WAALWIJK, door perioden van watersnood, pest, brand en verdrukking
mm
sJ naar de status van de gelijkberechtigde gemeente van heden
„P
Pie
Waalwijk en de Tachtigjarige Oorlog
:j
Maa
ble
ven de schoenmakers
Oorsprong duister
Enige
Boe
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1953
door
PAS I
Wil
Tev<
CUL'
VOO
dasen
t MET STADSt EESTEN en "u tentoonstelling feestelijk wordt herdacht, dat
Waalwijk in 1303 reeds dezelfde rechten verkreeg als Leuven en's Herto
Senbosch, wil ik niet nalaten het een en ander te memoreren.
Alhoewel van verschillende gemeenten van mindere importentie gedrukte geschie
denissen bestaan, is dit voor Waalwijk niet het geval. Dit komt voornamelijk, door
dat het gehele gemeentearchief in 1824 door brand werd vernietigd. Wel vindt
men aantekeningen van van Leefdaal en in het handschrift Hoos. En de heren van
der Hammen en Onwerling publiceerden verscheidene bijdragen. Ook de oud-
AAaalw ijker Jhr. Mr. A. van Sasse van Ysselt tekende veel betreffende zijn
geboorteplaats aan; maar tot een volledige beschrijving kwam men tot op heden
helaas niet.
Indien men echter de menigvuldige artikelen van de heer J. van der Hammen
Niczu. hij elkaar ziet, bemerkt men, dat die voor de geschiedenis van Waalwijk
van groot belang zijn.
"WALEWIC" WAS, evenals „Bardowic". een zeer
oude nederzetting, die met Doeveren (Durfos)
en Drunen (Una), meer dan tien eeuwen terug al be
woond moet zijn geweest. Zijn naam wijst op plaats
(wie) aan het water (wale). Men moet daarbij den
ken aan het feit, dat het centrum der gemeente oor
spronkelijk meer noordwaarts was gelegen, tot tegen
het „Oude Maasje", en dat er van ouds een haven
aanwezig was. De oudste bewoners waren dan ook
oorspronkelijk schippers (2), vissers en jagers op wa
terwild. Maar reeds vroegtijdig waren er leerlooiers,
schoenmakers en linnenwevers gevestigd. Toen dan
ook de gemeente in 1303 haar stadsrechten verkreeg
moet het al een zeer belangrijke plaats zijn geweest,
gunstig gelegen aan een belangrijke waterweg en
doorsneden van verschillende verkeerswegen, waar
voor de dijken eveneens werden gebezigd en waar
door een verbinding bestond naar Dordrecht, Gorin-
chem, Geertruidenberg, Heusden, 's-Hertogenbosch en
door „Den Duin", naast den Roestelberg (3). over
Venloen (Loon op Zand) naar Oisterwijk en Tilburg
en de Kempen. Reeds in de eerste helft der XlIIe
eeuw behoorde de heerlijkheid aan de familie van
Altena. In 1233 werd het parochiaanschap benoe
mingsrecht van de pastoor) van Waalwijk door de
Hertog van Brabant aan de abdij van Tongerlo op
gedragen. Zij begon in dat jaar met de benoeming
van Franco Bac, behorende tot het beroemde geslacht
der Berthouten (van Mechelen). De benoeming van
de Waalwijkse pastoors door de abdij van Tongerlo
heeft tot in de 19e eeuw geduurd. Zij bewoonden het
huis van de tegenwoordige Hervormde predikant tot
in 1648. En hun invloed moet tot dat jaar zeer groot
zijn geweest. De meest eminente geestelijken werden
door de abdij voor dit ambt naar Waalwijk gezon
den. Zo komt het vermoedelijk, dat Waa'wijkers reeds
in de XVe eeuw aan de universiteit van Keulen stu
deerden. Tot aan de Franse revolutie zijn velen in
geschreven aan de Leuvense Alma Mater. In 1266
wordt Gerlach de Rovere vermeld als Heer van Waal
wijk, Drunen. Onsenoirt en Vlijmen, terwijl in 1291
Paulus van Drongelen verschillende leenrechten te
Waalwijk bezat.
Midden in strijd
'"TOEN DAN de Hertog van Brabant op 17 December
1303 Waalwijk tot stad verheven had, had de
plaats reeds én als parochie èn als heerlijkheid een
gehele geschiedenis achter zich (4). Jammer genoeg
bevond het zich weldra midden in de strijd tussen
Brabant en Holland. En toen in 1304 de Brabanders
nabij Dordrecht verslagen waren, zette Nicolaas van
der Putten met de bezetting van Dordrecht de, vluch
tende Brabanders na tot het haastig verschanste Waal
wijk, dat door hen werd ingenomen. De nieuwe stad
werd toen reeds totaal verwoest. Spoedig echter werd
zij weer opgebouwd en in 1335 schonk de Hertog van
Brabant aan zijn trouwe stad weer nieuwe rechten,
die handel en nijverheid moesten bevorderen. En toen
in 1355 een alliantie van de Brabantse gemeenten tot
stand kwam, waarbij trouw en bijstand aan het her
togelijk huis werd beloofd, zien wij daarbij ook Waal
wijk optreden (5).
