Mensen en Muzen Tien jaar geleden stierf A. M. de Jong DÉBRALINE (radTO De Baas van Kamp Vier Wai andere bladen zeggen over Een der grootste vertellers uit onze litteratuur Wat een Wonderlijke Wereld TWEEDE BLAD DINSDAG 13 OCTOBER 1953 KANS OP OORLOG BEDENKELIJKE VOORWAARDE „SALARIS" VAN KAMERLEDEN Het wetsontwerp tot verhoging van de schadeloosstelling der Kamerleden heeft slechts de prin cipiële instemming van het so cialistisch „Vrij Nederland": DE JONGEREN MOS EN STIJL Een schrijver uit Nieuw-Vossemeer PROTESTANTE STAD HISTORISCHE DATUM Ontnuch tering Falende Benelux Avro-voorzitter weer naar ziekenhuis Het raadselachtige S. O. s. A- M. de Jong kreeg zodoende de ge legenheid de Rijksnormaal te Delft af te lopen, waar hij in 1906 slaagde voor onderwijzer. r Een kwestie van evolutie TN Elsevier s W e e k b 1 a d komt 'n interview voor met Gene raal Gruenther, opperbevelhebber van de Nato-strijdkrachten. Dit zei de generaal omtrent de kansen op een grote oorlog: Wij bezetten posities, die een oor log tot een zelfvernietigend avon tuur van Rusland zouden maken. Ja, ik durf een hoopvol geluid aan te heffen. Ik geloof niet in oor logskans in de naaste toekomst. Diep in mijn hart geloof ik zelfs, dat de vrede bewaard zal blijven. Vrede acht ik in ieder geval waarschijn lijker dan oorlog. Mits en ik moet ernstig op een psychologisch gevaar wijzen mits er geen verslapping in onze gelederen optreedt. Nu de eerste dreiging zwakker wordt, zou de in spanning kunnen verminderen. Hoe zwaar de defensie-lasten ook op de landen mogen drukken, wij móéten volhouden. Doen wij dit, dan red den wij de vrede. En dit doel is de inspanning waard! Aan Lord Ismay vroeg 'n redac teur van hetzelfde weekblad: En Nederland? Kan men zich daar te gen een A-bom verdedigen? Het antwoord luidde: Men kan de gevolgen veel min der ernstig maken. Bovendien: op Nederland zal geen A-bom vallen. Als er oorlog komt, is dit omdat de Russen aanvallen. Doen zij dat dan willen zij de havens en het ach terland. Men gooit geen bom. die de havens en het achterland verwoest, om welker verovering men mede de strijd is begonnen. Daar komt bij, een A- en H-bom zijn zeer kost baar. Men legt deze alleen op een doel dat de moeite waard is ze ker niet op een dat men wil ver overen. Niettemin, de bescherming der burgerij, het verzekeren van het thuisfront, het aankweken van de moraal, bestrijding van sabota ge, het hoort alles bij elkaar. Ik hecht er de allergrootste waarde aan. Wij zullen deze taak in aan zienlijke mate moeten uitbreiden. medewerker van De Li nie toont zich beducht, omdat £EN de regering aan de loonsverhoging de voorwaarde heeft verbonden, dat het Parlement de ingediende belastingvoorstellen zonder al te ingrijpende wijzingen aanvaardt: Tot dusverre is gelukkig! de kwestie der lonen buiten de deur van het Parlement gebleven, doch de regering opent nu die deur en het is de vraag of zij daarmee niet 'n gevaarlijk precedent gesteld heeft. Immers, nu zij deze voorwaarde in haar beslissing heeft opgenomen is het onvermijdelijk, dat de loon- kwestie bij de belasting-voorstellen ter sprake komt en even onvermij delijk is, dat „partijen" tevoren alle krachten zullen inspannen om het vastgestelde percentage het zij te handhaven hetzij te ver hogen. Het stellen van de voorwaarde is ook daarom zo be denkelijk omdat daardoor de figuur van het Georganiseerd Overleg schade heeft belopen. Als Abraham Kuyper nog leefde zou hij spreken van „een deuk major". Er is maai één uitweg voor de Ka mers, n.l. dat zij „de voorwaarde' voor kennisgeving aannemen en daarnaar ook handelen. Hoe onaan genaam dit voor de regering ook zou zijn! Feitelijke instemming zouden wij slechts dan hebben gehad, wanneer er bijvoorbeeld 'n verdubbeling van het huidige „salaris" uit de bus ge komen ware. De voorgestelde ver hoging is belachelijk gering. De tijd, dat het Kamerlidmaatschap een niet al te inspannende erebaan voor gefortuneerde burgers was, is voorgoed voorbij. Anderen dan ge fortuneerde burgers behoren tegen woordig