Pagbla9 jBcStcm De graanvoorziening GEVALLEN MENS richt zich op HET GEVAL SPINNEKOP j Een Meesterwerk is zoek in ons land Dank zij liet leger idealisten der reclasseringsverenigingen Wat een Wonderlijke Wereld RADIO TWEEDE BLAD VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1953 iD1 Nationale Reclasseringsdag Atjeh Polemiek Station („The Missing Masterpiece LIET is een onderwerp van groot belang voor onze bevolking en het is een interessant onderwerp er eens algemene aandacht voor te vragen. De meeste mensen eten brood en liefst veel brood, zij weten niet hoe het graan eigenlijk bij de bakker komt. En zij vinden al bij voor baat dat „de Regering" er maar voor te zorgen heeft en voor de rest trekken de mensen er zich niets van aan. Zij eten het brood, zij kankeren als 't te duur wordt, zij zijn niet dankbaar als er eens een cent of een paar centen van af gaan. Als het brood slecht is, heeft de bakker het gedaan. Sinds 1940 begint er in ons land een beetje meer lucht en licht te komen in een toestand in ons land, dat het gewone brood al langer hoe duurder werd en niet beter. Zoals de meeste mensen aan margarine gewend zijn geraakt, zo is de ge woonte ..oorlogsbrood" wel is waar van iets betere samenstelling, te gebruiken aanvaard. Maar aan een toestand als voor 1940 dat tegen een redelijke prijs brood gekocht, kan worden, zijn we nog lang niet. Het ogenblik nadert echter, dat de prijsverlagingen vanuit de tarweproducerende landen zich ook hier te lande moet gaan tonen. In West-Europa, vooral in Ne derland, wordt dit volksvoedsel zeer sterk beinvloed door de tarwe-wereldprijs. Al zou men in Nederland willen, de economische verhoudingen in de landbouw zijn zo, dat Nederland niet gevoed kan worden door eigtn tarweproductie. Na 1880 heeft vooral Noord-Ame- rika tegen zeer lage prijzen zulke goede tarwe aan de markt gebracht dat de Nederlandse landbouw niet in staat was een even goed product tegen een zelfde spotprijs op de markt te brengen. En de Nederlandse economie paste zich, met enkele kleine, schokken tot aan 1910, automatisch aan op bijna algehele tarwe-invoer uit het buitenland. Geen mens van beneden 60 jaar weet en kent een andere toestand dan een voorziening van da brood trommel met van buiten aange voerde tarwe! Natuurlijk is dat een der zwakste punten in onze volks-voedsel-voor- ziening, dat de regeringen telkens voor bepaalde moeilijkheden en nu en dan bijna voor onoplosbaarhe den stelde. Dat was zo tussen 1914 en 1918, onmiddellijk na 1918, tussen 1940 en 1945. En het was dus steeds een wijs beleid flinke voorraden aan „broodgraan" te bezitten, die vaak m bovengemelde tijdvakken biel pen de eerste moeilijkheden op te vangen. Het was dus heel begrijpelijk, dat de regering na 1945 gepoogd heeft onze eigen landbouw te sti muleren broodgranen te produce ren. Het ging daarbij om de prij zen, die de regering besteedde voor de ingeleverde granen. Die zo moesten zijn, dat de landbouwer er aan kon verdienen, dat ze het hem gemakkelijk maakten, gaarne in te leveren. Toeslag uit de staats kas moest dan via de detail-handel en de bakkerij de prijs voor de consumptie laag houden. Met het toeslag-systeem werd in de laatste drie jaar geleidelijk aan gebroken, vandaar de stijging der brood prijzen. De regering moest dit systeem wel volgen, omdat er een gebrek was aan dollar-deviezen, die ons beletten graan te kopen, zoveel als we wilden. ~Joals het noodzakelijk was voor de tarwe,, even noodzakelijk was het voor de voedergranen. De tijd, dat Nederland zijn eigen vee koeken produceerde in voldoende heeveelheid en voldoende kwali teit kunnen de mensen beneden de 60 jaar zich niet meer herinneren Tussen 1890 en 1900 overstroomde de Amerikaanse markt de veeteelt- gebieden van West-Europa, met eerste klas veekoeken. Laten we hopen, met blijvend succes heeft in de laatste jaren minister Mansholt geprobeerd de landbouw er toe te brengen, zijn eigen veevoer-producten zelf te te len om zoveel mogelijk vrij te worden van een invoer, die op de duur toch niet te betalen zal zijn en die onze veevokkerij te veel afhankelijk zou maken van de vaak op en neer springende we