Mensen en Muzen
Tien jaar geleden stierf
A. M. de Jong
DÉBRALINE
(radTO
De Baas van Kamp Vier
Wai andere bladen
zeggen over
Een der grootste vertellers uit
onze litteratuur
Wat een Wonderlijke Wereld
TWEEDE BLAD
DINSDAG 13 OCTOBER 1953
KANS OP OORLOG
BEDENKELIJKE
VOORWAARDE
„SALARIS" VAN
KAMERLEDEN
Het wetsontwerp tot verhoging
van de schadeloosstelling der
Kamerleden heeft slechts de prin
cipiële instemming van het so
cialistisch „Vrij Nederland":
DE JONGEREN
MOS EN STIJL
Een schrijver uit Nieuw-Vossemeer
PROTESTANTE
STAD
HISTORISCHE
DATUM
Ontnuch tering
Falende Benelux
Avro-voorzitter weer
naar ziekenhuis
Het raadselachtige
S. O. s.
A- M. de Jong kreeg zodoende de ge
legenheid de Rijksnormaal te
Delft af te lopen, waar hij in 1906
slaagde voor onderwijzer.
r
Een kwestie van evolutie
TN Elsevier s W e e k b 1 a d
komt 'n interview voor met Gene
raal Gruenther, opperbevelhebber
van de Nato-strijdkrachten. Dit zei
de generaal omtrent de kansen op
een grote oorlog:
Wij bezetten posities, die een oor
log tot een zelfvernietigend avon
tuur van Rusland zouden maken.
Ja, ik durf een hoopvol geluid
aan te heffen. Ik geloof niet in oor
logskans in de naaste toekomst. Diep
in mijn hart geloof ik zelfs, dat de
vrede bewaard zal blijven. Vrede
acht ik in ieder geval waarschijn
lijker dan oorlog.
Mits en ik moet ernstig op een
psychologisch gevaar wijzen
mits er geen verslapping in onze
gelederen optreedt. Nu de eerste
dreiging zwakker wordt, zou de in
spanning kunnen verminderen. Hoe
zwaar de defensie-lasten ook op de
landen mogen drukken, wij móéten
volhouden. Doen wij dit, dan red
den wij de vrede. En dit doel is de
inspanning waard!
Aan Lord Ismay vroeg 'n redac
teur van hetzelfde weekblad: En
Nederland? Kan men zich daar te
gen een A-bom verdedigen? Het
antwoord luidde:
Men kan de gevolgen veel min
der ernstig maken. Bovendien: op
Nederland zal geen A-bom vallen.
Als er oorlog komt, is dit omdat de
Russen aanvallen. Doen zij dat dan
willen zij de havens en het ach
terland. Men gooit geen bom. die de
havens en het achterland verwoest,
om welker verovering men mede de
strijd is begonnen. Daar komt bij,
een A- en H-bom zijn zeer kost
baar. Men legt deze alleen op een
doel dat de moeite waard is ze
ker niet op een dat men wil ver
overen. Niettemin, de bescherming
der burgerij, het verzekeren van
het thuisfront, het aankweken van
de moraal, bestrijding van sabota
ge, het hoort alles bij elkaar. Ik
hecht er de allergrootste waarde
aan. Wij zullen deze taak in aan
zienlijke mate moeten uitbreiden.
medewerker van De Li
nie toont zich beducht, omdat
£EN
de regering aan de loonsverhoging
de voorwaarde heeft verbonden,
dat het Parlement de ingediende
belastingvoorstellen zonder al te
ingrijpende wijzingen aanvaardt:
Tot dusverre is gelukkig!
de kwestie der lonen buiten de deur
van het Parlement gebleven, doch
de regering opent nu die deur en
het is de vraag of zij daarmee niet
'n gevaarlijk precedent gesteld heeft.
Immers, nu zij deze voorwaarde in
haar beslissing heeft opgenomen is
het onvermijdelijk, dat de loon-
kwestie bij de belasting-voorstellen
ter sprake komt en even onvermij
delijk is, dat „partijen" tevoren alle
krachten zullen inspannen om
het vastgestelde percentage het
zij te handhaven hetzij te ver
hogen. Het stellen van de
voorwaarde is ook daarom zo be
denkelijk omdat daardoor de figuur
van het Georganiseerd Overleg
schade heeft belopen. Als Abraham
Kuyper nog leefde zou hij spreken
van „een deuk major".
Er is maai één uitweg voor de Ka
mers, n.l. dat zij „de voorwaarde'
voor kennisgeving aannemen en
daarnaar ook handelen. Hoe onaan
genaam dit voor de regering ook
zou zijn!
Feitelijke instemming zouden wij
slechts dan hebben gehad, wanneer
er bijvoorbeeld 'n verdubbeling van
het huidige „salaris" uit de bus ge
komen ware. De voorgestelde ver
hoging is belachelijk gering.
