KERKWERVE geraakt weer droog Sterke verhalen in het Militair Tehuis Hoe Jan W. Friso in 1711 verdronk de Russen over Relaas van een Moerdijkse veerknecht EEN GEHEIM PRIJSGEGEVEN NEDERLANDER liep in 1942 naar Eeuwige strijd 6 barden voortreffelijke soep voor 35 ct. Weerschepen op Atlantische Oceaan BRIEVEN CIES MADRIL, de bedroefde weduwnaar Hij moest in 1944 verklaren krijgsgevangen te zijn gemaakt DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 29 OCTOBER 1953 5 BURGEMEESTER FRANCKE STAAT NOG VOOR VELE MOEILIJKHEDEN Het halve dorp ingestort Dit stuk is een bedankje Laat verjaars geschenk VERMICELLISOEP Een ooggetuige-verslag On^-archief van Klundert bevat bijzonderheden Kostprijs-expert uit V. S. in ons land van ONBEZONNEN DAAD heb- mili- we- na- een heime van rreur, apens, in van in van er op tsland eerde be- achim d. De sstraf- "VFOG altijd draaien de pompen en spuien de sluizen rondom de polder Schouwen; de resultaten zijn af te leiden uit t droog vallen van de eerste dorpen. Een van die dorpen is Kerkwervé, dat thans weer over de weg van Zierikzee uit te bereiken is. Het dorpje staat droog, straks zal het land weer boven water uitko men en hoe langer hoe meer nadert Kerkwerve het ogenblik, dat het gewone leven van voor de ramp zal kunnen worden hervat. vtiemand stelle zich dat te simpel voor. want het kleine dorpje, dat met Nieuwerkerk en Moriaanshoofd de gemeente Kerkwerve vormt, heeft dóór de watersnood zeer zware sla gen te incasseren gekregen Niet zo zeer wat het aantal slachtoffers be treft. Drie personen verdronken in verhouding tot andere gemeenten een klein aantal toch altiid nog te groot op een bevolking van 800 zielen. Veel groter is hier de materiële schade Van de 210 woningen, welke Kerkwerve vóór de ramp bezat zijn nauwkeurig geteld precies 105, dus 50 pet. inge stort. Niet te herstellen schade werd geconstateerd bij 30 panden en de gegevens over het waterpeil illustre ren hoe de rest er thans uitziet. In de hele gemeente is niet één woning geweest, welke minder dan 80 cm. water heeft gehad en zelfs de dorps kerk ontkwam daaraan niet. herverkaveling en wederopbouw it ET water verdwijnt thans uit zijn gemeente doch burgemeester s. Francke ziet zich opnieuw voor een nieuwe opgave geplaatst. Zodra alles droog is. zal zo snel mogelijk met de wederopbouw dienen te worden be gonnen Door de gemeente wordt een wederopbouwplan opgesteld, de recon structie-commissie staat daarnaast met het streekplan voor Schouwen en Duiveland en overeenstemming tussen deze twee zal dus een eerste voorwaar de zijn alvorens de wederopbouw eén aanvang kan nemen. Daarbij'komt nog de herverkaveling De boer wiens land droog komt zal zo snel moge lijk willen gaan bouwen, maar het zal van de herverkaveling afhangen waar hij zal moeten bouwen. Hoe. waar en wanneer er ook zal kunnen worden gebouwd, is thans de opgave, waar voor het gemeentebestuur zich ge plaatst ziet. Van de oude bewoners zijn nog ongeveer 300 geëvacueerd. Ook zij willen zo snel mogelijk terugke ren maar het woonruimtevraagstuk is een grote zorg en zal dat voorlo pig wel blijven In Noordgouwe zijn 45 gezinnen uit de gemeente Kerk werve in woonketen ondergebracht. Van hieruit zullen zij straks het her stel kunnen aanpakken. Er zullen nog 10 keten bij komen, waarvoor niet minder dan 80 liefhebbers zijn. Hoe dit toe te wijzen? VREEMDE AANNEMERS (Van een verslaggever in wapenrok) y^AAR SOLDATEN zitten, moet ook muziek zijn. Maar omdat tot dus ver niet één sergeant is ontdekt, die wel iets van Benjamino Glgli weg heeft, komt daar de eerste tijd niets van terecht. Pas