óók tot ons parlement. Zo wel ten gevolge van de politieke emancipatie van het R. K. volks deel als ten gevolge van de staat kundige bewustwording der anti revolutionaire „kleine luyden" en der niet langer politiek-onmondige arbeiders, is er in de maatschap pelijke samenstelling van het parlement het een en ander gewij zigd. Tegelijkertijd is het parlemen taire werk in omvang en diepgang toegenomen: het eist de volledige kracht van volledige mensen. Wier aandacht zo min mogelijk ook nog bij allerlei andere besognes be paald worde. En die zich behoorlijk en vrij dienen te kunnen bewegen, ook in geestelijk opzicht. Tn D e T ij d antwoordt Michel van der Plas de heer Elemans o.m. als volgt: De jongeren moeten elkaar zien en ontmoeten, schrijft Elemans. De jongeren zien en ontmoeten elkaai op een voortrekkerskamp, op een club voor schriftlezing, in een beweging als „Dit is leven'Of wor den uitsluitend de schrijvers be doeld9 Maar men kan geen groeps verband van schrijvers creëren; het is al geprobeerd en het is mislukt. Het was een goede les. Er is be grepen, toendertijd, dat wij nog niet aan een gemeenschappelijke ge tuigenis toe waren. Ten zeerste, omdat ons talent te klein was. En achteraf nog, omdat bleek, dat wij nog niet aan een persoonlijke ge tuigenis toewaren. Wat wij vervol gens beleefd hebben, staat in onze verzen, in 'n enkele roman en in 'n en kei opstel. Een nieuwe ontmoeting van jonge schrijvers zou geforceerd zijn. Men kan niemand dwingen uit een isolement te treden. Qnder het motto „het is mos" kan men niet alles rechtvaardigen, schrijft Mr. R. Janssen in De L i- n i e: Mores moeten zin hebben, moeten gezien worden tegen een achter grond van stijl. Iets wat stijlloos is, kan nooit mos zijn. In het studen tenleven mc men veel met een korreltje zout nemen, maar er wor den soms gerechten opgediend, die met een hele zoutpot nog niet sma kelijk te maken zijn. Het is op zich niet stijlloos in de studentengemeenschap een zuster vereniging met een groot aantal studenten te bezoeken om op de Sociëteit wat herrie te schoppen en daarna te verbroederen, mits men dit tevoren behoorlijk aankondigt, zodat de ontvangende vereniging zich kan prepareren. Het is wèl stijlloos, met een zo grote over macht te komen, dat er van fair play geen sprake meer kan zijn, zónder vooraf te waarschuwen en met het doel, een instelling te be zoeken en de toegang desnoods te forceren waarvan voldoende bekend was, dat 't geen sociëteit is en dus de Sociëteitsmores daarop niet van toepassing zijn. Deze zinloze massale bezoeken die in de studentenwereld meer en meer gewoonte gaan worden, zijn om hun vernielingen, die nooit ver goed worden, in de huidige tijd on aanvaardbaar. gen Stade Frangais, de K.N.V.B., zij het dan indirect, voor de eerste maal een Nederlandse beroepsspeler heeft betaald voor zijn spel op een Nederlands voetbalveld. Kees Rij vers, de kleine man uit Breda, is deze eer te beurt gevallen. Op een ogenblik, dat een oefenwedstrijd van de nationale ploeg na het échec te Oslo „onverkoopbaar" was ge worden aan het publiek, moest de K.N.V.B. zwichten voor de omstan digheden en moest de bond uit zelf behoud besluiten tot een stap, die verraad betekende aan zijn tot dan toe met ijzeren vuist verdedigde principe inzake de grote interna tionale strijd in de sector van het amateurisme en professionalisme. T) J_|elene Nolthenius vertelt in de Maasbode van een boek over Nederland, dat een Zwitser schreef: Een aandoenlijk boek is het, dat romantische dichterlijkheden te kort komt om de aparte schoonheid van ons land te loven. De schrijver toont zich eenvoudig verliefd op onze stranden en heiden, onze oude stadjes, onze dijkenbouw, ja zelfs op onze Deventer Koek die hij „een sprookjeslied uit deeg en suiker' noemt. Hij heeft goed bij ons rond gekeken ook, hij weet dat men bezuiden de grote rivieren geen „Hollander" wil heten; en dat we 'n warme maaltijd „middageten" noe men, al gebruiken we hem des avonds; en dat de Amsterdammer zijn post in de „ebenso" geniale wie