Pagbla9 jBcStcm
De graanvoorziening
GEVALLEN MENS richt zich op
HET GEVAL SPINNEKOP j
Een Meesterwerk is zoek
in ons
land
Dank zij liet leger idealisten der
reclasseringsverenigingen
Wat een Wonderlijke Wereld
RADIO
TWEEDE BLAD
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1953
iD1
Nationale
Reclasseringsdag
Atjeh
Polemiek
Station
(„The Missing Masterpiece
LIET is een onderwerp van groot
belang voor onze bevolking en
het is een interessant onderwerp er
eens algemene aandacht voor te
vragen.
De meeste mensen eten brood en
liefst veel brood, zij weten niet hoe
het graan eigenlijk bij de bakker
komt. En zij vinden al bij voor
baat dat „de Regering" er maar
voor te zorgen heeft en voor de
rest trekken de mensen er zich
niets van aan. Zij eten het brood,
zij kankeren als 't te duur wordt,
zij zijn niet dankbaar als er eens
een cent of een paar centen van
af gaan. Als het brood slecht is,
heeft de bakker het gedaan.
Sinds 1940 begint er in ons land
een beetje meer lucht en licht te
komen in een toestand in ons land,
dat het gewone brood al langer hoe
duurder werd en niet beter. Zoals
de meeste mensen aan margarine
gewend zijn geraakt, zo is de ge
woonte ..oorlogsbrood" wel is waar
van iets betere samenstelling, te
gebruiken aanvaard. Maar aan een
toestand als voor 1940 dat tegen
een redelijke prijs brood gekocht,
kan worden, zijn we nog lang niet.
Het ogenblik nadert echter, dat
de prijsverlagingen vanuit de
tarweproducerende landen zich
ook hier te lande moet gaan tonen.
In West-Europa, vooral in Ne
derland, wordt dit volksvoedsel
zeer sterk beinvloed door de
tarwe-wereldprijs. Al zou men in
Nederland willen, de economische
verhoudingen in de landbouw zijn
zo, dat Nederland niet gevoed kan
worden door eigtn tarweproductie.
Na 1880 heeft vooral Noord-Ame-
rika tegen zeer lage prijzen zulke
goede tarwe aan de markt gebracht
dat de Nederlandse landbouw niet
in staat was een even goed product
tegen een zelfde spotprijs op de
markt te brengen.
En de Nederlandse economie
paste zich, met enkele kleine,
schokken tot aan 1910, automatisch
aan op bijna algehele tarwe-invoer
uit het buitenland.
Geen mens van beneden 60 jaar
weet en kent een andere toestand
dan een voorziening van da brood
trommel met van buiten aange
voerde tarwe!
Natuurlijk is dat een der zwakste
punten in onze volks-voedsel-voor-
ziening, dat de regeringen telkens
voor bepaalde moeilijkheden en nu
en dan bijna voor onoplosbaarhe
den stelde.
Dat was zo tussen 1914 en 1918,
onmiddellijk na 1918, tussen 1940
en 1945. En het was dus steeds een
wijs beleid flinke voorraden aan
„broodgraan" te bezitten, die vaak
m bovengemelde tijdvakken biel
pen de eerste moeilijkheden op te
vangen.
Het was dus heel begrijpelijk,
dat de regering na 1945 gepoogd
heeft onze eigen landbouw te sti
muleren broodgranen te produce
ren. Het ging daarbij om de prij
zen, die de regering besteedde voor
de ingeleverde granen. Die zo
moesten zijn, dat de landbouwer
er aan kon verdienen, dat ze het
hem gemakkelijk maakten, gaarne
in te leveren. Toeslag uit de staats
kas moest dan via de detail-handel
en de bakkerij de prijs voor de
consumptie laag houden. Met het
toeslag-systeem werd in de laatste
drie jaar geleidelijk aan gebroken,
vandaar de stijging der brood
prijzen. De regering moest dit
systeem wel volgen, omdat er een
gebrek was aan dollar-deviezen, die
ons beletten graan te kopen, zoveel
als we wilden.
~Joals het noodzakelijk was voor
de tarwe,, even noodzakelijk
was het voor de voedergranen. De
tijd, dat Nederland zijn eigen vee
koeken produceerde in voldoende
heeveelheid en voldoende kwali
teit kunnen de mensen beneden
de 60 jaar zich niet meer herinneren
Tussen 1890 en 1900 overstroomde
de Amerikaanse markt de veeteelt-
gebieden van West-Europa, met
eerste klas veekoeken.
Laten we hopen, met blijvend
succes heeft in de laatste jaren
minister Mansholt geprobeerd de
landbouw er toe te brengen, zijn
eigen veevoer-producten zelf te te
len om zoveel mogelijk vrij te
worden van een invoer, die op de
duur toch niet te betalen zal zijn
en die onze veevokkerij te veel
afhankelijk zou maken van de
vaak op en neer springende we
reldmarktprijzen. Door welk laat
ste verschijnsel onze landbouw en
veeteelt niet van een contant le
venspeil verzekerd kunnen zijn.
Maar met de tarwe als bron van
onze voedselvoorziening zouden de
maatregelen, bij vrijgemaakte
handel en invoer, nooit gelukt zijn
en lukken.
