Al anderhalve eeuw Benelux Uit de historie van het ,,zatte maatschappar' Toen Overslag niet naar zijn eigen kerk mocht Nederlandse katholieken onder bisdom Gent! cn Hoe Overslag zijn naam kreeg Zeldzame grenspalen Vis en bier In de war Godsdienstig leven en onderwijs: één en al Benelux Kerk in België 4 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 28 AUGUSTUS 1952 De Palingvricr St. Sebastiaan, Concordia, Vrij en Vlug: allemaal internationale verenigingen Eeuwenoud inter nationaal dorp Noodkerkje in openbare school OVERSLAG een -9af" 'n de grens het LEVEN van een inwo ner van Overslag is een waar Beneluxbestaan. Hel begint al dirct na de geboorte van een nieuwe gemeente naar. Het kind wordt aan gegeven" op het Nederlandse gemeentehuis van het kleine Overslag. Maar de doop ont vangt de boreling in België, in de parochiekerk die op het Belgische deel van Overslag staat. Dan gaat de Overslagse kleuter naar de bewaarschool van de zusters... in België. Op zesjarige leeftijd gekomen gaat het kind naar de openbare lagere school op het Nederlandse deel van het dorp, maar zijn Communie doet het weer in België, bij pastoor Seys. En de bisschop van Gent dlent het ook het H. Vormsel toe. Als de jongeman of het meisje trouwt, is ook dat weer in de parochiekerk van Belgisch Overslag. En tenslotte blijft de Over slagse Nederlander zijn internationale karakter trouw tot in de dood, want ook zijn begrafenis is Belgisch. Ja, Overslag is een vreemde gemeente. Het telt slechts 315 inwoners en er is in Zeeland maar één gemeente die klelner is dan dit ingewikkelde Benelux-dorp. De grens loopt er dwars doorheenmaar geen inwoner van Overslag die deze schei ding tussen twee naties ooit opmerkt. Geen ook die bewust of onbewust onderscheid maakt tussen het Nederlands en het Bel gisch deel van het dorp. Neen, Overslag is één. Allemaal. Belg of Nederlander, zijn ze een grote familie en er heerst een een dracht die we bijna in geen enkel ander dorp zagen. Overslag is maar klein. Doch het is gróót in ware Benelux- geest, in internationale broederschap. f £R IS VANUIT HET Nederlandse gebied maar één weg die naar Overslag leidt en wie deze weg be rijdt zou gaan denken dat de meest zeldzame gemeente die ons land telt, in dat opzicht is overge slagen en daardoor aan de naam Overslag gekomen is. Zo is het niet. Overslag is al oud. Het stamt ongeveer uit 780. In die tijd was het een dorp van vissers en kooplieden en daarom was het welvarend. Vissers? zal men vra gen. Het dorp ligt diep in het land. Inderdaad, maar er was een tijd dat Zeeuwsch-Vlaanderen werd doorsneden door brede zee-armen en ook Overslag heeft aan het wa ter gelegen. Er is dan ook nog een Kaaidijk. VISSERS EN KOOPLUI f*AF DAT nu zo bijzonder is? Het moet toch wel indruk maken. Want naar de kastelin ons vertelt is het in de oorlog van 1914-T8 gebeurd dat de Duitsers, die alle vlaggen en vaan dels lieten verwijderen, aandachtig 't vaandel van de hengelaars bekeken. Die twee vlaggen op dat vaandel: Nee, dachten ze, daar mogen we niet aankomen. Dat is geen Belgische vlag. Daar is de Nederlandse driekleur, een neutrale vlag, bij! En zo gebeurde het dat in België, waar tijdens de bezet ting in de eerste wereldoorlog alle nationale vlaggen moesten verdwijnen het vaandel van de vissers mocht blij ven wapperen. Toen al zegevierde de internationale eenheid! Die broederschap blijkt uit meer dingen. Toen de reglementen van de Palingvrienden werden opgesteld, werd een afschrift daarvan ingelijst en omgeven door twee linten, die twee zwaluwen in de snavel hielden. Het zwart-geel-rood ging over in rood- wit-blauw. DE KLOEKE MANNEN. U\E VRIENDEN van de paling zijn ook geen haters van het nat. En waarlijk niet het nat waarin de vis sen moeten zwemmen! We hebben zo eens geneusd in het dikke oude boek met de jaarverslagen der eerbied waardige vereniging. De aanhef stelt alle Vlaamse gul hartigheid en liefde voor het schone ten toon: Oh, grote dag van 31 Augus tus 1886, waarop onze maatschappij werd in het leven geroepen door eni ge kloeke en met stalen wil bezielde