praktische" tram-bussen werpt. Daarvoor neemt men onjuistheden hier en daar op de koop toe: dat we bokkingen bij ons ontbijt eten, en dat Breda een protestante stad is, en dat we geen overgordijnen ge bruiken omdat we, in opperste gastvrijheid de voorbijgangers eigen lijk mee-rekenen tot ons gezin. Die opmerkingen bewijzen hoogstens wat het hele boekje bewijst: dat de schrijver aan de bewoners van zijn geliefde land niet helemaal is toegekomen. Vandaar de compli menten die we kijgen, denk ik ne derig. £)e zevende October 1953 zal in de geschiedenis van de K.N.V.B. historisehe betekenis krijgen, meent het Algemeen Handels blad: Want wij zien het zo, dat op die dag, in de oefenwedstrijd van de candidaten voor het Ned. Elftal te- QPVALLEND vriendelijk was En geland de laatste jaren gewor den voor Tito, de fraai-geunifor- meerde communistische dictator. De Tito-ziekte brak het eerst uit in links-socialistische kring- Allerlei Labour-lieden van het Bevan-slag reisden naar Yoego-Slavië om zich daar te laten fêteren en terug te ke ren met verhalen, dat het heus zo erg niet was met het communisme in dat land. Nu ja, er was wel geen sprake van vrije en geheime ver kiezingen, de opvoeding der jeugd was geheel in staatshanden en de kerken ondervonden wat moeilijk heden- Maar wie zich door dergelij ke kleinigheden uit zijn socialisti sche humeur laat brengen, is een kniesoor. Nee, die Tito was toch maar een fidele vent. En dat vond de conservatieve minister Eden ook, toen hij hem had opgezocht. Hij nodigde hem zelfs uit naai' Londen, waar hij zijn opvallend mooie uni formen mocht vertonen. Toen is van de zomer de brave Attlee zelfs drie weken de gast geweest van dit mo del van democratie. Doch hoort, daar begint hij opeens rauwe kre ten uit te stoten, daar dreigt hij amok te maken, omdat men hem zijn volle zin niet wil geven in de kwestie-Triëst- En hij slaat zich vol trots op de borst met de medede ling: Ik ben en blijf een communist! Grote ontnuchtering in Londen. Het was toch zo'n nette man en je kon toch zo prettig met hem pra ten. En nu opeens ditHet mo ge een heilzame les zijn geweest. Jn een gehucht onder Mol in de Belgische Kempen wordt een atoomcentrum gebouwd met behulp van de Amerikanen. Dat de Ameri kanen in deze graag met de Belgen samenwerken, is begrijpelijk, omdat er in de Congo zo veei uranium ge wonnen wordt. Intussen heeft Ne derland op dit gebied samenwer king gezocht met Noorwegen. Ge leerden van beide landen doen hun onderzoekingen in Kjeller. De vraag rijst: Waarom liet de Benelux in dit geval verstek gaan? Had de samen werking tussen Nederland en Bel gië in dit geval niet voor de hand gelegen? Sarcastisch merkte Else- viers Weekblad op: Mol ligt 17 km. van de Nederlandse grens £)e voorzitter van de AVRO, de heer G. de Clercq, die onlangs het Wil- helminagasthuis te Amsterdam heeft verlaten, nadat het linkerbeen was geamputeerd, is opnieuw in dit zie kenhuis opgenomen. Prof. dr. I. Boe- rema achtte het noodzakelijk, dat de heer de Clercq, die klaagt over hevi ge pijnen in de tenen van het rechter been ter observatie in zijn kliniek wordt opgenomen, aangezien men vreest, dat opnieuw storingen in de bloedsomloop optreden. £e telegrafist van het Noorse s.s. Eika, dat ten onrechte S.O S -sei nen had uitgestuurd, Ivar Beden, zond een lange boodschap aan een Brits schip, waarin hij zijn „fout" uiteenzet Hij verklaarde, dat hij de deur van de radiohut niet open kon krijgen en toen dacht, dat deze gesloten was. Hij ver gat, dat deze gewoonlijk door vocht moeilijk open gaat. Hij sprong vervol gens door het raam naar binnen cn begon zijn S.O.S. te seinen. De tele grafist zeide, dat hij dit had gedaan, omdat hij „dacht, dat het in de afge lopen paar dagen zo mysterieus aan boord was geweest". Een Frans radiostation ontving Zon dagavond een telegram van de „Eika" waarin het noodverkeer werd opgehe ven en gezegd werd: „Ik ben het slachtoffer van een te snelle gevolg, trekking." TN de avonduren van 19 October 1943 4 vervulden twee landverraders een