De desbetreffende oorkonde bestaat voor Waalwijk
niet meer. Maar de andere gemeenten hadden ook een
exemplaar gekregen. Ik vond in het Antwerpse stads
archief het hierbij afgebeelde exemplaar, waaraan,
zoals men kan zien, het Waalwijkse stadszegel nog
ongeschonden aanwezig is. Dit zegel komt overeen
met het thans gevoerde gemeentewapen, met dat ver
schil, dat het een gedeeld veld vertoont, met rechts
een halve boom en links het schild met (ie vier leeu
wen (6). In 1372 zegelt Waalwijk weer een charter,
waarbij het met de andere Brabantse gemeenten, ene
alliantie sluit voor wederzijdse bijstand in geval van
nood. Een oorspronkelijke oorkonde berust nog op
het Stadsarchief van Leuven. En het Waalwijkse zegel
komt overeen met dat van 1355, hiervoor vermeld.
Omstreeks deze tijd verschijnen de Waalwijkse
kooplieden op de markten van Antwerpen. Brugge,
's-Hertogenbosch, Bergen op Zoom. Lier en Keulen. De
plaats wordt bekend door zijn leder, dat door de ge
schiktheid van het water van bijzondere kwaliteit
was. Ook de linnenwevers en de schoenmakers waren
in hun opkomst. Een paar jaar voordien (1364) kwam
de heerlijkheid van Waalwijk in handen van een
machtig vazal van de Hertog van Brabant, ridder
Reynaud van Brederode neef van Jan van Polanen.
die de heerlijkheid van Breda bezat. Hij had reeds in
1) De oude Baardwijkse kerk (een kruiskerk), doorsneed
de tegenwoordige dijk, terwijl de polder noordwaarts
van die dijk eveneens bewoond was.
2) De haven zal wel oorspronkelijk boogvormig zijn ge
weest.
3) Reeds in 1202 werd een verdrag gesloten tussen Dirk,
Graaf van Holland en Henric I, Hertog van Brabant be
treffende Dordrecht, Dussen-Muilkerk en het gehele
land tussen Strijen en Waalwijk. De Roestelberg wordt
reeds in de XVIe. eeuw vermeld als een belangrijk be
woond buitengoed, met lanen en visvijvers, toebehoren
de aan mevrouw Gerits, genaamd van Thulden.
4) Het desbetreffende charter van 1303 werd ingeschreven
in her Brabants cartularium, zich bevindende op het
Algemeen Rijksarchief te BrusseL (Reg. no. XXII,
folio 319, volledige copie van dit charter in Latijn). De
oude schepen brieven van Waalwijk zelf vertonen reeds
spoedig schepenzegels, waarvan de heer van der Ham
mer er verscheidene heeft beschreven.
5) Met Leuven, Brussel, Antwerpen, 's-Hertogenbosch,
Thïenen. Nijvel. Zoutleeuw, Maastricht, Limburg, Daal-
hem. Rolduc. Kerpen, Wassenberg. Sprimont, Lier, He
renthals, Turnhout, Geldenaken, Hanuut, Genappe,
Landen, Dormaal, Halen, Diest, Siechem, Bergen-op-
Zoom, Steenbergen Breda, Heusden, Grave, Helmond,
St Oedenrode. Oerle, Eersel, Oisterwijk, Vilvoorden,
Tervuren. Overijssche, ssche, Merchtem en Capellen-
op-den-Bosch.
6) Dit vereist hier een nadere toelichting. Waalwijk was
een Brabantse stad. Haar souverein was de hertog van
Brabant. Deze hertogen sproten uit het huis van Leu
ven. behorende tot de meest gecultiveerde prinsen van
West-Europa. En ware het niet geweest, dat dit ge
slacht in 1351 in mannelijke lijn was uitgestorven, geen
historicus zal ontkennen, dat de tegenwoordige kaart
van Europa er anders zou hebben uitgezien. Sedert de
beroemde slag van Woeringen (1288). waar Hertog Jan
1. de Onoverwinnelijke, het grondgebied van Brabant
geheel onafhankelijk had gemaakt en zijn eigen be
stemming volgde. Zijn krijgers hadden immers, met
hun met vier paarden bespannen wagens, mutatis mu
tandis hetzelfde verwezenlijkt als de Amerikanen
onder Patton in 1944, met hun tanks van ioo P.K.
Toen de laatste hertog, Jan III, in 1351 stierf volgde
de ongelukkige slag van Baesweiler (1371), waar hertog
Wencesla.s het onderspit delfde. Toen was het met de
expansie van Brabant gedaan.
Een der vier hoofdsteden van het Hertogdom was
's-Hertogenbosch. met Brussel, Leuven en Antwerpen.
