Hij leefde winter en zomer van de rook
HAAS AZIJN
Bet-over-grootvader Klep, de eerste Etna-man
Avontuur in Parijs
af een
Wonderlijke Wereld
RADIO
VIJFDE JAARGANG No. 1509 3e BLAD
DONDERDAG 13 OCTOBER 1949
Een onmenselijke poging om de menselijke
zijde van haarden en kachels te zien
De
BlENTOEBAöU
Mr. Lander wandelde
in onderbroek
Te hog-e bus
Het zoveelste proces
Britse regering betaalt
dominé's reis
C Indisch Briefke
ZUSTERKES
VEG, MANNIE, zou je de haard niets eens na willen kijken? Het is
winter voor je er erg in hebt. Dat zinnetje hoor je dan in wellicht
honderden variëteiten talloze malen vanaf de maand Mei tot en met
de maand October van ieder jaar. Daarin ligt een wereld verborgen van
huiselijke vredigheid en misverstanden, van intieme winteravonden en
voorjaarsschoonmaak, van vrouwelijke zorg en mannelijke zorgeloosheid
(op dat punt althans). Dan praten we nog niet eens over de schoorsteen
veger, de kolenhandelaar, de smid en de haardenfabrikant. We zwijgen
ook over de moglijkheid, dat „mannie" ontdekt, dat de haard geheel of
bijna geheel versleten is en we spreken helemaal maar niet over wat we
persoonlijk beleefden, toen we op pad werden gezonden om te proberen
een „goeie tweedehands" op de kop te tikken. En dat terwijl we ons aan de
schrijfmachine gezet hebben om een verhaal te schrijven over het wel en
wee van kachels, haarden en aanverwante artikelen.
„WE HEBBEN
EEN HAARD!"
GEENEENS
IITet regende pijpenstelen en we wa-
ren nog niet geheel hersteld van
J een boze verkoudheid, toen we de
I eerste wankele schrede moesten zet-
I ten op het pad van „mannie". Er had
lin het Dagblad De Stem n.l. een
Kleintje" gestaan, waarin werd aan-
I geboden: „Een zo goed als nieuwe
I Etna-haard, koopje, moet weg wegens
overcompleet". Nu zweren mijn vrouw
en ik bij het „Kleintje" (goedkoop en
I toch goed, zeggen wij altijd), zodat ik
leen extra doosje Wybert en twee
I extra schone zakdoeken meekreeg en
I naar het opgegeven adres werd ge-
I stuurd. Dat adres was natuurlijk
I aan de andere kant van de stad, in
I een straat, waarvan ik alleen maar
eens ooit had gehoord, dat-ie werke-
1 lijk bestaan moest.
I De straat bestond, de enige moei-
lijkheid was, dat ik het nummer niet
'kon vinden van de advertentie. Om-
I dat ik er zeker van was, dat het een
I oneven nummer was boven de twintig
en de nummering niet boven de der-
tig uitkwam, begon ik bij 21 mijn
kans te wagen. Een juffrouw, die nog
I meer verkouden was dan ik, hoestte
die zichzelf vriendelijk glimmend
scheen te willen aanbevelen.
EEN DIE KUNSTJES KENT.
In mijn gezicht: „We hebben geen
eens een haard". Deur met een slag
dicht. Op 23 kreeg ik (gelukkig) geen
gehoor en op 25 was het raak:
,,Kom maar binnen, mijnheer" en
dat met een ondertoon van intense
hartelijkheid, of ik Sinterklaas in
hoogst eigen persoon was. De dame
die de deur had opengedaan, vond
het zelfs geen bezwaar, dat mijn jas
zo nat was en ze stond me genadig
toe de fiets even in de schuur te
brengen.
Met visioenen van dampende kof
fie en een heerlijk brandende haard
n onze gezellige huiskamer op een
interavond begon ik mijn verhaal,
n een halve triomf werd ik meege-
oerd naar een volgepropte zolder en
iet een plechtig gebaar een betere
•aak volkomen waardig werd een
■aard onthuld, d.w.z. ontdaan van
-en op veel plaatsen van kleurige
doekjes voorzien kleed en daar ston
den we dus: de trotse eigenaresse en
de toekomstige koper, oog in oog
met een pronkjuweel van een haard,
haard in kwestie had een onge
lofelijk aantal goede eigenschap
pen: voordelig in het stoken, rookt
nooit, is binnen vijf minuten aange
maakt en gaat de hele winter niet
meer uit, geeft een warmte om er de
Noordpool mee te smelten en dan nog
een paar die ik helaas ben vergeten.
Alleen weet ik zeker, dat ik op het
puntje van mijn tong de vraag had
liggen „Kent die ook kunstjes, me
vrouw, die is zo leuk voor de kin
deren?" Gelukkig slikte ik, vanwege
een hoestbui die vraag bijtijds in en
toen ik weer op adem was gekomen,
zag ik kans om met een doodernstig
gezicht naar het merk en naar de
prijs te vragen.
