Hij leefde winter en zomer van de rook HAAS AZIJN Bet-over-grootvader Klep, de eerste Etna-man Avontuur in Parijs af een Wonderlijke Wereld RADIO VIJFDE JAARGANG No. 1509 3e BLAD DONDERDAG 13 OCTOBER 1949 Een onmenselijke poging om de menselijke zijde van haarden en kachels te zien De BlENTOEBAöU Mr. Lander wandelde in onderbroek Te hog-e bus Het zoveelste proces Britse regering betaalt dominé's reis C Indisch Briefke ZUSTERKES VEG, MANNIE, zou je de haard niets eens na willen kijken? Het is winter voor je er erg in hebt. Dat zinnetje hoor je dan in wellicht honderden variëteiten talloze malen vanaf de maand Mei tot en met de maand October van ieder jaar. Daarin ligt een wereld verborgen van huiselijke vredigheid en misverstanden, van intieme winteravonden en voorjaarsschoonmaak, van vrouwelijke zorg en mannelijke zorgeloosheid (op dat punt althans). Dan praten we nog niet eens over de schoorsteen veger, de kolenhandelaar, de smid en de haardenfabrikant. We zwijgen ook over de moglijkheid, dat „mannie" ontdekt, dat de haard geheel of bijna geheel versleten is en we spreken helemaal maar niet over wat we persoonlijk beleefden, toen we op pad werden gezonden om te proberen een „goeie tweedehands" op de kop te tikken. En dat terwijl we ons aan de schrijfmachine gezet hebben om een verhaal te schrijven over het wel en wee van kachels, haarden en aanverwante artikelen. „WE HEBBEN EEN HAARD!" GEENEENS IITet regende pijpenstelen en we wa- ren nog niet geheel hersteld van J een boze verkoudheid, toen we de I eerste wankele schrede moesten zet- I ten op het pad van „mannie". Er had lin het Dagblad De Stem n.l. een Kleintje" gestaan, waarin werd aan- I geboden: „Een zo goed als nieuwe I Etna-haard, koopje, moet weg wegens overcompleet". Nu zweren mijn vrouw en ik bij het „Kleintje" (goedkoop en I toch goed, zeggen wij altijd), zodat ik leen extra doosje Wybert en twee I extra schone zakdoeken meekreeg en I naar het opgegeven adres werd ge- I stuurd. Dat adres was natuurlijk I aan de andere kant van de stad, in I een straat, waarvan ik alleen maar eens ooit had gehoord, dat-ie werke- 1 lijk bestaan moest. I De straat bestond, de enige moei- lijkheid was, dat ik het nummer niet 'kon vinden van de advertentie. Om- I dat ik er zeker van was, dat het een I oneven nummer was boven de twintig en de nummering niet boven de der- tig uitkwam, begon ik bij 21 mijn kans te wagen. Een juffrouw, die nog I meer verkouden was dan ik, hoestte die zichzelf vriendelijk glimmend scheen te willen aanbevelen. EEN DIE KUNSTJES KENT. In mijn gezicht: „We hebben geen eens een haard". Deur met een slag dicht. Op 23 kreeg ik (gelukkig) geen gehoor en op 25 was het raak: ,,Kom maar binnen, mijnheer" en dat met een ondertoon van intense hartelijkheid, of ik Sinterklaas in hoogst eigen persoon was. De dame die de deur had opengedaan, vond het zelfs geen bezwaar, dat mijn jas zo nat was en ze stond me genadig toe de fiets even in de schuur te brengen. Met visioenen van dampende kof fie en een heerlijk brandende haard n onze gezellige huiskamer op een interavond begon ik mijn verhaal, n een halve triomf werd ik meege- oerd naar een volgepropte zolder en iet een plechtig gebaar een betere •aak volkomen waardig werd een ■aard onthuld, d.w.z. ontdaan van -en op veel plaatsen van kleurige doekjes voorzien kleed en daar ston den we dus: de trotse eigenaresse en de toekomstige koper, oog in oog met een pronkjuweel van een haard, haard in kwestie had een onge lofelijk aantal goede eigenschap pen: voordelig in het stoken, rookt nooit, is binnen vijf minuten aange maakt en gaat de hele winter niet meer uit, geeft een warmte om er de Noordpool mee te smelten en dan nog een paar die ik helaas ben vergeten. Alleen weet ik zeker, dat ik op het puntje van mijn tong de vraag had liggen „Kent die ook kunstjes, me vrouw, die is zo leuk voor de kin deren?" Gelukkig slikte ik, vanwege een hoestbui die vraag bijtijds in en toen ik weer op adem was gekomen, zag ik kans om met een doodernstig gezicht naar het merk en naar de prijs te vragen. Het was een „merkloze" en