De tijd, dat het Kamerlidmaatschap
een niet al te inspannende erebaan
voor gefortuneerde burgers was, is
voorgoed voorbij. Anderen dan ge
fortuneerde burgers behoren tegen
woordig óók tot ons parlement. Zo
wel ten gevolge van de politieke
emancipatie van het R. K. volks
deel als ten gevolge van de staat
kundige bewustwording der anti
revolutionaire „kleine luyden" en
der niet langer politiek-onmondige
arbeiders, is er in de maatschap
pelijke samenstelling van het
parlement het een en ander gewij
zigd. Tegelijkertijd is het parlemen
taire werk in omvang en diepgang
toegenomen: het eist de volledige
kracht van volledige mensen. Wier
aandacht zo min mogelijk ook nog
bij allerlei andere besognes be
paald worde. En die zich behoorlijk
en vrij dienen te kunnen bewegen,
ook in geestelijk opzicht.
Tn D e T ij d antwoordt Michel van
der Plas de heer Elemans o.m.
als volgt:
De jongeren moeten elkaar zien
en ontmoeten, schrijft Elemans. De
jongeren zien en ontmoeten elkaai
op een voortrekkerskamp, op een
club voor schriftlezing, in een
beweging als „Dit is leven'Of wor
den uitsluitend de schrijvers be
doeld9 Maar men kan geen groeps
verband van schrijvers creëren; het
is al geprobeerd en het is mislukt.
Het was een goede les. Er is be
grepen, toendertijd, dat wij nog
niet aan een gemeenschappelijke ge
tuigenis toe waren. Ten zeerste,
omdat ons talent te klein was. En
achteraf nog, omdat bleek, dat wij
nog niet aan een persoonlijke ge
tuigenis toewaren. Wat wij vervol
gens beleefd hebben, staat in onze
verzen, in 'n enkele roman en in 'n en
kei opstel. Een nieuwe ontmoeting
van jonge schrijvers zou geforceerd
zijn. Men kan niemand dwingen uit
een isolement te treden.
Qnder het motto „het is mos" kan
men niet alles rechtvaardigen,
schrijft Mr. R. Janssen in De L i-
n i e:
Mores moeten zin hebben, moeten
gezien worden tegen een achter
grond van stijl. Iets wat stijlloos is,
kan nooit mos zijn. In het studen
tenleven mc men veel met een
korreltje zout nemen, maar er wor
den soms gerechten opgediend, die
met een hele zoutpot nog niet sma
kelijk te maken zijn.
Het is op zich niet stijlloos in de
studentengemeenschap een zuster
vereniging met een groot aantal
studenten te bezoeken om op de
Sociëteit wat herrie te schoppen
en daarna te verbroederen, mits men
dit tevoren behoorlijk aankondigt,
zodat de ontvangende vereniging
zich kan prepareren. Het is wèl
stijlloos, met een zo grote over
macht te komen, dat er van fair
play geen sprake meer kan zijn,
zónder vooraf te waarschuwen en
met het doel, een instelling te be
zoeken en de toegang desnoods
te forceren waarvan voldoende
bekend was, dat 't geen sociëteit is
en dus de Sociëteitsmores daarop
niet van toepassing zijn.
Deze zinloze massale bezoeken
die in de studentenwereld meer en
meer gewoonte gaan worden, zijn
om hun vernielingen, die nooit ver
goed worden, in de huidige tijd on
aanvaardbaar.
gen Stade Frangais, de K.N.V.B.,
zij het dan indirect, voor de eerste
maal een Nederlandse beroepsspeler
heeft betaald voor zijn spel op een
Nederlands voetbalveld. Kees Rij
vers, de kleine man uit Breda, is
deze eer te beurt gevallen. Op een
ogenblik, dat een oefenwedstrijd
van de nationale ploeg na het échec
te Oslo „onverkoopbaar" was ge
worden aan het publiek, moest de
K.N.V.B. zwichten voor de omstan
digheden en moest de bond uit zelf
behoud besluiten tot een stap, die
verraad betekende aan zijn tot dan
toe met ijzeren vuist verdedigde
principe inzake de grote interna
tionale strijd in de sector van het
amateurisme en professionalisme.
T)
J_|elene Nolthenius vertelt in de
Maasbode van een boek
over Nederland, dat een Zwitser
schreef:
Een aandoenlijk boek is het, dat
romantische dichterlijkheden te
kort komt om de aparte schoonheid
van ons land te loven. De schrijver
toont zich eenvoudig verliefd op
onze stranden en heiden, onze oude
stadjes, onze dijkenbouw, ja zelfs
op onze Deventer Koek die hij „een
sprookjeslied uit deeg en suiker'
noemt. Hij heeft goed bij ons rond
gekeken ook, hij weet dat men
bezuiden de grote rivieren geen
„Hollander" wil heten; en dat we 'n
warme maaltijd „middageten" noe
men, al gebruiken we hem des
avonds; en dat de Amsterdammer
zijn post in de „ebenso" geniale wie
praktische" tram-bussen werpt.
