerste tijd niets van terecht. Pas wanneer
jonge recruten een militair tehuis hebben ontdekt, gaat het prachtige
verhaal op. Want er is altijd wei iemand, die op de piano aldaar een
nummertje van het heel fijne genre kan weggeven en er valt steeds een
klinkend plaatje te draaien. Dat is één facet van de gezelligheid, die
burgers voor de soldaten hebben geschapen in practisch elke garni
zoensplaats. En dat wordt wel zo fluitend goed gewaardeerd;- dat alle
zalen avond aan avond zwaar vol zitten.
Qe moet daar niet licht over denken.
De eerste weken maken de jongens
•en overgang door, die ze zeer waar
schijnlijk nooit meer zullen beleven.
Ze komen van de vrijgevochten om-
slotenheid van him familie in een mi
lieu, waar steeds wel iemand klaar
staat om te roepen hoe het niet moet.
Men kan daar nadrukkelijk vrage of,
de mannen met rijbewijzen even naar plotseling een beklemmende
voren willen komen. Dat doen dielWant ®en L.S.K.-er is een
hun zwaarbeslagen schoenen op de
gladde vloer zowat alle muren ge
ramd. Er waren handigaards. die hun
kistjes, met voorbijzien van de belan
gen van hun medemensen, uittrokken
en hun partijtjes op sokken afdeden.
En ondanks de luide critiek op de in
houd van de sokken werden ze warm
van geestdrift.
Luide critiek ondervond ook een
verdwaalde L.S.K.-er, die niets ver
moedend binnentrad. Er heerste
stilte,
slappe
knapen vet pronkend."Én dan "mogenYerlt. vinden de toffe jong -s var. de
ze met hun allen drie tafels versjou-1 infanterie. Zij zwemmen in het verlof
ven en daarbij goed op de verkeers-1 en bi; het eerste het beste geweer
tekens letten I schot happen ze schriel van angst.
MILITAIRE KLAPPEN „Malr, deze L.S.K.-er deed net of hij
er echt bij hoorde en mompelde iets
van „stomme zandjannen".
LIet doet een soldatenhart dus goed,
wanneer hij eens rustig in een
stoel kan hangen. De moede-lijke me
vrouw achter het buffet zegt, behalve
dat de koffie fijn is en ee" dubbeltje
kost, dat de kragen hier be.,; open
mogen. „Jullie zijn hier thuis", zegt
ze en daarmee maakt ze een beurt
van het hele opmerkelijke soort. De
jongens kruipen rond d" tafels en
vertel'en elkaar stoere verhalen.
Bij de een moeten ze een sergeant
hebben, die een goed handje van zin
gen heeft. En die gezagdrager elke dag
aan het oefenen, dat de muren dreun
den. Dat is nu uit, zegt de knaap niet
zonder voldoening Hij was naar de
sergeant toegestapt en had hem ge
dreigd 'n militaire klap uit te delen. De
zenuwslopende stem is vanaf dat mo
ment verstomd. Maar dat is nog niets.
Bij een ander hadden ze ee- luitenant
die weer een goed handje had van
hard schreeuwen. Ook dat hoort tot
het verleden. Middel; t w e mili
taire klappen.
Verhalen die voor 100 pCt. zijn ge
logen en daarom zo bijzonde- worden
gewaardec-d.
LUIDE CRITIEK.
Jn zo'n militaire tehuis kan men ook
ping-pong. Dat dachten ze ten
minste toen ze de tafel ontdekten.
Maar na drie slagen hadden ze met
De club zag het nog een tijdje aan,
?^arw?en eigenwijs ging beweren,
dat hij alles van terrein-gevechten
wist werd hij zwaar naar buiten ge-
aruKt.
Want al is er dan niemand, die het
pakje graag aan heeft, er bestaat al
tijd nog zo iets als beroeps-eer. Als
je zandjan bent weet je nu eenmaal
overat het hele fijne van. En als je
L.S.K.-er bent dan deugen de zand
jannen en marine-mensen weer niet
Dat is filosofie van de koude grond'
In een militair tehuis bereikt die
onvoorziene hoogten.