wanneer jonge recruten een militair tehuis hebben ontdekt, gaat het prachtige verhaal op. Want er is altijd wei iemand, die op de piano aldaar een nummertje van het heel fijne genre kan weggeven en er valt steeds een klinkend plaatje te draaien. Dat is één facet van de gezelligheid, die burgers voor de soldaten hebben geschapen in practisch elke garni zoensplaats. En dat wordt wel zo fluitend goed gewaardeerd;- dat alle zalen avond aan avond zwaar vol zitten. Qe moet daar niet licht over denken. De eerste weken maken de jongens •en overgang door, die ze zeer waar schijnlijk nooit meer zullen beleven. Ze komen van de vrijgevochten om- slotenheid van him familie in een mi lieu, waar steeds wel iemand klaar staat om te roepen hoe het niet moet. Men kan daar nadrukkelijk vrage of, de mannen met rijbewijzen even naar plotseling een beklemmende voren willen komen. Dat doen dielWant ®en L.S.K.-er is een hun zwaarbeslagen schoenen op de gladde vloer zowat alle muren ge ramd. Er waren handigaards. die hun kistjes, met voorbijzien van de belan gen van hun medemensen, uittrokken en hun partijtjes op sokken afdeden. En ondanks de luide critiek op de in houd van de sokken werden ze warm van geestdrift. Luide critiek ondervond ook een verdwaalde L.S.K.-er, die niets ver moedend binnentrad. Er heerste stilte, slappe knapen vet pronkend."Én dan "mogenYerlt. vinden de toffe jong -s var. de ze met hun allen drie tafels versjou-1 infanterie. Zij zwemmen in het verlof ven en daarbij goed op de verkeers-1 en bi; het eerste het beste geweer tekens letten I schot happen ze schriel van angst. MILITAIRE KLAPPEN „Malr, deze L.S.K.-er deed net of hij er echt bij hoorde en mompelde iets van „stomme zandjannen". LIet doet een soldatenhart dus goed, wanneer hij eens rustig in een stoel kan hangen. De moede-lijke me vrouw achter het buffet zegt, behalve dat de koffie fijn is en ee" dubbeltje kost, dat de kragen hier be.,; open mogen. „Jullie zijn hier thuis", zegt ze en daarmee maakt ze een beurt van het hele opmerkelijke soort. De jongens kruipen rond d" tafels en vertel'en elkaar stoere verhalen. Bij de een moeten ze een sergeant hebben, die een goed handje van zin gen heeft. En die gezagdrager elke dag aan het oefenen, dat de muren dreun den. Dat is nu uit, zegt de knaap niet zonder voldoening Hij was naar de sergeant toegestapt en had hem ge dreigd 'n militaire klap uit te delen. De zenuwslopende stem is vanaf dat mo ment verstomd. Maar dat is nog niets. Bij een ander hadden ze ee- luitenant die weer een goed handje had van hard schreeuwen. Ook dat hoort tot het verleden. Middel; t w e mili taire klappen. Verhalen die voor 100 pCt. zijn ge logen en daarom zo bijzonde- worden gewaardec-d. LUIDE CRITIEK. Jn zo'n militaire tehuis kan men ook ping-pong. Dat dachten ze ten minste toen ze de tafel ontdekten. Maar na drie slagen hadden ze met De club zag het nog een tijdje aan, ?^arw?en eigenwijs ging beweren, dat hij alles van terrein-gevechten wist werd hij zwaar naar buiten ge- aruKt. Want al is er dan niemand, die het pakje graag aan heeft, er bestaat al tijd nog zo iets als beroeps-eer. Als je zandjan bent weet je nu eenmaal overat het hele fijne van. En als je L.S.K.-er bent dan deugen de zand jannen en marine-mensen weer niet Dat is filosofie van de koude grond' In een militair tehuis bereikt die onvoorziene hoogten. Dat alleen reeds is een bedankje waard aan de burgers, die zulke hui zen lieten bouwen. En dat bedankje kunt U in dit stukje aantreffen. 