reldmarktprijzen. Door welk laat ste verschijnsel onze landbouw en veeteelt niet van een contant le venspeil verzekerd kunnen zijn. Maar met de tarwe als bron van onze voedselvoorziening zouden de maatregelen, bij vrijgemaakte handel en invoer, nooit gelukt zijn en lukken. We blijven daarbij afhankelijk van onze deviezen-voorraad voor aankoop in de U.S., in Canada, Ar gentinië of Rusland. Ook deze leveranciers (behalve Rusland) hebben door onderlinge afspraken geprobeerd de tarwe- prijzen op een zodanig peil te hou den, dat daar de landbouw van een voldoende bestaan verzekerd zou zijn. In de loop der jaren heeft de Amerikaanse regering alle over schotten opgekocht en opgeslagen. Maar met dit systeem kan de rege ring niet doorgaan; de overschot ten moeten eens op de markt en in consumptie gebracht worden! In Amerika geeft dit moeilijkhe den, omdat het boerenbedrijf tot op heden behoorlijk verdienen de aan die door de regering betaal de overschotten maar doorge gaan is met de productie van aller lei granen en daartoe zelfs op aller lei gronden roofbouw ging plegen. Pas in het laatste jaar is de Ameri kaanse regering er toe overgegaan uit hare enorme voorraden naar landstreken, waar bij herhaling voedseltekort heerst, van voedsel te voorzien. Had zij dit eerder ge daan, inplaats van dollars te schen ken, dan zouden de voorraden daar zodanig zijn geslonken, dat men niet bang behoefde te zijn voor een prijsdaling die voor de Amerikaanse landbouw catastrofaal zou zijn en ook de graanimporte- rende landen van Europa voor be paalde structuele moeilijkhden zou zetten. j\ju ook in ons land de geleidelijke daling der tarwe-prijzen voel- lijke daling der tarwe-prijzen voel baar wordt, staat de regering voor de verantwoordelijkheid (met en zonder adviezen van de landbouw organisaties) tot een oplossing te komen, welke bij een vrije handel en een vrije import de landbouw hier te lande zodanige steun ver leent, dat de productie van granen beschermd wordt tegen een te snel le prijsval. Maar uiteindelijk zal toch niet tegengegaan kunnen worden, dat onze binnenlandse consumptie mag gaan profiteren van de daling, die in de wereld- prijzen plaats vindt. Ook de consu menten mogen nu en dan wel eens het genoegen smaken een enkele maal van een prijsverlaging te profiteren. Maar dit zal een geval zijn van tijdelijk aard. De economische toe stand blijft, dat ons land voor de volksvoeding, het brood, aangewe zen blijft op de invoer van, laat ons zeggen 80 procent aan de benodig de hoeveelheid tarwe; dat de prijs hiervan niet gestabiliseerd kan blij ven (al doet de Tarwe-Unie daartoe haar best), dat ons volk recht heeft een lagere broodprijs te zien be rekend bij lagere tarwe-prijzen, evenals het steeds meer heeft moe ten betalen bij stijgende prijzen! Maar deze feiten en de gevaren daarvan voor een gestabiliseerd economisch leven zijn misschien redenen om zo spoedig mogelijk te zorgen voor een flinke buffer voorraad, zoals wij die (ook om oorlog- en mobilisatie-redenen) vóór 1940 kenden. B.o.Z. Ir. J. (Van onze speciale verslaggever) E Arrondissementsrechtbank te Zwolle veroordeelde de llU 35-jarige belastingambtenaar J. S. uit Heino wegens ver duistering van een bedrag van f 2700 tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proef tijd van 3 jaren, en met aftrek van voorarrest." Dergelijke berichten krijgt de krantenlezer dagelijks onder ogen. Hij vliegt er even overheen en vergeet ze, wanneer hij tenminste niet behoort tot de enge gemeenschap waarvan de 35-jarige J. S. deel uit maakt. Dan wordt plotseling zijn nieuwsgierigheid getrokken en hij rust niet, voordat hij weet wie zich verschuilt achter de initialen J. S.. En wanneer hij heeft uitgevist, dat J. S. niemand anders is dan Jacobus Spinnekop, zit het bericht diep in zijn geheugen gegrift. gers, want zo iets had men nu wel allerminst van Spinnekop verwacht. De politie haalde hem op en nu be gon de rechterlijke molen te malen, langzaam maar zeker. Spinnekop is geen beroepsmisdadiger en dus wordt hij onder de handen van een gerou tineerde rechercheur zo week als was. Hij valt door de mand en bekent de fraude. Over de