de prijs nu ja, dat was zo moeilijkWat mijnheer er zelf van dacht". Daarop wist mijnheer niet dadelijk wat te zeggen (Was mijn vrouw nu maar hier dacht ik wanhopig, die weet zulke dingen altijd precies) en ik verweerde me met: „Maar in de krant stond toch, dat U een „Etna" te koop had". Verbluffend is de heilige eenvoud van sommige iets te koop aanbiedende vrouwen (overigens dacht ze vast en zekere „Was mijn man er maar bij"), zo ook bij deze: „Dat maakt toch voor een haard van een jaar of zestien weinig meer uit. mijnheer". Dus de zo goed als nieuwe Etna koopje, was een merkloze haard van zestien winters. Ik durfde niet goed meer over het „koopje" te heginen maar de gastvrouw sneed de knoop door en vertrouwde me beminnelijk toe: „Honderd vijf cn twintig gulden is toch niet te duur, wel? Als je ten minste ziet, wat ze in de winkel voor een nieuwe haard tegenwoordig dur ven vragen....." Lezer of lezeres u houde het me ten goede dat ik plotseling en hevig naar de regen buiten begon te ver langen. ik kreeg het zö intens warm, dat ik tenminste twee flinke hoest buien tegelijk voelde aankomen, naar mijn Wybert en naar mijn zakdoeken greep, haastig een vaarwel mompelde en nog iets achterna zei van „Met mijn vrouw eens overleggen" en ver volgens, struikelend over de tweede hands oliestel-vierpits de weg naar de trap zocht en vond om tenslotte mijn „Dag mevrouw, u hoort dan nog wel van me" tot een volmaakt lege gang te stamelen.... mijn gastvrouw had namelijk geen kans gezien mijn snelle aftocht bij te houden Ik trok de deur dicht, fietste naar huis en ben voor alle étalages, waar haarden of kachels te zien waren, afgestapt. De stemming waarin ik thuis kwam, kan ik beter buiten deze kolommen houden. DE INGEWANDEN VAN DE KACHEL. (Advertenties.) TEGEN aambeien ei? andere anale aandoeningen l.tiii.iiHm per pet 75 et 6 zetpillen 75 et AAMBEIENZALf ZETPILLEN ZW1TSAI Fibriikm Apeldoorn Met een Limerick kwam ik vaak op de proppen, Maar een betere zag steeds kans me te kloppen. Ik deed voor 'n TIP toch mijn best Maar kreeg steeds nul op 't request: t Is jammer, maar ik zal er nu maar mee stoppen. 'n TIP VAN BOOTZ Inz.Hr.Th.d.G,, Den Bosch, ontv. - fl. Tip JJaags daarna ging ik eens bij de smid buurten om te horen, wat er nu eigenlijk aan mijn haard man keerde. Het was een droevig relaas: de pot was maar „zo-zo", het rooster was puur versleten en de circulatie- buizen waren zo doorzeefd als prima beiegen kaas. „Dat stopt u met hon derd gulden niet, mijnheer, zelfs niet als u mij de opdracht geeft de concurrenten niet te na gesproken natuurlijk". Ohi kort te gaan, de goede man dacht, dat ik maar beter een splinter nieuwe kon aanschaffen, weshalve ik het veiliger vond een praatje te be ginnen over haarden in het algemeen. Onze smid betoogde, dat het schan dalig moest worden genoemd, dat zo veel mensen het doen verzorgen van de haard altijd maar weer uitstellen. Aldus krijgen de smeden in de maan den October en begin November veel te veel werk tegelijk op hun dak of tewel in hun werkplaats (om nauw keurig te zijn) krijgen. Overigens zijn de mensen zelf de dupe, meende de smid in alle aandoenlijkheid, want we krijgen ze voor de kou zeker niet al lemaal de dertr uit. Geen behoorlijke knecht te vinden vandaag aan de dag. allemaal van die jonge klungels, die denken, dat je in een tijd van een paar jaar volleerd kachelsmid bent. Vraag het maar eens aan Arie, mijn heer, die staat hier al meer dan veertig jaar in de werkplaats en ik verzeker u, dat hij de ingewanden van iedere haard of kachel op zijn duimpje kent. Hij weet nog wat liefde voor het vak is en hij ziet tegen geen enkele moeite op, als het er op aan komt de kachel in het hart te tref fen. OUDE STEMPEL TAeze beeldspraak vond zelfs ik te boud: wie treft nu in vredesnaam een kachel in het hart, nadat je eerst al zijn ingewanden om je duim hebt gewonden, dacht ik. Maar toen ik een zijdelingse blik waagde aan Arie, vond ik dat allemaal ineens toch niet zo gek maar. Hij stond daar diep gebogen over een haardkachel, die oud genoeg was om de titel „tweedehands" een erenaam