Daarvoor neemt men onjuistheden
hier en daar op de koop toe: dat we
bokkingen bij ons ontbijt eten, en
dat Breda een protestante stad is,
en dat we geen overgordijnen ge
bruiken omdat we, in opperste
gastvrijheid de voorbijgangers eigen
lijk mee-rekenen tot ons gezin. Die
opmerkingen bewijzen hoogstens
wat het hele boekje bewijst: dat
de schrijver aan de bewoners van
zijn geliefde land niet helemaal is
toegekomen. Vandaar de compli
menten die we kijgen, denk ik ne
derig.
£)e zevende October 1953 zal in
de geschiedenis van de K.N.V.B.
historisehe betekenis krijgen, meent
het Algemeen Handels
blad:
Want wij zien het zo, dat op die
dag, in de oefenwedstrijd van de
candidaten voor het Ned. Elftal te-
QPVALLEND vriendelijk was En
geland de laatste jaren gewor
den voor Tito, de fraai-geunifor-
meerde communistische dictator. De
Tito-ziekte brak het eerst uit in
links-socialistische kring- Allerlei
Labour-lieden van het Bevan-slag
reisden naar Yoego-Slavië om zich
daar te laten fêteren en terug te ke
ren met verhalen, dat het heus zo
erg niet was met het communisme
in dat land. Nu ja, er was wel geen
sprake van vrije en geheime ver
kiezingen, de opvoeding der jeugd
was geheel in staatshanden en de
kerken ondervonden wat moeilijk
heden- Maar wie zich door dergelij
ke kleinigheden uit zijn socialisti
sche humeur laat brengen, is een
kniesoor. Nee, die Tito was toch
maar een fidele vent. En dat vond
de conservatieve minister Eden ook,
toen hij hem had opgezocht. Hij
nodigde hem zelfs uit naai' Londen,
waar hij zijn opvallend mooie uni
formen mocht vertonen. Toen is van
de zomer de brave Attlee zelfs drie
weken de gast geweest van dit mo
del van democratie. Doch hoort,
daar begint hij opeens rauwe kre
ten uit te stoten, daar dreigt hij
amok te maken, omdat men hem
zijn volle zin niet wil geven in de
kwestie-Triëst- En hij slaat zich vol
trots op de borst met de medede
ling: Ik ben en blijf een communist!
Grote ontnuchtering in Londen.
Het was toch zo'n nette man en je
kon toch zo prettig met hem pra
ten. En nu opeens ditHet mo
ge een heilzame les zijn geweest.
Jn een gehucht onder Mol in de
Belgische Kempen wordt een
atoomcentrum gebouwd met behulp
van de Amerikanen. Dat de Ameri
kanen in deze graag met de Belgen
samenwerken, is begrijpelijk, omdat
er in de Congo zo veei uranium ge
wonnen wordt. Intussen heeft Ne
derland op dit gebied samenwer
king gezocht met Noorwegen. Ge
leerden van beide landen doen hun
onderzoekingen in Kjeller. De vraag
rijst: Waarom liet de Benelux in dit
geval verstek gaan? Had de samen
werking tussen Nederland en Bel
gië in dit geval niet voor de hand
gelegen? Sarcastisch merkte Else-
viers Weekblad op: Mol ligt 17 km.
van de Nederlandse grens
£)e voorzitter van de AVRO, de heer
G. de Clercq, die onlangs het Wil-
helminagasthuis te Amsterdam heeft
verlaten, nadat het linkerbeen was
geamputeerd, is opnieuw in dit zie
kenhuis opgenomen. Prof. dr. I. Boe-
rema achtte het noodzakelijk, dat de
heer de Clercq, die klaagt over hevi
ge pijnen in de tenen van het rechter
been ter observatie in zijn kliniek
wordt opgenomen, aangezien men
vreest, dat opnieuw storingen in de
bloedsomloop optreden.
£e telegrafist van het Noorse s.s.
Eika, dat ten onrechte S.O S -sei
nen had uitgestuurd, Ivar Beden, zond
een lange boodschap aan een Brits
schip, waarin hij zijn „fout" uiteenzet
Hij verklaarde, dat hij de deur van de
radiohut niet open kon krijgen en toen
dacht, dat deze gesloten was. Hij ver
gat, dat deze gewoonlijk door vocht
moeilijk open gaat. Hij sprong vervol
gens door het raam naar binnen cn
begon zijn S.O.S. te seinen. De tele
grafist zeide, dat hij dit had gedaan,
omdat hij „dacht, dat het in de afge
lopen paar dagen zo mysterieus aan
boord was geweest".
Een Frans radiostation ontving Zon
dagavond een telegram van de „Eika"
waarin het noodverkeer werd opgehe
ven en gezegd werd: „Ik ben het
slachtoffer van een te snelle gevolg,
trekking."
TN de avonduren van 19 October 1943
4 vervulden twee landverraders een
afschuwelijke opdracht. Onder het
mom van controle der verduistering
drongen zij door in een huis te Bla-
ricum. waarvan zij de bewoner, op het
moment dat deze hen uitliet, plotse
ling beschoten. Hun slachtoffer werd
getroffen in de halsslagader en stierf
vrijwel ogenblikkelijk.
