c: J> Mpm en Leder °P de keper beschouwd Waarom draagt U zo graag bruin Weert bederf' Koude mode-oorlog: voor of tegen „Daar heb je haar weer DAGBLAD DE STEM VAN AUGUSTUS 1953 Bijna iedereen heeft een lievelingskleur i-fX-d-lO dl J_J\^\J-V^-L u„„;touwties-mantel bruikbaar word Geen product ver- enigt zozveel goede eigenschappen zich WANDELEND over de SLEM in Waal wijk, wordt men op alle mogelijke wijzen geconfronteerd met het product leder. We kunnen ons voorstellen, dat zelfs een lederfabrikant nog wel eens ogen op zet, als hij te horen krijgt, wat er zoal van zijn product wordt vervaardigd. Want als men zich daar eens even in gaat verdiepen, dan blijkt, dat de mens het leder in het dagelijkse leven op onnoemelijk veel ma nieren tegenkomt. AL in de alleroudste tijden wist de mens de huid van het dier te conserveren, te verduurzamen door middel van het looien ,dat door de eeuwen heen in wezen geen verande ring heeft ondergaan. Men kan de lederfabrikant, of de man van het TNO vragen wat nu precies looien is, maar hij zal zeggen, dat hij dat niet precies kan zeggen. Wel kan hij zeg gen wat er gebeuren moet om de huid leder te doen worden. Maar wat er nu in feite allemaal in die huid omgaat is nog altijd een geheim van Moeder Natuur. Ja, Natuur is onver brekelijk met -het leder verbonden. Het is een natuurlijk product en het bewaart alle goede eigenschappen? We noemen er 'n paar: het kan bui gen, zoveel men wil, het rekt niet, het scheurt niet, het rafelt niet op de snijkant ,het laat geen water door. Zo zouden we door kunnen gaan. Maar laten we liever vertellen, wat er zoal van leder wordt vervaardigd. Dat is op z'n minst sprekender. QP school hadden we een lei en een sponzendoos. Daar zat een zeemp je in. Zo vroeg kregen we dus al met leder te maken. De huismoeder kan niet zonder haar zemelap. Wat wordt er al niet op het gebied van kleding van leder gemaakt. Zware motorjas- sen tot de meest elegante damesjas jes van peau de suèd; handschoenen; sportkleding; daar is het technisch leder voor lederen hulpstukken zo als drijfriemen, gasmeterbalgen, kraanleertjes, manchetten etc.; mili taire uitrustingsstukken, lederwaren, tassen, portefeuilles en talloze acces soires; sportartikelen, boekbanden, agenda's etc.; meubelkleding, tuigjes, kortom er zouden nog honderden din gen zijn op te noemen. Altijd en over al hebben we te maken met leder. Tenslotte wat zou de mens moeten beginnen zonder schoenen. Vraag het iedere lederfabrikant. Hij zal onom wonden zeggen, dat de schoen van Ie der moet zijn, omdat leder lucht door laat en water tegenhoudt, omdat le der het overtollige transparatievocht opneemt en naar buiten laat verdam pen. Natuurlijk zijn er vele vervan gingsproducten, maar werkelijk het natuurproduct leder vervangen kun nen ze niet. Want er is ten ene male geen enkel product, dat zoveel goede eigenschappen in zich verenigt als leder. INMAKEN QNTSTELLEND groot is het aantal berichten dat het voorlichtingsbu reau van de Voedingsraad de laatste dagen ontvangt over bedorven in maak. Dit betreft zowel groenten, die op de vanouds bekende manier ge weckt zijn, als groenten, die worden bewaard in inmaakflessen, die door luchtverdunning met behulp van een zuig- of stoompompje gesloten zijn. Vooral over de laatste methode zijn er veel klachten. Het voorlichtingsbureau heeft nu een aantal aanwijzingen; Bij het huishoudelijk wecken (ten onrechte steriliseren genoemd), waar bij groente en vlees b.v. 1V4 uur bij 100 gr. Celsius verhit worden, is men er nooit zeker van, dat bederf uit blijft, en steeds blijft het risico van voedselvergiftiging bestaan, wanneer men de geweckte producten voor men ze gebruikt niet zorgvuldig doorkookt. Het gebruik van verse producten, grondig gewassen en eventueel op nieuw wecken na 24-48 uur kan het risico van bederf verkleinen, maar niet uitsluiten. Inmaken in flessen, die met behulp van stoom- en zuig- pompjes gesloten worden,, moet ten enen male