beweegredenen tot dit misdrijf laat hij echter geen woord los. Hij is getrouwd en vader van verscheidene kinderen. Voor het oog van de wereld is zijn huwelijksleven goed en zijn vrouw bestuurt het huis houden met wijs en zuinig beleid. Zelf gaat hij niet uit, maakt geen buiten sporige verteringen. Alleen ging hij iedere veertien dagen van Heino naar Rotterdam voor het volgen van een belastingcursus, zoals hij verklaarde. Deze verklaring bleek een leugen te zijn en toen zocht de politie ver der en het duurde niet lang of er was zoveel bewijsmateriaal verzameld dat ontkennen niet meer baatte. Jacobus Spinnekop had een verhou ding met Mieke Polderman in Rotter dam de weduwe van een gefusilleer de verzetsman. Deze verhouding wil den hij verborgen houden, waarvan een broer van Mieke een misdadig gebruik maakte om Spinnekop te chanteren. Het grootste deel van het verduisterde geld had hij dan ook ge bruikt om deze chanteur de mond te snoeren. Hiermede was de vraag opgelost, waarom Spinnekop de verduistering had gepleegd en was de zaak „rond". Jacobus Spinnekop kwam voor zijn rechters en werd tot de bovenaange haalde gevangenisstraf veroordeeld, 'n straf, die gezien de grootte van het misdrijf, en de omstandigheid, dat hij de verduistering in dienstbetrekking heeft gepleegd, mild genoemd mag worden. ACHTERGROND VAN HET MISDRIJF Over vijf of over tien jaar zal hij zich nog steeds herinneren dat deze Jacobus Spinnekop het Rijk eens heeft benadeeld voor een bedrag van f 2700. Jacobus Spinnekop is een dief geworden, een dief zonder meer, een mens, die niet te vertrouwen is, voor wie je op de je hoede moet zijn. En al wie met hem in aanraking komt zal hem dit laten voelen ook. Hoe het geval Spinnekop zich in werkelijkheid heeft toegedragen we ten echter maar weinig mensen en 't kan daarom zijn nut hebben dit geval eerst eens in alle objectiviteit te be kijken. Een dezer dagen is het geval Spinnekop „opgevoerd" in de boven zaal van een hotel in Zwolle, omdat ds J. C. van Eizenga, de directeur van de Hervormde Stichting voor Maat schappelijk Werk te Zwolle, de gees telijke vader is van Jacobus Spinne kop. De medespelenden waren „ge trainde" artisten, want ieder van hen vervult deze functie ook in het dage lijkse leven. De commissaris van poli tie was een echte commissaris van politie en de president van de recht bank oefent ook in werkelijkheid deze functie uit. Zij allen bekeken de zaak- Spinnekop vanuit hun gespecialiseerd standpunt, belichtten er dus één kant van en deden dit uit de aard van de zaak als deskundigen. Want Jacobus Spinnekop bestaat niet, althans deze Spinnekop niet. En toch bestaat hij wel, want er lopen honderden Spinnekoppen rond, zij het ook onder een andere naam. SLACHTOFFER VAN CHANTAGE T"Ne uitdrukking „rondlopen" is niet gelukkig gekozen, want onze ge fingeerde Spinnekop ,,zit", zoals het in de volksmond luidt. Hij zit eenzaam in een cel in afwachting van zijn ver oordeling. Deze ambtenaar van de be lastingen, die het vertrouwen genoot van zijn chefs en medemensen, heeft dit vertrouwen beschaamd. In Heino verving hij de ontvanger en incasseer de de belastinggelden voor de Staat der Nederlanden. Een gedeelte hier van incasseerde hij echter voor zich zelf. De fraude kwam uit en groot was de ontsteltenis zijner medebur- (Advertentie) Joe is de rechtbank nu tot dit von nis gekomen? En met de oplos - sing van deze vraag zitten wij mid den in het probleem der reclassering, een probleem, waarvoor de opvoering van het geval Spinnekop plaats had. Terstond na zijn in verzekering stel ling heeft de reclassering zich met Spinnekop bezig gehouden. Na ver loop van tijd heeft de rechtbank een uitvoerig rapport ontvangen, dat een geheel ander licht werpt op Spinne kop. AT er in Atjeh gebeurt, riet er niet mooi uit. Het uittreden van de grote Mohammedaanse partij, de Masjoemi, uit de rege ring, heeft in Indonesië de tegen stellingen ongetwijfeld verscherpt en 't Mohammedaanse zelfbewust zijn in verschillende streken opge warmd. Het verwijt aan de huidige regering is, dat ze zich door com munistische invloeden laat infiltre ren. En zo wordt het bendewezen veelal opererend