te vinden en hij werkte zonder op of om te zien. De kerel, die daar met de baas stond te smoezen was voor Arie oneindig veel minder belangrijk, dan het werk aan deze versleten haardkachel. Aan de han den en het gezicht, aan de gebogen rug en aan het gespannen lichaam van Arie te zien, zou je zeggen: Hfj is van plan om van dat brok ijzer, dat zoveel jaren voor voldoende warmte zorgde in een waarschijnlijk door niet-rijke mensen bewoond huisje met inzet van al zijn vakmanschap weer een bruikbare verwarmer te maken Ja, Arie was een vakman van de oude stempel en dat was goed. „De mensen moesten hun kachels in de zomer na laten kijken, dan zou dat voor beide partijen veel pret tiger zijn", hoorde ik ineens de smid zeggen. Ik gaf de man in het diepst van mijn hart grondig gelijk, daarbij denkend, dat mijn zorgzame weder helft dus ook altijd gelijk had gehad en nam afscheid met een „Dan zal ik maar eens aan een nieuwe haard gaan denken", wat de koopman in hem wekte, want hij zei vlot: „Graag mijnheer", wat mij nu wel weer een beetje al te vlot ging. Ik nam me voor, om eens een kijkje te gaan nemen op de Etna-fabrieken in Breda, opdat de lezers van dit dag blad eens zouden kunnen horen, wat er in zo'n fabriek allemaal omgaat en opdat mijn en hun eerbied voor de zwarte monsters van de winter daar mee mogelijkerwijs zou kunnen toe nemen. Dies richtte ik mij met een verzoek tot de directeur, de heer Klep, die meer van zijn kostbare vrije tijd aan een gezamenlijke rondwande ling besteedde dan met mijn leken- verstand op dit terrein verantwoord was te achten, maar die daarentegen geheel met de hem als aangeboren gemoedelijke vriendelijkheid en (ook bij hem) met zijn grenzeloze liefde tot het „kachel-vak" in overeen stemming was. KACHELVERHUURDERIJ J>p de Haagdijk te Breda is wat men kan noemen de bakermat van de Etna te vinden. Daar hield bet-over grootvader Klep een zaak aan, die het best valt te omschrijven met „Kachel- verhuurdrij". Zo rond 1820 kon men in zijn opslagplaats in de zomer een grote hoeveelheid kachels van allerlei soort en grootte aantreffen, die van hun winter-arbeid rust kregen. De heer Klep hield zich onledig met her stelwerk of met het vervaardigen van nieuwe exemplaren (handwerk) uit onderdelen, welke hij van 'een of an dere gieterij betrekken moest. Merk waardig is, dat hij niet alleen in de winter maar ook in de zomer „van de rook wilde leven": Hij hield er n.l. een rooksalon op na in dezelfde opslagruimte, uiter aard alleen toegankelijk in de winter maanden. Het was in die dagen ver boden op straat een pijp toeback te smoren en men ging, zoals we van daag ergens een borreltje gaan vatten in een of andere rooksalon een pijp verschalken. Aldus heeft bet-over grootvader Klep zomer en winter van de rook geleefd en het zal voor een zo ondernemend man en diens kinde ren niet verwonderlijk klinken te ver nemen, dat rond 1850 het plan ge boren werd een echte kachelfabriek te beginnen. De plannen werden uitge werkt erg grondig zelfs, en we be hoeven alleen maar te vermelden, dat de Etna in 1956 het eeuwfeest hoopt te vieren en de lezer begrijpt al, wan neer de fabriek er tenslotte stond. Te vertellen, dat er ook een gieterij bij kwam, is eenvoudig genoeg, veel eenvoudiger in elk geval dan in die dagen de opgave was om fabriek en gieterij te laten werken. Achter de Haagdijk, waar de Etna toen lag, liep een vliet, die dankbaar voor de aan voer van cokes en zand werd ge bruikt. Maar de aanvoer van de grondstoffen was niet zo slim als het vuur:: twintig man stonden telkens in groepjes van vier te zweten aan een zware blaasbalg en (over)groot moeder Klep kon het met koele fles jes bier voor de mannen nauwelijks aangesleept krijgen. Dat de fabriek toch binnen afzienbare tijd wegens plaatsruimte naar de Westersingel (thans Tramsingel) moest verhuizen, pleit voor het doorzettingsvermogen van de fabrikant, zijn echtgenote en hun personeel. Nu moet er nog bij verteld worden, dat tot nu toe de kachels alleen maar in onderdelen de fabriek hadden ver laten. Op de Westersingel ging men complete exemplaren