Het was een „merkloze" en de prijs
nu ja, dat was zo moeilijkWat
mijnheer er zelf van dacht". Daarop
wist mijnheer niet dadelijk wat te
zeggen (Was mijn vrouw nu maar
hier dacht ik wanhopig, die weet
zulke dingen altijd precies) en ik
verweerde me met: „Maar in de krant
stond toch, dat U een „Etna" te
koop had". Verbluffend is de heilige
eenvoud van sommige iets te koop
aanbiedende vrouwen (overigens
dacht ze vast en zekere „Was mijn
man er maar bij"), zo ook bij deze:
„Dat maakt toch voor een haard van
een jaar of zestien weinig meer uit.
mijnheer".
Dus de zo goed als nieuwe Etna
koopje, was een merkloze haard van
zestien winters. Ik durfde niet goed
meer over het „koopje" te heginen
maar de gastvrouw sneed de knoop
door en vertrouwde me beminnelijk
toe: „Honderd vijf cn twintig gulden
is toch niet te duur, wel? Als je ten
minste ziet, wat ze in de winkel voor
een nieuwe haard tegenwoordig dur
ven vragen....."
Lezer of lezeres u houde het me
ten goede dat ik plotseling en hevig
naar de regen buiten begon te ver
langen. ik kreeg het zö intens warm,
dat ik tenminste twee flinke hoest
buien tegelijk voelde aankomen, naar
mijn Wybert en naar mijn zakdoeken
greep, haastig een vaarwel mompelde
en nog iets achterna zei van „Met
mijn vrouw eens overleggen" en ver
volgens, struikelend over de tweede
hands oliestel-vierpits de weg naar
de trap zocht en vond om tenslotte
mijn „Dag mevrouw, u hoort dan nog
wel van me" tot een volmaakt lege
gang te stamelen.... mijn gastvrouw
had namelijk geen kans gezien mijn
snelle aftocht bij te houden Ik trok de
deur dicht, fietste naar huis en ben
voor alle étalages, waar haarden of
kachels te zien waren, afgestapt. De
stemming waarin ik thuis kwam, kan
ik beter buiten deze kolommen
houden.
DE INGEWANDEN VAN DE
KACHEL.
(Advertenties.)
TEGEN
aambeien ei?
andere anale
aandoeningen
l.tiii.iiHm
per pet 75 et
6 zetpillen 75 et
AAMBEIENZALf ZETPILLEN
ZW1TSAI Fibriikm Apeldoorn
Met een Limerick
kwam ik vaak
op de proppen,
Maar een betere
zag steeds kans
me te kloppen.
Ik deed voor 'n TIP
toch mijn best
Maar kreeg steeds nul
op 't request:
t Is jammer, maar
ik zal er nu
maar mee stoppen.
'n TIP VAN BOOTZ
Inz.Hr.Th.d.G,, Den Bosch, ontv. - fl. Tip
JJaags daarna ging ik eens bij de
smid buurten om te horen, wat
er nu eigenlijk aan mijn haard man
keerde. Het was een droevig relaas:
de pot was maar „zo-zo", het rooster
was puur versleten en de circulatie-
buizen waren zo doorzeefd als prima
beiegen kaas. „Dat stopt u met hon
derd gulden niet, mijnheer, zelfs niet
als u mij de opdracht geeft de
concurrenten niet te na gesproken
natuurlijk".
Ohi kort te gaan, de goede man
dacht, dat ik maar beter een splinter
nieuwe kon aanschaffen, weshalve ik
het veiliger vond een praatje te be
ginnen over haarden in het algemeen.
Onze smid betoogde, dat het schan
dalig moest worden genoemd, dat zo
veel mensen het doen verzorgen van
de haard altijd maar weer uitstellen.
Aldus krijgen de smeden in de maan
den October en begin November veel
te veel werk tegelijk op hun dak of
tewel in hun werkplaats (om nauw
keurig te zijn) krijgen. Overigens zijn
de mensen zelf de dupe, meende de
smid in alle aandoenlijkheid, want we
krijgen ze voor de kou zeker niet al
lemaal de dertr uit. Geen behoorlijke
knecht te vinden vandaag aan de dag.
allemaal van die jonge klungels, die
denken, dat je in een tijd van een
paar jaar volleerd kachelsmid bent.
Vraag het maar eens aan Arie, mijn
heer, die staat hier al meer dan
veertig jaar in de werkplaats en ik
verzeker u, dat hij de ingewanden
van iedere haard of kachel op zijn
duimpje kent. Hij weet nog wat liefde
voor het vak is en hij ziet tegen geen
enkele moeite op, als het er op aan
komt de kachel in het hart te tref
fen.
OUDE STEMPEL
TAeze beeldspraak vond zelfs ik te
boud: wie treft nu in vredesnaam
een kachel in het hart, nadat je eerst
al zijn ingewanden om je duim hebt
gewonden, dacht ik. Maar toen ik een
zijdelingse blik waagde aan Arie,
vond ik dat allemaal ineens toch
niet zo gek maar. Hij stond daar diep
gebogen over een haardkachel, die oud
genoeg was om de titel „tweedehands"
een erenaam te vinden en hij werkte
zonder op of om te zien. De kerel, die
daar met de baas stond te smoezen
was voor Arie oneindig veel minder
belangrijk, dan het werk aan deze
versleten haardkachel. Aan de han
den en het gezicht, aan de gebogen
rug en aan het gespannen lichaam van
Arie te zien, zou je zeggen:
Hfj is van plan om van dat brok
ijzer, dat zoveel jaren voor voldoende
warmte zorgde in een waarschijnlijk
door niet-rijke mensen bewoond huisje
met inzet van al zijn vakmanschap
weer een bruikbare verwarmer te
maken Ja, Arie was een vakman van
de oude stempel en dat was goed.
