Nieuw-Vossemeer, dorp aan de Eendracht, herleeft
Vernielde huizen naast gevulde étalages
Kees de Klerk heeft weer een
mand vol verse broden
Wanneer zal laatste woning
herbouwd kunnen zijn j
De molen zal symbool
van rampspoed blijven
bi de meisjesschoolwaar het ivoter stond
hangen weer broodtrommels
Opbouw en uitbouw moeten samengaan
Trouwe wachters...
Geen comfortabele behuizing....
NZ-J&reGK)
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 13 JUNI 1953
Bakker, slager en smid als pioniers
Geen petroleum meer
MEN KOMT NIET
UITGEKEKEN
Taxaties huisraadschade al te schematisch
Geen lintbebouwing
oor-
•dam.
tot
lalde
Ne-
te
de
igen.
een
ngen
1950.
Sep-
bij
van
huur.
zeer
25
Sonne-
Het gat bij de
molen waar het
drama begon.
JANUS BROCATUS, die raadslid is en tijdens de rampweken bij de be-
wakingsdienst heeft gewerkt, rijdt weer met zijn wagen door het
dorp. Een wagen met melkflessen. ZUn paard staat te soezen voor het
huis van opoe Bastiaansen en Janus stelt vast, dat na iedere December
toch ook weer een Juni komt. Al is het dan, op het moment dat we dit
schrijven, een herfstige Juni.
De melkman, de bakker en de slager. Zij zijn zo'n beetje de rijdende
symbolen van het herstel. Zij lokken de huismoeders naar buiten en door
hun aanwezigheid krijgt het straatbeeld weer iets vertrouwds.
O
7IJ HEBBEN ook zo'n beetje voor
pionier gespeeld. Men kon de
mensen niet terug laten komen voor
dat er mondvoorraad was. In een stil
dorp brachten zij hun bedrijfje weer
op gang en toen de intocht begon,
stonden zij klaar om iedereen het zij
ne te geven.
Kees de Klerk heeft zijn bakfiets
weer vol knappende broden. Hij moest
zijn oven watervrij maken en de ma
chines laten repareren. Want alles
had in het water gestaan. De stroom
had echter geen al te grote vernielin
gen aangericht en daarom kon hij
weer gauw op de fiets springen.
..Met de grondstoffen," zegt hij
..hadden we geen moeite. De mole
naar kwam het oude meel ophalen en
we kregen er nieuw voor in de plaats.
Een beetje poetsen, goed stoken en
de bakkerij kon weer aan het werk.
Maar zoals vroeger loopt het nog niet.
Twee-derde van de bevolking moet
nog terug keren er daar zitten veel
klanten onder. Toch mogen we niet
klagen. Bij bakker Cools op de Hoge-
dijk is heel de oven vernield. Dat geeft
grotere zorgen..."
BUTA-GAS
TT1 EN HALF JAAR geleden zei burgemees-
-L-J ter Janssens: „De Molenweg gaat ver
beterd worden. En dat was geen ter
loopse opmerking. De verbetering van de
Molenweg betekende, dat Nienw-Vossemeer
niet langer geïsoleerd zou zijn en dat nu
ook liet grote verkeer toegang ging krijgen
tot het dorp.
Toen kwam het water. En de Molenweg
verdronk. Dat grote plan kreeg ineens iets
Maar laten we vooral geen verkeerde indruk wekken. Zo'n op
merking is niet 't begin en het einde van 't gemeentelijk
bestuursbeleid. Zij is alleen kenmerkend voor de instelling van
de heer Janssens. Hij vindt dat opbouw en uitbouw kunnen
samengaan. Het toekomstbeeld dat hij zich ontwierp, enkele ja
ren geleden, heeft hij ook momenteel nog voor ogen als richt
punt voor zijn werk. Hij geeft het heden echter volledig zijn
rechten.
lachwekkends. Als met een wanhoopsge
baar reikte de toren naar de hemel en het
water trok af en aan, onverschillig voor de
nood die het had gebracht.
Nu, vier maanden later, zit burgemees
ter Janssens opnieuw in zijn gemeentehuis.
