De guldensporenslag
40 ROOSENDAALSE particulieren
willen aan de slag
De toekomst
voor academici
Veel uitslagen en \veiiii°
commentaar
Pater Lampe naar Suriname
Publieke Tribune
j Dikken Bruine's ttuivenkrOMek
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 11 JULI 1953
11 JULI 1302
Nieuwe directeur in Seppe: Pater Heijdeman
Een interessant
proefschrift
Ondanks gering volume toch bouwbedrijvigheid
Het gemeentelijk volume ontoereikend om
iedereen te helpen
HET GETAL 1000
Barcelona wordt voor
België een ramp
door:
Kerk-
voor een
door: L.
ikel van
"TUSSEN de Grote Beek en de Groe-
ningerbeek, de Le'e..^n ,iet een
«tarlserarht van Korti uk»
moerassige vlakte, die de Bioedmeers
moerassige v» (|f, Franse nd-
de°rs e/liün blauw bloed vergoten en
Sun sporen verloren in de veldslag
♦pffpn de Vlamingen
'te de morgen van de elfde Juli van
het jaar 1302 - 631 jaar geleden -
wachtten de poorters van de Vlaam
se steden hier de aanval van de Fran
sen af. Zij waren slecht gewapend,
want hun handbogen droegen niet ver
en slagzwaarden bezaten zij niet. In
hun midden waren slechts enkele ede
len uit Zeeland en Vlaanderen, die
van liun paarden gestegen waren om
de moed der burgers door hun aan
wezigheid in de eerste linie te ver
sterken.
Volgens alle regels van de krijgs
kunst zouden al deze voetgangers ver
pletterend verslagen worden door het
Franse ridderleger.
Inderdaad! Dc Vlamingen begonnen
reeds te wijken, toen de kruisboog
schutters uit Genua, die in dienst van
de Franse koning stonden, de aanval
openden, want hun verre schoten trof
fen telkens doel. De eerste linies langs
de beken werden al door de terug
trekkende poorters prijsgegeven.
Nu zou het voor de Fransen een
koud kunstje zijn geweest, om de be
ken te laten overbruggen door hun
infanterie, die zo uitstekend beschermd
kon worden door de boogschutters.
Daarna kon de massale ruiteraanval
in gesloten formatie elke tegenstand
breken.
|~)E FRANSE ridders hadden echter
geen geduld. Zij popelden op hun
paarden, terwijl ze met gemengde ge
voelens zagen, hoe de Vlamingen te
rugdeinsden onder de regen van pij
len, die de kruisboogschutters op hen
afschoten.
Zouden deze onedele Italiaanse
huurlingen de slag voor hen, nobele
ridders, winnen?! Dat nooit!
De eerste groep van vijfhonderd
zwaarbewapende, van top tot teen in
harnas gestoken, ruiters joeg al over
de vlakte. De grond dreunde onder
de hoefslagen van de gepantserde,
kwaadaardig hinnekende paarden.
Het deerde hen niet, dat ze hun ei
gen boogschutters overhoop reden en
onder de hoeven van hun paarden
verpletterden.
Ridderlijkheid was bij deze ridders
ver te zoeken.
Voort ging het! Wie kon hen weer
staan?
Nog een paar honderd meter dra
ven en dan zouden ze de Vlamingen
in de pan hakken. Ze grinnikten al bij
voorbaat, want ze voelden zich zo vei
lig en zo moedig in de bescherming
van hun harnas, waar alle pijlen op
afstootten.
't Was nog maar een kwestie van
minuten.
Zij hadden echter niet gerekend op
de regen, die dit jaar zó overvloedig
was gevallen, dat de beken ver bui
ten hun oevers waren getreden en de
grond drassiger dan ooit hadden ge
maakt.
De paarden konden zich niet afzet
ten, om met een zwierige sprong, over
het snelstromende water heen, de
overzijde te bereiken en de linie werd
gebroken.
Sommige paarden aarzelden in de
sprong, anderen zwommen of waad
den, zo goed en zo kwaad als het ging,
door de beken en allen klavierden,
vallend en terugglijdend, tegen de
glibberige oever omhoog. Enkele rid
ders tuimelden uit het zadel en zon
ken als bakstenen: anderen hielden
zich met moeite vast aan de manen
van hun wanhopig tegen de kant op-
stijgerend ros, en velen lieten zich
van de rug van hun wankelend paard
glijden, omdat ze zich, zo hoog in het
zadel, niet meer veilig voelden.
Op dat ogenblik van grote verwar
ring ging de Zeeuw Jan van Renesse,
die de Vlamingen aanvoerde, tot de
tegenaanval over. De banieren der
gilden, waarop de Vlaamse Leeuw
zijn klauwen uitsloeg, wapperden in
de Westenwind en van alle kanten
klonk de kreet:
„Wat Wals is.