onder Moham medaans-nationalistische vlag aangewakkerd. De vanouds krijgs haftige Atjehers zijn nu ook aangestoken. Terwijl het aller eerst en allerdringendst nodige voor Indonesië is harder werken en meer produceren, dreigt de mogelijkheid daarvan steeds meer aangetast te worden door onrust en onveiligheid. De zo vurig begeerde onafhankelijkheid heeft wel een zure bijsmaak. £)E voltallige ministerraad heeft zich nu beraden over het loon- vraagstuk zonder tot een beslis' sing te komen. Nog altijd heeft men de hoop niet opgegeven, dat men vooraf met werkgevers en werknemers wel tot overeenstem ming kan komen over een bepaald percentage. En de werkgevers zul len wel inzien, dat ze hun ver langen, eerst de S.E.R. in te scha kelen dienen te laten vallen uit hoofde van practische onmogelijk heid. Jammer is het, dat daarover juist zulk een scherpe polemiek is ontbrand tussen K.A.B. en Katho lieke Werkgevers. Bij een rustig doorlezen van de tien punten kan men o.i. slechts vaststellen, dat geen van beide partijen daartegen heeft gezondigd. Uit het feit, dat men van de zijde der katholieke werkgevers thans blijkbaar niet antwoordt op het K.A.B.-commu- niqué maken we op, dat men de polemiek in het openbar niet wil voortzetten. Dat dunkt ons ook maar het beste. Laat men er eens openhartig over spreken in de Raad van Overleg. Dan zal men hopen we wel zien, dat het ver schil van mening niet zo scherp ligt als men thans uit sommige uit drukkingen zou moeten opmaken. Dit rapport onthult letterlijk alles wat een beeld kan geven van de ver dachte, zijn familie-omstandigheden, zijn gezondheidstoestand, zijn karak ter, zijn levensinstelling, zijn capaci teiten en ambities. Wat echter meer is: dit rapport geeft ook de psycholo gische achtergrond van het misdrijf. Gedurende de bezetting was deze delinquent een moedig illegaal werker, die in 1944 wegens het stelen van bon kaarten door de Duitsers werd gegre pen, tezamen met een collega Polder man. Spinnekop kwam er met enkele maanden gevangenisstraf van af. doch zijn vriend Polderman, bij wie hij veel aan huls kwam, werd gefusilleerd. Hij trok zich het lot van zijn weduwe, Mieke Polderman, aan. in het begin uitsluitend, omdat hij zich verplicht achtte dit te doen. Zodoende groeide een menselijke genegenheid, die des te gemakkelijker tot liefde kon groeien, omdat het huwleijk van Spinnekop niet zo goed was als het uiterlijk leek. Natuurlijk wordt door deze omstandigheid de verhouding van verdachte met deze vrouw niet goed gepraat, doch wordt slechts een verklaring gegeven, die kan meehel pen om het misdrijf in het juiste licht te zien. EEN NIEUW LEVEN BEGINT f")ok na het vonnis zit de reclasse- ring niet stil. Spinnekop betreurt zijn daad. Heel zijn maatschappelijke positie, die hij zich door hard werken heeft opgebouwd, stort als een kaar tenhuis in elkaar en hij is de wan hoop nabij. Het recht heeft zijn be loop gehad en heeft een mens ter neer geslagen. Deze mens moet weer de gelegen heid krijgen zich op te heffen, zo re deneert de reclassering, en men wacht hiermede niet .totdat hij zijn negen maanden uitgezeten heeft. Natuurlijk kan hij niet meer terug bij de belas tingen. Via een relatie uit de illega liteit wordt werk voor hem gezocht en gevonden als magazijnbediende administrateur bij een groot bedrijf. Een andere oud-illegaal wordt bereid gevonden toezicht uit te oefenen op Spinnekop, zodra hij zal zijn ontsla gen. Gedurende zijn gevangenisstraf wordt gezorgd voor zijn gezin, terwijl tevens getracht wordt ook zijn huwe lijk weer in orde te brengen. Zijn vrouw begrijpt zijn misdrijf, ziet ook haar eigen schuldeloze schuld in en samen met haar man wil zij een geheel nieuw leven opbouwen. En dan breekt de dag aan .dat de gevangenispoorten zich voor Jacobus Spinnekop openen en hij weerloos staat in een samenleving, die noch vergeet noch vergeeft. Hij is echter bezield met de vaste wil een eerlijk mens te worden, te zorgen voor vrouw en kinderen en alle tegenslagen te aanvaarden als een verlengstuk van de straf, die hij heeft ondergaan. Wanneer dit Spinnekop gelukt, heeft hij dit te danken aan de reclas sering, aan dat