Het behang is vochtig en er ligt geen kleed
op de grond. Hij zegt: „En toch zouden we
die Molenweg moeten verbeteren".
Schone gordijnen
'poen de mensen van Vossemeer
geëvacueerd waren en er bo
ten door de straten voeren, hebben
enkele getrouwen het dorp be
waakt. Zij waren de vraagbaak
voor iedereen en eigenlijk hebben
zij de basis gelegd voor het herstel
dat nu gaande is.
Burgemeester Janssens noemt
zichzelf niet. Maar iedereen weet,
dat hij met laarzen en een flinke
verko' dheiÊ in het water heeft
gestaan en gered heeft wat er ge
red kon worden. Dat hij als laatste
zijn dorp verliet en er, weer of
geen weer, dagelijks terugkeerde.
Hij spreekt wel van zijn mede
werkers. Van wachtmeeser Witte-
man, de altijd goed-gehumeurde,
van zijn gemeente-secretaris en 't
secretarie-personeel; van Toon
Perdaens, de gemeentebode, die
dag en nacht in touw was en over
al goederen vond, die Vossemeer
kon gebruiken.
In de nood leerde de burgemees
ter zijn vrienden kennen. En hij
zegt dat het niet overbodig is, dat
zij een pluim krijgen. Hij zegt ook,
dat hij wel namen ongenoemd heeft
gelaten, maar dat ook de niet-ge-
noemden wel zullen begrijpen dat
hij hun dankbaar is. Al die name
loze helpers, die verkleumd in het
water stonden....
„Hoe zou er orde geweest kun
nen zijn, als ik hun hulp niet had
gehad."
MIEUW-VOSSEMEER is weer be
woond. Het recente verleden lijkt
een nachtmerrie. Duister en onwezen
lijk. We kunnen ons nauwelijks voor
stellen, dat we nog maar vier maan
den geleden in een weeghuisje bij de
Schiethoek zaten. Water en wolken
vloeiden tot één loodgrauwe massa
ineen en een boer kwam vertellen,
dat de stroom te sterk was om een
roeiboot naar het dorp te sturen.
Men wist nauwelijks waar de dij
ken gebroken waren. Langs alle kan
ten was het water op Vossemeer ge
sprongen en de Commando's hadden
hun vletten naar de daken geroeid
om angstige mensen in veiligheid te
brengen. Studenten, paters in overalls
en Franse soldaten werkten broeder
lijk aan het eerste herstel. Een zand
zak hier en een zandzak daar... meer
viel er niet te doen. De kalender ver
telde. dat het 4 Februari was. En bur
gemeester Janssens zei: „Wanneer
zullen we terug zijn?" Het antwoord
op die vraag bleef uit, maar misschien
dat sommigen, in dat -modderige
weeghuisje, niet antwoorden wilden.
Er waren er. die dachten dat het dorp
voorgoed verloren zou zijn.
En daarom temeer lijkt dit
nu onwezenlijk. Op de stoep
van een goed-gevulde winkel
ligt een hond zijn dag te ver
dromen en er staan weer vrou
wen aan de deur. De melkboer
gooit een grapje naar de over
kant en in de Achterstraat
spelen kinderen met een beet
je modder, alsof modder een
-novum is in dit dorp.
A ls we zeggen, dat Nieuw-Vossemeer
herleeft, zal dat wel als een ge
meenplaats klinken. Toch willen we
het niet anders uitdrukken. Het dorp
was dood. Het was verdronken en het
ademde niet meer. Het was een stuk
speelgoed van het water geworden.
Nu heeft het leven er zijn rechten
herkregen de ruïnes ten spijt. Overal
klinkt het geluid van hamers. Huis
moeders, eerst enkele dagen weer thuis,
zwaaien lachend met schone gordij
nen en een straatmaker legt blinkende
nieuwe keien in het wegdek op de
Hoogte. In de meisjesschool, waar
voorlopig ook de jongens onderdak
zijn, klinkt weer geroezemoes van
stemmen en in de gang hangen brood
trommeltjes. als vanouds.
Kinderen vergeten zo gauw. Geluk
kig maar. Allemaal hebben ze die ver
schrikkelijke dagen meegemaakt en
als men ze nu zou vragen over dat
alles, zouden ze even verwonderd na
denken. En dan weer hard doorlopen
en lachen, omdat die groten altijd zo
raar doen.
