RANKEN van LENING
in Brabant en Zeeland
Overal rijdt men maar naar
binnen; tijd is geld
tmn
0U> fllacs A£E packep. Juyr
DE HAAST VAN DE AMERIKAAN
Onmisbare auto
Gérard Trémerie
wordt gehuldigd
Het NIEUWE MODE-BLAD „BELLA"
COMPLETE NAAICURSUS
vètf
fteé
r
J
PRODI
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 20 APRIL 1953
Geldsmijters en uitzuigers in de oude tijd
Z° BLEEF alles hij het oude, tot in
het begin van de tachtigjarige
oorlog. Nadat koning Philip was af
gezworen en daardoor zijn rechten
had verloren, bepaalden de staten, dat
elke stad nu zeil voorwaarden kon
opstellen voor het oprichten en ver-
nieuwe van de concessie van de ban
ken van lening, terwijl tevens een
ambtenaar werd aangesteld om toe
zicht uit te oefenen. Op alle bank
houders. Deze ambtenaar ging bij het
zoeken in de bankboeken zijn eigen
boeken te buiten. Na enkere jaren
werd hij ontslagen en de steden kre
gen de vrije hand.
Geen krant in de vuilnisbak
het
Abonnes „Bella" schrijven:
THE M05T outstandiMGVIRGINIA CIGARETTE.
uitsluitend
kwaliteit/
mm
|iten
de
looo.
bij
lagt.
de
het
dei-
van
dat
een
se
is
telke
ver-
eleid
zal
brden,
lat in
|ijeen-
or de
v.
MET KLOPPEND HART en schuwe blik gaan wij de lommerd,
alias bank van lening, binnen: Wij zouden niet graag willen,
dat anderen wisten hoe vaak wij daar komen en wat wij daar in
pand geven.
De graaf van Holland en Zeeland en de hertog van Brabant
kenden onze scrupules niet, maar zij konden dan ook méér ver
panden dan enkele, zuinig bewaarde familiesieraden.
DIJ DE geldschieters, die oorspron-
kelijk uit Lombardije in Noord-
Italië kwamen, en vandaar de naam
Lombarden droegen en behielden, wa
ren deze heren kind aan huis, het wa
ren echter verwende en veeleisende
kinderen.
Zij hadden de lombarden hard nodig,
maar deze konden het ook niet buiten
hen stellen, want slechts met toestem
ming van de landsheer en tegen be
taling van een jaarlijkse pachtsom
konden zij zich in onze streken ves
tigen. De lombarden hadden hun kan
toren in alle steden van Brabant en
Zeeland. De lombarden te Bergen op
Zoom stond onder de hoge bescher
ming van de markies van Bergen, en
die van 's-Hertogenbosch genoten de
bijzondere gunst van hertogin Johan
na van Brabant.
In Breda woonden de lombarden in
de Eindstraat, „op hoer huijs bij de
Eijndporte", die daarom ook „Lom-
baertsporte" werd genoemd, en ver
huisden later naar de Nieuwstraat.
Reeds in de eerste jaren van de
veertiende eeuw waren zij in onze
stad gevestigd, evenals in Steenber
gen, waar in 1308 werd bepaald, dat
de heer de lombarden zal bescher
men, zoals hij dat doet in Breda.
De Bredase woekeraar heette toen
kortweg Jan, maar 50 jaar later is
er sprake van een rasechte Italiaan
Georgius Balbe die in de gehele heer
lijkheid zijn zaken mocht drijven.
De kleinodiën en sieraden van gra
ven en hertogen waren in sommige
jaren meer uit dan thuis.
Om beurten berusten zij bij diverse
geldschieters in Noord- en Zuid-Ne
derland, tot zelfs te Bergen in Hene
gouwen, in de lommerd, die door Moij-
ses en Baernaerd, Jood en Christen,
gezamenlijk werd beheerd.
Hoe al deze heren in de handen
der woekeraars waren gevallen is
niet moeilijk na te gaan.
De inkomsten uit hun domeinen
waren nauwelijks voldoende om de
kosten van de kostbare hofhouding
te dekken en de ambtenaren te be
talen. Als de dochter van de hertog
huwde, kon hij de bruidschat niet op
brengen, noch de verplichtingen na
komen, die in het huwelijkscontract
waren vastgelegd. Wilde hij de kei
zer bezoeken met heel zijn hofstoet,
dan kon hij de reis- en verblijfkos
ten niet betalen; als hij ten oorlog
wilde trekken, een oproerige stad
moest bedwingen of het kasteel van
een weerspanning edelman wilde be
legeren, wist hij niet hoe hij zijn le
gerscharen moest uitrusten, vervoe
ren en van proviand voorzien.