Vals is,
Slaat al dood"
Bruggelingen, Gentenaren, Yperlin-
gen snelden toe, gewapend met hun
bijlen en de met zware spijkers dicht
bezette strijdkolven, de geduchte goe
dendags. Al wierp menige ridder zijn
lans weg, om zijn slagzwaard te trek
ken, het baatte hem niet. In de strijd
van man tegen man, beet hij in het
gras der Bioedmeers.
In het heetst van het gevecht kre
gen de Fransen versterking: een twee
de groep van vijfhonderd ruiters
trachtte vaste voet te krijgen aan de
overzij der beken, en het zou hun ook
zijn gelukt, als één enkele man hen
met zijn „ho, mannen, ho!" had toe
geroepen.
Een reus van een kerel, met
een verwilderde koolzwarte
baard, gehuld in een versleten
monnikspij, reed op een snui-
Een oude koster vertelde hoe deze
gulden spoor elk jaa. op de elfde Juli
op een bepaald uur, in het rond draai
de, aangeraakt door een onzichtbare
hand: op dat uur moet de ridder die
haar droeg, zijn paard voor het laatst
hebben aangespoord.
Dat was niet de enige spookachtige
herinnering aan de vermaarde slag.
Onder de stenen brug, die het
Ronduutje overwelfde op de plek,
waar deze beek uitloopt in de stads
gracht van Kortrijk, was het ook niet
pluis.
Daar moest het „Klakkaertshol" zich
bevinden, want Klakkaert, een ridder
vol vrees en blaam, was hier verdron
ken. nadat een Vlaming hem met zijn
goeden dag een laatst vaarwel had
toegeroepen.
Soms zag men daar, in het schemer
donker, een draaikolk al sneller en
sneller rondwentelen, terwijl de wa
terratten, angstig piepend, met tril
lende snorharen, wegzwommen.
In de avond kwam Klakkaert nog
al eens boven water, en zwierf door
de nauwe, bochtige straten van het
oude stadje, al klappertandend en
knarsend in zijn door roest aangevre
ten harnas.
Zo hoorde je hem de deuren van
de klink lichten, de huizen binnentre
den en kreunend de trappen op en af
gaan.
Zelfs in het putje In de winter, als
de gracht was toegevroren en ook het
water, onder de brug, door een ijs
korst was bedenkt, vond hij geen rust.
Voor Klakkaertshol
kleine kolfbal.
lag dan een
De jongens van de stad, die over
het ijs zwierden, wisten wel, dat je op
moest passen voor dat balletje, maar
die van buiten kwamen, dachten „pik
in, 't is winter", en wilden het grijpen.
Op dat ogenblik kwam er echter een
andere bal aansuizen, die tegen de
eerste opbotste, zodat beide onder de
brug verdwenen. De beduusde boe
renjongen had het nakijken, maar eer
hij zich weer had opgericht, kreeg hij
een oorveeg, die klonk als het laatste
oordeel, en sloeg tegen het ijs.
Klakkaert was een hardhandig
heer.
JACQUES R. W. SINNINGHE
(Advertentie)
JAN BREIDEL EN
PIETER DE CONINCK
Het standbeeld dezer grote Vlaamse
volkshelden uit de 14e eeuw, dat op
de Grote Markt te Brugge staat.
vend ploegpaard, door de linie
der Fransen. Links en rechts
deelde hij met zijn strijdkolf
zulke knoertharde slagen uit,
dat de ridders vielen als halmen
in een hagelstorm, omdat hij
hen, door helm en hoofdplaat
heen, de schedel had verbrij
zeld.
Wie was die man, waarvan de sage
vertelt, dat hij in de Bloedsmeer al
leen veertig ruiters voor zijn rekening
nam en bij de achtervolging nog veer
tienhonderd Fransen de roeper (keel)
afsneed?
Dat was broer Willem van Saaf-
tinge, die aan het ploegen was op het
Kloosterland van Biezelinge op Zuid-
Beveland, toen iemand hem toeriep,
dat de Fransen in aantocht waren.
Zonder zich een ogenblik te beden
ken, maakte Willem zijn ploegpaard
los, sprong op de rug van het ongeza
delde dier en reed wat hij rijden kon.
naar Kortrijk, om nog net bijtijds te
zijn.
.Toen de slag ten einde was, kwam
men handen te kort om de gouden
sporen op te rapen, waarvan iedere
ridder er een droeg, en wel aan de
rechterlaars. Bijna alle werden ver
smolten in de loop der eeuwen, maar
een enkele bleef nog lang bewaard in
de kerk van Kortrijk.