Zii was een zeer belangrijke stad, die sinds 1185 tevens
bestond uit een Meyerij, die verdeeld was in vier
kwartieren, nl. het kwartier van Peelland, het kwar
tier van Kempenland het kwartier van Maasland en
het kwartier van Oisterwijk. Waalwijk behoorde tot
het kwartier van Oisterwijk, met Boxtel, Deuteren,
Diessen, Drunen, Esch, Gemonde, Goirle, Haren, Hil-
varenbeek met Hulsel, Kromvoirt. Loon-op-Zand,
(Venllon). waartoe ook Kaatsheuvel als gehucht be
hoorde. St Michielsgestel. Hooge- en Lage Mierde,
Moergestel. Oisterwijk met denhout, Tilburg, Vught en
Westelbeers.
schop van Luik. In hetzelfde jaar werd reeds de
kloosterkerk gesticht en in 1510 werd deze plechtig
ingewijd. Weldra werd het klooster bewoond door on
geveer 70 religicusen en leken en bracht veel vertier
in de gemeente. Ook was aan het klooster een rector
verbonden, die meestal privaatlessen gaf in de oude
talen aan Waalwijkers, die zich naar de universiteit
wilden begeven. Wel was er sedert de vroegste tij
den een school aan de haven geweest, maar daar ge
noot men slechts aanvankelijk lagei onderwijs, terwijl
de „Franse school" eerst in de XVIIe eeuw een
aanvang nam. Nog in het begin der XVIIIe eeuw
wordt als rector genoemd, Petrus Otto, geboortig van
Leuven, kanunnik van de abdij van Groenendael, een
man van grote geleerdheid, die in 1717 overleed.
Dat het klooster hoog in aanzien stond, blijkt wel
hieruit, dat twee vrouwen van Nassau zich in het
klooster dat ,Jn Nazareth" heette, lieten inkleden.
Hieraan schrijft men toe, dat het klooster zelfs tij
dens de Reformatie, tot 1733 kon blijven bestaan.
Daarna begaven de zusters zich naar Antwerpen,
waar zij een klooster de Spinsters stichtten. De over
blijfselen van kerk en klooster zijn nog te zien aan
de JKloosterwerf".
In 1749 werd de toren der weelderige kloosterkerk
gesloopt. Ook de grafzerken van de voorname reli-
gieusen en van Waalwijkse familie's die er begraven
lagen werden opgeruimd en vernietigd. (9).
Toen Jan Kcldermans uit Mechelen, in 1494 pastoor
tc Waalwijk werd, liet de economische toestand der
gemeente Waalwijk niets te wensen over. De ge
meente telde 121 huizen. En het was natuurlijk de
eerste gedachte van pastoor Keldermans, wiens
bloedverwanten gedurende eeuwen beroemde kerken-
bouwers waren, om ook de kerk te verfraaien.
rV.- Cs»J**-■& Wis»*; 4
S-ükv- V- >v< O. JU». j
f i «v «ft?-.
ik, -gx-ng u^_ fc'j.
..fc. - *-*
- *- v•-»*- «ui*»
v - a S-
a-. •l'i—«•- -
^*.*6 «ww-at-- a» -spt.t.tt.
t-k—
w
-
1363, 160 mottoenen (geldstukken, die te Lier werden
geslagen) van de hertog gekregen, als vergoeding
voor de twee paarden, die hij verloren had by de ex
peditie van „Salency". En daar Waalwijk niet ver
sterkt mocht zijn, bezat hij alhier een „open huys",
gelegen tussen de „Roode Biezen" en „Normans Put
te", ter hoogte van de tegenwoordige fabriek der fa
milie Hofmans. Dit huis werd geregeld door de Hee-
ren bewoond (7). Omstreeks deze tijd (1374) telde
Waalwijk 140 gezinshoofden (Oisterwijk had er 153),
dus ongeveer 700 inwoners. Nijverheid en koophandel
maakten bepaalde vorderingen, daar, naar het schijnt,
(volgens de heer F. Ouwerling, van wie lk verschil
lende gegevens heb overgenomen) te Waalwijk munt
werd geslagen. En in 1407 verkreeg Floris van Wer-
mond voor de som van 2000 nobelen, een fortuin voor
die tijd, de heerlijkheid; wel een bewijs van de bloei
der gemeente. Deze werd nog aanmerkelijk vergroot
door de verbetering van de handelsmogelijkheden
met het Noorden, toen in 1409 de ingezetenen door
graaf Willem VI van Holland tolvrij werden ver
klaard voor alle Hollandse tollen.
St. Elisabethvloed
Doch daar kwam in 1421 (18 November) de St. Eli-
sabethsvloed, die alles vernietigde. De kerk, het gast
huis van Ste. Catharina, de huizen, die meestal van
hout waren en met stro of leien gedekt, alles werd
verzwolgen. Dit kan men begrijpen, als men weet,
dat het water tegen de galmgaten van de Baardwijk-
se toren stond en tot op de drempel kwam van het
veel hoger gelegen Venloen.
Langzaam keerden de mindergegoeden naar honne
gemeente terug, terwijl de gefortuneerden elders een
goed heenkomen hadden gezocht.
Zo vond ik vóór de oorlog een oorkonde in het
stadsarchief van Keulen, waarin Dirk van de Merwe-
de, een „grand seigneur" uit deze streken (die later
in de kerk van Meeuwen begraven lag) aan de ma
gistraat van Keulen verzocht, zijn neef, Jan de Borg-
grave, wel te willen helpen, daar hij alles met de
vloed verloren had en het ambacht van goudsmid
wilde aanleren, en hem goed te willen behandelen,
daar hij zowel van vaders als van moederszijde „van
schiltboertig afkommen" dus van ridderlijke afkomst
was.
Weg waren ineens de de Borggrave's, de Bomer's,
de van Cuyck's, weg de schippers, de vissers, de
graankopers en de „dyemaeckers". Alleen de looiers,
de wevers en de schoenmakers waren overgebleven.