vervaardigen, er werd ook een begin gemaakt met het vernikkelen van onderdelen en met emailleerwerk (dat in de eerste tijd hardnekkig bleef bladderen na tuurlijk) Dat is pas voorgoed perfect geworden sinds 1910 met de onbrand bare lak, waar we nog steeds de profijten van ondervinden. IN DE FABRIEK TX/'e maakten dus een (rumoerige) rondwandeling door de fabriek. De eerste indruk, die ik meekreeg was: wat een lawaai en wat een ruimte. Er scheen geen einde te ko men aan de doolhof van hallen en werkplaatsen, de lopende banden en de immer bezige mannenknuisten waren in schier onafzienbare rijen te aanschouwen en overal zagen we bij stukjes en beetjes kachels en haarden ontstaan Niet dat we de gasstellen en fornuizen niet opmerkten, maar onze waardering voor haarden en kachels werd hier waarlijk tot een zekere vorm van „bezetenheid" (in de goede zin van het woord), zodat we de groeiende geestdrift van de directeur uitstekend konden aanvoelen en waar deren. Hij wees ons op een tamelijk klein model haard, die door niet meer dan een enkele knop kan worden bediend: „Een nieuwe vinding", zei hij vol ge rechte trots, „daar is een patent op" en hij toonde ons een vernuftig gevon den samenstel van handlies en schroe ven, alles bijeen een verbluffend een voudig mechaniek, waarmee men een haard in een greep om zo te zeggen kan laten lezen en schrijven". En passant zette de heer Klep ons uiteen, wat het voordeel is van een behoor lijke circulatie zoals door hem toege past en hij vertelde over een paar op zienbarende nadelen van centrale verwarming per huizenblok Het kwam neer op „Schandelijke warmteverspil- ling, je kunt evqn goed de wolken gaan verwarmen". Maar u maakt toch eigenlijk niet eens in verhouding tenminste zo heel veel haarden en veel meer ka chels, konden we niet nalaten te vra gen. Dat was een kolfje naar zijn hand. Zijn welsprekendheid nam met de minuut toe, toen hij begon uiteen te zetten, hoe vooral in deze tijd de mensen jammer genoeg eerst vragen naar „chique" en dan pas naar „voor delig en degelijk" en hoe een gewe tensvol fabrikant er dan op uit ii tegen stroom in toch maar dat „voor delig en degelijk" erin te brengen. In een kachel is alles te stoken, zo be toogde hij, bovendien krijg je er een hoger warmte-rendement van in je kamer. Nu proberen we wel die goede eigenschappen over te brengen op de haarden (en dat lukt steeds beter), maar dat neemt niet weg zo meende hij dat 'n haard nog altijd zoveel kost, dat ze voor sommige beurzen be zwaarlijk is. Als die mensen nu maar gaan beseffen, dat een kachel een heleboel voordelen heeft. EDELE AMBACHT Al prafend waren we langs gloeien de ovens en machines gekomen (op een van die machines zagen we in het voorbijgaan de foto van kar dinaal Mindszenty zorgvuldig vastge maakt) en overal zagen we dat de mannen er een opgewekt tempo in hielden. Er werd niets overhaast ge daan, er werd nergens „de lijn getrok ken", er was hier nog veel over van die goede sfeer, welke het edele am bacht eigen moet zijn. We namen afscheid en op de terugweg zagen we in gedachten al die werkers voor ons: honderden in Breda, die nu voor zich en een gezin een goed stuk brood verdie nen, omdat in het begin van de vorige eeuw een zekere Kiep zijn hart en zinnen heeft gezet op het maken van kachels. Onze eigen ka- chel-nooddruft waren we totaal vergeten, totdat we thuis de deur hadden open gemaakt: „Zeg man, er staat weer een „Kleintje" met een haard in het Dagblad en zo te zien, is het deze keer vast een erge beste. Het is in de...." De straatnaam die over de treden van mijn trap naar beneden getuimeld kwam, was er een aan de andere kant van de stad. rjE HEER Stanley Leslie Lander, een Londense zakenman, maakte een plezierreisje naar Parijs. Daar hij er de weg niet wist, beloofden een man en twee vrouwen, in wier gezelschap hij geraakte, een hotel voor hem te zoeken. „Toen draaide me alles voor mijn ogen", zei de heer Lander. „En ik verloor mijn bewustzijn". Het eerste wat hij zich toen herin nerde is, dat hij in zijn onderkleren liep te wandelen door de Rue St. La- zare. Zijn costuum