(Advertentie)
Qnder de mutaties, die er van tijd
tot tijd in de kloosters en in
stellingen van ons Brabantse en
Zeeuwse gewest plaats hebben, zul
len er weinigen zijn, waarbij we ons
zo algemeen geïnteresseerd voelen
als bij de Directeurswisseling van
het retraitehuis in Seppe. Voor dui
zenden en nog eens duizenden in
West-Brabant en Zeeland is „Sep
pe" een geestelijk „thuis", waar ze
de aangenaamste en rijkste herin
neringen aan bewaren.
Daarom zal het velen interesse
ren, dat Seppe het afscheid vierde
van pater Reymond Lampe, die er
van Augustus 1949 tot nu toe direc
teur was. Voor velen is zijn heen
gaan een verlies. Van zijn confra
ters hoorden wij, dat zij hun direc
teur hoog hadden staan, uooreerst
om zijn grote en altijd spontane
confraterlijkheid. Nog meer prezen
zij hem om zijn- voortvarende werk
lust, zijn hevige interesse voor het
retraitewerk en de apostolische
geest, die hem daarbij bezielde. Op
de Zusters en de retraitanten maak
te hij dezelfde indruk. Een man, die
zich geheel gaf en die zich gaf, zo
als hij was.
In November 1942 kwam pater Lam
pe naar Seppe. Hij heeft er met een
korte onderbreking van enkele maan
den (wegens oorlogsomstandigheden)
ruim tien jaar gewerkt, de laatste vier
jaar als directeur. Er zullen weinig
plaatsen zijn in het retraite-district
van Seppe, die hij niet persoonlijk be
zocht heeft, of waarmee hij op ande
re manier contact gehad heeft, om
propaganda te maken voor de re
traite. Nog groter is zijn verdienste
om de niet te tellen retraites, die hij
gegeven heeft in het retraitehuis zelf.
Hij was onvermoeibaar op dit punt.
Voor de retraites moest alles wijken,
zijn persoonlijke liefhebberijen het
eerst.
z"\p een acadedemisch proefschrift
onder de titel „De toekomst van
de academisch gegradueerden opnieuw
beschouwd", promoveerde Drs. J. Go-
defroy aan de Nijmeegse Universiteit
op 10 Juli j.l. tot dictor in de letteren
en wijsbegeerte.
Op grond van exact cijfermateriaal
berekent Dr. Godefroy, dat de dicht
heid der academische ingenieurs, wel
ke tussen de jaren 1930 en 1947 met
gemiddeld 1.1 pCt. is toegenomen (1930
plm. 4100. 1947 plm. 6100), tussen 1947
en 1960 met 2.6 pCt. per jaar zal kun
nen toenemen. Tegenover deze per
centages staat veel lagere toeneming
van de beroepsbevolking in haar ge
heel en van de nijvprheidsbevolking
in het bijzonder waarvoor respectieve
lijk de percentages 1.2, 0.9 en 1.3 pCt.
per jaar bedragen. In 1960 zal ons
land beschikken over ongeveer 9500
academische ingenieurs.
Na een raming van het aantal aca
demische ingenieurs (4400), dat in de
niet-industriële sector van het be
roepsleven werkzaam zal zijn. conclu
deert Dr. Godefroy, dat in 1960 voor
de nijverheid en de research 5100 aca
demische ingenieurs beschikbaar zul
len zijn. „Aannemende, dat de in de
laboratoria en proefstations werkende
ingenieurs voornamelijk voor de nij
verheid werkzaam zullen zijn, zal",
aldus de promovendus, „bij de boven-
berekende verdeling het Academische
ingenieursdichtheidscijfer per 1000
werkenden in de nijverheid tussen
1947 en 1960 stijgen van 1.95 tot 3.02".
DE M.T.S.'ERS
(Advertentie)
lyiet nadruk vestigt de heer Gode
froy er de aandacht op, dat bij de
beoordeling van de toekomstige in
genieursbehoefte eveneens rekening
gehouden moet worden met de om
standigheid, dat men in vrijwel alle
wetenschapelijke ingenieursfuncties
ook niet-technisch opgeleiden aan
treft: universitair gevormde natuur-
en scheikundigen en economen. Meer
gedetalleerde onderzoekingen worden
derhalve dringend aanbevolen, bij
welk onderzoek ook met de bijzon
der grote aanwas van middelbare in
genieurs (afgestudeerden van de Ne
derlandse M.T.S.-en) rekening gehou
den moet worden. Het aantal afgestu
deerden der M.T.S. bedroeg in 1947
13.000 en dit aantal zal in 1960 tot
plm. 30.000 zijn toegenomen.
Was de verhouding van het aantal
middelbare ten opzichte van de aca
demische ingenieurs in 1947 2:1, in
1960 zal deze verhouding 31 zijn.