We blijven daarbij afhankelijk
van onze deviezen-voorraad voor
aankoop in de U.S., in Canada, Ar
gentinië of Rusland.
Ook deze leveranciers (behalve
Rusland) hebben door onderlinge
afspraken geprobeerd de tarwe-
prijzen op een zodanig peil te hou
den, dat daar de landbouw van
een voldoende bestaan verzekerd
zou zijn. In de loop der jaren heeft
de Amerikaanse regering alle over
schotten opgekocht en opgeslagen.
Maar met dit systeem kan de rege
ring niet doorgaan; de overschot
ten moeten eens op de markt en
in consumptie gebracht worden!
In Amerika geeft dit moeilijkhe
den, omdat het boerenbedrijf
tot op heden behoorlijk verdienen
de aan die door de regering betaal
de overschotten maar doorge
gaan is met de productie van aller
lei granen en daartoe zelfs op aller
lei gronden roofbouw ging plegen.
Pas in het laatste jaar is de Ameri
kaanse regering er toe overgegaan
uit hare enorme voorraden naar
landstreken, waar bij herhaling
voedseltekort heerst, van voedsel te
voorzien. Had zij dit eerder ge
daan, inplaats van dollars te schen
ken, dan zouden de voorraden
daar zodanig zijn geslonken, dat
men niet bang behoefde te zijn
voor een prijsdaling die voor de
Amerikaanse landbouw catastrofaal
zou zijn en ook de graanimporte-
rende landen van Europa voor be
paalde structuele moeilijkhden zou
zetten.
j\ju ook in ons land de geleidelijke
daling der tarwe-prijzen voel-
lijke daling der tarwe-prijzen voel
baar wordt, staat de regering voor
de verantwoordelijkheid (met en
zonder adviezen van de landbouw
organisaties) tot een oplossing te
komen, welke bij een vrije handel
en een vrije import de landbouw
hier te lande zodanige steun ver
leent, dat de productie van granen
beschermd wordt tegen een te snel
le prijsval. Maar uiteindelijk zal
toch niet tegengegaan kunnen
worden, dat onze binnenlandse
consumptie mag gaan profiteren
van de daling, die in de wereld-
prijzen plaats vindt. Ook de consu
menten mogen nu en dan wel eens
het genoegen smaken een enkele
maal van een prijsverlaging te
profiteren.
Maar dit zal een geval zijn van
tijdelijk aard. De economische toe
stand blijft, dat ons land voor de
volksvoeding, het brood, aangewe
zen blijft op de invoer van, laat ons
zeggen 80 procent aan de benodig
de hoeveelheid tarwe; dat de prijs
hiervan niet gestabiliseerd kan blij
ven (al doet de Tarwe-Unie daartoe
haar best), dat ons volk recht heeft
een lagere broodprijs te zien be
rekend bij lagere tarwe-prijzen,
evenals het steeds meer heeft moe
ten betalen bij stijgende prijzen!
Maar deze feiten en de gevaren
daarvan voor een gestabiliseerd
economisch leven zijn misschien
redenen om zo spoedig mogelijk te
zorgen voor een flinke buffer
voorraad, zoals wij die (ook om
oorlog- en mobilisatie-redenen)
vóór 1940 kenden.
B.o.Z. Ir. J.
(Van onze speciale verslaggever)
E Arrondissementsrechtbank te Zwolle veroordeelde de
llU 35-jarige belastingambtenaar J. S. uit Heino wegens ver
duistering van een bedrag van f 2700 tot een gevangenisstraf van
12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proef
tijd van 3 jaren, en met aftrek van voorarrest."
Dergelijke berichten krijgt de krantenlezer dagelijks onder ogen.
Hij vliegt er even overheen en vergeet ze, wanneer hij tenminste niet
behoort tot de enge gemeenschap waarvan de 35-jarige J. S. deel uit
maakt. Dan wordt plotseling zijn nieuwsgierigheid getrokken en hij rust
niet, voordat hij weet wie zich verschuilt achter de initialen J. S.. En
wanneer hij heeft uitgevist, dat J. S. niemand anders is dan Jacobus
Spinnekop, zit het bericht diep in zijn geheugen gegrift.
gers, want zo iets had men nu wel
allerminst van Spinnekop verwacht.
De politie haalde hem op en nu be
gon de rechterlijke molen te malen,
langzaam maar zeker. Spinnekop is
geen beroepsmisdadiger en dus wordt
hij onder de handen van een gerou
tineerde rechercheur zo week als was.
Hij valt door de mand en bekent de
fraude. Over de beweegredenen tot
dit misdrijf laat hij echter geen woord
los. Hij is getrouwd en vader van
verscheidene kinderen. Voor het oog
van de wereld is zijn huwelijksleven
goed en zijn vrouw bestuurt het huis
houden met wijs en zuinig beleid. Zelf
gaat hij niet uit, maakt geen buiten
sporige verteringen. Alleen ging hij
iedere veertien dagen van Heino naar
Rotterdam voor het volgen van een
belastingcursus, zoals hij verklaarde.