afschuwelijke opdracht. Onder het mom van controle der verduistering drongen zij door in een huis te Bla- ricum. waarvan zij de bewoner, op het moment dat deze hen uitliet, plotse ling beschoten. Hun slachtoffer werd getroffen in de halsslagader en stierf vrijwel ogenblikkelijk. Het was door deze Silbertanne- moord dat een einde werd gemaakt aan het zeer werkzame leven van Adrianus Michiel de Jong, die, in 1888 te Nieuw-Vossemeer geboren als zesde kind uit een doodarm arbeidersgezin, was geworden tot een der grootste vertellers van de Nederlandse litera tuur. Merijntje Gijzen, waarvan de be duimelde exemplaren in de bibliothe ken getuigen dat het nog steeds be hoort tot zijn meest gelezen werken. Het is toevalligerwijze juist dit boek, waarin de lezer kan kennisnemen van het leven van A.. Ai. de Jong zelf. Voor een goed gedeelte is het autobio grafisch. Zoals de auteur bijvoorbeeld het armzalige interieur beschrijft van de borstelmakerswoning waarin Me rijntje Gijzen opgroeit, zo zag hij het dagelijks in zijn prille jeugd te Nieuw- Vossemeer. Zijn valer. Mels de Jong, trachtte in de wintermaanden name lijk in zijn onderhoud te voorzien door het maken van borstels, die hij „op de baan" verkocht. Enige tijd is het gezin zelfs woonachtig geweest te Oss, omdat de vader daar werkzaam was op een borstelfabriek. Tenslotte vertrokken de De Jongs naar Rotter dam, en het is ook deze grote veran dering die men in „Merijntje Gijzen" terugvindt, zoals trouwens talrijke personen en toestanden uit de omge ving van het vroegere Steenbergen en Nieuw-Vossemeer in het boek te her kennen zijn. Van Rotterdam is de familie naar Delft vertrokken; en veel heeft het daar niet gescheeld, of Arjaan de Jong zou. evenals zijn broer Mels en zijn vader, terecht zijn gekomen in de fabriek. Slechts door tussenkomst van een hoofdonderwijzer kwam het zover dat de oude Mels de Jong zijn zoon „van zijn armoe" liet leren. STRIJDBAAR SOCIALIST Strijdbare natuur die hij was had hij al vroeg de pen opgenomen om te ageren tegen bepaalde toestanden in het onderwijs, hetgeen hij mutatis mutandis herhaalde toen hij kennis maakte met de omstandigheden bij bet leger. Kostte zijn eerste critiek hem moei lijkheden om als onderwijzer een werkkring te vinden, zijn „Notities van een landstormman" deden hem zelfs in de provoost terechtkomen Beide dingen tezamen, alsmede zijn in armoede doorgebrachte jeugd, zijn werk aan de volksschool en zijn diep gevoelde lotsverbondenheid met de vertrapten, maakten hem mede tot socialist Niet alleen blijkt socialisme uit zijn journalistiek en critisch werk, of uit het simpele feit. dat hij als S.D.A.P. er vier jaar lang gemeenteraadslid wasi van Bergen op Zoom (hij woonde des tijds te Borgvliet), doeh zijn gehele oeuvre, waarbij dus ook zijn 35 ro mans cn 4 novellen, is „helaasmin of meer doortrokken van de socialis tische gedachte. MARCUS VAN HOUWAERT CEN duidelijk voorbeeld van funes- te invloed door „socialistische pro paganda" vormt De Jongs boek .Mar cus van Houwaert". van 1916. Dit werk bevat zonder twijfel óók enige biografische elementen uit de tijd dat de schrijver als onderwijzer werkzaam was aan een volksschool te Amster dam, maar de hoofdindruk die het boek nalaat, is toch die van een kunst matige compositie tot uitdraging van een politieke idee. Het socialisme in dit boek beslaat niet bij de gratie en de natuur van het verhaal, doch omgekeerd, schijnt het verhaal te zijn ontstaan bij de gratie van het socialisme dat moest worden uitgedragen. Het boek doet daarom niet natuurlijk aan; het is ln zijn geheel niet levensecht en over tuigend. al bevat het wel degelijk pas sages die zó uit de realiteit konden zijn genomen, en die getuigen van 'n groot vertellerstalent. Ongeveer het zelfde geldt voor De Jongs boek van 1932. getiteld ..Een verdoolde". Ei' is geen diepe psychologie in de boeken van A. M. de Jong, en geen zwaarwichtige problemen worden op wijsgerige wijze aan de orde gesteld. Wanneer De Jong op zijn best is, doet hij eigenlijk niets meer of