was verdwenen evenals 50 Pnd. St. in reischeques en zijn paspoort. Het was donker en de heer Lander belde ergens aan. De be woner van het huis belde de poütie op. Men gaf hem kleren en bracht hem naar de Britse ambassade. „Ik dacht", zei de heer Lander, „dat een hotel gauw gevonden kon worden en die Parijse heer het leek me een heel respectabel man dacht er ook zo over". Een ambtenaar bij de ambassade zei: „de heer Lander werd blijkbaar bedwelmd. Maar de politie was gewel dig sympathiek, moederlijk zou men bijna zeggen". De ambassade, aldus de Daily Express van wie dit verhaal afkomstig is, betaalde het retour luchtreisje naar Londen. DIJ HET PLAATSJE Cirencester (Eng.) wilde een autobus door een viaduct. De bus was te hoog en de onderzijde van de viaductoverkapping stroopte er het dak af. Een vrouw werd dodelijk gewond en dertien an dere passagiers kregen lichte kwee suren. "ivren kan een gezellige -*■ boom opzetten over sterke staaltjes van bru taliteit, men kan over Ger- rit de Stotteraar praten.. Maar wat is dat alles, vergeleken bij wat een jongeman in Munich (Dl.) uithaalde Die jongeman had zit ten genieten van een technisch bijna volmaak te bokswedstrijd. Hij had de tegenstanders aange vuurd en hij had wild- geestdriftig geapplaudi- seerd, toen Victor Li- nokski als nieuwe lands kampioen van Duitsland, in de Bantam-klasse, zijn lauwerkrans om de schouders kreeg. Plotseling echter begon er een klein boos geest- je zijn werk te doen in het gemoed van de sup porter. Het dwong hem ertoe, de lauwerkrans al maar mooier te vinden, zó mooi tenslotte, dat hij tot de conclusie kwam, dat hij het gebouw niet zonder de krans mocht verlaten. Voorzichtig stond de jongeman van zijn stoel op en lang zaam begon hij zich in de richting van de la chende overwinnaar te bewegen. Toen hij tot op een meter van de bokser genaderd was, sprong hij toe en maaide de lauwer krans van diens schou ders Maar Victor Lonowski had nog een grote voor raad reserve-energie. Hij deed drie, vier stappen naar voren en had toen de gauwdief bij zijn kraag. Opnieuw kon het publiek genieten van een boks- demonstratie, zij het dan dat de uitslag deze keer in het geheel geen spe culaties toeliet. Vergissing e heer Pete MacDonald Ludley-street 39, New port, kreeg een brief thuis, waarin hij werd be dankt voor zijn aanmel ding als lid van de com munistische partij en waarin hem werd meege deeld, dat men hem graag op de eerstvolgende ver gadering wilde zien ver schijnen. De brief was verzonden uit het hoofd kwartier van de commu nistische partij in Enge land. Maar de heer MacDonald zei, dat het epistel bij de verkeerde Macdonald be zorgd moet zijn. Want al 21 jaar lang is hij één der voornaamste parle mentsleden van de Con servatieven en hij zou dat voorlopig graag willen blijven ook. Overtijd Spoorwegbonzen uit ver schillende Europese landen kwamen een paar dagen geleden in Bgih- ton bijeen, om te confe reren over de wijze, waarop men de Europese internationale treinen op tijd binnen kon laten lo pen. De besprekingen verliepen nogal naar wens ondanks het feit. dat de conferentie 20 minuten te laat was begonnen, om dat de trein later in Brighton aankwam dan men had gedacht. Laughton ■pi n als U geld tekort komt, doet U dan ge woon hetzelfde wat de filmster Charles Laugh ton doet. Die gaat in zijn ■vrije tijd uit Shakespeare declameren en krijgt daar een kleine 1000 Dollar per avond voor. »OOO<>CK><><X>O<X>OO<X>O<X><>C>C>O<X>O<X><>OO<>OO<>O<>ock>O<X>OOO<><X> r\E AMERIKAANSE ambassade te Praag heeft bestraffing geëist van de Tsjechische politie-ambtena- ren In verband met mishandeling van èen 27-jarige Amerikaanse student. Men had deze student gedwongen te rijden in een auto. bestuurd door een dronken chauffeur. De auto veronge lukte en de student werd ih een abnor maal kleine cel gedurende vijf dagen eenzaam opgesloten. JN ENGELAND wordt enige beroering" gewekt door het feit, dat het Britse ministerie van buitenlandse zaken de reis wil betalen van de Duitse dominé Fritz Gissel. Deze verklaarde, de eerw. heer Goddard van een Evangelische kerk in