leger van vrijwilligers die een mens opbeuren, wanneer hij is gestruikeld. Om het werk van deze ide alisten meer bekendheid te ge ven en om de noodzakelijke middelen te verzamelen, die voor dit werk nodig zijn, wordt telkenjare een Nationale Re classeringsdag gehouden. Laten wij op deze dag aan Jaco'ous Spinnekop denken, aan een ge vallen mens, die zijn val be, treurt en zijn straf heeft aan vaard, en die daardoor recht heeft op de mogelijkheid om zich weer op te heffen. En mocht het moeilijk zijn met deze welwillendheid aan Jacobus Spinnekop te denken, overweegt dan Paulus' verma ning: „Wie staat zie toe, dat hij niet valle." r\E SPOORWEGBEAMBTEN van het station van Wenen vermaken elkaar met de volgende zinsnede: „Het kan raar gaan in de wereld. Nauwelijks hadden we mevrouw Maclean zien vertrekken of daar kwam de goede Beria binnenvallen" En dan lachen die mannen zich een ongeluk. Boef P)E 27-JARIGE Mahmoud Hegazi heeft reeds 63 jaar gevangenis staf te goed, omdat hij zei schuldig te zijn aan misdaden, die hij nooit had gepleegd. Hij hield alleen maar van het gevangenisleven. Het minste of geringste, dat hem omtrent esm mis daad ter ore kwam deed hem naar de politie stormen, om te zeggen, dat hij het had gedaan. Ook zijn moeder zat in het complot, want zij zond ondertussen brieven naar de minister van Justitie, waarin zij klaagde over het slechte gedrag van haar jongen. De zoon zal worden onderzocht, want helemaal normaal lijkt hij niet op het eerste gezicht. Afwisseling JN een televisie-programma vertelde de vroegere presi dent H. Truman de Ameri kaanse kinderen, dat het hun plicht was de vrede en wel vaart onder alle volkeren van de wereld voor te staan. Het volgende programmapunt be stond uit een oorlogstafereel, waarin mensen van alle moge lijke nationaliteiten elkaar met speren naar het leven stonden. Bezoek WRIEND BERIA is op ons bureau komen informeren of hij al te erg in de gaten liep. Om bepaalde redenen was hij daar bang voor. De juffrouw aan het loket zou er eerst nog niet zo gauw erg in hebben ge had. Haar wantrouwen werd echter gewekt toen ze zag, dat de bezoeker een hamer en een sikkeltje in zijn vestzakje had. Ze verkreeg zeker heid toen de man per ongeluk een klein ijzeren gordijntje1 liet vallen en rood aanliep van de schrik. Ze waar schuwde stilletjes de dienstdoende redacteur. Die heeft er werk van ge maakt. maar niemand die hem wil geloven. Soldaat Chauffeur ptE VROEGERE premier van En- geland, de heer Attlee, schept graag op over zijn chauffeur, die hij de beste van heel de wereld noemt. Het is zijn eigen vrouw, die hem tijdens de verkiezingscampagne dui zenden kilometers heeft gereden en nog geen schrammetje aan *t spat bord van haar auto opliep. Nu is het evenwel uit met de re putatie van onkreukbaarheid. Ze had zich voor de verkeerspolitie te ver antwoorden wegens ongeoorloofd parkeren en wegens het rijden met onvoldoende licht. Record TWEE AMERIKAANSE vliegers 1 Bean en Cwely gaan proberen het vliegrecord lange afstand te bre ken. Ze willen met hun machine vijftig dagen in de lucht blijven. Het wereldrecord werd in 1949 eveneens door twee Amerikanen gevestigd en wel op 47 dagen. V ondst QP de bodem van de Zwarte Zee in de buurt van de Rus sische stad Soechoemi hebben naarstige vorsers een marmeren relief en overblijfselen van een oude stadsmuur gevonden. Dat heeft het Sowjet-persbureau Tass meegedeeldBinnen enige dagen hoopt het persbureau zekerheid te hebben verkregen over hun vermoeden, dat Adam en Eva hier over de waarde van het commu nisme hebben getwist QIT is een typisch voorbeeldje van een verlegen soldaat. Gevangenis WOOR de tweede keer ln vijf Jaren v tijds is de vier bij drie meter grote gevangenis van het kleine Ka naaleiland Sark voor haar ware be stemming gebruikt. Een der eiland bewoners Dennis Carre, moest er de nacht in door brengen, omdat hij dronken over de straat had gelopen, terwijl hij nog van de vorige keer op de zwarte lijst stond. Wie op de ze zwarte lijst staat mag geen voet zetten in een der negen cafeetjes van het eiland. Voordat Dennis in de ge vangenis kan worden gestopt, moest de politie een matras en