Dat alleen reeds is een bedankje
waard aan de burgers, die zulke hui
zen lieten bouwen. En dat bedankje
kunt U in dit stukje aantreffen.
3. N.
A/TENSEN van de hulpverlening zul-
'V1 len straks naar het dorp komen
om het schoonmaken van de huizen
voor hun rekening te nemen, vele am
bachtslieden zullen nodig zijn om in
de weinig nog overgebleven woningen
reparaties te verrichten. De dorpsaan-
nemër is intussen naar Canada geë
migreerd en voor hét merendeel ze
ker voor de nieuwbouw van woningen
en boerderijen zal men aangewezen
zijn op vreemde aannemers. Twee aan
nemers uit St. Laurens bij Middelburg
en Góuda zochten blussen reeds con
tact met hét gemeentebestuur en heb
ben toegezegd, in deze gemeente te
willen werken
Burgemeester Francke onderschat
de moeilijkbMen niet. maar zegt des
ondanks er van overtuigd te zijn dat
alles weer in orde komt We mogen
de nieuwe mogelijkheden voor ons
dorp niet uit het oog verliezen, zo
meent hij.
Bijzonder enthousiast is het ge
meentebestuur over de hulp, die reeds
in velerlei vorm is gekomen uit de
adoptie-gemeente Leeuwarden. De eni
ge dorpstimmérman kreeg uit deze
gemeente tt.l. de toezegging, dat door
Leeuwarden éen noodwerkplaats ter
beschikking zal worden gesteld. Ook
door de Franse stad Bordeaux is
Kerkwerve geadopteerd. Resultaten
h 'n zijn echter nog niet bekend.
In de geschiedenisboeken vindt men
over dit trieste voorval slechts heel
summier melding gemaakt.'
Maar nu vonden wij dezer dagen
in het oud-archief van Klundert een
„proces-verbaal" dat nadere bijzon
derheden te dien aanzien bevat.
Het is een ooggetuigeverslag op 16
Juni 1711 afgelegd voor de baljuw
Hugo van der Mast, heer van Cleyn-
poelgeest en burgemeester en schepe
nen, „der stede en Lande van Nier-
vaert. geseyt de Clundert".
Voor dit college verscheen dan op
die dag Pieter Cornelisse, geboortig
van Nieuwerkerck in Duyveland bij
Zierikzee, „out tussen de 21 en 22
jaren, knecht op 't veer van de
Sedert 1946 is over de Atlantische Oceaan t.b.vzee- en luchtvaart een
net van drijvende weerstations gelegd. Deze zogenaamde weerschepen
worden door verschillende naties uitgerust en bemand. Een nauwkeurig
overzicht hiervan ziet men in de kaart, terwijl een aantal landen, die
van deze dienst mede profiteren, in de kosten bijdragen. Deze landen
zijn o.m. België, Denemarken, Spanje, Zweden en Mexico. De V.N- heb
ben thans besloten hun aandeel in deze dienst te staken. De argumentatie
hiervan is, dat de luchtvaart en de zeevaart thans geen behoefte meer
hebben aan deze dienst. Vooraanstaande figuren uit de Amerikaanse
lucht- en scheepvaartkringen delen deze mening echter niet. Een niet
onbelangrijke bijkomstigheid van deze internationale organisatie is, dat
in de laatste jaren de weerschepen bij ongelukken van schepen of vlieg
tuigen reeds meer dan 150 mensenlevens in veiligheid konden brengen.
pEN der voorvaderen in rechte lijn van ons Vorstenhuis „Jan Willem Friso,
prins van Oranje, erfstadhouder van Friesland enz., is op 14 Juli 1711 bij
Moerdijk verdronken, toen hfj uit het leger in Brabant, naar Den Haag reisde,
om daar de Koning van Pruisen te ontmoeten.