Zeer interessant is hetgeen Dr. Gode
froy mededeelt omtrent het feit, dat
in het buitenland een veel ruimer be
grip wordt toegekend aan de aandui
ding „ingenieur". Uit het rapport
blijkt, dat ook degenen tot ingenieurs
gerekend worden, die hun opleiding
hebben gekregen aan onderwijsinstel
lingen, welke met onze M.T.S. veel
overeenstemming vertoont. In zijn
studie betrekt Dr. Godefroy ook het
middelbaar technische corps, waaruit
zoals hij te kennen geeft niet
mag worden afgeleid, dat beide ca
tegorieën gelijkwaardig zouden zijn.
Zij hebben echter zijns inziens een ei
gen taak en functie in het voortbren-
Toch heeft pater Lampe In Seppe
ook zijn teleurstellingen gekend. Zijn
voortvarende apostolaatsijver zag na
melijk zjjn mooiste plan, de uitbrei
ding van het retraitehuis, door on
voorziene omstandigheden mislukken,
en tot betere tijden uitgesteld. Dit is
een gevoelige tegenslag voor hem ge
weest. Maar de manier, waarop hij
dit genomen heeft, heeft Seppe wel
licht meer goed gedaan dan welke
materiële uitbreiding ook.
Het heengaan van pater Lampe
krijgt wel een heel bizonder cachet
door zijn nieuwe benoeming, die er
op gevolgd is. Op dringend verzoek
van de Vice-Provincie der paters Re
demptoristen in Suriname werd hij
aangezocht, om een benoeming voor
die provincie te aanvaarden. Het te
kent hem, dat hij op dit toch lang niet
makkelijk te volbrengen verzoek di
rect en zonder meer is ingegaan.
Wat zijn werkkring in Suriname zijn
zal, is hem nog niet bekend.
Wij wensen pater Lampe reeds nu
van ganser harte het beste succes. Mo
ge hij in de missie van Suriname met
minstens evenveel succes werken als
pater Lemmens, die als kapitein van
het Nederlandse leger naar Suriname
ging en daar'Redemptorist werd, wiens
leven door pater Lampe met zoveel
toewijding werd beschreven. Moge
Suriname, in de geest door U gekend,
nu metterdaad en rijkelijk door U ge
diend worden.
Voor degenen, die pater Lampe nog
persoonlijk wensen te groeten, is zijn
adres voorlopig nog het retraitehuls
in Seppe. Ook hij groet allen, die hij "pOT GROTE VREUGDE van geheel de stad en in het hijzonder van de Roo
in zijn Seppense jaren ontmoet heeft' sen.claaIse woningzoekenden zijn er in het nieuwe parochiecentrum weer
92 woningen gereed gekomen, die een dezer dagen betrokken zullen worden,
en vraagt om hun aller gebed. Het is Het betekent allerminst, dat daarmee een einde is gekomen aan de bouw-
activiteiten in dit centrum. De gemeenteraad verleende immers reeds cre-
dieten voor de bouw van 48 woningen rondom de Onze Lieve Vrouw van
Fatimakerk, terwijl er voorts 20 woningen zijn geprojecteerd in de doorbraak
van het parochiecentrum naar de Bredaseweg.
Andere belangrijke bouwactiviteiten worden elders in de gemeente nog
voldoende aangetroffen, zodat de conclusie resteert, dat al het mogelijke in
gingsproces, ofschoon de werkterrei
nen elkaar gedeeltelijk overlappen.
VERDERE HYPOTHESEN
Aan de hand van behoefte-hypothe
sen werden door Dr. Godefroy
tekorten vastgesteld bij de philologen,
de wiskundigen en de tandartsen, ter
wijl daarentegen overschotten zijn te
verwachten bij de juristen, de civiele
ingenieurs, de diergeneeskundigen en
pharmaceuten. Ten aanzien van de
medici verwijst hij naar vroegere pu
blicaties en omtrent de behoefte aan
sociologen vindt hij geen gefundeerde
hypothese. Naar verwachting zal de
vraag naar wetenschappelijke onder
zoekers vermoedelijk beneden het
aanbod blijven.
de beste afscheidsgroet, die wij hem
mee kunnen geven.
DE OPVOLGER
GEEF U NÜ OP: HUIDEKOPERSTRAAT 20 - AMSTERDAM
Maast een afscheid vierde Seppe ech
ter ook een welkom, een bizonder
hartelijk welkom. Pater Lampe heeft
een opvolger gekregen, aan wie hij
het retraitewerk in Seppe met de
grootste gerustheid kan overdragen.