Meisjes en jongens kunnen op het
ogenblik makkelijk in één school. Veel
kinderen moeten nog terug komen van
de vacantieplaatsen, waar ze een goe
de verzorging gehad hebben en nieu
we kracht hebben opgedaan. Drie
klassen zitten in één lokaal. En om
dat de zusters van Oirschot niet meer
terug komen naar het dorp, moeten
twee onderwijzeressen het werk doen.
Maar op het bord staat de loop van
de Donau weer beschreven en de Bal-
kanlanden rijen zich aaneen. Wat dan
bewijst, dat het onderwijs zijn gewone
gang gaat.
Contrasten
("Aver zorgen gesproken, sjaan Geers,
de petroleumman, zit er ook mee.
Vroeger had hij een bloeiend bedrijf
je, maar nu bij de meeste mensen de
petroleumbranders zijn weggespoeld,
loopt het niet erg. Iedereen gaat buta-
gas gebruiker En Sjaan kijkt een
beetje meewarig naar zijn karretje,
dat goed gevuld tegen de gevel staat
geparkeerd.
De een heeft geluk, de ander niet.
Smid Hendrik Baselier. die een hoef
ijzer boven de deur heeft hangen, mag
niet klagen. Hij kan het werk niet
aan. Iedereen in Vossemeer heeft wel
wat te repareren. De een komt met
een kachel, de ander met complete
onderdelen van zijn woning, die door
het water gemaltraiteerd zijn. Van
de vroege morgen tot de late avond
moet Baselier het vuurtje brandend
houden en dan komt hij nog niet
klaar.
Alles in Vossemeer is anders dan
vroeger. Zoals hier, denken we, moet
De bakfiets van Kees de Klerk en het petro
leum-karretje van Sjaan Geerts.
het eertijds in een van die Amerikaan
se nederzettingen geweest zij". Een
dorp in wording, waar iedereen ieder
een nodig heeft en de mensen toch
ook weer op eigen dadendrang en on
dernemingslust zijn aangewezen. Waar
de conventies voorlopig hebben afge
daan. Een burgemeester tussen kale.
cultuurloze wanden en mannen met
laarzen. Alleen geen cowboy-hoeden en
geen revolvers op de heup.
PLUIMEN
[V/Jen komt niet uitgekeken in Nieuw-
Vossemeer. Het is een dorp van
schrille contrasten. Werklieden trek
ken de gevel om van een huis, dat het
water heeft ondergraven en in het
café ernaast zitten vier mannen een
spelletje te kaarten. In de Achter
straat wandelen mensen tussen de be
schutting der gevels en twintig me
ter verder. Juist over de Hoogte, trekt
het water nog op en neer en zwiept
de wind onprettig ever de dijk.
Naast de nieuwe klinkers een mod
derpoel. Hier een huis met frisse gor
dijntjes daar het puin van een ver
nielde woning, met een verwrongen
fiets er bovenop.
Men wil zo'n dorp beschrijven,
|~)e kerktoren "kijkt goedig op dit
alles neer. In de kerk zelf zijn de
banken weer schoon. De kussens wa
ren allemaal weggespoeld, maar nij
vere huismoeders hebben weer nieuwe
gemaakt. Overal dreven die kussens
en ineens denken we aan wat de bur
gemeester vertelde. Dat er ook veel
bedden dreven. Kapokbedden die in
Vossemeer veelvuldig worden gebruikt.
De inhoud was door scheuren naar
buiten gekomen en men zei: „Wat
zijn in dit dorp een kippen verdron
ken..."
Telkens schieten de gedachten te
rug naar de dagen van Februari.
Maar men kan beter aan de toekomst
denken. Dat vindt ook kapelaan Ble-
lars, wiens nieuwe patronaat weer wa
tervrij is en die wel niet lang zal
wachten op de mogelijkheid om het
jeugdwerk weer ter hand te nemen.