Het was door deze Silbertanne-
moord dat een einde werd gemaakt
aan het zeer werkzame leven van
Adrianus Michiel de Jong, die, in 1888
te Nieuw-Vossemeer geboren als zesde
kind uit een doodarm arbeidersgezin,
was geworden tot een der grootste
vertellers van de Nederlandse litera
tuur.
Merijntje Gijzen, waarvan de be
duimelde exemplaren in de bibliothe
ken getuigen dat het nog steeds be
hoort tot zijn meest gelezen werken.
Het is toevalligerwijze juist dit boek,
waarin de lezer kan kennisnemen van
het leven van A.. Ai. de Jong zelf.
Voor een goed gedeelte is het autobio
grafisch. Zoals de auteur bijvoorbeeld
het armzalige interieur beschrijft van
de borstelmakerswoning waarin Me
rijntje Gijzen opgroeit, zo zag hij het
dagelijks in zijn prille jeugd te Nieuw-
Vossemeer. Zijn valer. Mels de Jong,
trachtte in de wintermaanden name
lijk in zijn onderhoud te voorzien door
het maken van borstels, die hij „op
de baan" verkocht. Enige tijd is het
gezin zelfs woonachtig geweest te
Oss, omdat de vader daar werkzaam
was op een borstelfabriek. Tenslotte
vertrokken de De Jongs naar Rotter
dam, en het is ook deze grote veran
dering die men in „Merijntje Gijzen"
terugvindt, zoals trouwens talrijke
personen en toestanden uit de omge
ving van het vroegere Steenbergen en
Nieuw-Vossemeer in het boek te her
kennen zijn.
Van Rotterdam is de familie naar
Delft vertrokken; en veel heeft het
daar niet gescheeld, of Arjaan de
Jong zou. evenals zijn broer Mels en
zijn vader, terecht zijn gekomen in
de fabriek. Slechts door tussenkomst
van een hoofdonderwijzer kwam het
zover dat de oude Mels de Jong zijn
zoon „van zijn armoe" liet leren.
STRIJDBAAR SOCIALIST
Strijdbare natuur die hij was had
hij al vroeg de pen opgenomen om
te ageren tegen bepaalde toestanden
in het onderwijs, hetgeen hij mutatis
mutandis herhaalde toen hij kennis
maakte met de omstandigheden bij
bet leger.
Kostte zijn eerste critiek hem moei
lijkheden om als onderwijzer een
werkkring te vinden, zijn „Notities
van een landstormman" deden hem
zelfs in de provoost terechtkomen
Beide dingen tezamen, alsmede zijn in
armoede doorgebrachte jeugd, zijn
werk aan de volksschool en zijn diep
gevoelde lotsverbondenheid met de
vertrapten, maakten hem mede tot
socialist
Niet alleen blijkt socialisme uit zijn
journalistiek en critisch werk, of uit
het simpele feit. dat hij als S.D.A.P. er
vier jaar lang gemeenteraadslid wasi
van Bergen op Zoom (hij woonde des
tijds te Borgvliet), doeh zijn gehele
oeuvre, waarbij dus ook zijn 35 ro
mans cn 4 novellen, is „helaasmin
of meer doortrokken van de socialis
tische gedachte.
MARCUS VAN HOUWAERT
CEN duidelijk voorbeeld van funes-
te invloed door „socialistische pro
paganda" vormt De Jongs boek .Mar
cus van Houwaert". van 1916. Dit
werk bevat zonder twijfel óók enige
biografische elementen uit de tijd dat
de schrijver als onderwijzer werkzaam
was aan een volksschool te Amster
dam, maar de hoofdindruk die het
boek nalaat, is toch die van een kunst
matige compositie tot uitdraging van
een politieke idee.
Het socialisme in dit boek beslaat
niet bij de gratie en de natuur van
het verhaal, doch omgekeerd, schijnt
het verhaal te zijn ontstaan bij de
gratie van het socialisme dat moest
worden uitgedragen. Het boek doet
daarom niet natuurlijk aan; het is ln
zijn geheel niet levensecht en over
tuigend. al bevat het wel degelijk pas
sages die zó uit de realiteit konden
zijn genomen, en die getuigen van 'n
groot vertellerstalent. Ongeveer het
zelfde geldt voor De Jongs boek van
1932. getiteld ..Een verdoolde".
Ei' is geen diepe psychologie in de
boeken van A. M. de Jong, en geen
zwaarwichtige problemen worden op
wijsgerige wijze aan de orde gesteld.
Wanneer De Jong op zijn best is, doet
hij eigenlijk niets meer of minder dan
gewoon maar vertellen. Niet zijn ka
rakters prevaleren, doch hetgeen de
schrijver over hen vertelt. Steeds blijft
de auteur op de achtergrond aanwezig.
En zelfs op de ogenblikken van de
grootste spanning, of op die momen
ten waarin hij ons zó gevangen houdt,
dat wij ons geheel hebben ingeleefd
in de situatie komt de schrijver ach
ter zijn gegeven te voorschijn, en
richt zich. evenals de middeleeuwse
dichter, rechtstreeks tot zijn hoorder
of mengt zich in het verhaal.