Deze verklaring bleek een leugen
te zijn en toen zocht de politie ver
der en het duurde niet lang of er
was zoveel bewijsmateriaal verzameld
dat ontkennen niet meer baatte.
Jacobus Spinnekop had een verhou
ding met Mieke Polderman in Rotter
dam de weduwe van een gefusilleer
de verzetsman. Deze verhouding wil
den hij verborgen houden, waarvan
een broer van Mieke een misdadig
gebruik maakte om Spinnekop te
chanteren. Het grootste deel van het
verduisterde geld had hij dan ook ge
bruikt om deze chanteur de mond te
snoeren.
Hiermede was de vraag opgelost,
waarom Spinnekop de verduistering
had gepleegd en was de zaak „rond".
Jacobus Spinnekop kwam voor zijn
rechters en werd tot de bovenaange
haalde gevangenisstraf veroordeeld, 'n
straf, die gezien de grootte van het
misdrijf, en de omstandigheid, dat hij
de verduistering in dienstbetrekking
heeft gepleegd, mild genoemd mag
worden.
ACHTERGROND VAN HET
MISDRIJF
Over vijf of over tien jaar zal hij
zich nog steeds herinneren dat deze
Jacobus Spinnekop het Rijk eens
heeft benadeeld voor een bedrag van
f 2700. Jacobus Spinnekop is een
dief geworden, een dief zonder meer,
een mens, die niet te vertrouwen is,
voor wie je op de je hoede moet zijn.
En al wie met hem in aanraking komt
zal hem dit laten voelen ook.
Hoe het geval Spinnekop zich in
werkelijkheid heeft toegedragen we
ten echter maar weinig mensen en 't
kan daarom zijn nut hebben dit geval
eerst eens in alle objectiviteit te be
kijken. Een dezer dagen is het geval
Spinnekop „opgevoerd" in de boven
zaal van een hotel in Zwolle, omdat
ds J. C. van Eizenga, de directeur van
de Hervormde Stichting voor Maat
schappelijk Werk te Zwolle, de gees
telijke vader is van Jacobus Spinne
kop. De medespelenden waren „ge
trainde" artisten, want ieder van hen
vervult deze functie ook in het dage
lijkse leven. De commissaris van poli
tie was een echte commissaris van
politie en de president van de recht
bank oefent ook in werkelijkheid deze
functie uit. Zij allen bekeken de zaak-
Spinnekop vanuit hun gespecialiseerd
standpunt, belichtten er dus één kant
van en deden dit uit de aard van de
zaak als deskundigen.
Want Jacobus Spinnekop bestaat
niet, althans deze Spinnekop niet. En
toch bestaat hij wel, want er lopen
honderden Spinnekoppen rond, zij het
ook onder een andere naam.
SLACHTOFFER VAN CHANTAGE
T"Ne uitdrukking „rondlopen" is niet
gelukkig gekozen, want onze ge
fingeerde Spinnekop ,,zit", zoals het in
de volksmond luidt. Hij zit eenzaam
in een cel in afwachting van zijn ver
oordeling. Deze ambtenaar van de be
lastingen, die het vertrouwen genoot
van zijn chefs en medemensen, heeft
dit vertrouwen beschaamd. In Heino
verving hij de ontvanger en incasseer
de de belastinggelden voor de Staat
der Nederlanden. Een gedeelte hier
van incasseerde hij echter voor zich
zelf. De fraude kwam uit en groot
was de ontsteltenis zijner medebur-
(Advertentie)
Joe is de rechtbank nu tot dit von
nis gekomen? En met de oplos -
sing van deze vraag zitten wij mid
den in het probleem der reclassering,
een probleem, waarvoor de opvoering
van het geval Spinnekop plaats had.
Terstond na zijn in verzekering stel
ling heeft de reclassering zich met
Spinnekop bezig gehouden. Na ver
loop van tijd heeft de rechtbank een
uitvoerig rapport ontvangen, dat een
geheel ander licht werpt op Spinne
kop.
AT er in Atjeh gebeurt, riet er
niet mooi uit. Het uittreden
van de grote Mohammedaanse
partij, de Masjoemi, uit de rege
ring, heeft in Indonesië de tegen
stellingen ongetwijfeld verscherpt
en 't Mohammedaanse zelfbewust
zijn in verschillende streken opge
warmd. Het verwijt aan de huidige
regering is, dat ze zich door com
munistische invloeden laat infiltre
ren. En zo wordt het bendewezen
veelal opererend onder Moham
medaans-nationalistische vlag
aangewakkerd. De vanouds krijgs
haftige Atjehers zijn nu ook
aangestoken. Terwijl het aller
eerst en allerdringendst nodige
voor Indonesië is harder werken
en meer produceren, dreigt de
mogelijkheid daarvan steeds meer
aangetast te worden door onrust en
onveiligheid. De zo vurig begeerde
onafhankelijkheid heeft wel een
zure bijsmaak.