1UIEUW-VOSSEMEER. Het zwaarst getroffen dorp
i van Noordbrabant. Enkele weken geleden keer
den de bewoners er terug, na maandenlange evacu
atie in veel gastvrije plaatsen van de provincie. Ze
sloegen de hand weer aan het werk, met nog de her
innering aan die trieste Februari-dagen, toen 50
dorpsgenoten het slachtoffer werden van de vloed.
Het halve dorp is vernield of beschadigd en het
ivater gluurt nog vals naar de Hoogte, vanwaar het
tot de terugtocht werd gedwongen. Maar de straten
zijn weer vol mensen en overal, aan de dijken en in
alle huizen, hoort men het geluid van opbouw en
herstel. Een dag zijn ue in Nieuw-Vossemeer ge-
iveest, samen met de tekenaar. De verzamelde in
drukken vindt men op deze pagina.
ER ZWEEFT, voor de buitenstaander, iets van romantiek over
een dorp dat zich hervindt. Voor de mensen van Vossemeer
zelf is het minder romantisch. Zij proeven slechts de harde
realiteit van modderige wegen en van woningen die niets com
fortabels meer hebben.
Zij vragen zich af, hoe lang het nog duren zal, voor het le
ven weer als vanouds is geworden. Wanneer de laatste dorps
genoten terug zullen zijn en het laatste huis herbouwd.
LIET ANTWOORD op die vragen
kan zelfs de burgemeester niet
geven. Herstel en wederopbouw zijn
van zoveel dingen afhankelijk. Maar
zeker is, dat er niet getreuzeld zal
worden. Het gemeentebestuur mag
blij constateren, dat er veel mede
werking is en dat de overheid begrip
toont voor de nood van het dorp.
Voor de huurwoningen die vernield
zijn. zal men 46 nieuwe huizen kun
nen bouwen. Een aannemersfirma
heeft het dorp 4 huizen geschonken;
10 woningen van het oude contingent
komen binnenkort aan de beurt van
uitvoering en verder ziet burgemeester
Janssens nog '15 of 20 Noorse wonin
gen tegemoet, die van hout zijn ver
vaardigd. maar die toch een perma
nent karakter hebben.
Over een jaar zouden al die huizen
er moeten staan. En niet altijd op de
plaatsen, die door het water geteis
terd zijn. Aan de Kortedijk bij voor
beeld zal niet meer gebouwd worden
en ook het eind van de Pelsendijk wil
de men liever „kaal" houden.
Het uitbreidingsplan, achter de
W/IE NIET in het ramp
gebied is geweest en
zich geen beeld kan vor
men van de kracht van
het water, zouden we het
gat bij de Molen willen
laten zien. ..Het gat bij de
Molen". Zo zullen de
mensen van Vosse
meer het ook later
nog noemen als zij hun
kinderen vertellen van de
Ignatiusvloed. Hier brak
het water door de dijk en
t spoelde de modenars-
woning weg alsof zif een
drijvend stuk hout was.
Het dijkgat is weer ge
dicht. Zinkstukken, zand
zakken en bazaltkeien vor
men een voorlopig solide
dam tegen het water. Een
zandzuiger blaast door een
dikke buis modder in de
geul, die de stroom heeft
uitgeschuurd. Het zand zet
zich vast en het water
stroomt de polder in. La
ter wordt het weer ge
spuid, samen met het wa
ter dat nog altijd tussen
de keien sijpelt en de
Eendrachtpolder tot een
ondiep binnenmeer maakt.
De molen staat daar maar
eenzaam te kijken. Hij
reikt met zijn kop tot bo
ven de dijk en dat hij er
nog staat, mag bewijzen
dat hij van solide makelij
is. Hij staat daar als een
wat sullige wachter tussen
de buitendijk en het dorp,
maar binnenkort gaat hij
weer draaien.
Hier, bij de molen, moest
de opbouw van Vossemeer
beginnen. Dit stroomgat
moest dicht en ook het
gat in de Heerenpolder,
voor aan terugkeer der
bewoners gedacht kon
worden. En voor de leek,
die het water die dagen
lijkt 't zo maar 'n wankel
walletje dat R.-waterstaat
hier heeft opgeworpen. De
tekeer heeft zien gaan,
technici echter zijn daar
niet ongerust over. 't Ge
vaar is geweken en het
moet al heel gek gaan
spoken willen er verve
lende dingen gebeuren.