mannen! Met het jaarverslag van 1922 heb ben we wat moeite gehad. Het was helemaal niet zo netjes beschreven als de andere. Eerlijk gezegd: 't was een hanepoterig gekrabbel. Maar de hedendaagse palingvrienden weten nog wel hoe dat komt. Toevallig had den de heren bestuursleden het ge schreven, na het traditionele pintje! „Ze waren een beetje zat, ja" zegt de kastelein. Die „kloeke en met stalen wil bezielde mannen" kwamen dus gerust niet voor niets aan hun bij naam „het zatte maatschappaaike". Maar hoe kan dat anders. De ge vangen vis moest zwemmen! !En daar om ook houden de palingvrienden er nog steeds een fraaie kernspreuk op na: een lekker visje in de pan, een lekker biertje in de kan. OM EEN ERKENNING. DENIJDENSWAARDIG broederlijk Overslag! Helaas, er is nu een kleine schaduw op gevallen. En Over slag zelf kan er niets aan doen. De Palingvrienden hebben nu pas hun Belgische koninklijke erkenning gekregen en daarna is de Nederlandse aangevraagd. Het resultaat was: afgewezen. En waarom? Wel. zo luidde de £)E BENELUX BESTAAT hier al zowat anderhalve eeuw en nog langer" vertelt de kastelein van het Overslagse staminee. „We zijn hier Belgen en Nederlanders bij elkaar, maar dat zijn we toch eigenlijk weer niet ook. We zijn van Overslag. Daar is alles mee gezegd. Van de grens trekken we ons niets aan. Overslag is Overslag, of daar nu toevallig een streep doorheen loopt of niet!r P)E KASTELEIN C<lat het toevallig een Belg is vertellen we er niet bij, want dat doet er in dat dorp im mers niet toe) die ons juist een „ex port" heeft ingeschonken, is de man van het café waarin dit jaar „De Pa lingvrienden" zijn gehuisvest. Dat is een van de tien internatio nale verenigingen van Overslag. Alle organisaties, een stuk of tien, zijn daar half Belgisch, half Nederlands. De Hengelvereniging ofwel de „Vis- maatschappij' de Palingvrienden is een van de oudste. Sinds 1886 zitten ze 's Zondags en zo aan de watprkant en al zijn ze dan de vrienden van de paling, van brasem en karpers zijn ze ook niet vies. Sint Pieter is de pa troon van de maatschappij en de hei lige apostel staat dan ook, de sleutel van de hemelpoort in zijn hand, op de drie vaandels. Want de Palingvrienden houden er drie vaandels op na. De kastelein haalt er de kist bij, waarin ze opge borgen zijn. Van tussen de motten- ballen komen ze te voorschijn. Het eerste stamt uit 1886, toen de vereni ging werd opgericht. Het is wat ver schoten en gescheurd en weer gelapt. Onder de naam zijn twee handen, ineengestrengeld, te zien. De mou wen aan deze twee handen, die el kander hartelijk drukken, zijn de vlaggen van België en Nederland. Zwart-geel-rood en rood-wit-blauw gaan hier dus al sedert 1886 letterlijk hand in hand. Het tweede vaandel is van later tijd en het derde is nog gloednieuw. Een geheel handgewerkte vlag van een trotse internationale vereniging, ver vaardigd in dit jaar. bij de koninklij ke erkenning van de Palingvrienden En op alle drie staat dat eensgezinde embleem van de twee handen. Twee landen die elkaar broederlijk de hand reiken! VAANDEL BLEEF. LIET dorp heeft een bewogen geschie denis, passend bij een gemeente met zo'n merkwaardig karakter. Toen het water nog reikte tot waar nu de grens loopt, stichtte men aan het eind van het goed bevaarbare water dat directe aansluiting op de zee had een ,,post", waar de goederen uit de sche pen werden overgeladen in kleinere vaartuigen die verder het binnenland nu België invoeren. Daar werden de goederen dus overgeslagen, met 'n hijsapparaat dat „overslag" genoemd werd. Vandaar de naam en vandaar ook de kade met aan weerszijden een schip en een overslag daar tussen in, als gemeentewapen van Overslag, Omstreeks 1259 teisterde een der vele overstromingen het gebied rond deze plaats en ook Overslag kwam onder water. Zoals in de Middeleeu wen vele rampen gevolgd werden door andere, die het gevolg van de eerste catastrophe waren, brak daarna de pest uit en vijfhonderd inwoners ver loren daardoor het leven. TERUGLOOP £)AT er toen zo veel slachtoffers kon den vallen, bewijst wel, dat het dorp in