£)E voltallige ministerraad heeft
zich nu beraden over het loon-
vraagstuk zonder tot een beslis'
sing te komen. Nog altijd heeft
men de hoop niet opgegeven, dat
men vooraf met werkgevers en
werknemers wel tot overeenstem
ming kan komen over een bepaald
percentage. En de werkgevers zul
len wel inzien, dat ze hun ver
langen, eerst de S.E.R. in te scha
kelen dienen te laten vallen uit
hoofde van practische onmogelijk
heid. Jammer is het, dat daarover
juist zulk een scherpe polemiek is
ontbrand tussen K.A.B. en Katho
lieke Werkgevers. Bij een rustig
doorlezen van de tien punten kan
men o.i. slechts vaststellen, dat
geen van beide partijen daartegen
heeft gezondigd. Uit het feit, dat
men van de zijde der katholieke
werkgevers thans blijkbaar niet
antwoordt op het K.A.B.-commu-
niqué maken we op, dat men de
polemiek in het openbar niet wil
voortzetten. Dat dunkt ons ook
maar het beste. Laat men er eens
openhartig over spreken in de
Raad van Overleg. Dan zal men
hopen we wel zien, dat het ver
schil van mening niet zo scherp
ligt als men thans uit sommige uit
drukkingen zou moeten opmaken.
Dit rapport onthult letterlijk alles
wat een beeld kan geven van de ver
dachte, zijn familie-omstandigheden,
zijn gezondheidstoestand, zijn karak
ter, zijn levensinstelling, zijn capaci
teiten en ambities. Wat echter meer
is: dit rapport geeft ook de psycholo
gische achtergrond van het misdrijf.
Gedurende de bezetting was deze
delinquent een moedig illegaal werker,
die in 1944 wegens het stelen van bon
kaarten door de Duitsers werd gegre
pen, tezamen met een collega Polder
man. Spinnekop kwam er met enkele
maanden gevangenisstraf van af. doch
zijn vriend Polderman, bij wie hij veel
aan huls kwam, werd gefusilleerd. Hij
trok zich het lot van zijn weduwe,
Mieke Polderman, aan. in het begin
uitsluitend, omdat hij zich verplicht
achtte dit te doen. Zodoende groeide
een menselijke genegenheid, die des
te gemakkelijker tot liefde kon
groeien, omdat het huwleijk van
Spinnekop niet zo goed was als het
uiterlijk leek. Natuurlijk wordt door
deze omstandigheid de verhouding
van verdachte met deze vrouw niet
goed gepraat, doch wordt slechts een
verklaring gegeven, die kan meehel
pen om het misdrijf in het juiste licht
te zien.
EEN NIEUW LEVEN BEGINT
f")ok na het vonnis zit de reclasse-
ring niet stil. Spinnekop betreurt
zijn daad. Heel zijn maatschappelijke
positie, die hij zich door hard werken
heeft opgebouwd, stort als een kaar
tenhuis in elkaar en hij is de wan
hoop nabij. Het recht heeft zijn be
loop gehad en heeft een mens ter neer
geslagen.
Deze mens moet weer de gelegen
heid krijgen zich op te heffen, zo re
deneert de reclassering, en men wacht
hiermede niet .totdat hij zijn negen
maanden uitgezeten heeft. Natuurlijk
kan hij niet meer terug bij de belas
tingen. Via een relatie uit de illega
liteit wordt werk voor hem gezocht
en gevonden als magazijnbediende
administrateur bij een groot bedrijf.
Een andere oud-illegaal wordt bereid
gevonden toezicht uit te oefenen op
Spinnekop, zodra hij zal zijn ontsla
gen. Gedurende zijn gevangenisstraf
wordt gezorgd voor zijn gezin, terwijl
tevens getracht wordt ook zijn huwe
lijk weer in orde te brengen. Zijn
vrouw begrijpt zijn misdrijf, ziet ook
haar eigen schuldeloze schuld in en
samen met haar man wil zij een geheel
nieuw leven opbouwen.
En dan breekt de dag aan .dat de
gevangenispoorten zich voor Jacobus
Spinnekop openen en hij weerloos
staat in een samenleving, die noch
vergeet noch vergeeft. Hij is echter
bezield met de vaste wil een eerlijk
mens te worden, te zorgen voor vrouw
en kinderen en alle tegenslagen te
aanvaarden als een verlengstuk van
de straf, die hij heeft ondergaan.
Wanneer dit Spinnekop gelukt,
heeft hij dit te danken aan de reclas
sering, aan dat leger van vrijwilligers
die een mens opbeuren, wanneer hij
is gestruikeld.
Om het werk van deze ide
alisten meer bekendheid te ge
ven en om de noodzakelijke
middelen te verzamelen, die
voor dit werk nodig zijn, wordt
telkenjare een Nationale Re
classeringsdag gehouden. Laten
wij op deze dag aan Jaco'ous
Spinnekop denken, aan een ge
vallen mens, die zijn val be,
treurt en zijn straf heeft aan
vaard, en die daardoor recht
heeft op de mogelijkheid om zich
weer op te heffen.
En mocht het moeilijk zijn
met deze welwillendheid aan
Jacobus Spinnekop te denken,
overweegt dan Paulus' verma
ning: „Wie staat zie toe, dat hij
niet valle."
r\E SPOORWEGBEAMBTEN van
het station van Wenen vermaken
elkaar met de volgende zinsnede:
„Het kan raar gaan in de wereld.