Binnenkort gaat de fa.
Hillen en Roozen met het
definitieve herstel begin
nen -.1 half Augustus zou
alles klaar moeten zijn. Er
is 'n bedrag van 3 mil-
üoen gulden - gemoeid.
De zandzuiger in de
Eendracht, die men „Euro
pa" heeft gedoopt, maakt
een geluid als een ge
kweld, voorwereldlijk
monster en een paar hon
gerige meeuwen trachten
er bovenuit te schreeu
wen. Wat natuurlijk on
begonnen werk is.
finds, in de
der
Beciuspol-
de enige
polder die droog is geble
venstaat een drag-line
gewichtig te doen en als
zij een tijdje gewerkt
hèeft, rijden er kleine kip
karretjes door de onein
digheid van het land, op
weg naar de Heerenpol
der, waar de nooddichting
al een stevig dijklichaam
naast zich krijgt en waar
het definitieve herstel dus
eigenlijk al is begonnen.
Het gat bij Moors is ge
dicht en de coupure bij de
Paardenhoek ook. Twee
gaten waren het in de
binnendijk, die parallel
aan de buitenwering loopt
en vanwaar het water met
een op het dorp is ge
sprongen. Bjj „Moors"
zijn de stratenmakers al
bezig, zodat men geen
halsbrekende toeren meer
hoeft te maken om van de
Hoogt- naar de Pelsendijk
te komen.
Van de molen uit ziet
men over polders en dorp.
Over de Eendrachtpolder,
waar het huis van de ge
meente-secretaris nog al
tijd in het water staat,
over de groene Becius-
polder en op de Hoogte,
waar enkele maanden ge
leden Koningin Juliana
uit de auto stapte, om te
spreken met de allereer-
sten die naar Vossemeer
terug kwamen. Niet om er
te wonen nog, maar om er
te helpen bij het oprui-
mingswerk.
Aan het Kortewegje
staat de directiekeet van
Rijkswaterstaat. En door
de modder, die (tussen
twee haakjes) bij ponden
aan je schoener blijft
hangen, rijden auto's naar
de dijk. Men kan niet zeg
gen dat er getreuzeld
wordt met het herstel. Een
dijk dichten is nu eenmaal
iets anders dan een trot
toir leggen!
^|en kijkt, bij de molen,
niet alleen op Nieuw-
Vossemeer. Op enkele
honderden meters afstand,
aan de overkant van de
Eendracht, ligt Oud-Vos-
semeer. Een gelukkig
dorp. Het dankte zijn be
houd aan de doorbraak
van de dijk die de ge
meente van burgemeester
J anssens beschermen
moest. Het rustieke aan-
legsteigertje met de boten
zorgt wel voor een schril
contrast met de ravage
aan deze kant van het
water. Vroeger was er een
veerpont die het contact
tussen beide dorpen on
derhield. Maar de veerweg
staat nog altijd onder wa-
water en zonder gevaar
voor natte voeten is de
molen niet te bereiken. Nu
vaart er een roeibootje op
en neer voor wie persé
naar Oud-Vossemeer wil...
We kijken weer naar
waar Nieuw Vossemeer
j' lr ée toren, waar
onder weer mensen wo
nen. En kinderen spelen!
Gek eigenlijk, denken we,
dat de troosteloosheid van
deze nog steeds verdron
ken buitenpolder en de
toch weer intieme sfeer
van het dorp achter de
binnendijk, naaste buren
kunnen zijn. Zelfs na wat
!se6rSte Februari gebeurd
kerk, moet worden verruimd. Er wor
den daar gronden aangekocht voor ae
wederopbouw. Men wil de gevaarlijke
lintbebouwing langs de dijken voorko
men. Dit alles echter moet nog eens
worden doorgepraat. Men wil geen
overijlde besluiten nemen.
ASSISTENTIE
JAe burgemeester vertelt dit alles
kort en zakelijk. Hij moet wel
zakelijk blijven, wil hij het werk aan
kunnen, dat dagelijks op hem af
stormt. De secretarie, op de eerste
verdieping van het gemeentehuis,
heeft nooit zoveel papier te verwer
ken gekregen. Gelukkig echter heeft
de burgemeester van Willemstad een
lid van zijn staf, de heer van Nispen,
naar Vossemeer afgevaardigd. En ook
enkele ambtenaren uit Tilburg verle
nen assistentie.