die tijd veel groter in zielen aantal was. Inderdaad, Overslag liep en loopt nog steeds terug. In 1890 tol de het nog ongeveer 500 inwoners; het Nederlandse deel althans. Tijdens de eerste wereldoorlog waren het er nog maar 450 en de laatste dertig jaar is beslissing, precies als het gege ven advies eens ambtenaars, de Palingvrienden vormen een Bel gische vereniging. Dat is te zien aan die Belgische erkenning en aan het feit, dat ze in een Bel gisch café is gevestigd. Daar stonden de palingvrienden van te kijken. Daar was nu tóch die grens! Natuurlijk klopt die beslissing niet, omdat het advies op het request verkeerd was. De vereniging is niet Belgisch, ook niet geheel Nederlands. Het is geen van beide en allebei te gelijk. De Palingvrienden zijn „Overslags"! Wat zou de maatschappij trots zijn, als er twee koninklijke erkenningen gevierd zouden kunnen worden. En ze verdient het ten volle. Er is maar één dorp, dat zo'n bescheiden maar toch uiterst doortastende propagan dist voor de Beneluxgedachte is. Dat dorp is Overslag. En in een van zijn oudste verenigingen dienen beide na ties dat te eren. Waarom dat dan niet te doen door een koninklijke erken ning?? SENIOR DER VERENIGINGEN. LR ZIJN nog meer internationale verenigingen in het dorp. De mu ziekmaatschappij Concordia bijvoor beeld en de wielerclub Vrij en Vlug. De oudste onder hen is de handboog maatschappij „St. Sebastiaan". In 1794 werd ze opgericht en ze heeft attri buten die waarlijk antiek zijn. We hebben de „breuk" bewonderd, de officiële tooi van de nieuwe koning der maatschappij. Het is een kunst werk van zuiver geslagen zilver, on geveer anderhalve eeuw oud. Het was, toen we het bekeken, omgeven door een rouwfloers van fijn kant werk; het teken van rouw om een overleden lid van de maatschappij. Tijdens de tentoonstellng „Zie Zee land" in Gent is deze breuk daar ge- exposeerd. Het is overigens de enige „breuk" die in Overslag te vinden is. Verder is er alles gaaf en heel. En de wapens van Oost-Vlaanderen en Zee land demonstreren de eenheid van de schutters. Zo kunt ge door Overslag dwalen, zonder ergens het verschil tussen het Belgische of het Nederlandse deel te ontdekken. Het is één. Burgemeester Stevens met de ge meente-secretaris, de wethouders, de hoofdonderwijzer en de veld wachters. het nog sneller bergafwaarts gegaan. Nu telt de Nederlandse gemeente Over slag nog 315 inwoners. Het Belgische deel laat de in woners van Overslag die dit lezen be denken dat we dit niet zo schrijven omdat we bewust een scheiding tus sen hun dorp willen trekken; we we ten dat die slechts formeel bestaat ei. dat Overslag zelf die scheidslijn, de grens, heeft uitgewist! telt veel meer zielen dan het Nederlandse. De parochie van pastoor Seys, waaronder dus ook de Nederlanders horen, telt ongeveer 1400 zielen. Vanwaar de terugloop van de be volking? Ieder dorp dat in de loop der tijden langzaamaan op de landbouw alleen werd aangewezen of nooit kans heeft gezien andere takken van nij verheid binnen zijn grenzen te krij gen, vertoont hetzelfde beeld. Toen de vorm van Zeeuwsch-Vlaanderen zich later zo sterk wijzigde en Over slag diep in het land kwam te liggen en vele nieuwe polders werden inge dijkt, was het een agrarische gemeen te geworden en het lot wil dat een dorp van louter landbouwers krimpt, in plaats van uitbreidt. 315 INWONERS AL is Overslag, ondanks zijn gerin- ge inwoneraantal, dan een aparte gemeente, het bezit thans geen volle dig bezet bestuursorgaan meer. De burgemeester is de neer G. Diericl:, die tevens het burgemeestersambt van Koewacht bekleedt. Tevens is hij se cretaris. De bezetting op het* gemeen tehuis is dan ook gering. Wat wilt ge; de administratie van goed driehonderd mensen, die bovendien met naam, toe naam en levensloop bekend zijn, vergt nu eenmaal niet zo veel. De gemeenteraad telt 7 leden, waar van twee wethouders, voordat burge meester Dierick het burgervaderschap aanvaardde, in 1935, bekleede de heer G. Stevens het ambt. In 1926 volgde hij de heer C. Mattelé op, wiens vader D. Mattelé daarvóór de burgemeesters