Nauwelijks hadden we mevrouw
Maclean zien vertrekken of daar
kwam de goede Beria binnenvallen"
En dan lachen die mannen zich een
ongeluk.
Boef
P)E 27-JARIGE Mahmoud Hegazi
heeft reeds 63 jaar gevangenis
staf te goed, omdat hij zei schuldig te
zijn aan misdaden, die hij nooit had
gepleegd. Hij hield alleen maar van
het gevangenisleven. Het minste of
geringste, dat hem omtrent esm mis
daad ter ore kwam deed hem naar
de politie stormen, om te zeggen,
dat hij het had gedaan. Ook zijn
moeder zat in het complot, want zij
zond ondertussen brieven naar de
minister van Justitie, waarin zij
klaagde over het slechte gedrag van
haar jongen.
De zoon zal worden onderzocht,
want helemaal normaal lijkt hij niet
op het eerste gezicht.
Afwisseling
JN een televisie-programma
vertelde de vroegere presi
dent H. Truman de Ameri
kaanse kinderen, dat het hun
plicht was de vrede en wel
vaart onder alle volkeren van
de wereld voor te staan. Het
volgende programmapunt be
stond uit een oorlogstafereel,
waarin mensen van alle moge
lijke nationaliteiten elkaar met
speren naar het leven stonden.
Bezoek
WRIEND BERIA is op ons bureau
komen informeren of hij al te
erg in de gaten liep. Om bepaalde
redenen was hij daar bang voor. De
juffrouw aan het loket zou er eerst
nog niet zo gauw erg in hebben ge
had. Haar wantrouwen werd echter
gewekt toen ze zag, dat de bezoeker
een hamer en een sikkeltje in zijn
vestzakje had. Ze verkreeg zeker
heid toen de man per ongeluk een
klein ijzeren gordijntje1 liet vallen en
rood aanliep van de schrik. Ze waar
schuwde stilletjes de dienstdoende
redacteur. Die heeft er werk van ge
maakt. maar niemand die hem wil
geloven.
Soldaat
Chauffeur
ptE VROEGERE premier van En-
geland, de heer Attlee, schept
graag op over zijn chauffeur, die hij
de beste van heel de wereld noemt.
Het is zijn eigen vrouw, die hem
tijdens de verkiezingscampagne dui
zenden kilometers heeft gereden en
nog geen schrammetje aan *t spat
bord van haar auto opliep.
Nu is het evenwel uit met de re
putatie van onkreukbaarheid. Ze had
zich voor de verkeerspolitie te ver
antwoorden wegens ongeoorloofd
parkeren en wegens het rijden met
onvoldoende licht.
Record
TWEE AMERIKAANSE vliegers
1 Bean en Cwely gaan proberen
het vliegrecord lange afstand te bre
ken. Ze willen met hun machine
vijftig dagen in de lucht blijven. Het
wereldrecord werd in 1949 eveneens
door twee Amerikanen gevestigd en
wel op 47 dagen.
V ondst
QP de bodem van de Zwarte
Zee in de buurt van de Rus
sische stad Soechoemi hebben
naarstige vorsers een marmeren
relief en overblijfselen van een
oude stadsmuur gevonden. Dat
heeft het Sowjet-persbureau Tass
meegedeeldBinnen enige dagen
hoopt het persbureau zekerheid te
hebben verkregen over hun
vermoeden, dat Adam en Eva hier
over de waarde van het commu
nisme hebben getwist
QIT is een typisch voorbeeldje
van een verlegen soldaat.
Gevangenis
WOOR de tweede keer ln vijf Jaren
v tijds is de vier bij drie meter
grote gevangenis van het kleine Ka
naaleiland Sark voor haar ware be
stemming gebruikt. Een der eiland
bewoners Dennis Carre, moest er de
nacht in door brengen, omdat hij
dronken over de straat had gelopen,
terwijl hij nog van de vorige keer
op de zwarte lijst stond. Wie op de
ze zwarte lijst staat mag geen voet
zetten in een der negen cafeetjes van
het eiland. Voordat Dennis in de ge
vangenis kan worden gestopt, moest
de politie een matras en enkele de
kens lenen bij de buren. De matra*
en de dekens die bij de cel hoorden,
bleken n.l. door de motten opgega-
te te zijn.
de dag
De advertentie van
i ELECTRISCHE WATERPOMP
TE KOOP AANGEBODEN f
J BIJ RODEWIJK. PARAL-
LELWEG 41, ACHTEROM
DE TRAP OP, WAALWIJK. J
Armbandradio
WOOR het Amerikaanse leger Is
een armbandradio ontworpen,
die wordt ingebouwd in een plastio
omhulsel van 5 x 3 x 0.6 centimeter.
Tot op een afstand van 65 kilometer
van de radiozender kan de uitzen
ding beluisterd worden.
Record
DENé GUYOH, een kolenhandelaar
uit het Franse stadje Besancon,
heeft weer een nieuw soort record
uitgevonden. Hij droeg een zak ko
len van vijftig kilo in precies 7 uur
en 10 minuten veertig kilometer ver.
Hij daagt nu zijn collega's uit dit
sterke staaltje te verbeteren.
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953
HILVERSUM I. 492 meter KRO.