Moerdyck".
Het relaas van het op schrift gestel
de verhoor, laten wij hier zo getrouw
mogelijk en met letterlijke aanhalin
gen volgen:
Hij verklaarde:
„dat sijne Hoocheyt, den Heere
Prince van Oranje, Erfstadhouder van
Vrieslandt eet, op voorleden Dynsdag
den 14 Juli 1711 omtrent de middach
met sijn gevolgh, sijnde gekomen uit
Brabandt, op de Moerdyck, om over
te vaaren na (ar) het Strijense Zase
(Sas), - is gegaen eerst in een
„schuitje, genaemt een Hooghaers" 1)
Dit scheepje was bemand met de
veerman Gerrit Jansen, „en noch een
kloeck man, genaemt Ary Danussen
om over te.roeijen"
Maar toen het gezelschap aan het
havenhoofd arriveerde „wierd syne
Hoocheyt van gedachten om in een
andere schuijt, synde een Hengst 2)
die van de overzijde was gekomen en
daer lagh, over te gaen". Terwijl
hij daarin was, begon er enige regen
te vallen, weshalve de Prins „resol
veerde (besloot) om oock uijt dat
vaertuijgh te gaen in een andere
„hengst", die met de koetse geladen
was en aen 't voorn(noemde) haven-
hooft lagh, met hen genomen hebben
de twee a dry heeren en twee
knechts."
Ook de „koetshler" behoorde tot de
opvarenden.
„dat syne Hoocheyt alstoen om
den regen te mijden met de voorn
(oemde) Heeren is gaen zitten in de
voorn(oemde) koets;
„dat den voorn(oemde) Hengst
was bemant met den comparant (P.
Cornelisse) en twee jongetjes, synde
het eene den soon van Gerrit Janssen,
genaemt Jan, out tussen de 12 en 13
jaaren en het andere synde den soon
van Dirck van der Sluys, genaemt
Adriaen, out tusschen de 11 en 12 jaa
ren;
„dat sij soe met een bequame
suijdelycke wint van 't Hooft van de
Moerdyck sijn aftgevaeren, dogh ko
mende omtrent de wal van 't voorn.
Strynse Zas, een buij is opgestaen, en
de wint naer het Noordwesten gescho
ten."
„dat hij alstoen moetende wen
den, de seijlen niet hebben willen
overgaen, en bij disoccasie 3) een
hooge wint in de seylen gevallen is,
waerdoor de schuyt water schepte en
soodanich vervulde, dat (zij, n.l. de
schuit) geheel en al over zij viel, (zo)
dat de seylen op het water lagen."
De Prins is toen met de heren, die
bij hem zaten, „uyt de koets getreden
„doch alle in 't water geraeckt ende
sijne Hoocheyt met noch een van de
voorn. Heeren verongeluckt, zonder
pertinent te kunnen seggen, hoe syne
Hoocheyt uyt de schuyt en wegh is
geraeckt. mits het soo schielijck toe-
ginck. dat men nauwelijx tien soude
hebben kunnen tellen
Een tweede ongedagtekende „ac
tum in collegia" vermeldt, dat de be
„Neerlands heldendaden te Land" bij
dit verscheiden van de Prins aan:
„Zoo miste nu ook het Nederlandse le
ger den invloed van die tooverkracht,
waarmede de naam van Oranje het
altijd wist te bezielen."
A. J. Pr.
1) een soort vaartuig met hoog uit
het water liggende boeg, in gebruik
bij de riviervisserij.
2) Klein zeil-scheepje
3) Stilstand (van de zeilen)
Dr Adolph Matz, een Amerikaanse
deskundige op het gebied van de
kostprijsberekening en de kostenbe
waking, vertoeft momenteel op uitno
diging van de Contactgroep Opvoering
Productiviteit (CO.P.) in Nederland.