Zijn opvolger is pater H. Heijdeman,
die op gebied van het retraitewerk
beschikt over een jarenlange en rijke
ervaring, èn die voor Seppe een goede
bekende is. Geboren in 1903, priester
gewijd in 1928, is hij eerst enkele ja
ren werkzaam geweest als rondtrek
kend missionaris. Van 1931 tot 1934
was hij verbonden aan het retraite
huis van Bergen (N.H.), waar hij zijn
eerste retraite-ervaringen opdeed. Van
1934 tot 1937 stond hij in Seppe. waar
hij een bizonder actieve retraite-pro-
paganda gevoerd heeft. Velen zullen
hem van die tijd nog kennen. Van
Seppe ging hij naar het retraitehuis
van Amersfoort, waar hij van 1938 tot
1946 directeur was. Na zes jaar rec
tor geweest te zijn van het klooster
.de Nebo" in Nijmegen, waar het
klein-seminarie der Redemptoristen
gevestigd is. kwam hij weer naar
Seppe. nu als directeur. Wij wensen
hem. in groot vertrouwen op zijn rijke
retraite-ervaring van harte welkom
en spreken de wens uit. dat onder zijn
bestuur Seppe in groeiende mate mag
blijven, wat het nu al zovele jaren
geweest is, een geestelijke kracht
centrale voor het behoud en de bloei
van het geloofsleven in ons Brabantse
en Zeeuwse gewest.
de moeders
het werk wordt gesteld om de woningnood op te lossen.
van de woningbouw de volgende ge
tallen gerealiseerd. Klaar zijn 92
TAIE nood is echter groot en enkele wonin§en »n het parochiecentrum. In
yiE noon is ecmei gioot en entceie aanbouw zijn 186 étagewoningen !n
maanden geleden door burge- de Nieuw Wiik
meester A. Freijters nog eens uitvoe- stapel staan
rig uiteengezet. De magistraat deel-
de immers bij gelegenheid van de
eerste steenlegging voor de bouw van
de 186 étagewoningen mede. dat. In
dien Roosendaal duizend woningen
zou kunnen bouwen, eerst gezegd zou
kunnen worden dat de nood was op
gelost. De burgemeester betrok in dit
cijfer niet eens degenen, die in een
krotwoning huizen en die dus ook
aanspraak zouden kunnen maken op
een nieuwe woning.
Het getal duizend wordt op geen
stukken na bereikt, hoe prijzens
waardig de bouwactiviteiten nu ook
zijn. De 92 thans gereedkomende
woningen in het parochiecentrum be
tekenen slechts een druppel op de
spreekwoordelijke en wel zeer gloei
ende plaat van de woningnood. Er
schuilt ook niet voldoende perspectief
voor de woningzoekenden in de aan
vang van de bouw van nieuwe wonin
gen. 48 en 20 stuks in het parochie
centrum. De cijfers zijn verheugend,
maar zij zijn onvoldoende om de
nood te kunnen opheffen.
bouw voor de meisjes,
van morgen.
Het gemeentebestuur is voorts ge
ïnteresseerd bij de bouw van een twee
tal gymnastieklokalen. Zowel aan de
Sint Jozefschool als aan de Openba
re School wordt aan de realisering
van deze lokalen gewerkt. De St.
Georgeschool wordt op dit ogenblik
uitgebreid met een tweetal lokalen,
terwijl voorts een tweetal noodloka-
len worden gebouwd voor de Sainte
Marieschool.
Daarmee zijn dan echter de bij
zondere werkzaamheden van de ge
meente genoemd.
\/AN gemeentelijke zijde worden
dus op dit ogenblik op het gebied
(Voltasstraat)
woningen voor
derom het parochiecentrum. Loopt
gende voorjaar circa 346 woningen
neergezet.
Ook de particulieren zitten echter
niet stil. Momenteel worden er in de
Begoniastraat 10 woningen opgetrok
ken, die andermaal de nood een
beetje zullen verlichten. Voor het
overige beperkt zich de particuliere
woningbouw tot nogmaals 10 wonin
gen. die verspreid <joor de gehele stad
worden opgericht.
Beschikte het gemeentebestuur
over meer bouwvolume dan zouden
binnen de kortst mogelijke tijd 40
woningen verrijzen, want particulie
ren hebben gevraagd deze te mogen
neerzetten. Zij slaan voorlopig (en
hoe lang?) op een wachtlijst.
Buiten de woningbouw zijn er nog
andere bouwwerken, die de aandacht
vraen en die in dit overzicht zeker
niet onvermeld mogen blijven. Aan
de Hoogstraat verrijst een huishoud
school, waarop de stad straks bij
zonder trots zal mogen gaan. Want
naast de hogeschool voor het am
bacht is er nu ook een modern ge-
VERREKIJKER
.Weet U, mijnheer de Redacteur",
schrijft, die zich noemt ..Een liefheb
ber, ,.dat de Dikke Bruine, bij het
op i naslaan van de prijswinnaars van di-
we- verse concoursen, zijn bril eens beter
zal moeten schoonmaken, want hij
mist nogal eens belangrijke gegevens,
waarvan de lezers gaarne zullen ken
nis nemen."