keten droeg. JJIT HOGERE REGIONEN wordt het vreedzame internationale dorp Overslag met welwillendheid bekeken. Geen van beide rege ringen zal ook maar iets op touw zetten, dat de broederschap kan ver storen. Maar we hebben een tijd gehad, waarin er andere heren heersten. In de oorlog klotsten er zware Duitse laarzen door het dorp en toen de beschermers van de beschaving vastgesteld hadden, hoe dat nu eigen lijk allemaal in elkaar zat, gingen ze een paar lelijke stokjes steken voor Overslag's eenheid. De grenzen moesten dicht en zo werd Overslag in tweeën gehakt. In de plaats der gemoedelijke douaniers die iedereen kenden en zelden uit hun hoekje kwamen om naar passen te kijken (dat doen ze alleen als er vreemdelingen passeren), kwamen er lastige Duitsers zitten, die de grens potdicht hielden. Zo werd Overslag zich opeens bewust van die lijn, die een streep door vele rekeningen werd. Nu was dat erg lastig, want de meeste stammineekes staan op het Belgische en de Naddrlandse huis vrouwen van Overslag moeten voor veel dingen persé in hef deel over de meet zijn. Maar het meest lastige was- toch wel, dat de katholieken van „deze kant" niet meer naaf de kerk konden Want dat mocht niet. Prikkeldraad ver sperde de doorgang en Overslag voel de dat net zo aan alsof men een gezin in twee kamers verdeeld had opge sloten. Voor de Nederlanders was het wel het vervelendst, maar ook de Bel gische vrienden waren er uiterst over gebelgd. Daar zaten ze nu. De H. Mis, die maar enkele meters verder werd op gedragen, was niet meer toegankelijk voor de Nederlandse parochianen. Heel het religieuse leven aan deze kant raakte in de war. Gelukkig kon het onderwijs gewoon doorgaan en de pastoor mocht altijd passeren om godsdienstles te komen geven. Maar voor de H. Mis, voor het dopen van kinderen en huwelijken moest men naar elders. NIET NAAR ZUIDDORPE! Zo werden de katholieken van Ne derlands Overslag gedwongen naar Zuiddorpe of Koewacht te gaan. Maar dat stuitte op moeilijkheden en waar lijk niet alleen omdat het zo ver was! Kort en goed: de kerkgang naar elders mislukte en met alle macht werd er geprobeerd een oplossing te vinden. Het enige wat er aan te doen was, bleek een noodkerkje in te richten. Dat kwam er. In de openbare school! Tegen de zwarte schoolborden werd het altaartje gebouwd en iedere Za terdag fietste Pater van Beekhoven van de Maristen uit Huist naar Over slag. Zo heef pater-overste daar nu nog vele goede vrienden. De Duitsers waren grillig. Als het in het begin van de krijgstocht goed ging aan het front, stond de comman dant grootmoedig wat faciliteiten toe. Dan konden er eens kinderen worden gedoopt in de eigen parochiekerk en dan mocht er ook wel eens een huwe lijk worden gesloten op de wijze die ieder Overslag's paartje zich in die tijd droomde: in de eigen kerk. De Belgische kerk? Goed, maar toch de eigen" kerk! Maar als de Wehrmacht flink op haar tabberd kreeg op de fronten in Europa of Afrika, of de commandant een slecht humeur had, ging dat niet. En zo zijn er heel wat huwelijken in de openbare school gesloten. Tot September 1944 heeft die vreemde toestand zo geduurd. Toen ging het prikkeldraad weg en voelde Overslag zich weer echt thuis in zijn eigen internationale sfeer. De kerk van Overslag, in de oorlogsjaren onbereikbaar. J7R ZIJN een paar honderd Nederlandse katholieken, die niet onder het gezag van het Nederlandse episcopaat staan. Dat zijn de parochianen va.n Overslag. Hun kerk staat in België, al is het dan ook maar een klein eindje over de grens. Hun pastoor is de eerwaarde heer Seys, de herder van de Belgische parochie Overslag. En deze Nederlandse ieatho- j lieken van Overslag horen onder het bisdom Gent! VERSLAG is een dorp van tegen- stellingen. Er loopt een grens door heen, die overigens niemand meer op merkt. Het kleinste deel, het Neder landse, is een aparte gemeente en het De noodkerk in de openbare school (1946—1944): de Wehrmacht had een kwade bui. LIET schijnt alsof alles in Overslag zeldzaam en uniek is. Want er staat een aantal grenspa len die men overal elders