Noord-Londen te willen bezoe ken. „Het bezoek is een van de vele, bedoeld om de Vrije Kerken van Duits, land gelegenheid te geven, oude ban den te hernieuwen en nieuwe banden te leggen met de Vrije Kerken over zee," werd van officiële zijde ver klaard. De eerw. heer Goddard zei: „Ik heb de heer Gissel nog nooit ont moet. Hij is de vierde Duitse dominé die hier komt en de eerste die op re- geringskosten reist." I >'Op welke wijze?" kunnen \TggenUAnis v°J/et PIeïieS ik van tijd tot tijd de pÓnuHónUp kunnen even, en wat het geval hier Óp de Kaap betreft moet ik, daar ik hier een vreemde ben. me eerst een goede I voorstelling kunnen maken van de man die gedood werd om er achter te kun nen komen wie hem gedood kan heb ben. Het is mijn voordeel dat ik de zaak heel objectief kan bezien en geen plaatselijke vooroordelen kan koeste- t ren" ..Maar waarom interesseert U zich feitelijk voor dat geval?" ..Persoonlijk heb ik er geen belang stelling voor, maar ik ben een kranten, fpati. Mijn redacteur heeft mij opge- jaragen over de moord te schrijven: ik an hem geen dwaze veronderstellin- F'1 berichten of verkeerde gegevens estiiren. Ik kwam hier om van mijn der?T -te genieten. Kunt U. zonder (inh v.mi' die traag als onbeleefd of he'den aanrekent, mij vertellen, bóoïtenio ?bl?y Snow niet in z'i" se- Hr> s, j fuocht komen?" hii 5 een getleie minuut voordat mj rmj antwoordde. ik weef3! Uv,.er alles van vertellen wat K weet. Labby en Elk waren allebei in hun jeugd verliefd op 't zelfde meisje Berta Richy. Labby was 'n vurig min naar. Elk was zo op'toog minder vurig, maar minstens even aanhoudend. Lab by had geen geld en verbraste het als hij het had, doch Eik had succes tn zaken en zat er toen reeds goed bij. Hij was het dan ook die het meisje tenslotte voor zich wist te winnen maar er ontstond toen een verbittering tus- ®en de beide broeders en Labby maak te het Elk hoe langer hoe lastiger. Het eind van 't liedje was dat Elk zijn broer een som geld gaf zodat hij zijn neu elders kon gaan zoeken. Dat geld mv lelval beel spoedig door en haóJ .e^em "'Pffieuw 'n som ter te stelIen- Wel wilde hij zijn broeder een wekelijkse toelage verstrek- hi? °wrtn Ó16' dat h15 zich niet meer FoLrvih.? ,en €lders bleef wonen. h£fi Jby ais Elk hebben zich aan die conditie gehouden, hoewel?" De procuratiehouder stak een sigaar op en tuurde peinzend voor zich uit. „Wat bedoelt u met dat, hoewel?" vroeg ik. „Ik ben er niet zeker van," antwoord de hij, .maar ik meen hem twee da gen geleden hier in de stad gezien te hebben. Hij draagt thans een baard, maar ik. meende hem aan zijn ogen te herkennen en aan zijn manier van lopen. Ik durf er niet voor in te staan, begrijpt U me goed, maar toch ben ik er zo goed als zeker van, dat Labby Snow al minstens drie dagen in Her ring Cove vertoeft." BLOEMEN VAN OUD-EILANDERS. Een Urker meisje biedt onze Vorstin bloemen aan tijdens de rijtoer door Zwolle die H.M. Koningin Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard maakten bij gelegenheid van hun officiëel bezoek aan de provincie Overijsel. SOLDAAT Theo van Beek, Mo lenpad 17 te Leidsedam, heeft enige tijd in het hospi taal vertóefd. Hij lag daar tus sen zijn vrienden Jan Keizers uit Chaam, Toon van de Houdt uit V/aalwijk en Antoon Da- vidse, Zeisweg 20, Middelburg. Het was vanzelfsprekend een schoon gezelschap, dat daar ganse dagen lag te kletsebessen over alle zaken, die in het 423e omgaan en die de lachspieren in beweging kunnen brengen. Ook de zusterkes moeten er van genoten hebben. Toon van de Houdt heeft be weerd dat er voor hem een pakketje onderweg was met sneeuwballen Zijn schoonvader (was 't maar waar) is stoker op een sneeuwballenfabriek.... Een pretje is het hospitaal na tuurlijk niet. Dat begrijpen we allemaal. Maar dat de jongens er zich vervelen, ik belief het niet te geloven. Want van Beek heeft me en thousiaste verhalen verteld over de zusterkes. Over Corrie Triep uit Den Haag en over een knappertje uit Rotterdam. Een vertelsel dat me haast ja loers zou maken.... Maar, beste allemaal, we mo- gen niet jaloers zijn en we gun tien