Evenals in vele andere gevallen, zal
ook het onderzoek naar de magisch
meeslepende macht van A. M. de Jong
over zijn lezer, wel ophouden bij een
vragend stilstaan aan de poort die
de diepste verborgenheid van zijn per
soonlijke kunst voor ons afsluit: een
verborgenheid, die tevens het geheim
is van een der grootste vertellerstalen
ten uit onze literatuur.
MARTIEN VAN STEENBERGEN
(Advertentie)
schadelijke kiemen doodt
Li/aar om sloven wij ons eigenlijk nog uit, om de gehele mensheid in
kennis te brengen met de geneugten van de moderne techniek?
Wij hebben voor onszelf geconstateerd, 'dat die hele evolutie-geschie
denis maar betrekkelijk is- Om een voorbeeld te noemen: in Amrika
hebben ze op het ogenblik zogenaamde drukknop-keukens. Ge weet
wel, je drukt een knop in en ergens in de gootsteenkast begint een
machine koffie te malen, de aardappelen te schillen en een belasting
formulier in te vullen. Uitermate handig- Maar voor het noodzakelijke
onderhoud van deze machines is zoveel tijd en geld nodig, dat liet
handiger zou zijn met een mesje van zeven stuivers zélf even die
aardappelen te jassen. En koffie kun je gemalen en wel in de winkel
kopen. Nog sprekender bewijzen?
Alweer in Amerika zijn tegenwoordig televisie-apparaten te koop,
die het allernieuwste van het nieuwste worden genoemd. Aan die toe
stellen zit een knop, waarmee men desgewenst de afdeling „geluid"
buiten bedrijf kan stellen. De televisietoestelbezitter (daar moesten ze
een beter woord voor zien te vinden) kan dan alleen het beeld bekij
ken, zonder gestoord te worden door hinderlijke commentaren en
achtergrondmuziek. Het spul schijnt nogal aftrek te hebben. Maar is
dit in wezen niet krankzinnig? Onze oud-oom Nicolaas vertelt ons nog
zo'n keer of vijf per jaar, hoe vreselijk stom een „stommefilm in
zijn tijd was, en dan prijst hij de techniek, die het mogelijk maakte,
een film van geluid te voorzien- Met sprongen is men daarna vooruit
gegaan. Het geluid werd met het beeld op één en dezelfde filmband
vastgelegd. De kleurenfilm ontwikkelde zich en nu spreekt iedereen
al over de drie-dimensionale fiim, nog wel uitgebreid met stereofo-
nisch geluid!
En nu hebben we dat allemaal en we hebben er millioenen voor be
taald, en daar Bedenkt de één of andere weekhoofdige fabrikant, dat
we best al die zegeningen der techniek met één slag kunnen wegva
gen, door het bovengenoemde knopje in te voeren. Wèg millioentjes
wég strijd en ruzie en offers en concurrentie en zegepraal. Door één
druk op de knop wordt de televisie, die eens de grootste triomf der
electronische wetenschap is genoemd, gedegradeerd tot toverlantaarn
Het ontbreekt er nog maar aan, dat de TV-zendstations straks nette
heren gaan verhuren, die het televisie-beeld met pianomuziek gaan
omlijsten. Maar dat gebeurt nog wel, want de evolutie gaat voort.
Krant (I)
MISSCHIEN hebt u ons de afgc-
lopen week wel in actie gezien.
Wij hebben ons namelijk onder het
volk begeven, om een opinie-onder
zoek in te stellen. Onze vraag luid
de namelijk: .Hoe vindt u die pa
piermassa, welke ons rubriekje tot
omslag dient?" De antwoorden lie
pen nogal uiteen, maar het belang
rijkste was toch wel, dat zeventig
procent van de door ons onder
vraagden „De Stem" beter vond
dan de meeste provinciale bladen.
„Hij is zo lekker groot", was het
oordeel van die 70 procent. „Je kunt
er met gemak twee kilo vis in ver
pakken. tegen hoogstens drie pond
in die andere kranten".
Krant (II)
"yoen moesten we weer even den-
A ken aan „De politieke zakdoek"
een krant die van 1831 tot 1833 in
Frankrijk verscheen. De Franse
staat hief in die tijd een geweldige
belasting op het krantenpapier. Een
slimme uitgever kwam toen op het
idee. om kranten op (heel goed
koop) linnen te gaan drukken. De
„politieke zakdoek" kostte belangrijk
goedkoper dan een krant van pa
pier, terwijl de abonné's nog het
voordeel hadden, dat ze na lezing,
hun neus in het hoofdartikel kon
den snuiten. Vooral in de herfst
maanden had de krant rijke tijden,
want de .Politieke zakdoek" was
goedkoper dan een echte neuslap.