7.00 Nws. 7.10 Gram., 7.15 Gym., 7.30 Koor-
conc. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00
Nws 8,15 Gram.; 8.40 Hoogmis; 10.00 V.d.
kluters. 10.15 Gram.; 11.00 Voor de zieken;
11.45 Franse chanons 11.55 Gram.; 12.00
Angelus. 12.03 Gram.; (12.3012.33 Land
en tuinb. meded.;) 12.55 Zonnewijzer 13.00
Nws en Kath. nws. 13.20 Amus. ork. 14.00
Boekbespr. 14.10 Gram.; 14.40 Mannen-
dubbelkwartet 15.00 Kroniek van letteren
en kunsten. 15.35 Ork. conc. 16.00 Orgel
concert. 16.30 De schoonheid van het Gre
goriaans 17.00 Voor de jeugd. 18.00 Lichte
muziek. 18,15 Journalistiek weekoverz.;
18.25 Lichte muziek. 18.45 Buitenl. corres
pondenties. 19.00 Nws., 19,10 Gram. 19,20
Van het Binnenhof. 19,30 Gram. 20.25 De
gewone man. 20,30 Lichtbaken. 20.50
Gramofoon. 21.00 Gevarieerd programma.
21.50 Act. 22.00 Promenade-ork. 22.30
Wij luiden de Zondag in! 23.00 Nws.,
23,15 Nw. in Esperanto 23.2524.00 Gram.
HILVERSUM II. 298 meter VARA:
7.00 Nws. 7.13 Gram.; 8.00 Nws.; 8.18 „De
Federatie Rotterdam van de Vara 25
jaar", toepr. 8,23 Carillonspel. 8.35 Gram.;
8.50 Voor de vrouw. 9.00 Gym. voor de
vrouw. 9,10 Gram. (9.359.40 Waterst.);
VPRO: 10.00 „Tijdelijk uitgeschakeld",
caus.; 10.05 Morgenwijding. VARA: :o.20
Voor de arbeiders in de continubedrijven.
11,30 Pianorecital. 12.00 Gram., 12,30 Land
en tuinb. meded. 12.33 Orgelspel. 13.00
Nws. 13,15 VARA-varia 13.20 Mil. ork.;
13.35 „Kerken en toren in Rotterdam",
jeugdherinneringen. 13.45 Marinierskapel.
14.00 Rotterdam werkstad", klankb. 14.30
„Waarom ik van Rotterdam hou", prijs
vraag. 14.35 Kamerorkest. 15.10 „Waarom
ik van Rotterdam hou", prijsvraag, 15.15
„Van de Wieg tot het graf", couserie.
15.30 Metropole orkest. 16.00 „Rotter
dam stad van de toekomst", klankb. 16.30
„Waarom ik van Rotterdam hou", prijs
vraag. 16.35 Danmuziek. 17.00 Rotterdam
en de sport. 17,15 Voor de jeugd. 18.00
Nws. en commentaar. 18,20 Harmonie-
ork. 18.40 Regeringsuitz.„Zoeklicht op
de Westerse Defensie". 19.00 Artistieke
staalkaart. VPRO I9.30 „Pasepartout**,
caus. „Het Oude Testament in deze tijd",
caus. 19.55 „Deze wek", caus. VARA
20.00 Nieuws. 20.05 „De sterwen voor
de zwakken", cauerie. 20.15 „Boefje",
hoorsp. 21.50 Socialistisch commentaar.
22.05 Rotterdams Philharmonisch ork. 22.45
Uitlag „Waarom ik van Rotterdam hou".
23.00 Nws. 23,15 Orgelspel. 23.3024.00
Gram.
BRUSSEL VLAAMS. 324 meter, 11.45
Gram.; 12,30 Weerber.; 12,34 Gram. 13.00
Nws.; 13,15 Omr. ork. en soliste. 14.00
Koorzang 14.15 Gram. 14.25 Koorzang.
1445 Gram. 15.15, 16.00, 16.30 Gram., 16.45
Engelse les. 17.00 Nws. 17,10 Gram. 17.30
Pianocecital. 17.50 Gram. 18.30 V. d. sold.
19 Nws. 19.40 Gram. 19.45 Gevar. muz.
21.00 Accord, muz. 21.15 Gram. 21.30 Ac»
cord. muz. 21.45 Gram. 22.00 Nws. 22.15
Verz. progr. 23.00 Nieuws. 23.05-2400 Gr.
BRUSSEL FRANS, 484 meter. 12,10
Ork. conc. 13.00 Nws. 13,10 Verz. progr.
14.05 Klasiek verz. progr. 15.00 Gram.
16.30 Lichte muziek; 17.00 Nws. 17,15 Lichte
muziek. 17,45, 18,30, 19,20 en 19.40 Gram.
19.45 Nws. 20.00 Gevar. muz. 22.00 Nws.
22,10 Dansmuziek. 22.50 Nws., 23.00 Dans
muziek. 23.55 Nws.
HILAIRE BELLOC
34)
„Nou, nou!" gaf de millionnair wel
willend ten antwoord, „en nou neem
ik 't mee, zoals 't is, als je 't maar
even voor mij wilt inpakken".