„De mensen moesten hun kachels
in de zomer na laten kijken, dan
zou dat voor beide partijen veel pret
tiger zijn", hoorde ik ineens de smid
zeggen. Ik gaf de man in het diepst
van mijn hart grondig gelijk, daarbij
denkend, dat mijn zorgzame weder
helft dus ook altijd gelijk had gehad
en nam afscheid met een „Dan zal ik
maar eens aan een nieuwe haard gaan
denken", wat de koopman in hem
wekte, want hij zei vlot: „Graag
mijnheer", wat mij nu wel weer een
beetje al te vlot ging. Ik nam me
voor, om eens een kijkje te gaan
nemen op de Etna-fabrieken in
Breda, opdat de lezers van dit dag
blad eens zouden kunnen horen, wat
er in zo'n fabriek allemaal omgaat
en opdat mijn en hun eerbied voor de
zwarte monsters van de winter daar
mee mogelijkerwijs zou kunnen toe
nemen. Dies richtte ik mij met een
verzoek tot de directeur, de heer
Klep, die meer van zijn kostbare vrije
tijd aan een gezamenlijke rondwande
ling besteedde dan met mijn leken-
verstand op dit terrein verantwoord
was te achten, maar die daarentegen
geheel met de hem als aangeboren
gemoedelijke vriendelijkheid en (ook
bij hem) met zijn grenzeloze liefde
tot het „kachel-vak" in overeen
stemming was.
KACHELVERHUURDERIJ
J>p de Haagdijk te Breda is wat men
kan noemen de bakermat van de
Etna te vinden. Daar hield bet-over
grootvader Klep een zaak aan, die het
best valt te omschrijven met „Kachel-
verhuurdrij". Zo rond 1820 kon men
in zijn opslagplaats in de zomer een
grote hoeveelheid kachels van allerlei
soort en grootte aantreffen, die van
hun winter-arbeid rust kregen. De
heer Klep hield zich onledig met her
stelwerk of met het vervaardigen van
nieuwe exemplaren (handwerk) uit
onderdelen, welke hij van 'een of an
dere gieterij betrekken moest. Merk
waardig is, dat hij niet alleen in de
winter maar ook in de zomer „van
de rook wilde leven":
Hij hield er n.l. een rooksalon op
na in dezelfde opslagruimte, uiter
aard alleen toegankelijk in de winter
maanden. Het was in die dagen ver
boden op straat een pijp toeback te
smoren en men ging, zoals we van
daag ergens een borreltje gaan vatten
in een of andere rooksalon een pijp
verschalken. Aldus heeft bet-over
grootvader Klep zomer en winter van
de rook geleefd en het zal voor een
zo ondernemend man en diens kinde
ren niet verwonderlijk klinken te ver
nemen, dat rond 1850 het plan ge
boren werd een echte kachelfabriek te
beginnen. De plannen werden uitge
werkt erg grondig zelfs, en we be
hoeven alleen maar te vermelden, dat
de Etna in 1956 het eeuwfeest hoopt
te vieren en de lezer begrijpt al, wan
neer de fabriek er tenslotte stond.
Te vertellen, dat er ook een gieterij
bij kwam, is eenvoudig genoeg, veel
eenvoudiger in elk geval dan in die
dagen de opgave was om fabriek en
gieterij te laten werken. Achter de
Haagdijk, waar de Etna toen lag, liep
een vliet, die dankbaar voor de aan
voer van cokes en zand werd ge
bruikt. Maar de aanvoer van de
grondstoffen was niet zo slim als het
vuur:: twintig man stonden telkens
in groepjes van vier te zweten aan
een zware blaasbalg en (over)groot
moeder Klep kon het met koele fles
jes bier voor de mannen nauwelijks
aangesleept krijgen. Dat de fabriek
toch binnen afzienbare tijd wegens
plaatsruimte naar de Westersingel
(thans Tramsingel) moest verhuizen,
pleit voor het doorzettingsvermogen
van de fabrikant, zijn echtgenote en
hun personeel.
Nu moet er nog bij verteld worden,
dat tot nu toe de kachels alleen maar
in onderdelen de fabriek hadden ver
laten. Op de Westersingel ging men
complete exemplaren vervaardigen,
er werd ook een begin gemaakt met
het vernikkelen van onderdelen en
met emailleerwerk (dat in de eerste
tijd hardnekkig bleef bladderen na
tuurlijk) Dat is pas voorgoed perfect
geworden sinds 1910 met de onbrand
bare lak, waar we nog steeds de
profijten van ondervinden.
IN DE FABRIEK
TX/'e maakten dus een (rumoerige)
rondwandeling door de fabriek.