De eersten door de goede kwaliteit van het water, de
anderen doordat zij financieel niet capabel waren om
zich elders te vestigen.
Toen dan het water grotendeels verdwenen was, en
hier en daar een paar „wielen" had achtergelaten,
werd de dijk verlegd en de kom der gemeente naar
hogere wegen, die meer zuidwaarts waren gelegen,
verplaatst. Ook de haven werd meer zuidelijk aange
legd. En daar deze van ouds een grote bron van in
komsten was geweest, bouwde men hier de nieuwe
kerk (8).
In deze tijd was Adriaen de bastaard van de graaf
van Holland, Heer van Waalwijk geworden, door zijn
huwelijk (1416) met de dochter van Hugo vaji Wer-
mond. Vermoedelijk was hij verplicht, door de schade
berokkend door de geweldige overstroming, de heer
lijkheid te verkopen. Want' in 1425 verkocht hij deze
aan Geertruyd van Wielesteyn, Vrouwe van Baard
wijk, die haar reeds ip 1431 overdroeg aan ridder
Lambrecht Millinck, die 's winters te 's-Hertogen-
bosch woonde, maar wiens familie reeds langdurig te
Waalwijk was gegoed. De akte van leenverhef toont
duidelijk aan in welke lamentabele toestand toen het
heerlijk goed verkeerde. De meeste daarbij behoren
de gronden waren verzwolgen. Van het „open huys"
was niet veel meer over gebleven. Hertog Philips van
Bourgondië noemt hem „onse lieve geminde Lam
brecht Millinck sone wylen horen Adams sridders".
Het leenverhef vond te Brussel plaats.
In deze tijd bezat Waalwijk weer reeds 118 huizen.
Maar uit de tekst van de leenakte blijkt, dat de ge
meente wordt beschouwd als een „dorp ende heer-
lyckheit". alhoewel Philips van Bourgondië de stads
rechten en andere privilegiën weer op 2 Augustus
1441 te Brussel had bevestigd. Eerst honderd jaar la
ter, als de plaats is bekomen, spreekt men weer van
„stadt ende vryheydt van Waelwyck" en zo is het ge
bleven tot de Franse revolutie.
In 1446 kwam Waalwijk's heerlijkheid in het bezit
van de Leuvenaar Jan van Erp, die vele bezittingen
had in de Meyerij. Hij maakte, dat twee jaar later
een voornaam religieus van Tongerlo tot pastoor van
Waalwijk werd benoemd. Dit was Dirck van Thulden.
Hij was geboortig van Hilvarenbeek, 29 jaar oud, be
kwaam jurist, licentiaat in de rechten van de uni
versiteit van Parijs en daarbij een zeer gefortuneerde
persoonlijkheid. Later werd hij procureur-generaal
der Norbertijnen te Rome en vervolgens een der voor
naamste prelaten van de bekende abdij van Pare bij
Leuven (14621494). Onder zijn bestuur telde Waal
wijk ongeveer 1000 inwoners en met dergelijke voor
sprekers kwam de plaats weer vooruit. Justus Lipsius
zei namelijk van hem: „Hij is de Phenix der geleer
den, verheven boven alle afgunst door zijne deugden
en wetenschappelijke kennis". Na enkele jaren keerde
de heerlijkheid echter weer in het bezit der familie
Millinck, die hiervan tot 1567 meester bleef en door
hare verwantschap met de familie's van Drongelen en
van Ranst, vele goederen in „De Klei" bezat.
Tonnen bier
IN 1574 werd de laatste steen gelegd aan de reparatie
van de Waalwijkse kruiskerk aan de Haven. Zij
had een prachtige toren, die wijd en zijd aanduidde,
dat de plaats weer in aanzien was gestegen en telde
elf altaren, waarvan er acht geconsacreerd waren
en waaraan acht benificies waren verbonden.
En ondertussen was de heerlijkheid in 1567, door
vererving overgegaan in handen van joncker Rogier
'an Leefdael (11) Hij was tevens Heer van Eethen,
Meeuwen en Babiloniënbroek en was burgemeester
van Antwerpen tijdens de jaren 1579 en 1580, was
gehuwd met de hoogadelijke Johanna van Aerschot-
Schoonhoven en verkeerde in de hoogste kringen.
Tevens was hij, evenals zijn broeder Aert, de abt
van Averbode, een partijganger van Oranje.
Doch ongemerkt was reeds de Tachtigjarige
in zjjn beginstadium.
Oorlog
Een merkwaardig document: een charter van 3 Maart 1355. Hierin is beschreven de alliantie der
steden en vrijheden van Brabant om de Hertog getrouwelijk te dienen. Een der vele aangehechte
zegels is dat van Waalwijk. Het stuk bevindt zich in het stadsarchief van Antwerpen en eenzelfde
charter met dezelfde zegels kan men onder no. 245 aantreffen in het stadsarchief van Leuven.
i
5
V
V
VROUWE VAN WAALWIJK
Naar een schilderij van
Kaspar Netscher (1639-1684)
Een klooster
(~\MSTREEKS 1470 kwam een zestal zusters uit Am-
sterdam naar Waalwijk, waar zij een klooster
wilden stichten. En na vele moeilijkheden slaagden
zij hierin. Zij volgden eerst de Regel van de H.