De oude heer Gabriël ging naar
'lin brandkast, kwam terug met het
Meesterwerk en pakte het zorgvuldig
n voor de begerige ogen van de Her-
Dan werd een taxi opgebeld, de
,™n meiden elkaar beleefd goeden-
"n de Ame Bourgeoise reed vei-
7ji'n triomfantelijke bezitter
li ii in k ,eSlur weg en daarna ging
>n het Plantagenet Hotel een uit-
l'nf °n it gebruiken, dat maar al
te lanS w"s uitgesteld.
T„„, ..HOOFDSTUK XV.
^anjfJInd® geniale Grande van
Hn'oi -it fI)l ln het Plantagenet
"en van de srndte sebarLn en Srimas"
nnde en hofMHt6 ro°(dieren, zat de
heer OaWi K,kv- maar vastbesloten
do K intt V grote Hoofd van
Henry wa^h?» diens bureau- sir
Hit 'T.rri«a .hl,",en Bpwoon tevreden
rie7e i vaak emotie, maar bii
h^Gahrusn i? 2in2 h« ver, dat
Hik Skh il and nam en die harte-
Gabriëh" ieu.-'Uitstekend Bedaan.
zei hij. „Ja waarlijk, voor
treffelijk gedaan. Ik had het zélf niet
beter gekund!" En dat was uit de
mond van Henry Bensington de hoog
ste lof. Want zoals Nelson, Gnatho,
Nero en enkele andere types, kende
hij zijn eigen waarde.
„Ik zal je vertellen, wat je voor
me hebt gedaan, want ik vind, dat
je dat behoort te weten. 1500 pond
zijn net de vergoeding voor mijn
onkosten en dat is alles wat ik no
dig heb. De rest is voor jou. Die
verdien je ook. Ik zou zelf ook niet
meer genomen hebben. Ik vind, dat
het niet behoorlijk is, meer dan een
van de twee tegen de volle prijs te
verkopen, vind je wel vroeg hij
ronduit, zoals eerlijke mensen doen
onder elkaar
Gabriël kuchte eens. even.
„Natuurlijk" zei hij, „iedereen
moet zoiets zelf beoordelen. Maar ik
vind het edelmoedig van u, Sir Henry
zeer edelmoedig."
„Nu, Gabriël', zei Sir Henry, die
straalde, omdat hij op het ogenblik
in zo goed humeur was, „kom hier
bij me zitten en laten we samen een
plan de campagne maken."
„Zoals u wilt, Sir Henry, zoals u
wilt."
De stoelen werden bij elkaar gezet
en de geest van de meester greep
het probleem aan, zoals een goed
worstelaar zijn tegenstander. Ik heb
veldheren in de wereldoorlog gezien,
die al de elementen van een zeer in
gewikkelde situatie, zonder een kaart
bij de hand te hebben, konden be
studeren, omdat ze de kaart, die ze
in hun geest meedroegen, 'zo goed
konden gebruiken. Zo was het nu
ook met Henry Bensington; zonder
ook maar iets te noteren, had hij als
een veldmaarschalk de hele positie
overzien.
„Op de eerste plaats is het mijn
bedoeling, Gabriël, het andere doek
aan de dame te verkopen. Dat
spreekt vanzelf en dat had je
waarschijnlijk ook al gedacht?"
Gabriël knikte van ja.
„Nu dan" ging Henry Bensing
ton voort, „dan komt er natuurlijk
een conflict. Daar zit niets anders op.
De enige reden waarom die vrese
lijke Hardy het ding wil hebben is
om Lady Norbolt eens lekker dwars
te zitten. Ais hij nu hoort, dat zij het
heeft (en ik zal er wel voor zorgen,
dat iedereen het te weten komt), zal
hij protesteren. Hij zal mij een brief
schrijven en hij zal zeker ruzie zoe
ken met Lady Norbolt. Zal ik u
zggen, wat ik denk, dat daarvan
het gevolg zal zijn.!"
„Wat dan?" vroeg Gabriël eerbie
dig, al wist hij het even goed ais
Bensington.
„Een proces?" zei de Beheerser van
de Schilderijenmarkt, terwijl hij zijn
hand op tafel liet vallen. „Natuurlijk,
er is overal risico in en wie niet
waagt, die niet wint. Nu moeten er
twee verhalen verteld worden. Dat
moet je goed in je hoofd houden,
want er mag niets verkeerd gaan.
Eerst moeten we afspreken, wat die
twee schilderijen zijn en hoe we er
aan komen. Dat is de gewone lijn
van ons zaken-doen."
Gabriël knikte instemmend.
„Maar later", hij keek zijn collega
aan en sprak met ernstige en lage
stem, „later zal er een getuigenver
klaring onder ede moeten worden
afgelegd, ais het voor de rechtbank
komt en ik geloof, dat dit het geval
zal zijn."
Gabriël knikte weer.
„Uitstekend". Bensington ging op
besliste toon verder: zijn beide han
den lagen ineengevouwen op de tafel
voor hem. „Op de eerste plaats, hoe
we aan de schilderijen komen. Je
hebt me verteld, wat je den Hertog
hebt wijsgemaakt. Een man kwam
haastig naar binnen, wilde er vijf
pond voor hebben, ging weer weg en
je weet niet waar je hem zoudt
kunnen vinden."