Dr Matz hield Dinsdag een voor
dracht voor studenten aan de Katho
lieke Economische Hogeschool te Til
burg.
Het eerste contact van de heer Matz
met Nederland dateert reeds van Mei
van dit jaar. toen hij in zijn functie
van „cost and accounting specialist"
een oriëntatiebzoek aan ons land
bracht; zijn tweede bezoek, ongeveer
lum in collegia vermeiai, uai ae ue- ----- -.
manning onvoldoende was geweest en een maand was in hoof zaa
voortaan zou moeten bestaan uit
„twee of te vier cloucke (kloeke)
mannen. De Prins had echter bepaald,
dat de andere veerman Dirck Versluys
bij de schuit moest blijven, waarin de
bagage was opgeslagen en om daar
mee naar Rotterdam te varen.
Prof. Dr. J. Bosscha tekent r 'jn
(Advertentie)
gewijd aan een aantal discussiebijeen
komsten onder auspiciën van het Ne
derlands Instituut voor Efficiency.
De Amerikaanse expert zal onder
meer bezoeken brengen aan industrie
ën en organisaties te Rotterdam.
Drunen (N.B.), enige plaatsen in
Twente, Vlissingen, Dordrecht, Zwijn-
drecht en Leeuwarden.
(Advertentie)
Oost-Rózebeke.
Wijnmaand
JA, ik mot U schrijven van de Wijn,
want ik heb in Sint Truiden 'nne
Collega bezocht, 'nne kust er, die
in 't zilver stond te blinken. Ge
weet, Sint Truiden is 't wijnstadje,
en as den oogst binnen is, drinken
ze er wijn, nie van de Sint Truiden-
se druiven, maar binnengesmokkeld
vanover de Franse grens't Is 'n
tradiesse, maar er worden veul
meer straffe druppels gedronken in
de stille kaberdoeskes, omdat Bel
gië droog leet.da zéggen ze. En
weet ge wie ik daar ontmoet heb?
Cies Madril, die, acht dagen terug,
z'n vrouw Katrien verloren heeft.
Hij stond daar voor de toog in 't
stammeneeke van Pol Kabuis. Moest
ge hem gezien hebben, ge zoudt er
compassie mee gekregen hebben, zo
danig triestig bakkes stond 'm daar te
trekken. Maar de stammenee-baas
knipte mij 'n oogske. Die stak, achter
de rug van Cies, zeven vingers op: ze
ven straffe druppels zaten er al in.
Ik eb Katrien goe gekend, zekers al
van over vijf-en-twintig jaar. 't Was
1 raditiegr'.rouw
vertegenwoordig- Slst<uen door
ren der voormalige P,i" all,e inilita!"
gade en het hfL,' !rene 15 -
giment Fuseliers pl° '8? Gardere-
verjaarsgesehenk een
H.K.H. Prinses Iren? aan
keuze gevallen op een v ™?a. ,^'as dc
brons van „de kleine«telling in
uit het gelüknamige SDre„e™rermin"
Hans Andersen, ontworpen Vï"
vaardigd door de beeldhouwer c^aï"
les Hammes. De aanbieding werd a»
jaar verlaat tensrevoKe va?, di<
blijf der Prinsessen (n Afrika Tn
Canada.
JN APRIL van dit jaar stelde het communistische Kamerlid Wagenaar
vragen aan de minister van Justitie omtrent het feit, dat de oud-
S.S. er J. Wigmans voor de afdeling van de K.A.B. in Eindhoven-
Tongelré een lezing had gehouden over Rusland en het communisme.
Een lezing, waarin „deze nazi" het Sovjet-volk zou hebben beledigd
en oorlogspropaganda tegen de Sovjet-Unie zou hebben gemaakt. Na
tuurlijk vroeg de heer Wagenaar maatregelen, om te verhinderen, dat
oud-S.S.'ers op openbare vergaderingen het woord voeren.