ontraden worden. Het huishoudelijk inmaken bij tem peraturen, niet hoger dan 100 gr. Cel sius, is ten ene male te gering om de kans op bederf met een voldoende ma te van zekerheid uit te sluiten. JA, op de keper beschouwd zou elke vrouw moeten beginnen met een basisgarderobe! De kunst van goed gekleed te gaan ligt beslist niet aan het bedrag dat men er aan uitgeeft. Nog minder aan de hoeveelheid kleding, die men in de kast heeft. Goede kwaliteiten, coupe en smaak zijn echter eerste vereisten. Volgens mij moet elke vrouw beginnen met drie kledingstukken. Ten eerste een donker-grijze wollen tailleur- costuum en éen goede warme wollen sportmantel. Ik zeg op zettelijk: een donkergrijze tailleur? Waarom? Omdat vooral de laatste jaren het zwart door grijze nuances werd vervangen Grijs staat letterlijk iedereen en daarbij komt nog dat grijs met elke andere tint kan worden gecombineerd. TWEE wollen mantel-costuums, zul- len vele vrouwen zich afvragen. Ja, een sportpakje is te allen tijde bruikbaar, een klassiek mantelcos- tuum in gedekte tint heeft elke vrouw nodig. Mits coupe en kwaliteit tot de beste behoren, kan zij een klassiek costuum in het oneindige variëren met gekle de blouses, maar eveneens met wollen pullovers en twinsets: het zal er steed§ weer anders uitzien en nie mand zal zeggen „Daar heb je haar weer, met haar grijze costuum". Ook moet de vrouw er aan denken, dat zij haar accessoires met deze drie ba sis-kledingstukken in overeenstem ming brengt. Deze woorden gelden niet alleen voor jonge vrouwen. Ook de oudere dame met klein budget zou zich hieraan moeten houden. Hoeft men zich deze drie kledingstukken aangeschaft, dan kan men verder gaan met japonnen, blouses en al die andere dingen, die de doorsnee vrouw toch zo graag wil hebben". Zo vertelde de directie van de N.V. Standard Coats. Deze fabriek brengt een klassiek sportief genre, waaraan echter de modieuse noot niet ont breekt. Men zou het „internationale confectie" kunnen noemen, die aan gepast is aan de vrouw die deze con fectie moet dragen. Ditzelfde geldt voor de kinderconfectie, die deze fa briek maakt. Door de enorme export orders die deze firma te verwerken krijgt, wordt ook de spreiding in Nederland gro ter en beter. Vele Hollandse vrouwen denken, dat de „beste en mooiste" confectie niet in Nederland wordt ver kocht, doch dat deze slechts wordt gefabriceerd voor het buitenland Niets is minder waar. Hoe hoger het export-cijfer van een confectiefabri- kant, hoe beter de spreiding en hoe goedkoper de kleding kan worden. Het is voor geen enkele confectiefa- brikant lonend een aantal mantels te maken, die alleen bruikbaar zijn voor het buitenland. Ook de Nederlandse vrouw heeft recht op modieuse kle ding van goede coupe en dito kwali teit. Internationale confectie r\E „houtjes-touwtjes"-j assen en -jasjes doen het nog steeds. Voor mammie, pappie, de teenager en de kleintjes. Bij alle goede hoedanighe den, die de houtjes-touwtjes-kleding stukken bezitten, kan men deze onder geen enkele voorwaarde elegant noe men. De ontwerper van de Standard Coats heeft hierop iets gevonden. De gesoigneerde houtjes-touwtjes-mantel wordt nu in de handel gebracht voor dames van 5 tot 95 jaar. De kwaliteit van deze ideale reis-, boodschappen-, sport- en daagse mantel is een der meest modieuze materialen, te weten camel hair. Van Harris-tweed ver vaardigde deze firma de box-coat. De box-coat, dia evenals de houtjes touwtjes-mantel bruikbaar wordt voor letterlijk alle leeftijden. Naar Ameri kaans voorbeeld krijgt ook hier de „little miss" gelegenheid de mantel te kiezen, die mammie draagt. De sportieve mantel, vervaardigd van een goede Engelse of Schotse tweed is wel DE mantel voor het Ne derlandse klimaat. Buitengewoon ge schikt voor de hierboven genoemde basis-garderobe. Ook de zibeline blijft een gewild artikel naast de nieu we lakense materialen. Daar waren schitterende lakense wintermantel- costuums en dito redingotes. De