3. N. A/TENSEN van de hulpverlening zul- 'V1 len straks naar het dorp komen om het schoonmaken van de huizen voor hun rekening te nemen, vele am bachtslieden zullen nodig zijn om in de weinig nog overgebleven woningen reparaties te verrichten. De dorpsaan- nemër is intussen naar Canada geë migreerd en voor hét merendeel ze ker voor de nieuwbouw van woningen en boerderijen zal men aangewezen zijn op vreemde aannemers. Twee aan nemers uit St. Laurens bij Middelburg en Góuda zochten blussen reeds con tact met hét gemeentebestuur en heb ben toegezegd, in deze gemeente te willen werken Burgemeester Francke onderschat de moeilijkbMen niet. maar zegt des ondanks er van overtuigd te zijn dat alles weer in orde komt We mogen de nieuwe mogelijkheden voor ons dorp niet uit het oog verliezen, zo meent hij. Bijzonder enthousiast is het ge meentebestuur over de hulp, die reeds in velerlei vorm is gekomen uit de adoptie-gemeente Leeuwarden. De eni ge dorpstimmérman kreeg uit deze gemeente tt.l. de toezegging, dat door Leeuwarden éen noodwerkplaats ter beschikking zal worden gesteld. Ook door de Franse stad Bordeaux is Kerkwerve geadopteerd. Resultaten h 'n zijn echter nog niet bekend. In de geschiedenisboeken vindt men over dit trieste voorval slechts heel summier melding gemaakt.' Maar nu vonden wij dezer dagen in het oud-archief van Klundert een „proces-verbaal" dat nadere bijzon derheden te dien aanzien bevat. Het is een ooggetuigeverslag op 16 Juni 1711 afgelegd voor de baljuw Hugo van der Mast, heer van Cleyn- poelgeest en burgemeester en schepe nen, „der stede en Lande van Nier- vaert. geseyt de Clundert". Voor dit college verscheen dan op die dag Pieter Cornelisse, geboortig van Nieuwerkerck in Duyveland bij Zierikzee, „out tussen de 21 en 22 jaren, knecht op 't veer van de Sedert 1946 is over de Atlantische Oceaan t.b.vzee- en luchtvaart een net van drijvende weerstations gelegd. Deze zogenaamde weerschepen worden door verschillende naties uitgerust en bemand. Een nauwkeurig overzicht hiervan ziet men in de kaart, terwijl een aantal landen, die van deze dienst mede profiteren, in de kosten bijdragen. Deze landen zijn o.m. België, Denemarken, Spanje, Zweden en Mexico. De V.N- heb ben thans besloten hun aandeel in deze dienst te staken. De argumentatie hiervan is, dat de luchtvaart en de zeevaart thans geen behoefte meer hebben aan deze dienst. Vooraanstaande figuren uit de Amerikaanse lucht- en scheepvaartkringen delen deze mening echter niet. Een niet onbelangrijke bijkomstigheid van deze internationale organisatie is, dat in de laatste jaren de weerschepen bij ongelukken van schepen of vlieg tuigen reeds meer dan 150 mensenlevens in veiligheid konden brengen. pEN der voorvaderen in rechte lijn van ons Vorstenhuis „Jan Willem Friso, prins van Oranje, erfstadhouder van Friesland enz., is op 14 Juli 1711 bij Moerdijk verdronken, toen hfj uit het leger in Brabant, naar Den Haag reisde, om daar de Koning van Pruisen te ontmoeten. Moerdyck". Het relaas van het op schrift gestel de verhoor, laten wij hier zo getrouw mogelijk en met letterlijke aanhalin gen volgen: Hij verklaarde: „dat sijne Hoocheyt, den Heere Prince van Oranje, Erfstadhouder van Vrieslandt eet, op voorleden Dynsdag den 14 Juli 1711 omtrent de middach met sijn gevolgh, sijnde gekomen uit Brabandt, op de Moerdyck, om over te vaaren na (ar) het Strijense Zase (Sas), - is gegaen eerst in een „schuitje, genaemt een Hooghaers" 1) Dit scheepje was bemand met de veerman Gerrit Jansen, „en noch een kloeck man, genaemt Ary Danussen om over te.roeijen" Maar toen het gezelschap aan het havenhoofd arriveerde „wierd syne Hoocheyt van gedachten om in een andere schuijt, synde