't Betreft hier de aankomst der
duiven van de Gebr. O. te Breda van
St. Vincent. Het opschrift boven de
ze boutade is verkeerd gekozen. Die
had moeten luiden: Verrekijker.
Want op 't lijstje van aankomsten
der Gebr. O., door „Een liefhebber"
op de Publieke Tribune bekendge
maakt staan duiven die wellicht nog
een pintje aan 't pakken waren in
Parijs, toen mijn reportage uit
Zeeuwsch-Vlaanderen (via Antwer
pen v.v.) reeds lang en breed aan de
sneldraaiende persen van het Dag
blad De Stem" was toevertrouwd.
Hoe laat deze wakkere luchtreizigers
in Breda zouden arriveren, was op dat
moment nog aan geen sterveling be
kend. ik ben wel helder, al zeg ik het
zelf. doch helaas niet helderziende.
..Een liefhebber" moet mij, volgend
jaar op st. Vincent, zijn verrekijker
eens lenen.
Allemaal goeie.
DIKKEN BRUINE
(O 55
wordt een stukje van veel
uitslagen en weinig com
mentaar. Om de eenvoudige re-
c en, dat er weer heel wat te
dubbeMuchten EerS* Zg'
naklanken van'
nW P J c 'n West Z' VI.
ster A de qmiKdoch de nieuwe
V" f Smidt te Sluis is ge
weest die met de erepalm is
gaan lopen. Groede heeft weer
geweldig gepakt, een speciale
p mm verdient Staf Dusarduijn
die volledig revanche neemt
voor zijn weinig opvallende
prestaties op de halve fond in
de maand Juni.
Ziehier de uitslag: 1 A. de Smidt te
Sluis, 2 6 8 12 13 19 22 31 en 45 (11
mee) G. Dusarduijn te Groede, 3 J.
Dierckx te Retranchement, 4 en 18
David Luteijn te Zuidzande, 5 24 28 42
en 43 Jac. I. Risseeuw te Breskens (18
mee), 7 H. Veldhoen te IJzendijke, 9
I. Vermeulen te Hoofdplaat, 10 A.
Steijaert te Sasput, 11 I. Maas te Groe
de, 14 en 16 C. Brakman te Groede, 15
Ch. van Vooren te Biervliet, 17 J. Ka
reis te Oostburg, 20 Ch. de Poorter te
Sasput enz.
De gewestelijke Arras (rijwielder
by voor jonge duiven), gegeven door
E.D.B. te Schoondijke bracht een over
winning voor de mannen uit het land
van Cadzand: 1 en 7 A. Vaseur te
Cadzand, 2 W. van Acker te Cadzand,
3 Faes-Van Opdorp te Breskens, 4
Izak Porrey te Cadzand, 5 J. Dubois
te Zuidzande. 6 W. du Rie te Schoon
dijke. 8 J. Dubois voornoemd te Zuid
zande, 9 J. Klaassen te Breskens en 10
Th. de Smit te Breskens.
Idem Algemene Vlucht voor oude
duiven (tot in de leeftijd van negentig
jaar): 1 J. Kools te Zuidzande, 2 en
3 Stafke de Wever te Schoondijke, 4
P. de Meij te Cadzand 5 P. Buijze te
Breskens, 6 I. Porrey te Cadzand, 7
J. Klaassen te Breskens, 8 G. Dusar
duijn te Groede. 9 P. de Meij te Cad
zand, 10 J. Pieters te Breskens. Door
hevige Oostenwind, die pal van de
kanten van Biervliet blies, was het
een goeie dag voor de kust.
In „De Hoop" vlogen 307 jonge dui
ven op Arras: 1 H. du Puy, 2 A. Pro
voost, 3 C. van Belois. 4 B. van Waes,
5 A. Naeije, 6 A. Boeije, 7 Jaap van
der Linde hoe komt dat Jaap, dat ik
U op St. Vincent niet gezien heb; geen
meegegeven?), 8 F. van den Hemel, 9
Gebr. Termote, 10 E. Vervaet enz. Bij
de oude duiven waren de Gebr. Dob-
belaere no. 1, met dezelfde duif van
verleden week.
In de maatschappij „Nieuw Leven"
te Koewacht, werd het koningschap
verspeeld op Breteuil. Volgens Faroek
zullen er in een nabije toekomst nog
slechts vier koningen zijn: schoppen
koning, ruitenkoning, hartenkoning en
klaverenkoning. Hierbij ziet hij ko
ning Camiel de Bock te Koewacht
kennelijk over 't hoofd. Eerst minis
ter werd dhr. P. Vermeire, tweede mi
nister dhr. Raphael Mariens. Ik wou
dat toch even rectificeren, voelt U
wel.