Franciscus, doch daarna verenigden zij zich, op aan
raden van de Waalwijks pastoor, met het Agneten-
klooster te Dordrecht. Zodoende werd ook door hen
de Regel van St. Augusiinus aangenomen, die door
de religieusen ven Tongerlo eveneens werd gevolgd.
En daar Waalwijk, zoals zovele parochies uit de
Meyerij, tot het bisdom van Luik behoorde, verkre
gen zij in 1471 de bekrachtiging hiervan van de bis-
T")E NIEUWE LEER begon zo zachtjes aan ingang
te vinden. Ook ontstond er een Nieuwe Bewe
ging, die alhoewel zij in de beginne niet tegen de
koning was gekant, toch anti-Spaans was. En toen de
nieuwe bisschopszetels waren ingesteld (1559), waar
bij Waalwijk en Besoyen onder het bisdom van
's-Hertogenbosch kwamen, waren de geestelijken en
de kloosters het hiermee niet eens, vooral uit eco
nomisch oogpunt. In 1566 had een schaar van edelen
een. smeekschrift naar de landvoogdes aangeboden.
Sinds dien was er vooral in het Zuiden beroering
onder de bevolking gekomen. Hetzelfde jaar was het
verbond der consistoriën en der kooplieden tot stand
gekomen. En sommige Waalwijkers waren reeds met
verlichte ideeën huiswaarts getogen. Een Brederode,
wiens naam een goede klank in onze heerlijkheid
had, had zich aan het hoofd van de opstand geplaatst,
doch hy leed in 1567 een volkomen nederlaag te
Austruweel, En toen Alva in het land kwam weken
de Geuzen meer noordwaarts, daar zij wel begrepen,
dat er thans hun „kraag" van af hing. Voetje voor
voetje betwistten zij verschillende gemeenten, die
dikwijls maar kortstondig in hun handen bleven.
Dit was ook 't geval met Den Bosch en Breda en an
dere plaatsen in de omgeving van Waalwijk gelegen.
Zowel Spanjaard als Geus legden de gemeente
zware lasten op, en de pest hielp ook nog een handje
mee om de bevolking decimeren.
De kastelen van Besoyen, Meeuwen, Gansoyen,
Drunen, Baardwijk (Valkenvoort vlak bij de woning
van Kees de Hoef) en het „Huys" van Waalwijk
werden door de troepen in bezit genomen cn weder
zijds betwist.
Ondertussen was een afgevallen dominikaan uit
Antwerpen, Peter Miehelsen, te Waalwijk-Besoyen
aangeland. Hij verklaart in 1583: „hoe dat hij hun
„alyd over deze syde gehouden ende het Woordt
„Godts sedert hy buyten voirscreven Cloosters ge
scheiden is, ghevolght, ghepredict ende der ghe-
„.meynte van Waelwyck ende Besoyen gheleert heeft,
„daer omme hy seer ernstigen versoect ende wel
behaghen van de selve ghemeynte geerne soude
„continueren" Verder zegt hij, dat hij gaarne naar
Waalwijk zou terug keren, maar dat Waalwijk en
Besoyen: „tot algehele armoede ende ruine" zijn ge
vallen, en dat de gemeenten geen middelen hadden
om hem een salaris uit te keren: „midts sy altsaemen
gheruinect ende bedorven syn"
Wij kunnen ons dus wel een beeld vormen in
welke ellende de gemeente gedompeld was. Zoals bij
alle bewegingen, waren er in beide kampen slechts
weinig mensen, die voor hun ideaal streden. De
meesten dachten aan hun geldbuidel en waren
belust op roof en moord. Doch telkens als het krijgs
volk verdween, werd met de opbouw een aanvang
gemaakt. En toen men in het begin der XVIIIe
eeuw aanvoelde dat de oorlog op zijn einde kwam,
werd het platgebrande en verwoeste Waalwijk weer
opgebouwd. De kerk aan de haven, die bijna on
bruikbaar was geworden, werd in 1617 door een
milde gift van de Aartshertogen Albert en Isabella
weder opgebouwd met medewerking van de Abt van
Tongerlo, Adriaen Stalpaerts, die omstreeks 1599
pastoor van Waalwijk was geweest. Ook had deze
abdij, die aanvankelijk de hervormden oogluikend
had laten begaan, de „Witte Linie" in beweging ge
zet' om deze te keer te kunnen gaan. Ook waren in
1619 onder aanvoering van Episeopius 10 Remon
strantse predikanten, die uit de Verenigde Neder
landen waren gebannen, te Waalwijk, dat alstoen
nog zoals daarvoor een grensplaats was, om zich al
daar te vestigen, op aandringen van Leefdael. De
gemeente was echter door sommige kloostergeeste
lijken tegen de predikanten opgezet, verbitterd als
deze waren, over de sympathie die door de Bisschop
van Den Bosch hen was toegedragen. En in 1621
kwam de bekwame jurist Hugo de Groot, verkleed in
zijn metselaarspak naar Waalwijk gevlucht. Hij over
nachtte in het „Schippershuis" en vertrok van daar
naar Frankrijk. Weldra kwam Waalwijk weer onder
bewind der Staten van Holland. En in 1825 be
vond Fredrik Hendrik zich in de gemeente. De 24ste
April van dat jaar kwamen de gezanten der Staten
hier aan, om hem te benoemen tot kapitein en admi
raal-generaal en hem als zodanig de eed af te nemen.