„Zo is het", zei Gabriël.
„Nu dan zal ik je vertellen hoe ik
aan mijn exemplaar kam. Ik keek
toevallig naar een aantal ingepakte
schilderijen in de voorzaal toen ik
een tamelijk klein pak zag, waarvan
de vorm mij bekend voor kwam. Ik
opende het pak en het bleek het
Meesterwerk te zijn. Niemand schijnt
er enig idee van te hebben, hoe het
daar gekomen is. Misschien heeft
iemand het daar laten staan, mis
schien heb ik toch vergeten het in de
kluis te doen en mij dat alleen her
innerd als een automatische handeling
In alle geval, het is er nu."
De Heer Gabriël onderbrak hem
vriendelijk.
„Maar mijn exemplaar, dat de Her
tog geleend heeft. Sir Henry, is het
origineel. Het was uit uw kluis ge
stolen. Ik zet daar mijn hele repu
tatie als vakman op. 't Is onmisken
baar.'
Toen hij merkte hoe intelligent
zijn collega was, kraaide Henry Ben
sington bijna van de pret. Maar hij
deed het niet, omdat hij dit beneden
zijn waardigheid vond.
„Drommel, Gabriël!" riep hij uit.
„Ik geloof, dat jouw hersens de enige
zijn, die de mijne evenaren. Je hebt
precies gezegd, wat op mijn lippen
lag. Dat is het. Precies zo! Toen je
het had, zag je dadelijk, op grond van
je eigen diepgaande kennis van dit
soort dingen, je deskundigheid ten
aanzien van de hele school en vooral
ten aanzie n van het hele werk van
Bourrot, dat, wat je op zo geheim
zinnige wijze gebracht was, het ori
gineel was."
Gabriël knikte.
„Juist zo!" ging Sir Henry voort.
„En nu Gabriël ben ik evenzeer
overtuigd op grond van mijn deskun
digheid, kennis, enz. enz., hij had zo'n
plezier, dat hij bijna lachte, „ik wil
er mijn hele reputatie als vakman
opzetten, dat het exemplaar, dat ik
heb, het authentieke is. Dat van jou is
een ellendige namaak en wat mij be
treft, mag de Hertog er gelukkig
mee zijn. Is dat duidelijk?"
„Ja zeker, Sir Henry, volkomen
duidelijk".
Er was even een ogenblik stilte, die
het gewone en alledaagse scheidde
van het verhevene en gevaarlijke.
Toen ging Henry Bensington door op
die andere, ernstiger toon;
„Als en wanneer het tot getuigen
verklaringen komt, Gabriël, moet aan
deze gechidenis worden vastge
houden".
„Natuurlijk, Sir Henry', zei Gabriël
met beslistheid. „Geen kruisverhoor
mag ze aan het wankelen brengen.
Het gaat om jouw reputatie tegenover
de mijne. En de rechter en de jury
moeten het dan maar uitmaken. Je
bent beleefd tegenover mij natuurlijk
en ik tegenover jou dat zij we
elkaar verschuldigd; maar we ver
schillen als zwart en wit in de vraag,
welke van de twee exemplaren het
echte is. Zo. Dat is dan afgesproken"
De heer Gabriël zag, dat de be
spreking afgelopen was en vroeg hem
of hij het plan zou herhalen om te
laten zien, dat hij het goed onthou
den had, omdat natuurlijk niets op
schrift gesteld kon worden.
Bensington luisterde naar hem, ter
wijl hij accuraat het hele plan her
haalde en voor hij heenging, dankte
Bensington hem voor de keurige
wijze waarop hij zijn plicht had ge
daan.
„Zoals ik je zei, heb je juist myn
verliezen goedgemaakt. Ik heb aan
ieder van mijn geëerde collega's, den
Fransen en den Itailaansen 500 pd.
st. gegeven, ik had een welverdiende
gratificatie aan mijn beide agenten te
geven en dan waren er nog een aantal
kleinere uitgaven, zoals je weet. Ik
schat 't geheel op 1500 pd.st. en dan
blijft er 500 voor jou, Gabriël, 500
voor jou, 500 voor jou
De heer Gabriël boog diep als voor
een lid van de koninklijke familie.
Het was veel meer dan hij verwacht
had cn hij begon woorden van dank
te stamelen.
„Geen dank, geen dank, beste Ga
briël", zei Bensington, terwijl hij
hem naar de deur geleidde. „Je ver
dient het."
Toen hij terugkwam naar zijn bu
reau moest hij alleen het probleem
bekijken, dat het ergste was in de
hele zaak en de kern van het gevaar.
Vier mensen zouden weten, dat hij,
Bensington, en zijn collega Gabriël
beiden gelogen hadden in iedere ver
klaring, die ze zouden schrijven, en
als zo'n verklaring als getuigenis
voor de rechtbank kwam, zouden
deze vier mensen weten, dat Bensing
ton meineed begaan had. En meineed
is strafbaar voor de wet. Deze vier
mensen waren Monsieur Caen, Si. nor
Allesandria, de Jonge Schilder en de
Plaatsvervangende Huisknecht.
(wordt vervolgd)