Minister Donker heeft op 12 Juni geantwoord, dat hem niet was ge
bleken, dat beledigende uitlatingen jegens de bevolking der Sovjet-
Unie zouden zijn gebezigd of oorlogspropaganda tegen deze staat zou
zijn gevoerd. Minister Donker, die wel bereid is ongewenst optreden
van oud-politieke delinquenten tegen te gaan, zag in het onderhavige
geval daarvoor geen voldoende redenen.
Nu hebben we de heer Wigmans op bezoek gehad en hij gaf ons een
uitleg van zijn verleden en optreden. Waar hij ook in plaatsen in ons
gewest gaat optreden, meende hij, dat zijn toehoorders recht hebben
op deze verklaring.
Een verklaring welke we overigens geheel voor zijn rekening laten-
t^ORT na de bezetting in Mei 1940
rijpte bij de toen 17-jarige Jo
Wigmans t pla. naar Engeland uit
te wijken. Hij wendde daartoe diver
se pogingen aan, welke echter alle
mislukten. Toen heeft hij ten einde
raad in overleg met een paar vrien
den besloten vrijwillig dienst te ne
men bij de Duitse Luchtmacht (1
September 1941) om te trachten via
dit wapen Engeland te bereiken. Men
stopte hem echter in de Duitse Weer
macht en toen hij zich opgaf voor
het Africacorps van Rommel om
in Lybië te kunnen deserteren werd
hij na=r Rusland gezonden. Daar,
aan het front, besloot hij over te
lopen naar de Russen, de bondgeno
ten van de Westelijke geallieerden.
Hij sprak hierover met enige ver
trouwde Duitsers en besloot op 24
Juni 1942 de gewichtige stap te on
dernemen.
„Het was ongeveer zeven uur 's
ochtends toen ik een wacht ging af
lossen. Ik zei", aldus Wigmans, ,.dat
hij wel een uiltje kon knappen en' dat
ik de rest wel zou overnemen Het
was zeer rustig die morgen. Als men
het troosteloze panorama van ver
woesting kon wegdenken, kon men
zich wanen in een park. waar alleen
de ochtendwind waaide. Ik obser
veerde behoedzaam „onze" linies en
verkende de Russische die niet ver
weg lagen van het punt. waai ik
wacht genomen had. Toen ving ik
aan met het trekken van groeven en
woelde ik het zand om teneinde de
Duitsers zand in de ogen te strooien,
als ze de verdwijning ontdekten. Na
tuurlijk zouden ze bij desertie wraak
kunnen nemen op mijn familie. Ik
maakte de omgeving bij de mitrail
leur dusdanig, dat het leek alsof ik
overmeesterd was door Russische sol
daten. Toen ving ik mijn tocht naar
de andere kant aan. Ik wist waar
onze mijnen lagen, ik wist ook waar
niemandsland begon, maar vanzelf
sprekend was ik niet op de hoogte
met het ondermijnde gebied van de
Russen. Op mijn buik kruipend van
bosje naar bosje, telkens neerliggend
in het gras en de linies voor en
achter me bespiedend, kroop ik door
„ons" gebied en naderde het heuvel
tje, dat ik passeren moest. Ik had dit
opzettelijk gekozen, omdat er een vrij
grote zekerheid was, dat de Russen,
als ik me aan de andere kant bevond,
me in het vizier zouden krijgen en ik
mij zonder schieten hunnerzijds ken
overgeven.
GELUK.
Liet geluk was met me. Na enige
tyd bereikte ik inderdaad de top
van het heuveltje. Niettegenstaande
het mooie zachte weer bibberde ik als
een riet van angst en emotie. Nog
eenmaal keek ik om naar de Duitse
linies, waar klaarblijkelijk niemand iets
bemerkte. De enige verspreide
wachtposten van de nazi's waren trou
wens te zeker van hun zaak dat zij er
aan dachten, dat een „hunner" naar
de Russen zou overlopen. Toen begon
de afdaling en moest ik al mijn aan
dacht concentreren op landmijnen van
de Russen.