Kram (III)
pp/at zijn wij ook op ons vak ge
steld! Zo weten wij, dat er in
1880 (ook in Frankrijk) een
krant verscheen, die overtrokken
was met een heel dun laagje door
zichtige rubber. Dit blad „De Na
jade" geheten, kon men in liet bad
en in de stromende regen lezen-
En om nog eens een vreemde
krant te noemen: in New York
verschijnt tot op de dag van he
den nog steeds het „Blad voor de
Snorkenden". Een slaperig ding,
lijkt ons.
Advententie
LIEER, 52 jaar, met één been
(linkerbeen) wenst in con
tact te komen met andere heer
met rechterbeen, om gezamen
lijk een paar lage, bruine schoe
nen te kopen. Maat 43. Brieven
onder nummer enz.
En we hebben deze heus gelezen in
de „Daily Express."
Oesters
£NGELAND heeft de wereld
primeur van een zieken
huis voor oesters en aanver
wante schaalbewoners. Het
staat in Essex en naar ver
luidt heeft men aan de bouw
vier ton besteed. De inrich
ting zal zich hoofdzakelijk
bezighouden met ziekten van
oesters, mosselen en garna
len. Daarvoor staan dan ook
die bankschroeven in de ope
ratiekamer.
WOENSDAG 14 OCTOBER 1953
HILVERSUM I, 402 m. 7 Nieuws;
7.13 Gewijde muziek; 7.45 Een woord v.
d. dag; 8 Nieuws en weerberichten; 8.10
Gram.; 8.30 Tot uw dienst; 8.35 Gram.;
9 Voor de zieken; 93.0 Voor de vrouw;
9.35 Waterstanden; 9.40 Gram.; 10.30
Morgendient; ll „Mala", de Eskimo,
hoorspel; 12.15 Gram.; 12.30 Land- en
tuinbouwmededelingen; 12.33 Gram. 12.59
kerkelijk Thuisfront; 13.20 Metropole-
Klokgelui; 13 Nieuws; 13.15 Prot. Inter-
orkest en solist; 14 Gram.; 16 Voor de
jeugd; 17.20 Banjo-orkest; 17.50 Gram.
18 Militaire causerie; 18.10 Gram.; 18.30
Spectrum van het Christ.- Organisatie
en Verenigingsleven; 18.45 Gram.; 19
Nieuws en weerberichten; 19.10 Boekbe
spreking; 19.25 Gram.; 19.30 Buitenland
overzicht; 19.50 Viool en orgel; 20 Ra
diokrant; 20.20 Radio Philharmonisch ork.
21.20 Nabeschouwing over de Kirchentag.
21.40 Koorzang; 21.55 Gram.; 22.15 Amus.
muziek; 22.45 Avondoverdenking; 23
Nieuws en SOS-berichten; 23.15-24 Gram.
HILVERSUM II, 298 m. 7 Nieuws
7.10 Gram.; 7.15 Gym.; 7.30 Gram.; 8
Nieuws; 8.18 Gram.; 8.50 Voor de huis
vrouw; 9 Gym.; 9.10 Gram.; 10 School
radio; 10.20 Voor de vrouw; 11 Gram.;
12 Orgelspel; 12.930 Land- en tuinbouw-
door EMART KINSBURN
HOOFDSTUK I.
EEN VOORGEVOEL.
'pOEN CHET FANNING die morgen
in Kansas City aankwam langs de
grote rijksweg, had hij geen cent
meer op zak. Zijn kleren waren on
toonbaar. Hij moest zich nodig laten
scheren. Toch was hij opgewekt, on
danks het feit, dat zijn maag begon
te knorren.
Chet was geen echte zwerver. Om
net precies te zeggen, hij kon een vol
bloed zwerver zijn, als hij dat wilde,
of de noodzakelijkheid hem ertoe
dwong. Van de andere kant echter
waren goede kleren, taxi's en wat hij
noemde deftige hotels hem helemaal
niet vreemd.
Voordat de middag om was had hij
en laten we de wijze waarop hij
«it verkreeg nu maar niet al te gron
dig onderzoeken - het geld voor een
maaltijd, een sigaar, een schone boord
een nieuwe das en de barbier bij el-
t?=aia Jaet\. hAal zi'n schulden be-
lar over n°g iuist twee do1"
Bij het verlaten van de kappers-
winkel bemerkte hij, dat hij vlak bij
een arbeidsbeurs was. Hij bleef staan
en bekeek de troep ruwe kerels op
het trottoir en in het bureau en las
de met krijt geschreven mededelingen
aan beide zijden der deur bekend ge
maakt. Binnen liep een man met een
smoezelige boord en achter ieder oor
een penhouder rond en hield een toe
spraak tegen de zwijgende menigte.
Jongens, riep hij met een neus
stem, vanmiddag gaat er een tran
sport naar Nieuw-Mexico. Goed ge
snapt? Nieuw-Mexico.het land der
onbegrensde mogelijkheden. Ja hoor!