onze vrienden deze vrien-, delijke verpleging van harte. Het zijn mannen die onze eer ste en belangrijkste sympathie hebben. Een sympathie die wij zo weinig uit kunnen drukken. Het zijn onze vrienden die wat meegemaakt hebben, die zich moedig hebben gedragen. Die wij daarom véél dankbaarheid verschuldigd zijn. Ik zei reeds, wij kunnen dat niet uitdrukken. Onmiddellijk daarna gaat onze sympathie uit naar de zuster kes, die onvermoeid, in werke lijkheid dag en nacht, voor onze vrienden zorgen. En hoe Dat moet ge Theo van Beek vragen en alle jongens, die ooit j in het hospitaal gelegen heb- ben. De jongens die nu thuis zijn en die ondanks „de moei- j lijkheden van 't hospitaal" er toch iets kunnen vinden wat zij „moederkes" noemen. Moederkes zijn deze zusterkes. Ik wil besluiten voor vandaag I met veel groeten voor Waal- j wijk, Chaam en Middelburg. Ook voor Leidsedam. Ik mag niet nalaten hieraan toe te voegen dat de jongens het goed hebben. Dat zij tevreden zijn over de voortreffelijke verple ging, die de zusterkes hen be- I zorgen. jullie, PIET. (Advertentie.) NATUURAZIJN OP ZN BEST „Hij draagt een baard," zegt 17. Is hij groot of klein?" vroeg ik. „Ziet U die man daarginds?" merkte hij op, uit zijn raam wijzend. „Ja." „Nou, ik zou er geen eed op willen doen, maar die man komt mij voor Labby Snow te zijn, de broer van de man die gisternacht vermoord werd." Eerst dacht ik eraan uit de bank te rennen en de man die de procura tiehouder voor de broer van Elk Snow hield op de man af te vragen of hij het was of niet. Maar gelukkig weer hield ik mezelf van zo'n onverstandige daad en nam de man goed op terwijl hij langs het raam kwam. Mijn eerste indruk van die man was, dat hij een enigszins somber individu moest zijn, maar toen ik op zijn ogen en voorhoofd lette viel het me op, dat hij toch iets van een dichter of een artist in zijn gezicht had. Het schamele van zijn kle ding, zijn ongekamde onverzorgde baard en zijn vodderige versleten cos- tuum zeiden mij, dat zo hij een artist mocht zijn, hij zeker geen succesrijk artist was. Hij was van het type, dat men in iedere stad aantreft. In alle hoeken en gaten zag je ze. op de plei nen m de plantsoenen, mannen die aan ager wal geraak ren omdat ze mo gelijk nimmer de nis in het leven gevonden hadden welke toch ook ze ker voor hen uitgehouwen was. Voor mannen van zijn type was er overal en nergens plaats. Niemand kon hen gebruiken en overal zag je ze. Gelukkig maar dat ik geen gevolg ge geven had aan mijn eerste opwelling die man onmiddellijk bij zijn kraag te pakken. Indien Labby Snow terugge keerd was naar zijn geboorteplaats en zijn broer vermoord had, dan zou hij mij dat in ieder geval maar niet een twee drie bevestigen. En zo hij was wat hij scheen, een miserabele zwerver die onschuldig was aan de moord, dan was het best mogelijk, dat hij nog niets van de moord op zijn broer afwist. En waarom zou ik de veronderstelling'van de procuratiehouder als een vast staand feit aanvaarden, waarom kon die man zich niet vergissen en een ver keerde voor hebben? Ik wendde mij tot mijn vriend de procuratiehouder. „Het is zeker niet mogelijk er achter te komen waar die man woont?" „De enigste manier is hem achterna te gaan. Mogelijk ontvangt hij zijn post op het postkantoor." „Zou er ook iemand in deze stad zijn die met zekerheid kan vaststellen of hij inderdaad de broer van het slacht offer is?" „Dat betwijfel ik. Elk leefde zozeer zijn eigen leven, dat de meeste mensen vergaten, dat hij ook nog een broer had." „Het is dus niet mogelijk dat na te gaan," zei ik, „Tenzij die man het ons bevestigt. Als hij zegt dat hij Rain heet inplaats van Snow, dan zullen we hem moeten geloven." „Het is natuurlijk mogelijk dat ie mand hem zou herkennen als zijn baard afgeschoren was. Misschien her kenden de mensen hem dan wel direct, maar misschien ook in 't geheel niet." „En er is geen enkele wet die gebiedt dat een man zijn baard af moet sche ren indien hij dat zeif niet wil. Be staan er ook nog vroegere foto's van hem?" „Ik geloof dat er op de oude school nog een groepsfoto moet zijn waar