Van tijd tot tijd keek ik naar de
rode linies. Zouden zij me al zien?
Zouden ze gaan schieten? Wat zullen
de Duitsers do i als ze ontdekke dat
ik verdwenen ben? Honderden wil
den gedachten schoten door mijn
hoofd. Drijfnat van transpiratie schui
ft.?® verder en verder. Nog enige
tijd kruiptn en ik lag voor de draad
versperring. Ik overwoog om te sprin
gen, maar bedacht, dat dit een soldaat
zou kunnen laten schrikken. Dus
wierp ik eerst mijn geweer over de
prikkeldraad ^n klauterde toen zelf
over de barricade Daarna rolde ik
vanzelf in een loopgraaf. Het eerste
wat ik zag waren een paar vuile ke
rels, die geweren op me richtten.
Drie woestuitziende kerels sprongen
allen op me af om toch maar de eer
ste te zijn, die mijn horloge kon weg
grissen. Toen kwam er een jonge
officier op me toe, drukte me de
hand en vroeg in gebroken Duits:
,,Warum du komme zu uns? Ich sehe
wenn du komme?" Ik vertelde hem
de hele affaire en vroeg waarom men
mijn horloge had afgenomen. Direct
kwam hij in 't geweer en dreigde de
drie omringende soldaten met vrese
lijke woorden, als ze het gestolene
niet teruggaven. Toen wierpen ze het
uurwerk voor zijn voeten en hij stak
het zelf op zak. „Eerst controleren",
was de enige verklaring.
LAATSTE GESPREK.
JNJa vanaf 25 Juni 1942 ruim tien jaar
in verschillende Russische Siberi
sche concentratiekampen en dwang
kampen geleefd te hebben werd Wig
mans op 31 Juli 1952 's middags ont
boden bij de eerste luitenant Panzef.
NKWD-chef in Darnitzd-Kiew. Pan
zef een brutale ongelikte beer zo
al men het in Nederland zou zeg
gen had Wigmans vaak verhoord.
Hij had hem trachten over te halen
tot samenwerking met de Russen en
het verrichten van spionnage-dien-
sten in Nederlands-Indië of in Neder
land zeld. Spijts alle moeite was Pan
zef nimmer een stap in de gewenste
richting gevorderd en hij had met
grimmigheid moeten constateren, dat
op 29 Juli het bevel van Moskou
kwam, dat Wigmans gerepatrieerd zou
worde,:. „Wanneer ben je in krijgs
gevangenschap gekomen"?, begon Pan.
zef het gesprek.
„Ik ben niet in krijgsgevangen
schap gekomen. Ik ben als vriend van
jullie overgelopen op 24 Juni 1952'
„Jaja,, dat w-et ik", luidde het drif
tige antwoord. „Hier. Dit moet je on
dertekenen".
Panzef reikte Wigmans een klein
velletje papier over, waarop hij in
handschrift had geschreven:
Ik, YVigmans. Johannes Henricus
geboren te Aarle-Rixtel Nederland,
ben op 24 Juni 1944 in krijgsgevan
genschap geraakt. Ik zal deze ver
klaring herhalen bü mijn terugkomst
in Nederland. Bij niet nakomen van
deze afspraak stel ik mij bloot aan
représaillemaatregelen van de N.K.
W.D., die deze zal nemen op onder
getekende.
Wigmans vroeg Panzef waarom hij
deze leugen moest ondertekenen,
„Zwijg. Jij hebt te veel gezien, veel
te veel misschien. Jij kent onze men
taliteit heel goed. Als je dit weigert,
zorg ik persoonlijk dat je niet gere
patrieerd wordt. Het kost me slechts
maar een telefoontje en je blijft hier.'
„Wat moest ik doen?" vroeg Wigmans
zich af. De valse verklaring onder
tekenen en het risico lopen, dat men
deze verklaring verkeerd uitlegde
met alle gevolgen daaraan verbon
den? Het was hem goed bekend dat
de Communisten vaak zo handelen.