En toen in 1648 het noordelijk gedeelte van het Her
togdom Brabant als „Generaliteitsland" tot een
overwonnen gebied werd gemaakt, met het verbod
aan de katholieken om hun godsdienst uit te oefenen,
ioen de Noordbrabanders van alle openbare ambten
werden uitgesloten, toen zij zelfs twee of driemaal
zoveel belasting moesten betalen als de noorderlin
gen, alhoewel zij toch over het algemeen het meeste
hadden geleden, toen wendden zij zich in een request
tot de Staten-Generaal, waarin zij verklaarden, dat
de Koning van Spanje ai de steden der Zuidelijke
Nederlanden, welke zijn legers heroverd hadden, in
hare oude vrijheden had hersteld. Zij stelden tevens
de vraag (in 't begin van de bezetting durfde men
r.og): „welk gewest door hem tot slavernij was ge
doemd, zoals Staats-Brabant door de Staten". Dat
(en dat was zeer voornaam, want daaruit leert men
weer, dat een nieuw regiem meestal tegen de wil
van het grootste gedeelte der bevolking, met dwang
tot stand komt): „Nijmegen, Amsterdam, Middelburg
Utrecht en Groningen, gedwongen de Spaanse zijde
hadden verlaten" en men „deze toch niet als ver
overd gebied beschouwde", etc. etc. Doch het hielp
niets. Sommigen hadden nog de gelegenheid gevon
den om naar het Zuiden uit te wijken. De anderen
leden geduldig, sloten zich aaneen en wachtten ge
laten het einde van de noodtoestand af. Ondertussen
was Rogier van Leefdael in 1599 gestorven. Zijn
zoon Jan was hem in de heerlijkheid opgevolgd cn
toen deze in 1680 stierf verkreeg zyn zoon, Jan van
Leefdael, de heerlijkheid. Deze stierf in 1652 en zijn
broeder, Philips van Leefdael, nam daarna bezit van
de heerlijkheid.
Schone vrouwen
LjlJ was gehuwd met Cornelia van Egmond en trad
meermalen voor de Waalwijkse belangen op
Zijn zoon Jan Philips van Leefdaele, die in 1640 was
geboren, verkreeg nadien de heerlijkheid.
Hij was getrouwd met Florentia van Vla-
deraken, die onder de naam van „Vrouwe
van Waalwijk" bekend stond als een der
Europese klassieke vrouwelijke schoon
heden, waaraan Waalwijk altijd zo rijk is
geweest en waardoor het de naam heeft
gekregen van „rijk te leven"
In 1648 werd de Waalwijkse kerk aan de haven
voor de Katholieken gesloten en aan de Hervormden
overgedragen. Dit gebeurde ook met de pastorie,
waar predikant de Vries zijn intrek nam. Van toen
af bedienden de Norbertijnen van Tongerlo de
Waalwijkse parochie in het geheim. Aanvankelijk
werd bij de particulieren een Mis gelezen en einde
lijk bouwden zij een noodkerk, die in 1685 in de
vlammen opging. Met financiële hulp van de abt van
Tongerlo werd een nieuw bedehuis gebouwd. En ten
spijte van alle verdrukking werkte de bevolking er
zich weer bovenop, zodat er in 1740 zelfs 1140 com
municanten waren. De bevolking was toen al dus
danig toegenomen, dat de noodkerk vergroot moest
worden.
Met de dood van Philips-van Leefdael, de geschied
schrijver, schrijver, ging de heerlijkheid van Waal
wijk over m handen der Amsterdame familie Le Leu
de Wilhelm tot de tijd der Bataafse republiek. Zij
was in Waalwijk zeer gezien en steunde de patriot
tische beweging aldaar.
Toen in 1712 Maurits le Leu de Wilhelm Heer van
Waalwijk werd, was het „Huys van Waalwijk" zo in
verval, dat het werd afgebroken.
Alleen de „neerhuizinge" bleef bestaan met een
stalling voor een vijftigtal paarden. De thans nog
bestaande voorbouw en de kleine 'huisjes tot de Put
straat geven nog een beeld van de belangrijkheid
van dit „Hof".
Weg naar vrijheid
damse regenten, de Prins v- n Oranje een dwinfe-
land. Maar de fijne Katholieken namen hier, op
aanraden van de kerkelijke overheid, geen deel mttr
aan. Toen de Fransen onder Pichegru aanrukten
en zjj met hoop in het hart zich bij de Fransen aan
sloten, werden zü in hunne verwachtingen teleur
gesteld.
Het spande er zo nu en dan te Waalwijk In die
tijden, maar langzaam en zeker voelden de ingeze
tenen de oude vrijheid en welvaart terugkomen. En
toen die in 1801 door Napoleon voorgoed werden be
krachtigd, trad de bloem der Waalwijkse jongeling
schap in zijn dienst.
Na een bezetting van 175 jaar werd Waal
wijk weer zijn vrijheid teruggeschonken en
kon de bevolking weer zelf de teugels van
het bewind in handen nemen. Het werd als
gelijkgerechtige gemeente ingeschakeld.