In al die gevallen kon hij echter
een beroep doen op de steden en tot
hen een bede om hulp richten, een
bede die meestal werd verhoord. In
de wereld krijgt men echter niets
voor niets. De steden vroegen even
beleefd om een wederdienst en hun
rechten en vrijheden breidden zich
daardoor steeds meer uit.
LOKDGEKFS waren de kooplieden
in de stede niet, want zij kenden
maar al te zeer de waarde van het
geld. Het resultaat van een bede was
geen gift, maar een lening, die weer
terugebetaald moest worden. Pogin
gen om tussentijds leningen te slui
ten gelukten ook niet altijd, zoals
graaf Aelbrecht'te Middelburg onder
vond. Daar men wist, dat hij het geld
met hamers brak, zag men in Zeeland
de komst van deze graaf en zijn hof
houding met gemengde gevoelens te
gemoet. De rekenboeken van Middel
burg spreken er zeer openlijk over,
dat men de pogingen van deze du-
bieuse debiteuren (graaf Aelbrecht,
zijn tweede vrouw, de jonge vrolijke
Margriete van Kleef en zijn volwas
sen zoon) tot het lenen van grote som
men, afkocht met geld en geschen
ken.
De landsheren gingen er niet graag
toe over, om hun bezittingen te ver-
kopeq, want daardoor verminderde
hun toch al ontoereikend inkopien
nog meer. Veel liever trachtten zij
voorschotten te krijgen op inkomsten,
die nog geïnd moesten worden.
Zo geraakten zij steeds dieper in de
schuld, en de lombarden moesten tel
kens uitkomst brengen.
LIET GELD was nog zeer schaars en
daardoor was de rentevoet naar
onze begrippen, ongewoon hoog. Als
de hertog van Brabant honderd goud
stukken leende, moest hij er honderd
negen terugbetalen. Hem kon men de
huid niet over de oren halen, zijn on
derdanen moesten een interest op
brengen, die wij nu zouden omschrij
ven als woekerrente in het kwadraat.
In het jaar 1461 bepaalde heer Jan
van Bergen op Zoom, „de Lombaer-
den en sullen niet meer hebben, ofte
nemen, dan van eenen ponde grooten
Brabandts twee en een halven Bra-
bandts ter weecke, andere sommen
naer advenant ende sijne panden los
sen met gangbaeren gelde." Als wij
gaan rekenen, blijkt het, dat de klant
vier en vijftig procent aan jaarlijkse
interest moest betalen en wij kunnen
er zeker van zijn, dat deze bepaling
een einde maakte aan nog veel ergere
practijken.
Vandaar dat de lombarden zeer ge
haat waren, en zo nu en dan drin
gend bescherming nodig hadden tegen
hun ontevreden clientèle, die hun
bank wilde plunderen en hen om
wilde brengen. Dank zij de uit geld ge
boren vriendschap van de hertog werd
hen die bescherming steeds verleend.
Als „de houder van de tafels van
leeninghe", kortweg „tafelhouder" ge
noemd verlof kreeg om zich ergens
te vestigen, dan werd in de acte
concessie van uitbuiting zou een juis
ter woord geweest zijn uitdrukke
lijk bepaald, dat hij met zijn gehele
gezin, zijn bedienden en later zijn
erfgenamen onder speciale hoede van
de landsheer stond. Schout en sche
penen konden hen daarom de voet
niet dwars zetten bij zijn gaan en ko
men of het drijven van zijn zaken, of
hem het leven zuur maken door hem
te verwikkelen in een gerechtelijke
procedure, want tegen alle schade,
verdrukking, onrecht en ongelijk, was
hij in het bijzonder beschermd door
hogerhand.
Zelfs als deze lieden ver buiten hun
boekje gingen, kon dat nog door de
vingers worden gezien: graaf Willem
VI van Holland vergaf in het jaar
1404 de lombarden van Heusden en
Geertruidenberg al hun begane mis
daden en overtredingen, zodat ze op
nieuw konden beginnen met een scho
ne lei en een gerust geweten.
Zij maakten daar allerwegen zoda
nig misbruik van, dat de landvoogdes
Margaretha van Savooije, die het
goed meende met de armen en hen
voor uitbuiting wilde behoeden, met
één pennestreek een einde maakte aan
alle banken van lening in de Neder
landen. Dat was in het jaar 1510, maar
dank zij hun geld en hun relaties
wisten deze heren die strenge maat
regel weer ongedaan te maken.
Meestal gingen zij er toe over om
bepalingen vast te stellen voor hun
bank van lening, en die aan de meest
biedende te verpachten.
Soms nam de stad zelf het beheer
in handen en werd de bank van le
ning een gemeenteinstelling.