Niet ondertekenen en maar afwachten
wat er zou geschieden? In alle jaren
van mijn gevangenschap heb ik nooit
ies anders ondertekend dan een be
talingsbriefje.
Nu zou een valse „belofte" mijn
naam dragen. Misschien was het
slechts een trtic van Panzef om te
zien, hoever hij me kon krijgen. Mo
gelijk was deze verklaring geheel
waardeloos. Ik kende Panzef uit erva
ring. Hij was een van de meest door
trapte verhoorsofficieren die in de
Sovjet-Unie werkten. Hij was tot op
zekere hoogte zeer machtig en kon
doen en laten wat hij wilde. Waar
om dreigde hij echter met opbellen
naar Moskou, als hij dit werkelijk zon
der enige moeite kon doen? Het was
voor hem persoonlijk een genoegen
als ik niet repatrieerde; dat liet hij te
pas en te onpas merken.
getekend
■y^aarom stak hij er dan inderdaad
geen stokje voor? Dit is weer
een van die onbegrijpelijke zaken in
het communistische systeem de grens
van de macht en de onafhankelijkheid
van een N.K.W.D.-chef. Al zou de
man zijn slachtoffer in koele bloede
vermoorden, er zou geen haan naar
kraaien. Maa waarom onderneemt
zo'n zelfde man geen pogingen om
een gevangene de hij liever niet naar
hui: ziet gaan, in Rusland te houden?
Eén gesprek met Moskou zou vol
doende zijn geweest. Of niet: Waar
mede dan heel de macht van Panzef
in duigen viel. Ik kon niet met me
zelf tot overeenstemming geraken"
aldus Wigmans. „Op hoop van zegen
greep ik de pen die Panzef nog steeds
in de hand hield en ondertekende
zijn verklaring Het enige wat Panzef
deed was brullend vloeken zoals al
tijd: „Verdwijn, christen", riep hij
schreeuwend. Wigmans trekt de con
clusie dat het Panzefs bedoeling is
geweest te voorkomen dat hij we
reldkundig zou maken hoe de Russi
sche bondgenoten der westelijke „eal-
lieerder hem hebben behandeld.
'n rosse van 'n wijf, die 't klein Cieske
zekers wel twintig keer mee hare
kloef op z'nne kop getimmerd heeft,
as haar tien-procents-trouwboek te
Iaat thuis kwam. Ik legde mijn hand
op zijnen schouder, als om hem te
troosten:
„Awel, Cies, kunt ge 't weduw
naarschap nog al de baas worren?"
„Nooit, Sus, nóóóóit... 't zal ook mij
nen dood zijn, ik gaai er aan te gron
de.... gif me nog 'nnen druppel, Poll"
„Kom, kom, ge mot er de moed in
houen."
„Da probeer ik serieus, alle dagen!"
En hij dronk z'nnen druppel leeg.
„Maar, ik kan niet gelukken. Ik heb
t e zwaar verlies gelejen, ze zweeft
me dag en nacht voor m'n ogen." En
nu moet ge weten: Katrien was 'n
exemplaar van over de honderd kilos,
zo een met drei onderkinnen, zo'n
soort transformator-huiske van den
elektriek... ziet ge die zweven? „En, ik
kan maar nie geloven, da ze voor al
tijd weg is... gif me nog 'nnen drup
pel, Pol." En, dan ging 'm alle goede
caractère-kwaliteiten van Katrien op
noemen: ,,'t Was 'n vrouw mee 'n
goud hart. Nou ja, ze kos wel es colè-
rig worren, maar, da was seffes weer
vergeten." En, Pol achter z'nne toog,
knipte maar oogskes. Die had Katrien
beter nog gekend as ikke, die wist dat
er geen huis mee te houen was, as
Cieske ook maar eene centime te wei
nig van z'n weekloon thuis bracht.