De eerste indruk, die ik meekreeg
was: wat een lawaai en wat een
ruimte. Er scheen geen einde te ko
men aan de doolhof van hallen en
werkplaatsen, de lopende banden en
de immer bezige mannenknuisten
waren in schier onafzienbare rijen te
aanschouwen en overal zagen we bij
stukjes en beetjes kachels en haarden
ontstaan Niet dat we de gasstellen en
fornuizen niet opmerkten, maar onze
waardering voor haarden en kachels
werd hier waarlijk tot een zekere
vorm van „bezetenheid" (in de goede
zin van het woord), zodat we de
groeiende geestdrift van de directeur
uitstekend konden aanvoelen en waar
deren.
Hij wees ons op een tamelijk klein
model haard, die door niet meer dan
een enkele knop kan worden bediend:
„Een nieuwe vinding", zei hij vol ge
rechte trots, „daar is een patent op"
en hij toonde ons een vernuftig gevon
den samenstel van handlies en schroe
ven, alles bijeen een verbluffend een
voudig mechaniek, waarmee men een
haard in een greep om zo te zeggen
kan laten lezen en schrijven". En
passant zette de heer Klep ons uiteen,
wat het voordeel is van een behoor
lijke circulatie zoals door hem toege
past en hij vertelde over een paar op
zienbarende nadelen van centrale
verwarming per huizenblok Het kwam
neer op „Schandelijke warmteverspil-
ling, je kunt evqn goed de wolken
gaan verwarmen".
Maar u maakt toch eigenlijk niet
eens in verhouding tenminste zo
heel veel haarden en veel meer ka
chels, konden we niet nalaten te vra
gen. Dat was een kolfje naar zijn
hand. Zijn welsprekendheid nam met
de minuut toe, toen hij begon uiteen
te zetten, hoe vooral in deze tijd de
mensen jammer genoeg eerst vragen
naar „chique" en dan pas naar „voor
delig en degelijk" en hoe een gewe
tensvol fabrikant er dan op uit ii
tegen stroom in toch maar dat „voor
delig en degelijk" erin te brengen. In
een kachel is alles te stoken, zo be
toogde hij, bovendien krijg je er een
hoger warmte-rendement van in je
kamer. Nu proberen we wel die goede
eigenschappen over te brengen op de
haarden (en dat lukt steeds beter),
maar dat neemt niet weg zo meende
hij dat 'n haard nog altijd zoveel kost,
dat ze voor sommige beurzen be
zwaarlijk is. Als die mensen nu maar
gaan beseffen, dat een kachel een
heleboel voordelen heeft.
EDELE AMBACHT
Al prafend waren we langs gloeien
de ovens en machines gekomen
(op een van die machines zagen we
in het voorbijgaan de foto van kar
dinaal Mindszenty zorgvuldig vastge
maakt) en overal zagen we dat de
mannen er een opgewekt tempo in
hielden. Er werd niets overhaast ge
daan, er werd nergens „de lijn getrok
ken", er was hier nog veel over van
die goede sfeer, welke het edele am
bacht eigen moet zijn.
We namen afscheid en op de
terugweg zagen we in gedachten
al die werkers voor ons: honderden
in Breda, die nu voor zich en een
gezin een goed stuk brood verdie
nen, omdat in het begin van de
vorige eeuw een zekere Kiep zijn
hart en zinnen heeft gezet op het
maken van kachels. Onze eigen ka-
chel-nooddruft waren we totaal
vergeten, totdat we thuis de deur
hadden open gemaakt:
„Zeg man, er staat weer een
„Kleintje" met een haard in het
Dagblad en zo te zien, is het deze
keer vast een erge beste. Het is in
de...." De straatnaam die over de
treden van mijn trap naar beneden
getuimeld kwam, was er een aan de
andere kant van de stad.
rjE HEER Stanley Leslie Lander, een
Londense zakenman, maakte een
plezierreisje naar Parijs. Daar hij er
de weg niet wist, beloofden een man
en twee vrouwen, in wier gezelschap
hij geraakte, een hotel voor hem te
zoeken. „Toen draaide me alles voor
mijn ogen", zei de heer Lander. „En
ik verloor mijn bewustzijn".
Het eerste wat hij zich toen herin
nerde is, dat hij in zijn onderkleren
liep te wandelen door de Rue St. La-
zare. Zijn costuum was verdwenen
evenals 50 Pnd. St. in reischeques en
zijn paspoort. Het was donker en de
heer Lander belde ergens aan. De be
woner van het huis belde de poütie
op. Men gaf hem kleren en bracht
hem naar de Britse ambassade.
„Ik dacht", zei de heer Lander, „dat
een hotel gauw gevonden kon worden
en die Parijse heer het leek me een
heel respectabel man dacht er ook
zo over".
Een ambtenaar bij de ambassade
zei: „de heer Lander werd blijkbaar
bedwelmd. Maar de politie was gewel
dig sympathiek, moederlijk zou men
bijna zeggen". De ambassade, aldus
de Daily Express van wie dit verhaal
afkomstig is, betaalde het retour
luchtreisje naar Londen.