hij opstaat. Er moet in ieder geval nog een foto van het voetbalelftal te vin den zijn waarin de gebroeders mee speelden. Ik zou hem U kunnen aan wijzen als ik hem zag op een foto." „Ja, maar die foto moet dan al min stens vijf en twintig jaar oud zijn," zei ik. „Ik zou niet denken, dat we iets aan zo'n foto hebben. In ieder geval zal ik er aan denken indien het ge wenst mocht zijn hem met een jeugd portret te vergelijken." Ik vouwde mijn briefjes met aan tekeningen op en stak deze in mijn zak. „Ik zou U nog graag een vraag wil len stellen, Mr. Boyce. U hebt mij verteld, dat Elkana Snow door som migen voor een gierig mens werd ge houden. Ik neem aan, dat hij geen gemakkelijk schuldeiser was. Waren er mensen die eh hem niet konden betalen?" „Daarover kan ik U geen inlichtingen verstrekken." Ik keek hem doordringend aan alsof ik zijn gedachten wilde lezen. (wordt vervolgd) DONDERDAG 13 OCTOBER HILVERSUM I 18 Nws 18.15 Sportpraatje 18,30 Voor de Nederlandse strijdkrach ten, 19 Voor de kinderen, 19.05 Gram., 19,10 Pianovoordracht, 19,45 Regerings voorlichtingsdienst antwoordt. 20 Nieuws 20,05 Actualiteiten, 20,15 Philharmonisch orkest, kinder- en dameskoor, 21,40 Klankbeeld over Chopin. 22. Philharm. orkest, 22,45 „Flitsen uit Papoealand", causerie, 23 Nieuws, 23,15-24 Gram. HILVERSUM II: 18,55 „Een goed woord voor een goede zaak", 19 Nws., 19,15 Muzikale causerie. 19.40 Radiokrant 20 Nieuws, 20,05 Klein koor, orkest en solisten, 21 Familiecompetitie, 21,35 Klein koor, orkest en solisten, 22,05 Reportage 22,15 Buitenlands overzicht, 22,35 Gram. 22,45 Avondoverdenking, 23 Nieuws 23.15- 24 Gramofoonmuziek. BRUSSEL VI.: 18,25 Gramofoon, 18,30 Voor de soldaten, 19 Nieuws, 19,30 Zang 19,50 Radiofeuilleton 20 Verzoekprogram ma, 21 Voor de vrouw, 21,30 Omroep orkest, 21.45 Actualiteiten, 22 Nieuws, 22,15 Strijkkwartet, 22,45 Gram., 22,50 Nieuws, 22,55-23 Gram. VRIJDAG 14 OCTOBER. HILVERSUM I: 7 Nieuws, 7,15 Ochtend gymnastiek, 7,30 Gram., 8 Nieuws, en weerberichten, 8,15 Gram., 8.50 Voor de vrouw, 9 Gram., 10 „Thuis", causerie, 10,05 Morgenwijding, 10,20 Gram., 10.30 Voor de vrouw. 10,45 A Capella koor, 11.05 Voordracht, 11,25 Orgelspel, 12 Amusementsmuziek, 12,30 Mededelingen. 12,33 Sportp. .atje, 12,45 Gram., 13 Nws, 13,15 Dansmuziek, 13,45 Gram., 14 Voor de vrouw, 14,20 Gram., 15 Voordracht, 15,20 Dameskoor, 16 Filmprogramma, 17 Gram., 17,20 Muzikale causerie, 18 Nws, 18,15 Pianoduo, 18,30 Voor de Neder landse strijdkrachten, 19 „Denk om de bocht", 19,15 Pianoduo, 19,30 „Mensen komen tot geloof", causerie, 19,50 Ker kelijk nieuws, 20 Nieuws, 20,05 Kamer muziek, 20,30 „De mens in het heelal", causerie, 20.55 Boekbespreking, 21 Ver zoekprogramma, 21,40 De Ducdalf", 22 Buitenlands overzicht, 22,15 Gram., 22.40 „Vandaag", causerie, 22,45 Avondwijding, 23 Nieuws, 23,15-24 Gram. HILVERSUM II: 7 Nieuws, 7,15 Ge mengd koor, 7,45 Morgengebed en Li turgische kalender, 8 Nieuws en weerbe richten, 8,15 Gram., 9,30 Waterstanden, 9,35 Schoolradio, 10 Gram., 11 Voor de zieken, 11,35 „Als de ziele luistert'', 11,45 Gram. 12. Angelus 12,03 Pianoduo 12,30 Mededelingen, 12,33 Lunchconcert, 12,55 Zonnewijzer, 13 Nieuws en katholiek nieuws, 13.20 Kamerorkest en soliste, 14,15 Gevarieerd programma, 15 School radio, 15,30 Omroeporkest, 16 Voor de zieken, 16.45 Declamatie-wedstrijd, 17,15 Kinderkoor, 17,45 Amusementsorkest. 18,45 Voor de jeugd, 19 Nieuws, 19,15 Regeringsuitzending, 19,30 Brabants half uur, 20 Nieuws, 20,05 De gewone man zegt er het zijne van, 20,12 „Hiawadha's lied", oratorium. 22,10 Voordracht, 22,20 Blaaskwintet, 22.45 „De zin van het hu welijk", causerie, 23 Nieuws, 23,15-24 Gr. BRUSSEL VI.: 12 Gram., 12,30 Weer berichten, 12,32 Omroeporkest, 13 Nieuws 13,15 en 14-14.45 Gram., 17 idem, 17,05 Nieuws, 17,15 Engelse les, 17,30 Gram., 18,10 Voordracht, 18,20 Gram., 18,30 Voor de soldaten, 19 Nieuws, 19,30 en 19,50 Gram, 20,15 Filmrevue, 20,30 Symphonie- orkest, 21,30 Kunstkaleidoscoop, 21,45 Gr. 22 Nieuws, 22,15 Gram., 22,50 Nieuws, 22,55-23 Gram.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1949 | | pagina 5