een Hengst 2) die van de overzijde was gekomen en daer lagh, over te gaen". Terwijl hij daarin was, begon er enige regen te vallen, weshalve de Prins „resol veerde (besloot) om oock uijt dat vaertuijgh te gaen in een andere „hengst", die met de koetse geladen was en aen 't voorn(noemde) haven- hooft lagh, met hen genomen hebben de twee a dry heeren en twee knechts." Ook de „koetshler" behoorde tot de opvarenden. „dat syne Hoocheyt alstoen om den regen te mijden met de voorn (oemde) Heeren is gaen zitten in de voorn(oemde) koets; „dat den voorn(oemde) Hengst was bemant met den comparant (P. Cornelisse) en twee jongetjes, synde het eene den soon van Gerrit Janssen, genaemt Jan, out tussen de 12 en 13 jaaren en het andere synde den soon van Dirck van der Sluys, genaemt Adriaen, out tusschen de 11 en 12 jaa ren; „dat sij soe met een bequame suijdelycke wint van 't Hooft van de Moerdyck sijn aftgevaeren, dogh ko mende omtrent de wal van 't voorn. Strynse Zas, een buij is opgestaen, en de wint naer het Noordwesten gescho ten." „dat hij alstoen moetende wen den, de seijlen niet hebben willen overgaen, en bij disoccasie 3) een hooge wint in de seylen gevallen is, waerdoor de schuyt water schepte en soodanich vervulde, dat (zij, n.l. de schuit) geheel en al over zij viel, (zo) dat de seylen op het water lagen." De Prins is toen met de heren, die bij hem zaten, „uyt de koets getreden „doch alle in 't water geraeckt ende sijne Hoocheyt met noch een van de voorn. Heeren verongeluckt, zonder pertinent te kunnen seggen, hoe syne Hoocheyt uyt de schuyt en wegh is geraeckt. mits het soo schielijck toe- ginck. dat men nauwelijx tien soude hebben kunnen tellen Een tweede ongedagtekende „ac tum in collegia" vermeldt, dat de be „Neerlands heldendaden te Land" bij dit verscheiden van de Prins aan: „Zoo miste nu ook het Nederlandse le ger den invloed van die tooverkracht, waarmede de naam van Oranje het altijd wist te bezielen." A. J. Pr. 1) een soort vaartuig met hoog uit het water liggende boeg, in gebruik bij de riviervisserij. 2) Klein zeil-scheepje 3) Stilstand (van de zeilen) Dr Adolph Matz, een Amerikaanse deskundige op het gebied van de kostprijsberekening en de kostenbe waking, vertoeft momenteel op uitno diging van de Contactgroep Opvoering Productiviteit (CO.P.) in Nederland. Dr Matz hield Dinsdag een voor dracht voor studenten aan de Katho lieke Economische Hogeschool te Til burg. Het eerste contact van de heer Matz met Nederland dateert reeds van Mei van dit jaar. toen hij in zijn functie van „cost and accounting specialist" een oriëntatiebzoek aan ons land bracht; zijn tweede bezoek, ongeveer lum in collegia vermeiai, uai ae ue- ----- -. manning onvoldoende was geweest en een maand was in hoof zaa voortaan zou moeten bestaan uit „twee of te vier cloucke (kloeke) mannen. De Prins had echter bepaald, dat de andere veerman Dirck Versluys bij de schuit moest blijven, waarin de bagage was opgeslagen en om daar mee naar Rotterdam te varen. Prof. Dr. J. Bosscha tekent r 'jn (Advertentie) gewijd aan een aantal discussiebijeen komsten onder auspiciën van het Ne derlands Instituut voor Efficiency. De Amerikaanse expert zal onder meer bezoeken brengen aan industrie ën en organisaties te Rotterdam. Drunen (N.B.), enige plaatsen in Twente, Vlissingen, Dordrecht, Zwijn- drecht en Leeuwarden. (Advertentie) Oost-Rózebeke. Wijnmaand JA, ik mot U schrijven van de Wijn, want ik heb in Sint Truiden 'nne Collega bezocht, 'nne kust er, die in 't zilver stond te blinken. Ge weet, Sint Truiden is 't wijnstadje, en as den oogst binnen is, drinken