Uit Bergen op Zoom is ook veel
nieuws te melden. Eerst St. Vincent:
1 M. P. Buuron, 2 J. van Geel Co.,
3 C. de Bonte, 4 A. Lambregts, 5 P.
van Kaam, 6 J. Weischot, 7 Willem
vhn Broekhoven, 8 A. P. Buuron. 9 A.
Jochems. 10 Gebr. Geers. In de V.B.P.
stond het concours open tot Maandag
6 Juli. En dan hebben we hier Limo
ges: 1 A. Lambregts, 2 6 en 8 P. van
Kaam, 3 P. Verberne, 4 M. P. Buuron,
5 7 12 17 enz. A. Bogaard, 9 en 11
Dook de Nijs, 10 C. van Bergen enz.
Het was een makkelijk vluchtje, ze
vielen als mussen, doch allemaal van
uit de Oostkant. Breda kreeg het dus
deze keer voor een koopje A. Boogaard
speelt er 6 in de twintig eersten. Eind
stand Kampioenschap Vitessevluchten:
1 M. P. Buuron, 2 J. van Rijswijk, 3
A. Schouteren. Of laatstgenoemde nog
familie is van Toontje, is mij niet be
kend, ik heb er wel zo'n vaag ver
moeden van. Schouteren-Van Zoome-
ren op De Heen hebben de laatste we
ken weer straf gespeeld. Op Dour-
dan: 2 5 11 en 15 enz., op Orleans 1.
5 en 12. op Chateauroux 1, 2 (20 mi
nuten los), 6, 10 enz., Pont St. Maxen-
ce 1 en 2 enz. enz. Ik had het maar
niet in de krant gezet omdat het op
de duur een beetje de keel uit gaat
hangen, altijd dezelfde namen. Trom
melen in Dongen idem hetzelfde la
ken een broek, daar i ook geen repa
reren aan gemaakt, naar U weet.
In Kaatsheuvel klagen ze ook al, dat
St. Vincent zo slecht verlopen is: 1
Pooters-Lichtvoet (speelt in de vijf
eersten nationaal), 2 C. Babee 3 D
Mateijsen, 4 A. Schrauwers, 5 A.
Priems, 6 J. van Riel, 7 nogmaals
Pooters-Lichtvoet, 8 en 10 C. van Riel
en 9 J. Hamers enz. Pooters-Lichtvoet
zijn nieuwe sterren, die met grote
plannen rondlopen voor Bordeaux en
Dax. We zullen ze in de gaten moeten
gaan houden.
65-JARXG JUBILEUM
"Ter gelegenheid van het 65-jarig ju
bileum als duivenmelker van Bru
no Baert werd Koewacht een prijs
kamp gearrangeerd op Arras (250 vo
gels) 1 R. de Cock te Overslag, 2 en 5
Alois Martens te Koewacht (die te
vens met het plaatwerk weg is), 3 en
4 Reintje van der Veke te Zaamslag,
6 Em. de Kind te St. Jansteen, 7 P.
Vermeire te Koewacht, 8 C. van
Goethem te Heikant, 9 A. de Letter
(boterletter?). 10 J. de Block te Hei
kant. De pendule was voor J. Elegeert
(18e pr.). En dan hebben we hier
Pont. St. Max. te Chaam: 1 W. Koks,
2 J. de Rooij, 8 en 9 P. Verheijen, 10
A. Laurijssen enz.
Vervolgens schakel ik over op Ul-
venhout waar onder de melkers een
ware revolutie heerst, daar er de
laatste weken niks in den Dikken
Bruinen gestaan heeft, reden waarom
ik mij haast deemoedig schuld te be
kennen, en zo mogelijk mijn leven te
beteren. St. Quentin bracht een over
winning voor Marijn Martens van de
Faisanterie. St. Vincent zag het „Wite-
penneke" van Jan Antonissen als no.
1 over de eindmeet bollen, gevolgd
door bakker Jan Frijters (z'n goei. dat
vorig jaar de Re nationaal won. doch
deze winter door een Belze keurder
rats voor c'e soep gekeurd werd). De
ze wakkere Kongo-mannen onze har
telijke gelukwensen.
DEZE WEEK
ITlvenhout, Font: 1 Willem van
Oosterbosch (speelt dit jaar reeds
voor de derde maal de le prijs), 2 P.
van Eijnatten. 3 Kest Martens, 4 Toon
van Dorst, 5 O. Peters, 6 C. A. Pau-
lissen, 7 Bram van den Broek, 8 Sooi
van Gils. 9 Jac. de Kort, 10 W. Nous.
Idem Limoges: 1 en 10 Frans Heij-
blom (16,15) deze duif speelt 5 minu
ten los. 2 Bram van den Broek, 3 Jac.
de Kort. 4 en 11 Bert Paulissen, 5 Wil
lem van Oosterbosch, 6 Sooi van Gils.