DIJ HET PLAATSJE Cirencester
(Eng.) wilde een autobus door een
viaduct. De bus was te hoog en de
onderzijde van de viaductoverkapping
stroopte er het dak af. Een vrouw
werd dodelijk gewond en dertien an
dere passagiers kregen lichte kwee
suren.
"ivren kan een gezellige
-*■ boom opzetten over
sterke staaltjes van bru
taliteit, men kan over Ger-
rit de Stotteraar praten..
Maar wat is dat alles,
vergeleken bij wat een
jongeman in Munich (Dl.)
uithaalde
Die jongeman had zit
ten genieten van een
technisch bijna volmaak
te bokswedstrijd. Hij had
de tegenstanders aange
vuurd en hij had wild-
geestdriftig geapplaudi-
seerd, toen Victor Li-
nokski als nieuwe lands
kampioen van Duitsland,
in de Bantam-klasse,
zijn lauwerkrans om de
schouders kreeg.
Plotseling echter begon
er een klein boos geest-
je zijn werk te doen in
het gemoed van de sup
porter. Het dwong hem
ertoe, de lauwerkrans al
maar mooier te vinden,
zó mooi tenslotte, dat hij
tot de conclusie kwam,
dat hij het gebouw niet
zonder de krans mocht
verlaten. Voorzichtig
stond de jongeman van
zijn stoel op en lang
zaam begon hij zich in
de richting van de la
chende overwinnaar te
bewegen. Toen hij tot op
een meter van de bokser
genaderd was, sprong hij
toe en maaide de lauwer
krans van diens schou
ders
Maar Victor Lonowski
had nog een grote voor
raad reserve-energie. Hij
deed drie, vier stappen
naar voren en had toen
de gauwdief bij zijn kraag.
Opnieuw kon het publiek
genieten van een boks-
demonstratie, zij het dan
dat de uitslag deze keer
in het geheel geen spe
culaties toeliet.
Vergissing
e heer Pete MacDonald
Ludley-street 39, New
port, kreeg een brief
thuis, waarin hij werd be
dankt voor zijn aanmel
ding als lid van de com
munistische partij en
waarin hem werd meege
deeld, dat men hem graag
op de eerstvolgende ver
gadering wilde zien ver
schijnen. De brief was
verzonden uit het hoofd
kwartier van de commu
nistische partij in Enge
land.
Maar de heer MacDonald
zei, dat het epistel bij de
verkeerde Macdonald be
zorgd moet zijn. Want
al 21 jaar lang is hij één
der voornaamste parle
mentsleden van de Con
servatieven en hij zou dat
voorlopig graag willen
blijven ook.
Overtijd
Spoorwegbonzen uit ver
schillende Europese
landen kwamen een paar
dagen geleden in Bgih-
ton bijeen, om te confe
reren over de wijze,
waarop men de Europese
internationale treinen op
tijd binnen kon laten lo
pen. De besprekingen
verliepen nogal naar wens
ondanks het feit. dat de
conferentie 20 minuten te
laat was begonnen, om
dat de trein later in
Brighton aankwam dan
men had gedacht.
Laughton
■pi n als U geld tekort
komt, doet U dan ge
woon hetzelfde wat de
filmster Charles Laugh
ton doet. Die gaat in zijn
■vrije tijd uit Shakespeare
declameren en krijgt daar
een kleine 1000 Dollar
per avond voor.
»OOO<>CK><><X>O<X>OO<X>O<X><>C>C>O<X>O<X><>OO<>OO<>O<>ock>O<X>OOO<><X>
r\E AMERIKAANSE ambassade te
Praag heeft bestraffing geëist
van de Tsjechische politie-ambtena-
ren In verband met mishandeling van
èen 27-jarige Amerikaanse student.
Men had deze student gedwongen te
rijden in een auto. bestuurd door een
dronken chauffeur. De auto veronge
lukte en de student werd ih een abnor
maal kleine cel gedurende vijf dagen
eenzaam opgesloten.
JN ENGELAND wordt enige beroering"
gewekt door het feit, dat het Britse
ministerie van buitenlandse zaken de
reis wil betalen van de Duitse dominé
Fritz Gissel. Deze verklaarde, de eerw.
heer Goddard van een Evangelische
kerk in Noord-Londen te willen bezoe
ken. „Het bezoek is een van de vele,
bedoeld om de Vrije Kerken van Duits,
land gelegenheid te geven, oude ban
den te hernieuwen en nieuwe banden
te leggen met de Vrije Kerken over
zee," werd van officiële zijde ver
klaard. De eerw. heer Goddard zei:
„Ik heb de heer Gissel nog nooit ont
moet. Hij is de vierde Duitse dominé
die hier komt en de eerste die op re-
geringskosten reist."
I >'Op welke wijze?"
kunnen \TggenUAnis v°J/et PIeïieS
ik van tijd tot tijd de pÓnuHónUp
kunnen even, en wat het geval hier Óp
de Kaap betreft moet ik, daar ik hier
een vreemde ben. me eerst een goede
I voorstelling kunnen maken van de man
die gedood werd om er achter te kun
nen komen wie hem gedood kan heb
ben. Het is mijn voordeel dat ik de
zaak heel objectief kan bezien en geen
plaatselijke vooroordelen kan koeste-
t ren"
..Maar waarom interesseert U zich
feitelijk voor dat geval?"