ze er wijn, nie van de Sint Truiden- se druiven, maar binnengesmokkeld vanover de Franse grens't Is 'n tradiesse, maar er worden veul meer straffe druppels gedronken in de stille kaberdoeskes, omdat Bel gië droog leet.da zéggen ze. En weet ge wie ik daar ontmoet heb? Cies Madril, die, acht dagen terug, z'n vrouw Katrien verloren heeft. Hij stond daar voor de toog in 't stammeneeke van Pol Kabuis. Moest ge hem gezien hebben, ge zoudt er compassie mee gekregen hebben, zo danig triestig bakkes stond 'm daar te trekken. Maar de stammenee-baas knipte mij 'n oogske. Die stak, achter de rug van Cies, zeven vingers op: ze ven straffe druppels zaten er al in. Ik eb Katrien goe gekend, zekers al van over vijf-en-twintig jaar. 't Was 1 raditiegr'.rouw vertegenwoordig- Slst<uen door ren der voormalige P,i" all,e inilita!" gade en het hfL,' !rene 15 - giment Fuseliers pl° '8? Gardere- verjaarsgesehenk een H.K.H. Prinses Iren? aan keuze gevallen op een v ™?a. ,^'as dc brons van „de kleine«telling in uit het gelüknamige SDre„e™rermin" Hans Andersen, ontworpen Vï" vaardigd door de beeldhouwer c^aï" les Hammes. De aanbieding werd a» jaar verlaat tensrevoKe va?, di< blijf der Prinsessen (n Afrika Tn Canada. JN APRIL van dit jaar stelde het communistische Kamerlid Wagenaar vragen aan de minister van Justitie omtrent het feit, dat de oud- S.S. er J. Wigmans voor de afdeling van de K.A.B. in Eindhoven- Tongelré een lezing had gehouden over Rusland en het communisme. Een lezing, waarin „deze nazi" het Sovjet-volk zou hebben beledigd en oorlogspropaganda tegen de Sovjet-Unie zou hebben gemaakt. Na tuurlijk vroeg de heer Wagenaar maatregelen, om te verhinderen, dat oud-S.S.'ers op openbare vergaderingen het woord voeren. Minister Donker heeft op 12 Juni geantwoord, dat hem niet was ge bleken, dat beledigende uitlatingen jegens de bevolking der Sovjet- Unie zouden zijn gebezigd of oorlogspropaganda tegen deze staat zou zijn gevoerd. Minister Donker, die wel bereid is ongewenst optreden van oud-politieke delinquenten tegen te gaan, zag in het onderhavige geval daarvoor geen voldoende redenen. Nu hebben we de heer Wigmans op bezoek gehad en hij gaf ons een uitleg van zijn verleden en optreden. Waar hij ook in plaatsen in ons gewest gaat optreden, meende hij, dat zijn toehoorders recht hebben op deze verklaring. Een verklaring welke we overigens geheel voor zijn rekening laten- t^ORT na de bezetting in Mei 1940 rijpte bij de toen 17-jarige Jo Wigmans t pla. naar Engeland uit te wijken. Hij wendde daartoe diver se pogingen aan, welke echter alle mislukten. Toen heeft hij ten einde raad in overleg met een paar vrien den besloten vrijwillig dienst te ne men bij de Duitse Luchtmacht (1 September 1941) om te trachten via dit wapen Engeland te bereiken. Men stopte hem echter in de Duitse Weer macht en toen hij zich opgaf voor het Africacorps van Rommel om in Lybië te kunnen deserteren werd hij na=r Rusland gezonden. Daar, aan het front, besloot hij over te lopen naar de Russen, de bondgeno ten van de Westelijke geallieerden. Hij sprak hierover met enige ver trouwde Duitsers en besloot op 24 Juni 1942 de gewichtige stap te on dernemen. „Het was ongeveer zeven uur 's ochtends toen ik een wacht ging af lossen. Ik zei", aldus Wigmans, ,.dat hij wel een uiltje kon knappen en' dat ik de rest wel zou overnemen Het was zeer rustig die morgen. Als men het troosteloze panorama van ver woesting kon wegdenken, kon men zich wanen in een park. waar alleen de ochtendwind waaide. Ik obser veerde behoedzaam „onze" linies en verkende de Russische die niet ver weg lagen