Dat was niet altijd voordelig: zowel
in Middelburg als in Veere leden de
banken van lening, zulke zware ver
liezen, dat men blij was dat een geld
schieter het risico wilde overnemen.
gONO STANCO!" „Ik ben moei!" Dit is het stereotiepe antwoord van prof.
dr. di Girolomo, wanneer we hem die eerste dagen van ons verblijf in
Amerika vragen hoe hij het maakt. Collega di Girolomo is een van de elf
journalisten uit de Nato-landen, Italië, Frankrijk, Griekenland, Turkije, De
nemarken, België, Portugal, Engeland en Nederland, die door de Ameri
kaanse regering zijn uitgenodigd in drie weken tijd de States te „doen". Wij
allen zijn mannen in de bloei van ons leven, maar na een week „sight
seeing" in de Verenigde Staten voelen wij ons allemaal als collega di Gi
rolomo.
Wij dat is het oude Europa, dat
zo plotseling naar het jonge Amerika
is overgeplaatst kunnen het tempo
hier niet aan.
De Amerikaan heeft geen tijd. Tijd
is een abstract begrip, waar binnen
iets moet worden afgewerkt, iets vast
omlijnds. De auto is voor hem niet
zo zeer een middel om zich te ver
plaatsen, zoals in Europa, doch veel
meer een middel om tijd te winnen.
Vandaar de „drive in" op alle moge
lijke gebied, een term, die het best
vertaald kan w'brden door: „rij maar
naar binnen."
TEMPO! TEMPO!
Lr zfjn drive in-restaurants, banken,
bioscopen, hotels, auto schoon-
maak-inrichtingen, enz. Wanneer een
Amerikaan op weg is van de ene stad
naar de andere, verliest hij geen tijd
met eten, drinken of andere „nutte
loze" dingen. Zodra de honger hem
kwelt, vindt hfj op zijn weg wel er
gens een drive in-restaurant. Hij rijdt
er binnen, geeft een claxon-stoot en
reeds staat een kellner bij zijn auto.
Vijf minuten later schuift deze een
blad met etenswaar door zijn raampje
en binnen het kwartier heeft de rei
ziger zich weer tussen de eindeloze
file auto's op de rjjweg geperst.
Zo doet hij ook ergens onderweg
zijn bankzaken af en als de „car" wat
al te vuil is geworden, rijdt hij onder
weg een schoonmaakinrichting bin
nen. Het ritje duurt drie of vier mi
nuten en in deze luttele tijd wordt
zijn auto gewassen, gedroogd en
schoongewreven, zodat hij er als
nieuw uitkomt. Prijs anderhalve dol
lar.
Wil hij zich na het vreten van hon
derden mijlen een uurtje verpozen,
dan rijdt hij een bioscoop binnen, een
bediende overhandigt hem een kleine
luidspreker-installatie en de automo
bilist kan rustig vanuit z'n wagen de
laatste film zien.
Na deze ontspanning kan hij weer
enkele honderden mijlen afleggen en
wanneer hij het dan eindelijk welle
tjes heeft gevonden en het tijd wordt
om te gaan rusten, rijdt hij een „mo
tel" binnen, een begrip, dat gevormd
is uit de woorden motor en hotel. Bij
duizenden vindt men deze motels in
Amerika langs de wegen en er wordt
een druk gebruik van gemaakt. Voor
dezelfde prijs als die van een hotel
kamer krijgt men een kleine cabine
met een badkamertje, waardoor het
tijdrovende zoeken naar een hotel
wordt opgevangen.
GEEN TIJD
Liet is een onopgeloste vraag, of deze
wijze van „autorijden" de Ame
rikaan zulk een haast heeft bijge
bracht, of dat deze haast voor dit
autorijden aansprakelijk moet wor-
Het lelijkste gebouw van New-York: de zetel van de Verenigde Naties-
we hoorden er Gromyko tweemaal „neen" zeggen
den gesteld. In ieder geval heeft hij
steeds haast, een haast, die zich op
elk gebied van het dagelijkse leven
manifesteert, tot in de kleinste din
gen toe.
Het verkeer op de wegen is zo
groot, dat men in de bebouwde centra
slechts langzaam vooruit komt. In on
onderbroken files, vier tot zes rijen
breed schuiven de auto's van het ene
stoplicht naar het andere, terwijl men
overal rekening moet houden met
maximum snelheden. Wanneer men
in New York een snelheid weet te
behalen van gemiddeld 30 mijl (48
km) per uur, is men inderdaad een
heel vlugge chauffeur. Vandaar, dat
voor de grote afstanden het lucht
verkeer zulke geweldige afmetingen
heeft aangenomen.
Tussen New York en Washington
bv worden dagelijks niet minder dan
33 vluchten onderhouden, zodat men
hier gevoegelijk van een half uur-
dienst kan spreken. De zakenman, die
500 mijl of meer moet afleggen, laat
dan ook hoe langer hoe meer zijn auto
thuis en neemt het vliegtuig, dat
weliswaar duurder is, doch hem tyd
bespaart.