..Persoonlijk heb ik er geen belang
stelling voor, maar ik ben een kranten,
fpati. Mijn redacteur heeft mij opge-
jaragen over de moord te schrijven: ik
an hem geen dwaze veronderstellin-
F'1 berichten of verkeerde gegevens
estiiren. Ik kwam hier om van mijn
der?T -te genieten. Kunt U. zonder
(inh v.mi' die traag als onbeleefd of
he'den aanrekent, mij vertellen,
bóoïtenio ?bl?y Snow niet in z'i" se-
Hr> s, j fuocht komen?"
hii 5 een getleie minuut voordat
mj rmj antwoordde.
ik weef3! Uv,.er alles van vertellen wat
K weet. Labby en Elk waren allebei in
hun jeugd verliefd op 't zelfde meisje
Berta Richy. Labby was 'n vurig min
naar. Elk was zo op'toog minder vurig,
maar minstens even aanhoudend. Lab
by had geen geld en verbraste het als
hij het had, doch Eik had succes tn
zaken en zat er toen reeds goed bij.
Hij was het dan ook die het meisje
tenslotte voor zich wist te winnen maar
er ontstond toen een verbittering tus-
®en de beide broeders en Labby maak
te het Elk hoe langer hoe lastiger.
Het eind van 't liedje was dat Elk zijn
broer een som geld gaf zodat hij zijn
neu elders kon gaan zoeken. Dat geld
mv lelval beel spoedig door en
haóJ .e^em "'Pffieuw 'n som ter
te stelIen- Wel wilde hij zijn
broeder een wekelijkse toelage verstrek-
hi? °wrtn Ó16' dat h15 zich niet meer
FoLrvih.? ,en €lders bleef wonen.
h£fi Jby ais Elk hebben zich aan
die conditie gehouden, hoewel?"
De procuratiehouder stak een sigaar
op en tuurde peinzend voor zich uit.
„Wat bedoelt u met dat, hoewel?"
vroeg ik.
„Ik ben er niet zeker van," antwoord
de hij, .maar ik meen hem twee da
gen geleden hier in de stad gezien te
hebben. Hij draagt thans een baard,
maar ik. meende hem aan zijn ogen
te herkennen en aan zijn manier van
lopen. Ik durf er niet voor in te staan,
begrijpt U me goed, maar toch ben
ik er zo goed als zeker van, dat Labby
Snow al minstens drie dagen in Her
ring Cove vertoeft."
BLOEMEN VAN OUD-EILANDERS. Een Urker meisje biedt onze
Vorstin bloemen aan tijdens de rijtoer door Zwolle die H.M. Koningin
Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard maakten bij gelegenheid van hun
officiëel bezoek aan de provincie Overijsel.
SOLDAAT Theo van Beek, Mo
lenpad 17 te Leidsedam,
heeft enige tijd in het hospi
taal vertóefd. Hij lag daar tus
sen zijn vrienden Jan Keizers
uit Chaam, Toon van de Houdt
uit V/aalwijk en Antoon Da-
vidse, Zeisweg 20, Middelburg.
Het was vanzelfsprekend een
schoon gezelschap, dat daar
ganse dagen lag te kletsebessen
over alle zaken, die in het 423e
omgaan en die de lachspieren
in beweging kunnen brengen.
Ook de zusterkes moeten er
van genoten hebben.
Toon van de Houdt heeft be
weerd dat er voor hem een
pakketje onderweg was met
sneeuwballen Zijn schoonvader
(was 't maar waar) is stoker
op een sneeuwballenfabriek....
Een pretje is het hospitaal na
tuurlijk niet. Dat begrijpen we
allemaal. Maar dat de jongens
er zich vervelen, ik belief het
niet te geloven.
Want van Beek heeft me en
thousiaste verhalen verteld over
de zusterkes. Over Corrie Triep
uit Den Haag en over een
knappertje uit Rotterdam.
Een vertelsel dat me haast ja
loers zou maken....
Maar, beste allemaal, we mo-
gen niet jaloers zijn en we gun
tien onze vrienden deze vrien-,
delijke verpleging van harte.
Het zijn mannen die onze eer
ste en belangrijkste sympathie
hebben. Een sympathie die wij
zo weinig uit kunnen drukken.
Het zijn onze vrienden die wat
meegemaakt hebben, die zich
moedig hebben gedragen. Die
wij daarom véél dankbaarheid
verschuldigd zijn.
Ik zei reeds, wij kunnen dat
niet uitdrukken.
Onmiddellijk daarna gaat onze
sympathie uit naar de zuster
kes, die onvermoeid, in werke
lijkheid dag en nacht, voor
onze vrienden zorgen.
En hoe
Dat moet ge Theo van Beek
vragen en alle jongens, die ooit j
in het hospitaal gelegen heb-
ben. De jongens die nu thuis
zijn en die ondanks „de moei- j
lijkheden van 't hospitaal" er
toch iets kunnen vinden wat
zij „moederkes" noemen.