vergeefs zal zoeken, De groene ijzeren palen, met de zwartgeschilderde wa pens en het jaartal l"t3 er op zijn algemeen be kend. Zo ziet men ze ook in Overslag. Maar er staan ook nog andere en alleen overslag mag zich er op beroemen die te bezitten. Het zijn grijze, reeds verwerende, natuurstenen falen, vier kant, en zonder enig jaartal. Ze stammen nog uit de tijd, waarin Oostenrijk aan de Nederlanden grensde. Aan de ene zijde van die palen is de Ne derlandse leeuw uitgebei teld en aan de andere kant de dubbelkoppige Oostenrijkse adelaar. „Ha re Hoogmogende'1 staat er verder aan de Nederland se kant. Ze geven dezelfde grens lijn aan, ais die thans geldt, maar officiéél heb ben deze palen niets meer te betekenen. Ze gelden niet meer. Maar ze mo gen toch niet weggehaald worden, want ze vormen internationaal bezit. Er is wel eens getracht er een tje te „organiseren". Een Belgische burgemeester wilde zo'n paal graag in zijn museum hebben. Maar het feest ging toch niet door: de paal moest terugkomen en werd weer in de grond gezet Overigens trekken ze van allerlei oudheidkundi gen belangstelling. Geen wonder ook; dergelijke palen vindt men. alleen nog maar in Overslag. Eén van de palen staat verkeerd in de grond. Het zware ding werd eens uit gegraven omdat het in de weg stond. Toen men het, een meter verder, weer herplaatste, bleek de Oos tenrijkse adelaar aan de Nederlandse kant te staan en de Nederlandse leeuw aan de Belgische zijde! Belgische gedeelte, dat enkele malen groter is. hoort tot de Belgische ge meente Wachtebeke. Dat het gehele godsdienstige leven van de Overslagse pa rochianen zich in een Belgische parochie afspeelt is een merk waardigheid die in ons land enig is. Maar het is voor iedere inwoner van het dorp dood gewoon Het is steeds zo ge weest. Wat zou het bisdom Breda het zich moeilijk maken door voor het handje vol parochianen in overslag een kerk te bouwen en een pastoor aan te stel len? Want er is niemand in het dorp die dat verlangt. We durven zelf6 mi zeggen, dat het vast niet in goede ai f de zou vallen! overslag is hoogst vreden met zijn, voor andereu zo genaardige, constructie. De gehele >-elzorg rust dus op schouders van pastoor Seys en et i" derlanders van Overslag worden jt- vormd en trouwen in Beigië. De OW- slagse Nederlandertjes leren er ue i» gische cathechismus, gebeden, ene afwijken van die de jeugdige pa:- chiaantjes van Nederlandse pa.iM.i| leren, kortom, het zijn bijna De uitvaart der Nederlanders Overslag is Belgisch en ze rusten vp een buitenlands Kerkhof, officieel ca. want nogmaals er is geen m.J in Overslag, die zich bewust is van wat men zou kunnen noemen hei I dubbel-nationaie karakter van zijt| dorp. GRENS UITGEWIST I Qok met het onderwijs in Oversla is het één en al Benelux. Voordi de kinderen naar de lagere scha, gaan, worden ze bezig gehouden opf bewaarschool van de zusters van M klooster, dat In het Belgische Oversiij staat. Voor het lager onderwijs te: Nederland zelf zorgen. Er is een op:- bare school, waar alle kinderen W gaan, ook de katholieke. Pastoor#1 komt daar dan godsdienstondw# geven, hetgeen al een grote zeldi» heid is in. ons land. Het kerkbestuur bestaat uit Bei*1 en Nederlanders, allemaal inwotri van Overslag, die zich met z'n sli® niets aantrekken van eikaars naW- liteit. Ze zijn allemaal van, hetteW dorp en of dat nu de ene of de snit" kant van de douanepost is, dat (k* er niets toe. De Nederlanders rof'k broederlijk mee met de Belgisch* «te- gelegenheden en de Belgen weer ha nen zich in het hart ware NedteW- ders tonen! Overslag is een ware oase van inter- nationaal begrip, van samenwerk'®! die het toevallig onderscheid, d»t grens maakt volkomen uitsluit. Het vreemde is, dat die kleine 0"r* slagse Benelux al lang en breed W* stond, voordat de heren, die het er nóg maar niet over eens kunnen *°r' den, aan zo iets begonnen te denkt». (Advertentie) DE MEEST GEROOKTE SIGARET DANK ZIJ DE CONSTANTE KWALITEIT HET ZOON ers te Bi prinsheerlij derwagen wedstrijd. prijzen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1952 | | pagina 6