re dingote zal ook hier in Nederland naast de boxcoat behoren tot de zeer moderne kledingstukken. De mouwen van deze mantels zijn weer smaller geworden. De schouders rond en vrouwelijk. Meestal heeft de redingo te een klein opstaand shawlkraagje, de taille is smal, terwijl de rok nu eens niet versneden is, maar in rui me klokken valt. Ook voor dit type mantel geldt: de kwaliteit is belang rijk! De teenager MEN noemt de twintigste eeuw wel een: de eeuw van het kind. Ook in de mode is dit duidelijk waar te nemen. Nooit werd er zoveel aan dacht besteed aan de kindermode als in deze laatste vijf decennia. Ook voor de kinderen vorandert de mode. Zo dra de dames wat langere rokken dragen, verlengt men de mantels van de kinderen en teenagers. Vooral in Frankrijk ziet men de laatste jaren dat het meisje boven de zes jaar geen rokjes meer draagt, die haar knieën al te veel laten zien. Ook hier is de wat langere rok voor het kind geko men. De manteltjes vallen zodra het meiske geen kleuter meer is, óp, en zelfs even óver de knietjes. Daar zijn (alweer naar Amerikaans en ook naar Frans voorbeeld) alleraardigste man telpakjes voor damest?) tussen de acht en achttien jaren. Tweed is hier' voor het materiaal. Vlotte wollen mantelpakjes, die eigenlijk de gehele winter door kunnen worden gedragen. Voor de kleuters en meisjes van zes tot twaalf jaar, vindt men jasjes die voorzien zijn van: een ronde pas, een klassieke mouw, een bobbed kraagje en een paar diepe steekzak- ken .Een aardige en altijd vlotte va riatie is dan hier of daar een fluwe len bies in afstekende tint. Voor kin derkleding gebruikt men heden ten dagen dezelfde stoffen, die de dantes- kleding-industrie verwerkt. Alleen de dessins worden aangepast aan d» eisen die het kindersnuitje stellen. De klacht, dat kinderkleding zo enorm duur is, is wèl en niét waar! Het is niet het materiaal dat de kin derkleding duur maakt, maar het maakloon. Men bedenke, dat het ver vaardigen van een kindermantel even veel werk geeft als het maken van een damesmantel Moeder en dochter. Beiden dragen een gesoigneerde houtjes-touwtjes mantel (Pionier en Chieti). Een mo del, dat geschikt is voor dames van 5 tot 95 jaar. Pomerans en Tulip kunnen, evenals de houtjes-touwtjes-modellen door iedere vrouw worden gedragen. Dit soort mantels wordt vervaardigd in alle soorten materiaal. Zibeline, ve lours, duvetine, camel hair, Engelse en Italiaanse tweeds. Deze laatste is feller en sprekender van tint dan de Engelse tweed. De grootste teenager-maat staat ge lijk met de kleinste damesmaat. Pa- joeng is het model voor de teenager, maar, hoe vreemd dit ook moge klin ken, de zeer tengere en kleine vrouw kan dit model ook dragen. Pajoeng (dit betekent: paraplu) heeft een zus je: Dotter. Ook dit model is practisch, vooral omdat het werd vervaardigd van de onverslijtbare Harris Tweed. Abel is de naam van het teenager mantelpakje, vervaardigd van geme- leerde grijs-groene tweed. Ook dit pakje kan door een niet te forse maat 38 gedragen worden. Hebron, de boxcoat voor alle leef tijden. Lagostra werd vervaardigd van mosgroen laken. Ook voor de reding ote een geknepen taille. Evenals aan de vqorzijde valt de rok aan de ach terkant in ruime klokken. Sombrero: de grote mode'. De Stan dard Coats brengen dit pak in Laken se stoffen, Italiaanse en Engelse tweeds, in wollen ottoman en andere wollen materialen. Deze pakken zijn warm en men is er ten alle tijde goed mee gekleed. Epirius, het basis-costuum voor een weloverwogen garderobe. Een basis- costuum mag gerust een kleine fan tasie rijk zijn, zoals in dit geval kraag, taille en zakken afgebiesd met fluweel. ODE-ONTWERPER Christian Dior, de afgod van de Franse modewereld is met vacantie. In zijn riante witte villa aan de Middellandse Zee rust hij uit van het ontwerpen van zijn „shock"-look die een complete koude oorlog onder de mode-ontwerpers in Engeland, Italië en Frankrijk heeft ontketend. Rustig wacht „Didi" zoals hij door zijn manequins wordt genoemd af of zijn hjn, ondanks 't vrouwelijke tegengesputter, dat hij ech ter op waarde heeft leren schatten, toen hij zijn new- m, uitbracht zal worden aanvaard. Worden de okken korter, 40 c.m. van de grond? Dior zegt „ja". Hij weerde zelf, dat hij de kleding van de nog wefk er?