Moederkes zijn deze zusterkes.
Ik wil besluiten voor vandaag I
met veel groeten voor Waal- j
wijk, Chaam en Middelburg.
Ook voor Leidsedam. Ik mag
niet nalaten hieraan toe te
voegen dat de jongens het goed
hebben. Dat zij tevreden zijn
over de voortreffelijke verple
ging, die de zusterkes hen be- I
zorgen.
jullie, PIET.
(Advertentie.)
NATUURAZIJN OP ZN BEST
„Hij draagt een baard," zegt 17. Is hij
groot of klein?" vroeg ik.
„Ziet U die man daarginds?" merkte
hij op, uit zijn raam wijzend.
„Ja."
„Nou, ik zou er geen eed op willen
doen, maar die man komt mij voor
Labby Snow te zijn, de broer van de
man die gisternacht vermoord werd."
Eerst dacht ik eraan uit de bank
te rennen en de man die de procura
tiehouder voor de broer van Elk Snow
hield op de man af te vragen of hij
het was of niet. Maar gelukkig weer
hield ik mezelf van zo'n onverstandige
daad en nam de man goed op terwijl
hij langs het raam kwam. Mijn eerste
indruk van die man was, dat hij een
enigszins somber individu moest zijn,
maar toen ik op zijn ogen en voorhoofd
lette viel het me op, dat hij toch iets
van een dichter of een artist in zijn
gezicht had. Het schamele van zijn kle
ding, zijn ongekamde onverzorgde
baard en zijn vodderige versleten cos-
tuum zeiden mij, dat zo hij een artist
mocht zijn, hij zeker geen succesrijk
artist was. Hij was van het type, dat
men in iedere stad aantreft. In alle
hoeken en gaten zag je ze. op de plei
nen m de plantsoenen, mannen die aan
ager wal geraak ren omdat ze mo
gelijk nimmer de nis in het leven
gevonden hadden welke toch ook ze
ker voor hen uitgehouwen was. Voor
mannen van zijn type was er overal
en nergens plaats. Niemand kon hen
gebruiken en overal zag je ze.
Gelukkig maar dat ik geen gevolg ge
geven had aan mijn eerste opwelling
die man onmiddellijk bij zijn kraag te
pakken. Indien Labby Snow terugge
keerd was naar zijn geboorteplaats en
zijn broer vermoord had, dan zou hij
mij dat in ieder geval maar niet een
twee drie bevestigen. En zo hij was wat
hij scheen, een miserabele zwerver die
onschuldig was aan de moord, dan was
het best mogelijk, dat hij nog niets
van de moord op zijn broer afwist. En
waarom zou ik de veronderstelling'van
de procuratiehouder als een vast
staand feit aanvaarden, waarom kon
die man zich niet vergissen en een ver
keerde voor hebben? Ik wendde mij
tot mijn vriend de procuratiehouder.
„Het is zeker niet mogelijk er achter
te komen waar die man woont?"
„De enigste manier is hem achterna
te gaan. Mogelijk ontvangt hij zijn
post op het postkantoor."
„Zou er ook iemand in deze stad zijn
die met zekerheid kan vaststellen of
hij inderdaad de broer van het slacht
offer is?"
„Dat betwijfel ik. Elk leefde zozeer
zijn eigen leven, dat de meeste mensen
vergaten, dat hij ook nog een broer
had."
„Het is dus niet mogelijk dat na te
gaan," zei ik, „Tenzij die man het ons
bevestigt. Als hij zegt dat hij Rain
heet inplaats van Snow, dan zullen
we hem moeten geloven."
„Het is natuurlijk mogelijk dat ie
mand hem zou herkennen als zijn
baard afgeschoren was. Misschien her
kenden de mensen hem dan wel direct,
maar misschien ook in 't geheel niet."
„En er is geen enkele wet die gebiedt
dat een man zijn baard af moet sche
ren indien hij dat zeif niet wil. Be
staan er ook nog vroegere foto's van
hem?"
„Ik geloof dat er op de oude school
nog een groepsfoto moet zijn waar hij
opstaat. Er moet in ieder geval nog
een foto van het voetbalelftal te vin
den zijn waarin de gebroeders mee
speelden. Ik zou hem U kunnen aan
wijzen als ik hem zag op een foto."
„Ja, maar die foto moet dan al min
stens vijf en twintig jaar oud zijn," zei
ik. „Ik zou niet denken, dat we iets
aan zo'n foto hebben. In ieder geval
zal ik er aan denken indien het ge
wenst mocht zijn hem met een jeugd
portret te vergelijken."
Ik vouwde mijn briefjes met aan
tekeningen op en stak deze in mijn zak.
„Ik zou U nog graag een vraag wil
len stellen, Mr. Boyce. U hebt mij
verteld, dat Elkana Snow door som
migen voor een gierig mens werd ge
houden. Ik neem aan, dat hij geen
gemakkelijk schuldeiser was. Waren er
mensen die eh hem niet konden
betalen?"
„Daarover kan ik U geen inlichtingen
verstrekken."