minder dan gewoon maar vertellen. Niet zijn ka rakters prevaleren, doch hetgeen de schrijver over hen vertelt. Steeds blijft de auteur op de achtergrond aanwezig. En zelfs op de ogenblikken van de grootste spanning, of op die momen ten waarin hij ons zó gevangen houdt, dat wij ons geheel hebben ingeleefd in de situatie komt de schrijver ach ter zijn gegeven te voorschijn, en richt zich. evenals de middeleeuwse dichter, rechtstreeks tot zijn hoorder of mengt zich in het verhaal. Evenals in vele andere gevallen, zal ook het onderzoek naar de magisch meeslepende macht van A. M. de Jong over zijn lezer, wel ophouden bij een vragend stilstaan aan de poort die de diepste verborgenheid van zijn per soonlijke kunst voor ons afsluit: een verborgenheid, die tevens het geheim is van een der grootste vertellerstalen ten uit onze literatuur. MARTIEN VAN STEENBERGEN (Advertentie) schadelijke kiemen doodt Li/aar om sloven wij ons eigenlijk nog uit, om de gehele mensheid in kennis te brengen met de geneugten van de moderne techniek? Wij hebben voor onszelf geconstateerd, 'dat die hele evolutie-geschie denis maar betrekkelijk is- Om een voorbeeld te noemen: in Amrika hebben ze op het ogenblik zogenaamde drukknop-keukens. Ge weet wel, je drukt een knop in en ergens in de gootsteenkast begint een machine koffie te malen, de aardappelen te schillen en een belasting formulier in te vullen. Uitermate handig- Maar voor het noodzakelijke onderhoud van deze machines is zoveel tijd en geld nodig, dat liet handiger zou zijn met een mesje van zeven stuivers zélf even die aardappelen te jassen. En koffie kun je gemalen en wel in de winkel kopen. Nog sprekender bewijzen? Alweer in Amerika zijn tegenwoordig televisie-apparaten te koop, die het allernieuwste van het nieuwste worden genoemd. Aan die toe stellen zit een knop, waarmee men desgewenst de afdeling „geluid" buiten bedrijf kan stellen. De televisietoestelbezitter (daar moesten ze een beter woord voor zien te vinden) kan dan alleen het beeld bekij ken, zonder gestoord te worden door hinderlijke commentaren en achtergrondmuziek. Het spul schijnt nogal aftrek te hebben. Maar is dit in wezen niet krankzinnig? Onze oud-oom Nicolaas vertelt ons nog zo'n keer of vijf per jaar, hoe vreselijk stom een „stommefilm in zijn tijd was, en dan prijst hij de techniek, die het mogelijk maakte, een film van geluid te voorzien- Met sprongen is men daarna vooruit gegaan. Het geluid werd met het beeld op één en dezelfde filmband vastgelegd. De kleurenfilm ontwikkelde zich en nu spreekt iedereen al over de drie-dimensionale fiim, nog wel uitgebreid met stereofo- nisch geluid! En nu hebben we dat allemaal en we hebben er millioenen voor be taald, en daar Bedenkt de één of andere weekhoofdige fabrikant, dat we best al die zegeningen der techniek met één slag kunnen wegva gen, door het bovengenoemde knopje in te voeren. Wèg millioentjes wég strijd en ruzie en offers en concurrentie en zegepraal. Door één druk op de knop wordt de televisie, die eens de grootste triomf der electronische wetenschap is genoemd, gedegradeerd tot toverlantaarn Het ontbreekt er nog maar aan, dat de TV-zendstations straks nette heren gaan verhuren, die het televisie-beeld met pianomuziek gaan omlijsten. Maar dat gebeurt nog wel, want de evolutie gaat voort. Krant (I) MISSCHIEN hebt u ons de afgc- lopen week wel in actie gezien. Wij hebben ons namelijk onder het volk begeven, om een opinie-onder zoek in te stellen. Onze vraag luid de namelijk: .Hoe vindt u die pa piermassa, welke ons rubriekje tot omslag dient?" De antwoorden lie pen nogal uiteen, maar het belang rijkste was toch wel, dat zeventig procent van de door ons onder vraagden „De Stem" beter vond dan de meeste provinciale bladen. „Hij is zo lekker groot", was het oordeel van die 70 procent. „Je kunt er met gemak twee kilo vis in ver pakken. tegen hoogstens drie pond in die andere kranten". Krant (II) "yoen moesten we weer even den- A ken aan „De politieke zakdoek" een krant die van 1831 tot 1833 in Frankrijk