van het punt. waai ik wacht genomen had. Toen ving ik aan met het trekken van groeven en woelde ik het zand om teneinde de Duitsers zand in de ogen te strooien, als ze de verdwijning ontdekten. Na tuurlijk zouden ze bij desertie wraak kunnen nemen op mijn familie. Ik maakte de omgeving bij de mitrail leur dusdanig, dat het leek alsof ik overmeesterd was door Russische sol daten. Toen ving ik mijn tocht naar de andere kant aan. Ik wist waar onze mijnen lagen, ik wist ook waar niemandsland begon, maar vanzelf sprekend was ik niet op de hoogte met het ondermijnde gebied van de Russen. Op mijn buik kruipend van bosje naar bosje, telkens neerliggend in het gras en de linies voor en achter me bespiedend, kroop ik door „ons" gebied en naderde het heuvel tje, dat ik passeren moest. Ik had dit opzettelijk gekozen, omdat er een vrij grote zekerheid was, dat de Russen, als ik me aan de andere kant bevond, me in het vizier zouden krijgen en ik mij zonder schieten hunnerzijds ken overgeven. GELUK. Liet geluk was met me. Na enige tyd bereikte ik inderdaad de top van het heuveltje. Niettegenstaande het mooie zachte weer bibberde ik als een riet van angst en emotie. Nog eenmaal keek ik om naar de Duitse linies, waar klaarblijkelijk niemand iets bemerkte. De enige verspreide wachtposten van de nazi's waren trou wens te zeker van hun zaak dat zij er aan dachten, dat een „hunner" naar de Russen zou overlopen. Toen begon de afdaling en moest ik al mijn aan dacht concentreren op landmijnen van de Russen. Van tijd tot tijd keek ik naar de rode linies. Zouden zij me al zien? Zouden ze gaan schieten? Wat zullen de Duitsers do i als ze ontdekke dat ik verdwenen ben? Honderden wil den gedachten schoten door mijn hoofd. Drijfnat van transpiratie schui ft.?® verder en verder. Nog enige tijd kruiptn en ik lag voor de draad versperring. Ik overwoog om te sprin gen, maar bedacht, dat dit een soldaat zou kunnen laten schrikken. Dus wierp ik eerst mijn geweer over de prikkeldraad ^n klauterde toen zelf over de barricade Daarna rolde ik vanzelf in een loopgraaf. Het eerste wat ik zag waren een paar vuile ke rels, die geweren op me richtten. Drie woestuitziende kerels sprongen allen op me af om toch maar de eer ste te zijn, die mijn horloge kon weg grissen. Toen kwam er een jonge officier op me toe, drukte me de hand en vroeg in gebroken Duits: ,,Warum du komme zu uns? Ich sehe wenn du komme?" Ik vertelde hem de hele affaire en vroeg waarom men mijn horloge had afgenomen. Direct kwam hij in 't geweer en dreigde de drie omringende soldaten met vrese lijke woorden, als ze het gestolene niet teruggaven. Toen wierpen ze het uurwerk voor zijn voeten en hij stak het zelf op zak. „Eerst controleren", was de enige verklaring. LAATSTE GESPREK. JNJa vanaf 25 Juni 1942 ruim tien jaar in verschillende Russische Siberi sche concentratiekampen en dwang kampen geleefd te hebben werd Wig mans op 31 Juli 1952 's middags ont boden bij de eerste luitenant Panzef. NKWD-chef in Darnitzd-Kiew. Pan zef een brutale ongelikte beer zo al men het in Nederland zou zeg gen had Wigmans vaak verhoord. Hij had hem trachten over te halen tot samenwerking met de Russen en het verrichten van spionnage-dien- sten in Nederlands-Indië of in Neder land zeld. Spijts alle moeite was Pan zef nimmer een stap in de gewenste richting gevorderd en hij had met grimmigheid moeten constateren, dat op 29 Juli het bevel van Moskou kwam, dat Wigmans gerepatrieerd zou worde,:. „Wanneer ben je in krijgs gevangenschap gekomen"?, begon Pan. zef het gesprek. „Ik ben niet in krijgsgevangen schap gekomen. Ik ben