Het gouden Nieuw-Mexico!En
luistert nu eens goed, jongens! Het is
best werken daar. Je vindt er helder
en zuiver water, dat overal overvloe
dig uit de grond opborrelt. Het is
daar 'n reuzewerk en in aannemers
kringen staat het buitengewoon goed
bekend. Dat staat vast! Het eten is
er méér dan voortreffelijk. En je ver
dient er geld als water. Je krijgt er
vanzelf werklust. Het is op het ogen
blik de geweldigste onderneming van
heel het land. Enluistert eens
goed, jongens! De reiskosten, die wij
berekenen, zijn het laagste van heel
het land. Let eens op! Luistert goed:
maar twee dollars!
Gesnapt? Twee hele dollars! Kun
je dat begrijpen? Kun je het voor min
der doen? Kom dus binnen, mannen!
Een voor éénniet dringen! Maar
twee dollars! Drommels, kerels, treu
zelt nou toch niet langer! Twee dol
lars maar voor een rit op zachte kus
sens van Kansas City naar Las Ve
gas. Kan het minder? In de rij, man
nen! In de rij! Ik heb wagenvoerders,
grondwerkers, steenhouwers, mijn
werkers, grofsmeden, kraandrijvers,
stoomploegmachinisten, timmerlui,
koks, sjouwers, chauffeurs., och, wat
heb ik toch veel lui nodig! In de rij
nou!
Chet Fanning drong door de menig
te heen en hield twee dollars op zijn
vlakke hand vooruitgestoken. Hij had
een inval gekregen.
Ik mag 'n domkop zijn, zei hij
maar als ik daar niet naar toe ga,
komt er geen snars van me terecht.
Zeg ouwe jongen, vertel maar eens,
hoe we de reis moeten aanvangen.
In een afgeschoten hokje van het
kantoor werd Chet uitgevraagd door
een bleekneuzige jongeman, die er
uitzag, of hij een opkikkertje hard
nodig had. Boven zijn hoofd hing een
bordje met "Niet Roken" en als hij
niet zuur keek naar de man, die zich
kwam aanmelden, dan keek hij zuur
naar dat bordje.
Naam?
mededelingen; 12.33 Voor het platteland;
12.38 Gram.; 13 Nieuws; 13.15 Tentoon
stellingsagenda; 13.18 Lichte muziek;
13.45 „De weg omhoog", causerie; 14
Voor de kinderen; 16 Voor de zieken
16.30 Kamermuziek; 17.15 Dansmuziek;
17.50 Regeringsuitzending: Jeugduitzen
ding: Ontdekkingsreizen in Suriname,
door Dr J. I. S. Zonneveld; 18 Nieuws
en commentaar; 18.20 Actueel: 18.35 Lich
te muziek; 19 Voor de kinderen; 19.10
„Wij en de zuilen", causerie; 19.25 Vara-
Varia; :9.30 Voor de jeugd; 20 Nieuws;
20.05 Pol. Commentaar; 20.15 Promenade
orkest en sol.; 21.10 „Het ware gezicht",
hoorspel; 22.25 Pianokwartet; 22.45 „Naar
het einde der konijnen?" causerie 23
Nieuws; 23.15 Socialistisch nieuws in Es
peranto; 23.20-24 Gram.
BRUSSEL 324 m. 11.45 Gram.; 12.30
Weerberichten; 12.34 Gram.; 13 Nieuws
13.15 Piano en zang; 13.45 Gram.; 14
Schoolradio; 15.40 Gram.; 16.15 Orkest-
concert; 17 Nieuws; 17.10 Gram.; 1730
Voordracht; 17.40 Gram.; 17.50 Boek
bespreking; 18 Zang en piano; 18.30 Voor
de soldaten; 19 Nieuws; 19.40 Marsmuziek
19.45 Causerie; 19.55 Marsmuziek; 20
Hoorspel; 20.45 Zang; 21.15 Orkest con
cert; 22 Nieuws; 22.15 Strijkkwartet;
22.55-23 Nieuws.
BRUSSEL 484 m. 12 Gram.; 13 Nws;
13.15, 14 en 15 Gram.; 16.05 Lichte mu
ziek; 17 Nieuws; 17.15 Gram.; 17.30 Zang
en piano; 17.50, 18.30, 19.15 en 19 25
Gram.; 19.30 Nieuws; 20 Groot Symph.
orkest en solist; 22.15 Klankbeeld; 22.45
Gram.; 22.55 Nieuw.
Chester Fanning.
Beroep?
Wil naar Nieuw-Mexico.
Wat is je vak?
Alle soort zwaar werk.
De klerk keek naar de handen van
Chet en haalde zijn schouders op.
Kun je met paarden omgaan?
Ja zeker, meneer.
Als die jongen eens geweten had,
hoe goed hij met paarden kon om
gaan!
Nou, dan kunnen we je er wel
heen sturen. Twee dollar. Dank je.
Teken hier maar even. De troep ver^
trekt om half vijf. Blijf hier in de
buurt. Hier is je kaartje. Verlies het
met. Dat is alles.
Chet wandelde de wachtkamer bin
nen met een rood stukje karton in
de hand, waarop stond, dat hij een
der werklui was, aangenomen om die
middag naar Nieuw-Mexico vervoerd
te worden.