enkele de kens lenen bij de buren. De matra* en de dekens die bij de cel hoorden, bleken n.l. door de motten opgega- te te zijn. de dag De advertentie van i ELECTRISCHE WATERPOMP TE KOOP AANGEBODEN f J BIJ RODEWIJK. PARAL- LELWEG 41, ACHTEROM DE TRAP OP, WAALWIJK. J Armbandradio WOOR het Amerikaanse leger Is een armbandradio ontworpen, die wordt ingebouwd in een plastio omhulsel van 5 x 3 x 0.6 centimeter. Tot op een afstand van 65 kilometer van de radiozender kan de uitzen ding beluisterd worden. Record DENé GUYOH, een kolenhandelaar uit het Franse stadje Besancon, heeft weer een nieuw soort record uitgevonden. Hij droeg een zak ko len van vijftig kilo in precies 7 uur en 10 minuten veertig kilometer ver. Hij daagt nu zijn collega's uit dit sterke staaltje te verbeteren. ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953 HILVERSUM I. 492 meter KRO. 7.00 Nws. 7.10 Gram., 7.15 Gym., 7.30 Koor- conc. 7.45 Morgengebed en lit. kal. 8.00 Nws 8,15 Gram.; 8.40 Hoogmis; 10.00 V.d. kluters. 10.15 Gram.; 11.00 Voor de zieken; 11.45 Franse chanons 11.55 Gram.; 12.00 Angelus. 12.03 Gram.; (12.3012.33 Land en tuinb. meded.;) 12.55 Zonnewijzer 13.00 Nws en Kath. nws. 13.20 Amus. ork. 14.00 Boekbespr. 14.10 Gram.; 14.40 Mannen- dubbelkwartet 15.00 Kroniek van letteren en kunsten. 15.35 Ork. conc. 16.00 Orgel concert. 16.30 De schoonheid van het Gre goriaans 17.00 Voor de jeugd. 18.00 Lichte muziek. 18,15 Journalistiek weekoverz.; 18.25 Lichte muziek. 18.45 Buitenl. corres pondenties. 19.00 Nws., 19,10 Gram. 19,20 Van het Binnenhof. 19,30 Gram. 20.25 De gewone man. 20,30 Lichtbaken. 20.50 Gramofoon. 21.00 Gevarieerd programma. 21.50 Act. 22.00 Promenade-ork. 22.30 Wij luiden de Zondag in! 23.00 Nws., 23,15 Nw. in Esperanto 23.2524.00 Gram. HILVERSUM II. 298 meter VARA: 7.00 Nws. 7.13 Gram.; 8.00 Nws.; 8.18 „De Federatie Rotterdam van de Vara 25 jaar", toepr. 8,23 Carillonspel. 8.35 Gram.; 8.50 Voor de vrouw. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9,10 Gram. (9.359.40 Waterst.); VPRO: 10.00 „Tijdelijk uitgeschakeld", caus.; 10.05 Morgenwijding. VARA: :o.20 Voor de arbeiders in de continubedrijven. 11,30 Pianorecital. 12.00 Gram., 12,30 Land en tuinb. meded. 12.33 Orgelspel. 13.00 Nws. 13,15 VARA-varia 13.20 Mil. ork.; 13.35 „Kerken en toren in Rotterdam", jeugdherinneringen. 13.45 Marinierskapel. 14.00 Rotterdam werkstad", klankb. 14.30 „Waarom ik van Rotterdam hou", prijs vraag. 14.35 Kamerorkest. 15.10 „Waarom ik van Rotterdam hou", prijsvraag, 15.15 „Van de Wieg tot het graf", couserie. 15.30 Metropole orkest. 16.00 „Rotter dam stad van de toekomst", klankb. 16.30 „Waarom ik van Rotterdam hou", prijs vraag. 16.35 Danmuziek. 17.00 Rotterdam en de sport. 17,15 Voor de jeugd. 18.00 Nws. en commentaar. 18,20 Harmonie- ork. 18.40 Regeringsuitz.„Zoeklicht op de Westerse Defensie". 19.00 Artistieke staalkaart. VPRO I9.30 „Pasepartout**, caus. „Het Oude Testament in deze tijd", caus. 19.55 „Deze wek", caus. VARA 20.00 Nieuws. 20.05 „De sterwen voor de zwakken", cauerie. 20.15 „Boefje", hoorsp. 21.50 Socialistisch commentaar. 22.05 Rotterdams Philharmonisch ork. 22.45 Uitlag „Waarom ik van Rotterdam hou". 23.00 Nws. 23,15 Orgelspel. 23.3024.00 Gram. BRUSSEL VLAAMS. 324 meter, 11.45 Gram.; 12,30 Weerber.; 12,34 Gram. 13.00 Nws.; 13,15 Omr. ork. en soliste. 14.00 Koorzang 14.15 Gram. 14.25 Koorzang. 1445 Gram. 15.15, 16.00, 16.30 Gram., 16.45 Engelse les. 17.00 Nws. 17,10 Gram. 17.30 Pianocecital. 17.50 Gram. 18.30 V. d. sold. 19 Nws. 19.40 Gram. 19.45 Gevar. muz. 21.00 Accord, muz. 21.15 Gram. 21.30 Ac» cord. muz. 21.45 Gram. 22.00 Nws. 22.15 Verz. progr. 23.00 Nieuws. 23.05-2400 Gr. BRUSSEL FRANS, 484 meter. 12,10 Ork. conc. 13.00 Nws. 13,10 Verz. progr. 14.05 Klasiek verz. progr. 15.00 Gram. 16.30 Lichte muziek; 17.00 Nws. 17,15 Lichte muziek. 17,45, 18,30, 19,20 en 19.40 Gram. 19.45 Nws. 20.00 Gevar. muz. 22.00 Nws. 22,10 Dansmuziek. 22.50 Nws., 23.00 Dans muziek. 