verscheen. De Franse staat hief in die tijd een geweldige belasting op het krantenpapier. Een slimme uitgever kwam toen op het idee. om kranten op (heel goed koop) linnen te gaan drukken. De „politieke zakdoek" kostte belangrijk goedkoper dan een krant van pa pier, terwijl de abonné's nog het voordeel hadden, dat ze na lezing, hun neus in het hoofdartikel kon den snuiten. Vooral in de herfst maanden had de krant rijke tijden, want de .Politieke zakdoek" was goedkoper dan een echte neuslap. Kram (III) pp/at zijn wij ook op ons vak ge steld! Zo weten wij, dat er in 1880 (ook in Frankrijk) een krant verscheen, die overtrokken was met een heel dun laagje door zichtige rubber. Dit blad „De Na jade" geheten, kon men in liet bad en in de stromende regen lezen- En om nog eens een vreemde krant te noemen: in New York verschijnt tot op de dag van he den nog steeds het „Blad voor de Snorkenden". Een slaperig ding, lijkt ons. Advententie LIEER, 52 jaar, met één been (linkerbeen) wenst in con tact te komen met andere heer met rechterbeen, om gezamen lijk een paar lage, bruine schoe nen te kopen. Maat 43. Brieven onder nummer enz. En we hebben deze heus gelezen in de „Daily Express." Oesters £NGELAND heeft de wereld primeur van een zieken huis voor oesters en aanver wante schaalbewoners. Het staat in Essex en naar ver luidt heeft men aan de bouw vier ton besteed. De inrich ting zal zich hoofdzakelijk bezighouden met ziekten van oesters, mosselen en garna len. Daarvoor staan dan ook die bankschroeven in de ope ratiekamer. WOENSDAG 14 OCTOBER 1953 HILVERSUM I, 402 m. 7 Nieuws; 7.13 Gewijde muziek; 7.45 Een woord v. d. dag; 8 Nieuws en weerberichten; 8.10 Gram.; 8.30 Tot uw dienst; 8.35 Gram.; 9 Voor de zieken; 93.0 Voor de vrouw; 9.35 Waterstanden; 9.40 Gram.; 10.30 Morgendient; ll „Mala", de Eskimo, hoorspel; 12.15 Gram.; 12.30 Land- en tuinbouwmededelingen; 12.33 Gram. 12.59 kerkelijk Thuisfront; 13.20 Metropole- Klokgelui; 13 Nieuws; 13.15 Prot. Inter- orkest en solist; 14 Gram.; 16 Voor de jeugd; 17.20 Banjo-orkest; 17.50 Gram. 18 Militaire causerie; 18.10 Gram.; 18.30 Spectrum van het Christ.- Organisatie en Verenigingsleven; 18.45 Gram.; 19 Nieuws en weerberichten; 19.10 Boekbe spreking; 19.25 Gram.; 19.30 Buitenland overzicht; 19.50 Viool en orgel; 20 Ra diokrant; 20.20 Radio Philharmonisch ork. 21.20 Nabeschouwing over de Kirchentag. 21.40 Koorzang; 21.55 Gram.; 22.15 Amus. muziek; 22.45 Avondoverdenking; 23 Nieuws en SOS-berichten; 23.15-24 Gram. HILVERSUM II, 298 m. 7 Nieuws 7.10 Gram.; 7.15 Gym.; 7.30 Gram.; 8 Nieuws; 8.18 Gram.; 8.50 Voor de huis vrouw; 9 Gym.; 9.10 Gram.; 10 School radio; 10.20 Voor de vrouw; 11 Gram.; 12 Orgelspel; 12.930 Land- en tuinbouw- door EMART KINSBURN HOOFDSTUK I. EEN VOORGEVOEL. 'pOEN CHET FANNING die morgen in Kansas City aankwam langs de grote rijksweg, had hij geen cent meer op zak. Zijn kleren waren on toonbaar. Hij moest zich nodig laten scheren. Toch was hij opgewekt, on danks het feit, dat zijn maag begon te knorren. Chet was geen echte zwerver. Om net precies te zeggen, hij kon een vol bloed zwerver zijn, als hij dat wilde, of de noodzakelijkheid hem ertoe dwong. Van de andere kant echter waren goede kleren, taxi's en wat hij noemde deftige hotels hem helemaal niet vreemd. Voordat de middag om was had hij en laten we de wijze waarop hij «it verkreeg nu maar niet al te gron dig onderzoeken - het geld voor een maaltijd, een sigaar, een schone boord een nieuwe das en de barbier bij el- t?