„En maar papieren tekenen", zegt'
de heer Janssens. Stapels en stapels.
Terwijl zijn pen over het papier glijdt,
spreekt hij over de schadegevallen.
De mensen hebben, over het alge
meen, geen reden tot klagen over de
uitkeringen. Momenteel is men bezig
met de taxaties der huisraadschade.
„Jammer alleen, dat alles wordt bere
kend aan de hand van die forfaitaire
lijst,..."
Die lijst, ja. Er staat op aangege
ven wat voor een vier-persoons tafel
wordt uitgekeerd, voor een twee-per-
soons ledikant, voor overgordijnen en
vloerkleden. Uitkeringen naar maat en
grootte. Maar geen uitkering naar
kwaliteit. Dat betekent dus, dat men
sen die kostbare spulletjes verloren
zagen gaan, hetzelfde krijgen ais wie
eenvoudige meubeltjes in het water
moesten achterlaten. Ergo: de eersten
krijgen te weinig, de laatsten komen
er royaal aan uit. En nu is het na
tuurlijk niet erg, dat de kleine mau
een meevallertje heeft. Men gunt hem
dat graag. Een al te starre schema
tisering hier geeft echter scheve ver
houdingen!
KALE VLOEREN
alsof het dorp onder artillerievuur lag
Al
maar men weet niet goed. waar te
beginnen. Iedereen werkt in Nieuw-
Vossemeer en iedereen werkt aan wat
anders. Omdat er zoveel te doen is en
omdat het water de raarste streken
heeft uitgehaald....
De één vindt zijn achtergevel ver
nield, de ander stelt vast. dat de
stroom een stuk van het plafond
heeft meegenomen. Een derde ontdekt
weer wat anders en naarmate de men
sen terugkwamen is het bedrijviger
geworden. Op straat en i' de huizen.
Niemand zal het U kwalijk nemen,
als ge eens naar binnen gluurt. In de
huidige omstandigheden is dat geen
nieuwsgierigheid maar belangstelling.
Energie
Matuurlijk zit er wel systeem in de
opbouw. M: ar n.ezoekt niet naar
systeem als men het dorp bezoekt.
Zelfs niet als men het beschrijven wil.
Juist het schijnbaar chaotische trekt
aan Men kijkt eens hier en men kijkt
een daar en hoe langer men kijkt, hoe
meer plezier men krijgt in de ener
gie van de mensen die in beschadig
de huizen en aan een wrakke tafel
hun gezinsleventje weer op gang
trachten te brengen.
De aanblik van de vernielingen kan
zo triest niet zijn, of men voelt iets
van vreugde om wat hier wordt ge
daan!
Cr is in Nieuw-Vossemeer amper een
huis. waar niet getaxeerd hoeft te
worden. Van de 375 panden werden er
68 totaal verwoest. 121 zwaar bescha
digd en 155 licht. Een klein rekensom
metje wijst dus uit, dat 31 panden
buiten de schadelijst bleven.
Het water heeft tot boven de deuren
gestaan. Hier en daar zelfs tot aan de
daken. De huizen van Vossemeer zijn
dus als het ware leeggeblazen Van
het meubilair is vrijwel niets meer te
gebruiken.
De meesten hebben nog geen nieu
we meubeltjes aangeschaft. De men
sen leven zonder comfort. Als zij een
nieuw behangetje willen plakken ligt
het er binnen drie dagen af. Vanwe
ge het vocht. En wie te vlug i$ met
zijn y loer bedekking, ondervindt het
zelfde, Overal vindt men kale vloeren
en gevlekte wanden. Maar omdat al
le huismoeders in hetzelfde bootje zit
ten. kunnen zij er een grapje' over
maken. Gedeelde smart is halve
smart en men is al blij, dat het lang
zaam de goede kant uitgaat.
Er wordt weer gewerkt op „De Hoogte". Achter
huizen rechts staat de polder nog blank.