als vriend van jullie overgelopen op 24 Juni 1952' „Jaja,, dat w-et ik", luidde het drif tige antwoord. „Hier. Dit moet je on dertekenen". Panzef reikte Wigmans een klein velletje papier over, waarop hij in handschrift had geschreven: Ik, YVigmans. Johannes Henricus geboren te Aarle-Rixtel Nederland, ben op 24 Juni 1944 in krijgsgevan genschap geraakt. Ik zal deze ver klaring herhalen bü mijn terugkomst in Nederland. Bij niet nakomen van deze afspraak stel ik mij bloot aan représaillemaatregelen van de N.K. W.D., die deze zal nemen op onder getekende. Wigmans vroeg Panzef waarom hij deze leugen moest ondertekenen, „Zwijg. Jij hebt te veel gezien, veel te veel misschien. Jij kent onze men taliteit heel goed. Als je dit weigert, zorg ik persoonlijk dat je niet gere patrieerd wordt. Het kost me slechts maar een telefoontje en je blijft hier.' „Wat moest ik doen?" vroeg Wigmans zich af. De valse verklaring onder tekenen en het risico lopen, dat men deze verklaring verkeerd uitlegde met alle gevolgen daaraan verbon den? Het was hem goed bekend dat de Communisten vaak zo handelen. Niet ondertekenen en maar afwachten wat er zou geschieden? In alle jaren van mijn gevangenschap heb ik nooit ies anders ondertekend dan een be talingsbriefje. Nu zou een valse „belofte" mijn naam dragen. Misschien was het slechts een trtic van Panzef om te zien, hoever hij me kon krijgen. Mo gelijk was deze verklaring geheel waardeloos. Ik kende Panzef uit erva ring. Hij was een van de meest door trapte verhoorsofficieren die in de Sovjet-Unie werkten. Hij was tot op zekere hoogte zeer machtig en kon doen en laten wat hij wilde. Waar om dreigde hij echter met opbellen naar Moskou, als hij dit werkelijk zon der enige moeite kon doen? Het was voor hem persoonlijk een genoegen als ik niet repatrieerde; dat liet hij te pas en te onpas merken. getekend ■y^aarom stak hij er dan inderdaad geen stokje voor? Dit is weer een van die onbegrijpelijke zaken in het communistische systeem de grens van de macht en de onafhankelijkheid van een N.K.W.D.-chef. Al zou de man zijn slachtoffer in koele bloede vermoorden, er zou geen haan naar kraaien. Maa waarom onderneemt zo'n zelfde man geen pogingen om een gevangene de hij liever niet naar hui: ziet gaan, in Rusland te houden? Eén gesprek met Moskou zou vol doende zijn geweest. Of niet: Waar mede dan heel de macht van Panzef in duigen viel. Ik kon niet met me zelf tot overeenstemming geraken" aldus Wigmans. „Op hoop van zegen greep ik de pen die Panzef nog steeds in de hand hield en ondertekende zijn verklaring Het enige wat Panzef deed was brullend vloeken zoals al tijd: „Verdwijn, christen", riep hij schreeuwend. Wigmans trekt de con clusie dat het Panzefs bedoeling is geweest te voorkomen dat hij we reldkundig zou maken hoe de Russi sche bondgenoten der westelijke „eal- lieerder hem hebben behandeld. 'n rosse van 'n wijf, die 't klein Cieske zekers wel twintig keer mee hare kloef op z'nne kop getimmerd heeft, as haar tien-procents-trouwboek te Iaat thuis kwam. Ik legde mijn hand op zijnen schouder, als om hem te troosten: „Awel, Cies, kunt ge 't weduw naarschap nog al de baas worren?" „Nooit, Sus, nóóóóit... 