DAGPROGRAM
i n
begon voor ons die eerste dag
in New York op de 32ste verdie-
,ping van een wolkenkrabber. Om
klokslag negen uur werden wij ver
gast op een serie voordrachten over
alle mogelijke onderwerpen, waarna
het gezelschap in taxi's naar het af
schuwelijke moderne bouwwerk werd
gesleept, waarin de Verenigde Naties
pogingen doen de wereld te regeren
en in goede banen te houden. Van
twaalf tot vijf uur hadden wij het
hele gigantische gebouw van onder
tot boven bekeken, geluncht in de eet
zaal der afgevaardigden, een zitting
bijgewoond van de U.N.O. en de Rus
sische afgevaardigde Gromyko twee
maal nee horen zeggen.
Na de U.N.O. dus grondig te heb
ben gedaan", een bezoek gebracht
aan de New York Herald Tribune,
waar op dat ogenblik juist een editie
van de persen kwam. We troffen het
niet want het blad telde die dag
„slechts" 64 pagina's. Ons werd echter
aangeraden een Zondagse uitgave te
kopen, die 178 pagina's telt. De over
vloed aan krantenpapier is in Ame
rika zo groot, dat de gelezen kranten
niet in de vuilnisbakken mogen wor
den gedeponeerd. Iedere burger moet.
ze maar op de een of andere manier
zien kwijt te raken.
Toen dit dagprogramma tegen elf
uur 's avonds was afgewerkt, had
Broadway voor de buitenlandse jour
nalisten niet meer de minste aan
trekkingskracht. De enigen, die nog
fris uit de ogen konden kijken, wa
ren de twee Amerikaanse ambtena
ren, die ons de gehele dag hadden
begeleid. Zij waren aan dit tempo ge
wend.
Eerste helicoptervlieger die
aait redding deelnam
WAN de talrijke hefschroefvliegtui-
gen, die hulp verleenden aan de
watersnoodgebieden, was de kleine
Bell-posthelicopter van de Sabena,
bestuurd door Gérard Trémerie, het
allereerst ter plaatse. Reeds Zondag
middag 1 Februari vertrok de jeug
dige Trémerie met zijn hefschroef-
vliegtuig van Melsbtoek om te gaan
zien welke hulp hij boven de Zeeuw-
se en Zuid-Hollandse eilanden kon
bieden. Hij landde op Oude Tonge
maar kon door de invallende duister
nis die avond niet meer naar droog
gebied verder vliegen en was ge
dwongen de nacht tussen de afgeslo
ten bevolking door te brengen. Tré
merie werd als vermist opgegeven
en de ongerustheid nam pas een
einde, toen hij Maandagochtend met
een rapport over de toestand in Oude
Tonge op Woensdrecht landde. Hier
door kon aan dit plaatsje zeer snel
de gewenste hulp worden geboden en
ook daarna heeft Trémerie geregeld
naar overspoelde steden en dorpen
reddingsvluchten ondernomen.
De Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart
heeft beslóten, in Trémerie alle heli-
coptervliegers en andere piloten, die
het uiterste deden om de bevolking
uit de getroffen gebieden in veilig
heid te brengen, te huldigen. Deze
hulidigingsmiadag zal geschieden tij
dens de jaarvergader ïg die Zaterdag
25 April a.s. op Teriet bij Arnhem
aanvangt.
iDe heer Trémerie zal hij deze gele
genheid met zijn Sabena helicopter
naar Teriet komen.
Sinds jaren ben ik abonné op Uw rhodeblad „Bella" en
nooit hebben Uw patronen mij teleurgesteld.
Mevr. Willinck Hengelo
Indien U nog geen abonné op „BELLA" bent doch wel zélf Uw kleding
maakt, vraag dan nog heden aan de bezorger van het Dagblad De Stem
of hij U regelmatig „Bella" wil thuis bezorgen. Ook U zult dan spoedig
ondervinden, hoeveel vreugde en voordeel 'n abonnement op „Bella"
U zal' bieden.
Verschijnt twee maal per week.
Abonnementsprijs: 2.85 per kwartaal; per nummer 48 ct.
BOVENDIEN KUNT U PROFITEREN VAN DE LEERZAME EN ZEER
DUIDELIJKE
4W
-*v,
«air
'fcï
W Stf' ii i
WELKE THANS IN „BELLA" WORDT GEGEVEN.
vJ AY
WHICH MAKE.5
INDERDAAD.
NEEM OE VERPAKKING VAN Old ItldC MAAR. NET
ALS IN AMERIKA BESPAART DEZE DOELTREFFENDE VER
PAKKING GELb, HETGEEN DAT „EXTRA" AAN KWALITEIT
WAARBORGT, WAARDOOR OIO fTLd C DE MEEST
VOORAANSTAANDE VIRGINIA IS EN BLUFT