23.55 Nws. HILAIRE BELLOC 34) „Nou, nou!" gaf de millionnair wel willend ten antwoord, „en nou neem ik 't mee, zoals 't is, als je 't maar even voor mij wilt inpakken". De oude heer Gabriël ging naar 'lin brandkast, kwam terug met het Meesterwerk en pakte het zorgvuldig n voor de begerige ogen van de Her- Dan werd een taxi opgebeld, de ,™n meiden elkaar beleefd goeden- "n de Ame Bourgeoise reed vei- 7ji'n triomfantelijke bezitter li ii in k ,eSlur weg en daarna ging >n het Plantagenet Hotel een uit- l'nf °n it gebruiken, dat maar al te lanS w"s uitgesteld. T„„, ..HOOFDSTUK XV. ^anjfJInd® geniale Grande van Hn'oi -it fI)l ln het Plantagenet "en van de srndte sebarLn en Srimas" nnde en hofMHt6 ro°(dieren, zat de heer OaWi K,kv- maar vastbesloten do K intt V grote Hoofd van Henry wa^h?» diens bureau- sir Hit 'T.rri«a .hl,",en Bpwoon tevreden rie7e i vaak emotie, maar bii h^Gahrusn i? 2in2 h« ver, dat Hik Skh il and nam en die harte- Gabriëh" ieu.-'Uitstekend Bedaan. zei hij. „Ja waarlijk, voor treffelijk gedaan. Ik had het zélf niet beter gekund!" En dat was uit de mond van Henry Bensington de hoog ste lof. Want zoals Nelson, Gnatho, Nero en enkele andere types, kende hij zijn eigen waarde. „Ik zal je vertellen, wat je voor me hebt gedaan, want ik vind, dat je dat behoort te weten. 1500 pond zijn net de vergoeding voor mijn onkosten en dat is alles wat ik no dig heb. De rest is voor jou. Die verdien je ook. Ik zou zelf ook niet meer genomen hebben. Ik vind, dat het niet behoorlijk is, meer dan een van de twee tegen de volle prijs te verkopen, vind je wel vroeg hij ronduit, zoals eerlijke mensen doen onder elkaar Gabriël kuchte eens. even. „Natuurlijk" zei hij, „iedereen moet zoiets zelf beoordelen. Maar ik vind het edelmoedig van u, Sir Henry zeer edelmoedig." „Nu, Gabriël', zei Sir Henry, die straalde, omdat hij op het ogenblik in zo goed humeur was, „kom hier bij me zitten en laten we samen een plan de campagne maken." „Zoals u wilt, Sir Henry, zoals u wilt." De stoelen werden bij elkaar gezet en de geest van de meester greep het probleem aan, zoals een goed worstelaar zijn tegenstander. Ik heb veldheren in de wereldoorlog gezien, die al de elementen van een zeer in gewikkelde situatie, zonder een kaart bij de hand te hebben, konden be studeren, omdat ze de kaart, die ze in hun geest meedroegen, 'zo goed konden gebruiken. Zo was het nu ook met Henry Bensington; zonder ook maar iets te noteren, had hij als een veldmaarschalk de hele positie overzien. „Op de eerste plaats is het mijn bedoeling, Gabriël, het andere doek aan de dame te verkopen. Dat spreekt vanzelf en dat had je waarschijnlijk ook al gedacht?" Gabriël knikte van ja. „Nu dan" ging Henry Bensing ton voort, „dan komt er natuurlijk een conflict. Daar zit niets anders op. De enige reden waarom die vrese lijke Hardy het ding wil hebben is om Lady Norbolt eens lekker dwars te zitten. Ais hij nu hoort, dat zij het heeft (en ik zal er wel voor zorgen, dat iedereen het te weten komt), zal hij protesteren. Hij zal mij een brief schrijven en hij zal zeker ruzie zoe ken met Lady Norbolt. Zal ik u zggen, wat ik denk, dat daarvan het gevolg zal zijn.!" „Wat dan?" vroeg Gabriël eerbie dig, al wist hij het even goed ais Bensington. „Een proces?" zei de Beheerser van de Schilderijenmarkt, terwijl hij zijn hand op tafel liet vallen. „Natuurlijk, er is overal risico in en wie niet waagt, die niet wint. Nu moeten er twee verhalen verteld worden. Dat moet je goed in je hoofd houden, want er mag niets verkeerd gaan. Eerst moeten we afspreken, wat die twee schilderijen zijn en hoe we er aan komen. Dat is de gewone lijn van ons zaken-doen." Gabriël knikte instemmend. „Maar later", hij keek zijn collega aan en sprak met ernstige en lage stem, „later zal er een getuigenver klaring onder ede moeten worden afgelegd, ais het voor de rechtbank komt en ik geloof, dat dit het geval zal zijn." Gabriël knikte weer. „Uitstekend". Bensington ging op besliste toon verder: zijn beide han den lagen ineengevouwen op de tafel voor hem. „Op de eerste plaats, hoe we aan de schilderijen komen. Je hebt me verteld, wat je den Hertog hebt wijsgemaakt. Een man kwam haastig naar binnen, wilde er vijf pond voor hebben, ging weer weg en je weet niet waar je hem zoudt kunnen vinden." „Zo is het", zei Gabriël. „Nu dan zal ik je vertellen hoe ik