Het kon voortaan bestuurd worden door
Katholieke burgemeesters, die voor de bur
gers in de bres sprongen.
De oude kerk kregen zij echter niet meer terug,
alhoewel dat men hiervoor in 1818 nog vruchteloze
pogingen in het werk had gesteld, aangemoedigd
door Lodewijk Napoleon, die, toen hij in 1809 te gast
was bij baljuw Gosewinus van Heyst, beloofd had,
dat voor Katholiek Waalwijk een mooie toekomst
was weggelegd, door „le courage des habitants si
entreprenants" (het was oorlog; en de schoenmakers,
de looiers en de linnenwevers, waren er weer als ie
kippen bij om geld te verdienen) „et leur compor-
tement pendant l'occupation protestante". Deze van
Heyst woonde in het huis thans bewoond door de
familie de Greeff Zijn broeder, brouwer Petrus van
Heyst, was president van de Waalwijkse muniapali-
teit. Zy behoorden tot een der voornaamste en rijkste
familie's van het Waalwijk van voor de Vrede va:
Munster. Desniettegenstaande alle tegenslag cn ver
drukking waren zij staande gebleven En in het
midden der vorige eeuw zien we nog ingenieur Leo
van Heyst (1785-1866) als lid van het gemeentebe
stuur, burgemeester en lid van de provinciale staten,
de Waalwijkse belangen waarnemen, op een wijze die
nadien nooit meer door zijn opvolgers werd ge
ëvenaard. Hij kende zijn volk en was er trots op.'
Dat de weverij in Waalwijk in het begin der XlXe
eeuw een belangrijke omvang had aangenomen, blijkt
wel hieruit, dat men in 1812 te Parijs het volgende
aantekende over een fabriek waar ongeveer 60 ar
beiders werkzaam waren, en die door een bekende
Waalwijkse familie was gefinancierd. De vertaling
volgt hier letterlijk; „Een tak van deze nijverheid
verliest hier zijne importentie. En 't is te vrezen, dat
zij niet kan concurreren tegen de Vlaanderensche
twijngarens, 't Is vooral de WAALWIJKSE FA
BRIEK, die tijdens het derde trimester van dit jaar
het meest is achteruit gegaan."
Reeds in 1824 had L. F. van Hilst een geregelde
scheepsdienst van Waalwijk op Amsterdam W. H.
van Hulst was buurtschipper van Waalwijk op Dor
drecht en Rotterdam.
In 1827 werd de eerste steen gelegd voor de nieu
we waterstaatskerk. De bouw was aangenomen doot
Brekelmans. Drik van Schijndel was zijn enige borg.
Deze bewoonde het huis „Den Toren" aan het hoek-
einde, dat enige jaren voordien, in 1824 met. 51
andere huizen door brand werd vernietigd. Dit kerk
gebouw werd in 1923 afgebroken. Een kostbare kerk
kwam er voor in de plaats. In 1932 werd het oude
huis der Hofmansen, dat destijds als raadhuis werd
ingericht, afgebroken en vervangen door een «aar
dig gebouw, waarvan architcet Kropholler alle eer i
heeft.
En 40 jaar later waren er dertien buurtschippfrs- I
De eerste schroefstoombootdienst tussen Waalwijk I
en A'dam werd door de firma Wagemakers en Van I
Hilst in 1875 in gang gezet. Sindsdien ging het met p
Waalwijk crescendo. Er waren in de XlXe eeuw 250 I
huizen, bewoond door 550 gezinnen, met een bevol- I
king van 3300 inwoners, die meest in landbouw, vee- I
teelt, hooibouw, graanhandel, alsmede in de scheep- 1
vaart hun bestaan vonden. Ook had men er 2 koren- jj
en schorsmolens, 5 bierbrouwerijen, 1 azijnmakerij, I
tabakskerverij, 19 leerlooierijen, 1 drukkerij, 2 h°e' J
denfabrieken, een paar kleermakerijen, 1 wasble-
kerij, een touwslagerij cn verscheidene schoen* I
makerijen. Er waren een paar honderd hervormden 4
cn een dertigtal Israëlieten. Er waren drie scholen- ,J
waarvan er een. de Franse school, een honderdtal
leerlingen telde. In het begin dezer eeuw verschenen T
een aantal industriëlen en kooplieden, die ook in het
buitenland een goede naam hadden. Wij noemen
slechts: Van der Heijden, Wissmann, van Iersel, Wit- i
lox, van Loon, Timmermans, Kleyberg, van Schijn
del, Gragtmans en meer anderen. De van Delfte"
maakten zich bekend als bekwame kunstschilder
terwijl de verzekeringsmaatschappij „Noord-BrabanJ
altijd in belangrijkheid toenam en thans tot
voornaamste en degelijkste van Nederland en Bo
gie kan worden gerekend.
7) Een oude sage vermeldde, dat Hertog Jan I met zijn
schimmel hier soms met Kerstnacht door de destijds
bestaande laan snelde.