=aia Jaet\. hAal zi'n schulden be- lar over n°g iuist twee do1" Bij het verlaten van de kappers- winkel bemerkte hij, dat hij vlak bij een arbeidsbeurs was. Hij bleef staan en bekeek de troep ruwe kerels op het trottoir en in het bureau en las de met krijt geschreven mededelingen aan beide zijden der deur bekend ge maakt. Binnen liep een man met een smoezelige boord en achter ieder oor een penhouder rond en hield een toe spraak tegen de zwijgende menigte. Jongens, riep hij met een neus stem, vanmiddag gaat er een tran sport naar Nieuw-Mexico. Goed ge snapt? Nieuw-Mexico.het land der onbegrensde mogelijkheden. Ja hoor! Het gouden Nieuw-Mexico!En luistert nu eens goed, jongens! Het is best werken daar. Je vindt er helder en zuiver water, dat overal overvloe dig uit de grond opborrelt. Het is daar 'n reuzewerk en in aannemers kringen staat het buitengewoon goed bekend. Dat staat vast! Het eten is er méér dan voortreffelijk. En je ver dient er geld als water. Je krijgt er vanzelf werklust. Het is op het ogen blik de geweldigste onderneming van heel het land. Enluistert eens goed, jongens! De reiskosten, die wij berekenen, zijn het laagste van heel het land. Let eens op! Luistert goed: maar twee dollars! Gesnapt? Twee hele dollars! Kun je dat begrijpen? Kun je het voor min der doen? Kom dus binnen, mannen! Een voor éénniet dringen! Maar twee dollars! Drommels, kerels, treu zelt nou toch niet langer! Twee dol lars maar voor een rit op zachte kus sens van Kansas City naar Las Ve gas. Kan het minder? In de rij, man nen! In de rij! Ik heb wagenvoerders, grondwerkers, steenhouwers, mijn werkers, grofsmeden, kraandrijvers, stoomploegmachinisten, timmerlui, koks, sjouwers, chauffeurs., och, wat heb ik toch veel lui nodig! In de rij nou! Chet Fanning drong door de menig te heen en hield twee dollars op zijn vlakke hand vooruitgestoken. Hij had een inval gekregen. Ik mag 'n domkop zijn, zei hij maar als ik daar niet naar toe ga, komt er geen snars van me terecht. Zeg ouwe jongen, vertel maar eens, hoe we de reis moeten aanvangen. In een afgeschoten hokje van het kantoor werd Chet uitgevraagd door een bleekneuzige jongeman, die er uitzag, of hij een opkikkertje hard nodig had. Boven zijn hoofd hing een bordje met "Niet Roken" en als hij niet zuur keek naar de man, die zich kwam aanmelden, dan keek hij zuur naar dat bordje. Naam? mededelingen; 12.33 Voor het platteland; 12.38 Gram.; 13 Nieuws; 13.15 Tentoon stellingsagenda; 13.18 Lichte muziek; 13.45 „De weg omhoog", causerie; 14 Voor de kinderen; 16 Voor de zieken 16.30 Kamermuziek; 17.15 Dansmuziek; 17.50 Regeringsuitzending: Jeugduitzen ding: Ontdekkingsreizen in Suriname, door Dr J. I. S. Zonneveld; 18 Nieuws en commentaar; 18.20 Actueel: 18.35 Lich te muziek; 19 Voor de kinderen; 19.10 „Wij en de zuilen", causerie; 19.25 Vara- Varia; :9.30 Voor de jeugd; 20 Nieuws; 20.05 Pol. Commentaar; 20.15 Promenade orkest en sol.; 21.10 „Het ware gezicht", hoorspel; 22.25 Pianokwartet; 22.45 „Naar het einde der konijnen?" causerie 23 Nieuws; 23.15 Socialistisch nieuws in Es peranto; 23.20-24 Gram. BRUSSEL 324 m. 11.45 Gram.; 12.30 Weerberichten; 12.34 Gram.; 13 Nieuws 13.15 Piano en zang; 13.45 Gram.; 14 Schoolradio; 15.40 Gram.; 16.15 Orkest- concert; 17 Nieuws; 17.10 Gram.; 1730 Voordracht; 17.40 Gram.; 17.50 Boek bespreking; 18 Zang en piano; 18.30 Voor de soldaten; 19 Nieuws; 19.40 Marsmuziek 19.45 Causerie; 19.55 Marsmuziek; 20 Hoorspel; 20.45 Zang; 21.15 Orkest con cert; 22 Nieuws; 22.15 Strijkkwartet; 22.55-23 Nieuws. BRUSSEL 484 m. 12 Gram.; 13 Nws; 13.15, 14 en 15 Gram.; 16.05 Lichte mu ziek; 17 Nieuws; 17.15 Gram.; 17.30 Zang en piano; 17.50, 18.30, 19.15 en 19 25 Gram.; 19.30 Nieuws; 20 Groot Symph. orkest en solist; 22.15 Klankbeeld; 22.45 Gram.; 22.55 Nieuw. Chester Fanning. Beroep? Wil naar Nieuw-Mexico. Wat is je vak? Alle soort zwaar werk. De klerk keek naar de handen van Chet en haalde zijn schouders op. Kun je met paarden omgaan? Ja zeker, meneer. Als die jongen eens geweten had, hoe goed hij met paarden kon om gaan! Nou, dan kunnen we je er wel heen sturen. Twee dollar. Dank je. Teken hier maar even. De troep ver^ trekt om half vijf. Blijf hier in de buurt. Hier is je kaartje. Verlies het met. Dat is alles. Chet wandelde de wachtkamer bin nen met een rood stukje karton in de hand, waarop stond, dat hij een der werklui was, aangenomen om die middag naar Nieuw-Mexico vervoerd te worden. Daar zijn laatste cent in het kas register van het artr 'dsbureau ver dwenen was, zat er niet veel anders voor hem op, dan tot het uur van