Ik keek hem doordringend aan alsof
ik zijn gedachten wilde lezen.
(wordt vervolgd)
DONDERDAG 13 OCTOBER
HILVERSUM I 18 Nws 18.15 Sportpraatje
18,30 Voor de Nederlandse strijdkrach
ten, 19 Voor de kinderen, 19.05 Gram.,
19,10 Pianovoordracht, 19,45 Regerings
voorlichtingsdienst antwoordt. 20 Nieuws
20,05 Actualiteiten, 20,15 Philharmonisch
orkest, kinder- en dameskoor, 21,40
Klankbeeld over Chopin. 22. Philharm.
orkest, 22,45 „Flitsen uit Papoealand",
causerie, 23 Nieuws, 23,15-24 Gram.
HILVERSUM II: 18,55 „Een goed
woord voor een goede zaak", 19 Nws.,
19,15 Muzikale causerie. 19.40 Radiokrant
20 Nieuws, 20,05 Klein koor, orkest en
solisten, 21 Familiecompetitie, 21,35 Klein
koor, orkest en solisten, 22,05 Reportage
22,15 Buitenlands overzicht, 22,35 Gram.
22,45 Avondoverdenking, 23 Nieuws 23.15-
24 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL VI.: 18,25 Gramofoon, 18,30
Voor de soldaten, 19 Nieuws, 19,30 Zang
19,50 Radiofeuilleton 20 Verzoekprogram
ma, 21 Voor de vrouw, 21,30 Omroep
orkest, 21.45 Actualiteiten, 22 Nieuws,
22,15 Strijkkwartet, 22,45 Gram., 22,50
Nieuws, 22,55-23 Gram.
VRIJDAG 14 OCTOBER.
HILVERSUM I: 7 Nieuws, 7,15 Ochtend
gymnastiek, 7,30 Gram., 8 Nieuws, en
weerberichten, 8,15 Gram., 8.50 Voor de
vrouw, 9 Gram., 10 „Thuis", causerie,
10,05 Morgenwijding, 10,20 Gram., 10.30
Voor de vrouw. 10,45 A Capella koor,
11.05 Voordracht, 11,25 Orgelspel, 12
Amusementsmuziek, 12,30 Mededelingen.
12,33 Sportp. .atje, 12,45 Gram., 13 Nws,
13,15 Dansmuziek, 13,45 Gram., 14 Voor
de vrouw, 14,20 Gram., 15 Voordracht,
15,20 Dameskoor, 16 Filmprogramma, 17
Gram., 17,20 Muzikale causerie, 18 Nws,
18,15 Pianoduo, 18,30 Voor de Neder
landse strijdkrachten, 19 „Denk om de
bocht", 19,15 Pianoduo, 19,30 „Mensen
komen tot geloof", causerie, 19,50 Ker
kelijk nieuws, 20 Nieuws, 20,05 Kamer
muziek, 20,30 „De mens in het heelal",
causerie, 20.55 Boekbespreking, 21 Ver
zoekprogramma, 21,40 De Ducdalf", 22
Buitenlands overzicht, 22,15 Gram., 22.40
„Vandaag", causerie, 22,45 Avondwijding,
23 Nieuws, 23,15-24 Gram.
HILVERSUM II: 7 Nieuws, 7,15 Ge
mengd koor, 7,45 Morgengebed en Li
turgische kalender, 8 Nieuws en weerbe
richten, 8,15 Gram., 9,30 Waterstanden,
9,35 Schoolradio, 10 Gram., 11 Voor de
zieken, 11,35 „Als de ziele luistert'', 11,45
Gram. 12. Angelus 12,03 Pianoduo 12,30
Mededelingen, 12,33 Lunchconcert, 12,55
Zonnewijzer, 13 Nieuws en katholiek
nieuws, 13.20 Kamerorkest en soliste,
14,15 Gevarieerd programma, 15 School
radio, 15,30 Omroeporkest, 16 Voor de
zieken, 16.45 Declamatie-wedstrijd, 17,15
Kinderkoor, 17,45 Amusementsorkest.
18,45 Voor de jeugd, 19 Nieuws, 19,15
Regeringsuitzending, 19,30 Brabants half
uur, 20 Nieuws, 20,05 De gewone man
zegt er het zijne van, 20,12 „Hiawadha's
lied", oratorium. 22,10 Voordracht, 22,20
Blaaskwintet, 22.45 „De zin van het hu
welijk", causerie, 23 Nieuws, 23,15-24 Gr.
BRUSSEL VI.: 12 Gram., 12,30 Weer
berichten, 12,32 Omroeporkest, 13 Nieuws
13,15 en 14-14.45 Gram., 17 idem, 17,05
Nieuws, 17,15 Engelse les, 17,30 Gram.,
18,10 Voordracht, 18,20 Gram., 18,30 Voor
de soldaten, 19 Nieuws, 19,30 en 19,50
Gram, 20,15 Filmrevue, 20,30 Symphonie-
orkest, 21,30 Kunstkaleidoscoop, 21,45 Gr.
22 Nieuws, 22,15 Gram., 22,50 Nieuws,
22,55-23 Gram.