8) Daar Besoyen met Waalwijk een parochie uitmaakte,
moest deze gemeente 1/3 biidrage in de kosten van op
bouw De toren der kerk kwam dan ook voor de helft
op Besoyens grondgebied te staan. Ook had Waalwijk
met Besoyen toen een schoolhuis, dat gelegen was ter
hoogte van het pand. dat vroeger aan de familie van
der Heyden behoorde. Dit gebouw lag voor 1/3 op
Besoyens territor. De parochie van Baardwijk bestond
reeds in de XHIe. eeuw.
9) Ook het gasthuis, waarvan dc kapel twee altaren be
zat, die waren toegewijd aan de H. Johannes de Doper
en St. Jacob, was reeds lang opgeheven en verwoest.
Het gebouw der kapel was met zijn toren blijven staan
en diende tot gemeentehuis. Het ging in 1824 in de
vlammen op. werd hersteld en diende enige tijd tot ver
blijfplaats van verschillende gezinnen. Daarna heeft de
Verzekeringsmaatschappij' Noord-Brabant dit gebouw
overgenomen en afgebroken, om er een modern kan
toorgebouw op te plaatsen. De Maatschappij heeft
echter de afbeelding van de kapel door een steen in de
achtergevel vereeuwigd.
LIFT GEMEENTEBESTUUR, dat grotendeels „van 't
houtje was (XVIIIe eeuw) liet dikwijls niet na
Katholieke Waalwijkers het leven zo zuur mogelijk tc
maken. Vooral de oude familie's van vóór de Vrede
van Munster trachtte men te vernietigen. Het gevolg
was, dat zij hun ogen richtten naar Frankrijk, waar
de encyclopacdisten het zoveel over vrijheid en ge
lijkheid hadden. En toen de „patriotten" zich in de
Meyerij begonnen te vormen, vonden zij in Waalwyk
een grote aanhang b(j de ondc Waalwijkse families
Verlegh, Drossaerts, Olifiers, enz. Zjj dachten, dat
zij hierdoor het Trotestantsc juk konden afschud
den, en dat vrijheid en welvaart weer spoedig zouden
kunnen terugkeren. Zij noemden, evenals de Amster-
11) Hij was de zoon van Philips van Leefdael en Anna va»
Gaveren, Heer en Vrouwe van Goirle en Thielen. waar
van een prachtige grafzerk in de kerk van Thjele»
aanwezig was, waarop zij levensgroot waren uit
houwen. Hij was de kleinzoon van Jan van Leefdag
en Cornelia van Ranst, dochter van Philips en Odi»3
van Drongelen
12) Dc familie van I-Iilst kwam in de VlIIe. eeuw ya
Hasselt naar Waalwijk in de persoon van mr. Baii'y-
zar van Hilst. chirurgijn. Hij behoorde tot een
voorname en schatrijke familie van die streek; 'iethL' fl
genwoordig stadhuis van Hasselt was destijds »L
woonhuis. Ook de kerk van het begijnhof aldaar wer
destijds door een lid van deze familie aan die I
stelling geschonken.
qistere
stoomt
ter S", het
bouwmaati
gelaten.
De „Pie
Terneuzen
de trots va
vendien
Kolen Cen
dit schip u
noemd nat
heer P. Si
van de
Schoonheir
Schoonheii
vierde dez
verjaardag
JWIevrouw
lV1 Pont v<
heid van d
met zijn rai
bouwen op
Op het mc
belemmerin
genomen, li
Schoonheim
de boeg va;
zocht onmii
perinz zijn
het kanaal,
kapot.
Statig gl<
water, beha
den ook doe
ren nageoo.
Nadat 't tr
was gehaal
Schoonheim
champagne,
de balk a
water. En
de koop: he
de fles met
water ging.
hem zou gee
scheepvaartl
zijn, als ze
Amster
its
KTaast de
sterdam
N'eerlands
steun.
Het begon
van „de Mi
van Hubert
richt, dat d
kapel binne
concerteren.
Voorts zal
langrijke fi
stuurt 'n Am
gedurende t
wil zaaien f
Bovendien
gen gevoerd
over een tou
veland,
De S
P)E Amerik
Ralph L
in de „Was
dat volgens
van de Amer
jet-Unie een
derden verb
zit.
Blijkens ee
de kwetsbaar
voor aanval"
zouden honde
V.S. ernstig 1
Hij voegde
jets hebben
wij zeker. Als
niet hebben,
nenkort wel
HE
Van dit be
Linnebank O.
de achtste dr
dat er onvoldi
tuur bestaat i
den en eehuv
werken munb
raire kwaliteit
niet de groots
besproken bie:
gebied van se,
mulering. Vo
hier een princ
rijke theoretis
gen en een ri
eenzettingen.
en klare taal
tuigende argi
laat. Een alfa
handelde ondc
hanteerbaarhe
bevelen dit bc
en Zonen t
werd uitgegev
e«n standaarc
Hng en huwc
beginselen.
H|
Dit boek va
nebank vormt
werk ..Het hil
het gezin stap1
zijn wording
vloedig is wee
cipiëel-katho]i<
de veelzijdige
mengaan met
ling, dopen, o
Een deel deze
ter in dit bes
sproken worde
enigszins een
literatuur omj
Den. Het opnc
zing zou naar
clopaedisch ka
men. Voor het
de Pnaclr
katholieke eez
van vee) i
betrouwt)!
volen aan
o. Romen e
wieden voor
>S|
ver
en