vertrek te wachten. Hij ging dan ook op de harde bank in de wachtkamer zitten en vroeg zich verwonderd af, waarom hij dit eigenlijk gedaan had. Broertje, zei hij met zijn gewo ne gemoedelijkheid tegen een man, die naast hem op de bank lag, ben jij ook een van de uitverkorenen, die naar Nieuw-Mexico mogen gaan? De schooier keek hem nors aan. Zijn gezicht was gebruind en gegroefd, hij had een stoppelbaard van minstens een week. Zijn ogen hadden rode randjes en zo goed als geen oogharen. Wat mot dat? vroeg hij brom merig. Of je ook met ons meegaat naar Nieuw-Mexico? De schooier nam Chet aandachtig op. Met ons? herhaalde hij. Je wilt toch niet beweren, dat jij naar Nieuw-Mexico gaat? Vast en»zeker. Chet grinnikte. Na hem nog een minachtende blik toegeworpen te hebben, draaide de schooier zich om en ging nog wat luier liggen. Ja, ik ga mee, zei de schooier en raapte een vuile krant van de vloer op, waarin hij ging zitten lezen. Krijg ik allemaal zulke speel kameraadjes als jij bent? vroeg Chet een poosje later. De schooier gooide zijn krant neer en richtte zijn rode. vinnige ogen woest op Fanning. Hij liet zijn grote gele tanden zien en trok zijn lippen omhoog ais een grijn zende panter. Zeg. snauwde hij, wil jij je gezicht nou wel eris vóór je houden? Ik heb met jouw soort niks te ma ken. Houd je snuit, begrepen? Jou brutale rekel! zei Chet met gedempte stem cn kneep de kerel in zijn strottenhoofd, tot hij kwaakte als een kikker Hij was bijna tweemaal zo zwaar als Chet, maar diens slanke, gespierde lichaam was sterker, dan het er uit zag. Chet was zijn loopbaan, in na volging van zijn vader en grootvader, als smid begonnen. Zijn lange armen waren zo hard als het staal, door hem bewerkt, voordat het leven in de me taalfabrieken te Pittsburgh hem te saai en te tam werd. Dit ter veklaring, dat het gevecht kort duurde en verbazingwekkend af liep. Drie klappen van die mokerende armen en de roodogige schooier lag in een hoek te kreunen. De menigte verdrong zich om de onverschillige winnaar. Uit het kan toor kwamen twee mannen aangelo pen, om een einde aan de herrie te maken. Ze begingen de vergissing van Chet bij zijn armen beet te grijpen, ieder aan een kant, met het doel hem de straat op te gooien. Chet rukte beide armen los met een onverwachte handigheid en omvatte er zijn beide aanvallers mee. Daarna drukte hij hen met een van zijn ge moedelijke grijnslachjes tegen zich aan, steeds vaster en vaster, tot hun jammerkreten tot één gekrijs ineen smolten. Bedaar nou toch wat, jongens, bedaar wat, zei hij, zonder de minste kwaadaardigheid in zijn toon. Heb ben jullie wel eens gehoord, hoe die oude Samson de pijlers van het tem pelgebouw omver trok? Wees nu r "1 kom, kinderen, zoet zijn! De menigte begon om de beide hul peloze kerels te schateren. Ze waren vuurrood geworden van inspanning1 en poogden tevergeefs zich los te werken uit die machtige omhelzingen. Toen ze zich in het onvermijdelijke schikten en bedaarden, liet Chet hen grootmoedig los. Heus, er komt geen herrie van, zei hij met stelligheid. De herrie is allang voorbij. Schiet nu maar op en zie nog een stel kerels te vinden, die meegaan naar Nieuw-Mcxico. ik houd van gezelschap. Als ze alle maal zo zijn, als die kerel daar in de hoek, dan heb ik er minstens hon- derd-en-vijftig nodig, om aan de praat te blijven. Ik heb een hekel aan vechten, maar ik ben dol op een praatje. Zijn goede humeur stak de ande ren aan. De menigte begon te grin niken. De directeur van de beurs die het eerste moedige tweetal gevolgd was, grinnikte mee. Alleen de zwijgende schooier en de twee platgedrukte steunpilaren ble\ n somber en stug voor zich heen kij ken. J Nou, dat was een kranig stukje, zei een der omstanders. Waar haal je de kracht vandaan? u.~ ,?ier vandaan, zei Chet, terwijl hij zijn armen boog, zodat de spieren onder zijn mouw als kabeltouwen op zwollen, Nou, jij neemt de hele kluit er tussen, zei een ander. Je hoort in een worstelperk thuis. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1953 | | pagina 5