Én Cies, die weer 'nnen druppel
commandeerde, zaagde maar door
over Katrien: „Weet ge wat 't zeggen
wil, allenig zijn? Da's 'n martelaar
schap. Ge weet nie met wie ge mot
klappen, as ge bij de stoof zit, ge mot
naar de buurvrouw om assistense as
er 'nne knoop van uwen frak springt
ge mot Uw eigen potje prepareren. As
ze mij hier nou zag staan, geloof ik,
dat ze uit compassie uit d'r graf zou
komen."
En dan fluisterde Pol mü in 't oor:
„Da's allemaal comedie. Hij is con
tent, dat 'm nou z'n eigen baas is. da
ze niemeer mee d'rre kloef achter de
deur staat". En hij zegde: „Allee, allee,
Cies, ge zult uw verlies wel te boven
komen!"
„Nóóóóóit!" En Cies waggelde de
stammenee uit, de grote baan op. en
de mannen die in de stammenee ston
den, zagen hem gaan en ze monkel
den: „Dieje vent ga z'n eigen 'n mal
heur doen. Wij maggen 'm nie allenig
laten gaan". En, ze gingen hem ach
terna... naar 't kerkhof. Ja, naar 't
kerkhof, want ze zagen Cies daar 't
hoge hekke van den entree binnen
stappen. Ze hielden zich nochtans 'n
bietje achteraf. En, wa zagen ze daar?
Cieske zocht er 'n bietje rond, om 't
graf van Katrien te vinden, en, as 'm
daar was aangekomen, zagen ze hem
op z'n twee knieën gaan zitten met
z'nnen neusdoek in z'n hand. En daar
begon 'm weer~l te lamenteren: „Ka-
trieneke, 't ies vried, da ge zo rap zi.it
weg gegaan. Voor al, wat ik U heb
misdaan, vraag ik U oprecht vergif
fenis. En, mocht 't zijn, dat ge nie
dood waart, dat we weer kosten te
samen leven, ik zou U op de handen
dragen. Ge zoudt me nooit meer te
laat zien thuis komen. Er zou nooit
meer 'n frankske aan m'n weekloon
ontbreken. Mocht 't zijn, dat ge nog
eens kondt terug komen, ik zou U met
open armen ontvangen."
Jj)e mannen, die daar op 'n afstand
stonden te zien en te luisteren,
peinsden: daar zit de ongelukkigste
vent van de hele wereld, maar, geene
minuut later, waren ze van da gedacht
genezen. Oneens hoorden ze, dat Cies
ke z'n akte van berouw staakte. Ze
zagen hem met grote puil'-ogen naai
de grond zien, en ze kwamen 'n bietje
dichterbij geslopen, om goed te kun
nen zien, wat er passeerde. Wat denkt
ge? De grond boven Katrienekes graf
begos te bewegen. Er kwam 'n hoopke
zand naar boven. Da moest 'n mol ge
daan hebben, 'n Ar '--e explicatie was
er nie voor te vinden. En Cies bezag
dat hoopke of 'm den duuvel in eigen
persoon uit de grond verwachtte. En
wat ze toen hoorden, deed, diejen zelf
den dag nog de ronde deur 't hele
stadje. Cies kroop op z'n knieën 'n
e:nd achteruit en ze hoorden 'm dui
delijk roepen: „Blaéf maar. blaaf
maar Katrien..,. al wak gezeed heb....
't was allemaal zattepraat!"
En, ge moogt me geloven of nie... de
drei mannen, die 'm op de voet ge
volgd hebben, hebben 't serieus ver
klaard... van dieje stond was Cieske
weer zo nuchter as 'r. kalfke. En. ge
hebt gelezen, hii had er diejen dag nog
al 'n paar p~nakt Da komt er van. as
ge bij de geburen wijnfeest ga vieren
en ge maakt er 'n ieneverf«pst van.
SUSKE VAN TESTELT