't zal ook mij nen dood zijn, ik gaai er aan te gron de.... gif me nog 'nnen druppel, Poll" „Kom, kom, ge mot er de moed in houen." „Da probeer ik serieus, alle dagen!" En hij dronk z'nnen druppel leeg. „Maar, ik kan niet gelukken. Ik heb t e zwaar verlies gelejen, ze zweeft me dag en nacht voor m'n ogen." En nu moet ge weten: Katrien was 'n exemplaar van over de honderd kilos, zo een met drei onderkinnen, zo'n soort transformator-huiske van den elektriek... ziet ge die zweven? „En, ik kan maar nie geloven, da ze voor al tijd weg is... gif me nog 'nnen drup pel, Pol." En, dan ging 'm alle goede caractère-kwaliteiten van Katrien op noemen: ,,'t Was 'n vrouw mee 'n goud hart. Nou ja, ze kos wel es colè- rig worren, maar, da was seffes weer vergeten." En, Pol achter z'nne toog, knipte maar oogskes. Die had Katrien beter nog gekend as ikke, die wist dat er geen huis mee te houen was, as Cieske ook maar eene centime te wei nig van z'n weekloon thuis bracht. Én Cies, die weer 'nnen druppel commandeerde, zaagde maar door over Katrien: „Weet ge wat 't zeggen wil, allenig zijn? Da's 'n martelaar schap. Ge weet nie met wie ge mot klappen, as ge bij de stoof zit, ge mot naar de buurvrouw om assistense as er 'nne knoop van uwen frak springt ge mot Uw eigen potje prepareren. As ze mij hier nou zag staan, geloof ik, dat ze uit compassie uit d'r graf zou komen." En dan fluisterde Pol mü in 't oor: „Da's allemaal comedie. Hij is con tent, dat 'm nou z'n eigen baas is. da ze niemeer mee d'rre kloef achter de deur staat". En hij zegde: „Allee, allee, Cies, ge zult uw verlies wel te boven komen!" „Nóóóóóit!" En Cies waggelde de stammenee uit, de grote baan op. en de mannen die in de stammenee ston den, zagen hem gaan en ze monkel den: „Dieje vent ga z'n eigen 'n mal heur doen. Wij maggen 'm nie allenig laten gaan". En, ze gingen hem ach terna... naar 't kerkhof. Ja, naar 't kerkhof, want ze zagen Cies daar 't hoge hekke van den entree binnen stappen. Ze hielden zich nochtans 'n bietje achteraf. En, wa zagen ze daar? Cieske zocht er 'n bietje rond, om 't graf van Katrien te vinden, en, as 'm daar was aangekomen, zagen ze hem op z'n twee knieën gaan zitten met z'nnen neusdoek in z'n hand. En daar begon 'm weer~l te lamenteren: „Ka- trieneke, 't ies vried, da ge zo rap zi.it weg gegaan. Voor al, wat ik U heb misdaan, vraag ik U oprecht vergif fenis. En, mocht 't zijn, dat ge nie dood waart, dat we weer kosten te samen leven, ik zou U op de handen dragen. Ge zoudt me nooit meer te laat zien thuis komen. Er zou nooit meer 'n frankske aan m'n weekloon ontbreken. Mocht 't zijn, dat ge nog eens kondt terug komen, ik zou U met open armen ontvangen." Jj)e mannen, die daar op 'n afstand stonden te zien en te luisteren, peinsden: daar zit de ongelukkigste vent van de hele wereld, maar, geene minuut later, waren ze van da gedacht genezen. Oneens hoorden ze, dat Cies ke z'n akte van berouw staakte. Ze zagen hem met grote puil'-ogen naai de grond zien, en ze kwamen 'n bietje dichterbij geslopen, om goed te kun nen zien, wat er passeerde. Wat denkt ge? De grond boven Katrienekes graf begos te bewegen. Er kwam 'n hoopke zand naar boven. Da moest 'n mol ge daan hebben, 'n Ar '--e explicatie was er nie voor te vinden. En Cies bezag dat hoopke of 'm den duuvel in eigen persoon uit de grond verwachtte. En wat ze toen hoorden, deed, diejen zelf den dag nog de ronde deur 't hele stadje. Cies kroop op z'n knieën 'n e:nd achteruit en ze hoorden 'm dui delijk roepen: „Blaéf maar. blaaf maar Katrien..,. al wak gezeed heb.... 't was allemaal zattepraat!" En, ge moogt me geloven of nie... de drei mannen, die 'm op de voet ge volgd hebben, hebben 't serieus ver klaard... van dieje stond was Cieske weer zo nuchter as 'r. kalfke. En. ge hebt gelezen, hii had er diejen dag nog al 'n paar p~nakt Da komt er van. as ge bij de geburen wijnfeest ga vieren en ge maakt er 'n ieneverf«pst van. SUSKE VAN TESTELT

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1953 | | pagina 6