-te bezoeksters van zijn eerste show, tijdens Ook f li „shoek'-look lanceerde, ouderwets vond. hrsrkij die de koi'te rok precies 24 uur eerder uit- "an zijn grote collega, denkt er zo over. De over a an.dere ontwerpers staan echter afwijzend tegen een» dieuwe lün. „Nee", zegt verontwaardigd de En- seise ontwerper Norman Hartnell. die werkt voor de Engelse Koninklijke Familie. „Nooit", roepen de Itali- aan!L°e rrPaerS en "sters' die zich de striJ"d dicht neen schaarden, en zelfs naijver en vetes, die in de Italiaanse modewereld bestonden, ervoor vergaten. vraatr' „?chter en ,voor hem ia het geen open zekef van worden gevolgd; hij is er Ziehier drie van de eerste afbeeldingen van de nieuwe modellen. De fotos links en in het midden tonen de modellen, ontworpen door couturiers, die vasthielden aan de oude lijn. Rechts: Diors schoklook. Links: een ruime, geheel met de hand vervaardigde sportieve mantl van Pierr Balmain, die doorgaans zeer draagbare modellen brengt. Hij gebruikte voor deze jas gestreepte tweed in bruin en beige, die hij in afgepaste blokken aan elkaar liet naaien. Smalle astrakan banden geven een slankmakenri effect. De rok is verre van kort. Madeleine de Rauch noemde haar creatie (midden) „Jaffa". Bloese, rok en shalw hebben dezelfde kleur, n.l. zandkleurig-goud. doch zijn van verschillende stoffen vervaardigd. Rok en shawl zijn geknipt uit een ruwe, wollen stof. De bloese is van 't fijnere cashmere. De rok is vooral in de taille zeer wijd. Hoed, handschoenen en schoenen (z.g.n. flats) zijn zwart. Ook Madeline de Rauch prefereert de „lange" rok. Links: de mannequin-vedette van Dior, René, toont een mantel met de nieuwe lijn. De mantel van ruwe blauwe wol, heeft glad vallende voorpandn. De rug is echter De rok eindigt bov enhet dikste gedeelte van de kuit wijd, wordt onderbroken door een laagvallende ceintuur. 40 c.m boven de grond een groot verschil met de mantel van Balmain. Dior, die voor het eerst, dit jaar ook schoenen ontwierp, laat zijn mannequins zwarte pumps met 3/4 hakjes dragen. (Van onze Parijse correspondent). MOCHT ge naar Frankrijk willen gaan om bloemen te telen, zoek het dan niet in gele tulpen of hyacinthen. Geel is hier namelijk niet ge wild. Een gele bloem brengt altijd minder op dan een witte of rode en niet zelden blijven de kwe kers zelf met hun voorraad geel zitten. Kunt ge iemand gele bloemen aanbieden Neen zeggen de Fransen, want geel is de kleur van de haat, de jalouzie en de boosheid. Velen, zo niet de meesten zijn voor de taal der kleuren nog overgevoelig. De kleurentaal is e,ven moeilijk als de Franse taal en heeft zelfs nog veel meer geheimen. De geleerden hebben namelijk wel ontdekt, dat er samenhang bestaat tussen zieleleven, leeftijd, stem ming, karakter en kleur, maar het juiste van de zaak weten ze nog niet. Van oudsher wordt het menselijke gevoelsleven echter al in verbinding gebracht met de kleuren. Over het harde geel heeft nimmer de minste twijfel bestaan. Rood is nog steeds de kleur der liefde, groen blijft hoop en blauw vertolkt het geloof, zoals wit de zuiverheid. Al tientallen jaren geleden stelde een Franse arts de P.T.T. voor om telegrammen met treurige inhoud te schrijven op blauw papier: opmerkelijk vreugdvolle boodschappen op rood papier en gewone neutrale mededelingen op wit papier. Z.I. zou dit de gezondheid der mensen ten goede komen. Proefnemingen hadden de arts namelijk aangetoond, dat de doorsnee mens een treurige boodschap, zoals een overlijdensbericht, gedrukt op blauw papier met minder oneven wichtigheid verwerkt. Maar ook te grote vreugde kan storingen veroorzaken. Daarom zou hei goed