Daar zijn laatste cent in het kas
register van het artr 'dsbureau ver
dwenen was, zat er niet veel anders
voor hem op, dan tot het uur van
vertrek te wachten. Hij ging dan ook
op de harde bank in de wachtkamer
zitten en vroeg zich verwonderd af,
waarom hij dit eigenlijk gedaan had.
Broertje, zei hij met zijn gewo
ne gemoedelijkheid tegen een man,
die naast hem op de bank lag, ben
jij ook een van de uitverkorenen, die
naar Nieuw-Mexico mogen gaan?
De schooier keek hem nors aan. Zijn
gezicht was gebruind en gegroefd, hij
had een stoppelbaard van minstens
een week. Zijn ogen hadden rode
randjes en zo goed als geen oogharen.
Wat mot dat? vroeg hij brom
merig.
Of je ook met ons meegaat naar
Nieuw-Mexico?
De schooier nam Chet aandachtig
op.
Met ons? herhaalde hij. Je
wilt toch niet beweren, dat jij naar
Nieuw-Mexico gaat?
Vast en»zeker. Chet grinnikte.
Na hem nog een minachtende blik
toegeworpen te hebben, draaide de
schooier zich om en ging nog wat
luier liggen.
Ja, ik ga mee, zei de schooier en
raapte een vuile krant van de vloer
op, waarin hij ging zitten lezen.
Krijg ik allemaal zulke speel
kameraadjes als jij bent? vroeg Chet
een poosje later. De schooier gooide
zijn krant neer en richtte zijn rode.
vinnige ogen woest op Fanning. Hij
liet zijn grote gele tanden zien en
trok zijn lippen omhoog ais een grijn
zende panter.
Zeg. snauwde hij, wil jij je
gezicht nou wel eris vóór je houden?
Ik heb met jouw soort niks te ma
ken. Houd je snuit, begrepen?
Jou brutale rekel! zei Chet met
gedempte stem cn kneep de kerel in
zijn strottenhoofd, tot hij kwaakte als
een kikker
Hij was bijna tweemaal zo zwaar
als Chet, maar diens slanke, gespierde
lichaam was sterker, dan het er uit
zag. Chet was zijn loopbaan, in na
volging van zijn vader en grootvader,
als smid begonnen. Zijn lange armen
waren zo hard als het staal, door hem
bewerkt, voordat het leven in de me
taalfabrieken te Pittsburgh hem te
saai en te tam werd.
Dit ter veklaring, dat het gevecht
kort duurde en verbazingwekkend af
liep. Drie klappen van die mokerende
armen en de roodogige schooier lag
in een hoek te kreunen.
De menigte verdrong zich om de
onverschillige winnaar. Uit het kan
toor kwamen twee mannen aangelo
pen, om een einde aan de herrie te
maken. Ze begingen de vergissing van
Chet bij zijn armen beet te grijpen,
ieder aan een kant, met het doel hem
de straat op te gooien.
Chet rukte beide armen los met een
onverwachte handigheid en omvatte
er zijn beide aanvallers mee. Daarna
drukte hij hen met een van zijn ge
moedelijke grijnslachjes tegen zich
aan, steeds vaster en vaster, tot hun
jammerkreten tot één gekrijs ineen
smolten.
Bedaar nou toch wat, jongens,
bedaar wat, zei hij, zonder de minste
kwaadaardigheid in zijn toon. Heb
ben jullie wel eens gehoord, hoe die
oude Samson de pijlers van het tem
pelgebouw omver trok? Wees nu r "1
kom, kinderen, zoet zijn!
De menigte begon om de beide hul
peloze kerels te schateren. Ze waren
vuurrood geworden van inspanning1
en poogden tevergeefs zich los te
werken uit die machtige omhelzingen.
Toen ze zich in het onvermijdelijke
schikten en bedaarden, liet Chet hen
grootmoedig los.
Heus, er komt geen herrie van,
zei hij met stelligheid. De herrie
is allang voorbij. Schiet nu maar op
en zie nog een stel kerels te vinden,
die meegaan naar Nieuw-Mcxico.
ik houd van gezelschap. Als ze alle
maal zo zijn, als die kerel daar in
de hoek, dan heb ik er minstens hon-
derd-en-vijftig nodig, om aan de praat
te blijven. Ik heb een hekel aan
vechten, maar ik ben dol op een
praatje.
Zijn goede humeur stak de ande
ren aan. De menigte begon te grin
niken. De directeur van de beurs die
het eerste moedige tweetal gevolgd
was, grinnikte mee.
Alleen de zwijgende schooier en de
twee platgedrukte steunpilaren ble\ n
somber en stug voor zich heen kij
ken. J
Nou, dat was een kranig stukje,
zei een der omstanders. Waar haal
je de kracht vandaan?
u.~ ,?ier vandaan, zei Chet, terwijl
hij zijn armen boog, zodat de spieren
onder zijn mouw als kabeltouwen op
zwollen,
Nou, jij neemt de hele kluit er
tussen, zei een ander. Je hoort in
een worstelperk thuis.
(Wordt vervolgd)