aan mijn exemplaar kam. Ik keek toevallig naar een aantal ingepakte schilderijen in de voorzaal toen ik een tamelijk klein pak zag, waarvan de vorm mij bekend voor kwam. Ik opende het pak en het bleek het Meesterwerk te zijn. Niemand schijnt er enig idee van te hebben, hoe het daar gekomen is. Misschien heeft iemand het daar laten staan, mis schien heb ik toch vergeten het in de kluis te doen en mij dat alleen her innerd als een automatische handeling In alle geval, het is er nu." De Heer Gabriël onderbrak hem vriendelijk. „Maar mijn exemplaar, dat de Her tog geleend heeft. Sir Henry, is het origineel. Het was uit uw kluis ge stolen. Ik zet daar mijn hele repu tatie als vakman op. 't Is onmisken baar.' Toen hij merkte hoe intelligent zijn collega was, kraaide Henry Ben sington bijna van de pret. Maar hij deed het niet, omdat hij dit beneden zijn waardigheid vond. „Drommel, Gabriël!" riep hij uit. „Ik geloof, dat jouw hersens de enige zijn, die de mijne evenaren. Je hebt precies gezegd, wat op mijn lippen lag. Dat is het. Precies zo! Toen je het had, zag je dadelijk, op grond van je eigen diepgaande kennis van dit soort dingen, je deskundigheid ten aanzien van de hele school en vooral ten aanzie n van het hele werk van Bourrot, dat, wat je op zo geheim zinnige wijze gebracht was, het ori gineel was." Gabriël knikte. „Juist zo!" ging Sir Henry voort. „En nu Gabriël ben ik evenzeer overtuigd op grond van mijn deskun digheid, kennis, enz. enz., hij had zo'n plezier, dat hij bijna lachte, „ik wil er mijn hele reputatie als vakman opzetten, dat het exemplaar, dat ik heb, het authentieke is. Dat van jou is een ellendige namaak en wat mij be treft, mag de Hertog er gelukkig mee zijn. Is dat duidelijk?" „Ja zeker, Sir Henry, volkomen duidelijk". Er was even een ogenblik stilte, die het gewone en alledaagse scheidde van het verhevene en gevaarlijke. Toen ging Henry Bensington door op die andere, ernstiger toon; „Als en wanneer het tot getuigen verklaringen komt, Gabriël, moet aan deze gechidenis worden vastge houden". „Natuurlijk, Sir Henry', zei Gabriël met beslistheid. „Geen kruisverhoor mag ze aan het wankelen brengen. Het gaat om jouw reputatie tegenover de mijne. En de rechter en de jury moeten het dan maar uitmaken. Je bent beleefd tegenover mij natuurlijk en ik tegenover jou dat zij we elkaar verschuldigd; maar we ver schillen als zwart en wit in de vraag, welke van de twee exemplaren het echte is. Zo. Dat is dan afgesproken" De heer Gabriël zag, dat de be spreking afgelopen was en vroeg hem of hij het plan zou herhalen om te laten zien, dat hij het goed onthou den had, omdat natuurlijk niets op schrift gesteld kon worden. Bensington luisterde naar hem, ter wijl hij accuraat het hele plan her haalde en voor hij heenging, dankte Bensington hem voor de keurige wijze waarop hij zijn plicht had ge daan. „Zoals ik je zei, heb je juist myn verliezen goedgemaakt. Ik heb aan ieder van mijn geëerde collega's, den Fransen en den Itailaansen 500 pd. st. gegeven, ik had een welverdiende gratificatie aan mijn beide agenten te geven en dan waren er nog een aantal kleinere uitgaven, zoals je weet. Ik schat 't geheel op 1500 pd.st. en dan blijft er 500 voor jou, Gabriël, 500 voor jou, 500 voor jou De heer Gabriël boog diep als voor een lid van de koninklijke familie. Het was veel meer dan hij verwacht had cn hij begon woorden van dank te stamelen. „Geen dank, geen dank, beste Ga briël", zei Bensington, terwijl hij hem naar de deur geleidde. „Je ver dient het." Toen hij terugkwam naar zijn bu reau moest hij alleen het probleem bekijken, dat het ergste was in de hele zaak en de kern van het gevaar. Vier mensen zouden weten, dat hij, Bensington, en zijn collega Gabriël beiden gelogen hadden in iedere ver klaring, die ze zouden schrijven, en als zo'n verklaring als getuigenis voor de rechtbank kwam, zouden deze vier mensen weten, dat Bensing ton meineed begaan had. En meineed is strafbaar voor de wet. Deze vier mensen waren Monsieur Caen, Si. nor Allesandria, de Jonge Schilder en de Plaatsvervangende Huisknecht. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1953 | | pagina 3