zijn als de belastingen de restitutieaanslagen we gens het teveel betaalde op rood wilde drukken. Het budget zou er nauwelijks door worden belast.! DIJNA iedere mens heeft bewust of onbewust bovendien een „lievelingskleur". Opmerkelijk echter is, dat de lievelingskleur enige malen in een mensenleven wisselt. Proefnemingen hebben aangetoond, dat de jeugdkleur wisselt rond de 20 tot 25 jaar. Daarna adopteert men een nieuwe kleur, die het houdt tot 40 45 jaar. Bij de leeftijd vn 60 tot 65 jaar wisselt de kleur wederom. U kent in Uw naaste omgeving allemaal wel mensen, vooral mannen, die steeds dezelfde kleur costuum en hoed dragen. Waarom is nu de ene altijd in bruin, de tweede steeds in het grijs en de derde zeven dagen per week in het blauw? De conclusies welke hieruit worden getrokken zijn soms voorbarig. Het enig,, wat met vrij grote zekerheid kan worden gezegd is, dat lieden, die zich steeds in het bruin kleden in het algemeen een evenwichtige, rustige, betrouwbare natuur hebben. Vaak blijken ze erg voorzichtig te zijn tot op het pessimistische af. Bij grijs overwegen vaak evenwichtigheid en voorzichtigheid. De dragers zijn echter in de regel minder rustig. Voor blauw geldt geen enkele maatstaf. z Er zijn nog andere opmerkelijke dingen over te vertellen. Iemand, die gewoon is bruin te dragen kan zich voor de verandering wel eens donker blauw of zwart kleden, doch zodra hij een blauw costuum aantrekt, voelt hij zich onwennig, omdat innerlijk en uiterlijk niet meer in overeenstem ming zijn. Heel vaak kunt u constateren, dat mannen die altijd bruin dragen en op advies van hun vrouw nu eindelijk eens een blauw cos tuum aanschaften, het nieuwe pak in de kast laten hangen. Of vrouwen met een voorliefde voor geel en bruin inderdaad temperamentvol en avontuurlijk zijn staat nog helemaal niet vast. Wel staat vast, dat de dames minder kleurenvast zijn dan de heren. Groene jurken en mantel worden meer verkocht aan meisjes en vrouwen op het platteland. Ver moedelijk voelen zij onbewust aan, dat er eenheid moet zijn tussen het allesoverheersende groen van de natuur en haar toiletten. Dat de heren voorzichtig zijn met vrouwen, die voorliefde hebben voor rode hoedjes. Vaak zij„ de draagsters kattig, duur en onbetrouwbaar. Ze zeggen vlot ja, als ze nee bedoelen. Bij voorkeur maken ze van de dag een nacht en omgekeerd. ETEN nog nieuw terrein, waarop de onderzoekers aarzelend hun eerste schreden hebben ge waagd is dat der kleuren en ziekten. Niettemin staat nagenoeg vast, dat lijders aan sommige ziek ten voorliefde hebben voor bepaalde kleuren en., vfuv. kleuren zelfs een genezende uitwerking hebben. Lever- en galpatiënten zijn gek op groe nige tinten. Hartlijders hebben een afkeer van rood. Hartlijders, die geplaatst werden in rode kamers werden onrustiger en hun pols sloeg snel ler. Tussen gelige en bruinige tinten werden ze rustiger. Ook groen had op hart- en bloeddruk- patienten een gunstige uitwerking. Overigens blijft groen een gevaarlijke kleur. Personen, die hoofdarbeid verrichten kunnen hun werkkamer groen laten schilderen. Het moet echter een zachte tint zijn en hier en daar onderbroken worden door geel of crème. Zijn deze hoofdwerkers vermoeid of overwerkt, dan mag hun rustvertrek niet groen zijn. omdat deze kleur hen veelal inspireert tot arbeid. Van daar dat tegenwoordig wordt afgeraden om woonhuizen van deze mensen groen te houden. Beter is om behang en verf crème of rose te laten z(jn. Geleidelijk aan doet men op het gebied dei- kleurentheorie nieuwe ontdekkingen. In Parijs is leeds een kliniek, die leverpatiënten opneemt in groene kamers, hart en bloeddruklijders in bruine kamers enz. Het schijnt dat men bevredigende resultaten behaalt, doch o.i. is het nog te vroeg voor de inrichting van kleurenklinieken. De langs proefondervindelijke weg verkregen con clusies zijn nog maar weinig betrouwbaar.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1953 | | pagina 3