7 P. Leppens, 8 Kest Martens. 9 en 12
Jan Frijters enz. Snelle vlucht en geen
verliezen.
Gilze „De Luchtbode". Pont: 1 Gebr.
Aarts, 2 P. Timmermans (drie van de
drie erin), 3 Jantje Dekkers. 4 B. van
den Enden, 5 voorzitter W. Koek, pakt
nog drie vroege. Idem, Limoges: 1
Ant. Diepstraten, 2 Gebr. Aarts, 3 W.
Brouwers, 4 Ant. van Rozendaal, 5 J.
Havermans (ook een paard, dat de
haver verdient).
Sprundel „De Reisduif": 1 Jan van
der Smissen. 2 Jac. Koenen, 3 Piet
Snoeren, 4 Nico de Weerd, 5 en 8 Ma-
rijn Broek. 6 Harrie Vergouwen, 7 en
10 Jos. Vergouwen enz.
Terheijden in de grote C.C.: Pont.:
1 Piet van Meel, 2 5 14 en Zilveren
Duif voor de Gebr. Van Beekhoven,
3 Van Wijk, 6 B. Damen. Idem Limo
ges: 1 P. Willard. 2 en 8 C. Jansen, 3
Piet van Oers, 4 D. Razenberg, 5 en 6
M. Diepstraten, 7 Gebr. Van Beekho
ven, 9 J. Gaassen, 10 C. Koreman enz.
C.C. Breda Omstreken, Pont St.
Maxence: 1 en 2 L. Smulders (3 duit
jes mee) 3 L. Goderie, 4 A. Chris-
tiaansen, 5 Jo Scheerhoorn. 6 A. Ren-
ne, 7 C. van den Avert. 8 Gebr. Oo-
mens, 9 M. Machielsen, 10 J. Sterckx
11 H. van de Kruijssen. 12 M. Sannen,
13 Jac. van Dongen. 14 M. Remie Jr
15 J. van Poppel Jr.. 16 A. J. Laarho
ven, 17 A. de Jongh, 18 J. Sloekers, 19
Jan van Bedaf. 20 A. van Sluijs.
Op Limoges worden de twee eersten
gewonnen door Gebr. Oomens (49 dui
ven mee). Ook in het concours van de
„Klokkenberg" zijn dit de vroegste
meldingen. Vermeldenswaard is, dat
het resp. de 2e en le getekende dui
ven zijn.
Steenbergen „De Vliegsport", Limo
ges: 1 Th. de Groot, 2 Jan Aarden, 3
M. Slokkers, 4 Jan de Weert, 5 Gebr.
Schouteren. 6 W. Zomers. 7 W. Ker-
stens, 8 en 9 Th. Bogers, 10 enz. Wil
lem van Campenhout.
BARCELONA IN BELGIë
Jn België hebben ze Barcelona gevlo
gen, dat wordt een even grote ramp
als St. Vincent in Nederland, 's Maan
dags waren er 20 duiven thuis, hier
zijn de tien eersten: 1 René Van den
Berghe te Michelbeke, 2 F. Matigne te
Aywaille (Luik), 3 Van de Keymeulen
te Aspelare (ras Berlenger), 4 Edgar
Daras te Rochefort. 5 Emile Peres te
Marche, 6 Rik De Pezer (Pastoor Van
Hoeenacker) te Stavele (W.V.), 7 J.J
Malfait te Herinnes (bij Pecq), S
Gebr. Demeiier te Moorslede, 9 A.
Denis te Bailleux, 10 M. van de Velde
te Oostende enz.
Op de nationale vlucht van Libour-
ne verslaat 'Hector Desmet. de riiwiel-
fabrikant te Geeraardsbergen. die o.a.
tVim Van Est ..ontdekte", alles en ie
dereen: 1 5 31 32 41 44 50 118 204 254
en 374.
Tot slot de Limoges in de Antwerp
se Union. Ze werden 40 minuten eer
der gelost dan de duiven in de Z.N.B.,
doch dezelfde staart wind joeg ze naar
huis. De auto wordt zeer waarschijn
lijk gewonnen door Gebra Marissen te
Oelegem. Een recordprestatie leveren
andermaal Huyskens-Van Riel, ze be
ginnen te 15.21, pakken er vier in de
eerste minuut en te 15.50 hebben ze er
achttien (van de 28).
Allemaal goei.
DIKKEN BRUINE
P.S. Kampioenschap Midfond C.C.
Breda Omstreken (na 6 vluchten);
1 J. C. Scheerhoorn 3770 pnt.; 2 A
Verheijen 3763 pnt.; 3 Gebr. Schuur-
mans 3555 pnt.: 4 J. Bindels 3355 pnt.;
5 Gebr. Oomens 3536 pnt.; 6 Jac. Ver
hoeven 3333 pnt.