Gesprek meteen schrijfmachine Patrouille op Celebes rukt uit Rassenpolitiek in Zuid-Afrika Het was moorddadig interessant, maar dé overheid moet meébetalen in het maken van betere wegen I,,™. m af esn Wonderlijke ffereld (JRADIO VIJFDE JAARGANG No. 1244 2e BLAD DONDERDAG 2 DECEMBER 1948 REIS DOOR ZEEUW SC H-V LAAN DEREN Miep wilde In het oerwoud doen bloedzuigers zich beter gelden dan een mens megen en Tilburg Vrije plaatsen DE PASTOOR van een Tilburgse parochie Zo links en rechts Apostolisch Vicaris veroordeelt onchristelijk en onmenselijk streven Boekenplank VOO* D (Speciale reportage) III AT arme type-machientje van ons had het zwaar te verduren: het uotste en botste als was het een studie in swing aan het malten; we hoorden dt toetsen van binnen tegen elkaar aan klapperen. Het kreunde er van. In 's hemelsnaam, zo hoorden we het zuchten, in 's hemelsnaam neem ons nooit meer mee over de weg Waterlandkerkje-Oostburg, want dan kun je me wel afschrijven. Dat is voor een fatsoenlijke typemachine, die over lucht ruimen heeft gevlogen en door talloze staten heeft gezworven, niet om te harden. Al mijn ingewanden schokken uiteen. Zie je wel, daar gaat het lint er al vandoor. O, o, wat moet dat worden? GEDEELDE SMART lyfaar beste Olivier, zo troostten wy onze trouwe gezel, maar beste OUvier; klaag toch niet zo. Jij bent niet de enige, die botst. Wij schieten ieder ogenblik ook bijna met ons hoofd door het plafond. En dacht je dat dat goed was voor onze ingewan den. Nee hoor, we zyn er allebei even erg aan toe. En denk eens aan die EAU DE COLOGNE ftCN ALTIJD WELKOM (3ESCHENK Adv.-958-00 i Uteke&st) G.io9 iTOFFEES CARAMELS dat is pas een tractatie! Bereid met suiker en volle melk Adv.-942-00 onlangs zuurkool eten. Haar echtvriend zei „Weet Je niets anders?" Welnu, Mevr. Lotgering-Hillebrand brengt zuurkool eens anders. ZUURKOOL MET BRUINE BONEN (Onbekend maakt onbemind) l/J kg zuurkool, 1/4 kg bruine bonen (ge weekt en gekookt in water met zout), 1 ul, 2 appelen, 35 a 45 gr boter, zout. Laat de gare bonen droog uitlekken. Was de zuurkool, kniip ze uit en snijd ze fijn. Fruit de gesnipperde ui in boter, voeg de zuurkool toe en later de bonen. Laat alles door en door heet worden, rasp er de rauwe appelen door en maak het gerecht op smaak af. Geef het als groente met een restje aardappelpurée, met gebak ken aardappsien of met macaroni. Rauwe zuurkool met blokjes zure appel en wat slasaus ls een mooie vervanging voor de zomersla. Flln, zegt Miep, dat weet lk weer, En als dessert een halve peer. Publ. Centr. Bur. v.d. Tuinbouwveilingen (Adv. 945-00) arme Waterlandkerkenaren of is 't Waterlandkerkjézen die moeten hier iedere dag over, als ze naar Oost burg moeten. Nee. Iaat ons maar niet klagen: we hoeven hier maar een keer langs. Oliviertje pruttelde nog wat na. Maar zijn eerste eis, toen we hem in Oostburg weer op orde brachten en een papier in hem draaiden, was: als je wat gaat typen, dan mag je het al leen maar over die verd slechte weg doen en nergens anders over. Want andersanders ga ik gewoon kapot, en dan moet je zien, hoe je een ander Oliviertje krijgt. Maar Oliviertje, zo erg is het nu toch ook niet. We zijn er toch lang zaamaan wel aan gewoon geraakt. We hebben eerst dat alleraardigste stukje weg gehad bij Hulst, en toen kregen we een allerbeminnelijkst stukje weg daaronder bij de Braakman Ja, en toen Waterlandkerkje- Oostburg, en toen Sluis-Heille, en toenen wie weet, wat we allemaal nog gaan krijgen, antwoordde Oli viertje snibbig. EéN STERK GEWEST V/Ue moesten het ons trouwe vriendje volmondig toegeven. Ja, en ik zal het nog sterker zeggen, zo ging Oli viertje onvervaard door. Je kunt daar hele zure verhalen schrijven over be tere verbindingen, die dit gebied moet krijgen, en over intensievere verkeers mogelijkheden want met zulke zware woorden goochel je graag maar zo waar als ik hier op tafel sta, we krijgen hier nooit iets behoorlijks, als de wegen, waarover je moet rij den, zo bar en bar slecht zijn. Ik schei er gewoon mee uit, als je daar niet eerst over schrijft Demp anders de Braakman maar met me. Nou moet je ook weer niet over drijven, mijn trouwe makker. Je weet net zo goed als ik dat de weg van Sluis naar Breskens een hele goede is, en die van Sas van Gent naar Ter- neuzen idem en die van Hulst naar Perkpolder als ie eenmaal klaar is, dito. Goed en wel, maar neem nu eens de verbinding van Oost naar West: dat lijkt toch nergens naar. Zeeuwsch-Vlaanderen zou één sterk gewest moeten vormen, maar daar is toch eerst voor nodig, dat het hecht aaneengesnoerd wordt, dat de verschillende delen dicht by elkaar komen te liggen. Ga maar eens van Hulst naar Oostburg; het ligt haast net zo ver van elkaar als Noord- en Zuidpool. En dan praat ik nog maar niet van secundaire en tertiaire we gen. want daar is het helemaal knudden. Ja, dat is wel zo, Oliviertje, maar het ligt hier allemaal wel erg moei lijk. Ik wil je dat wel even uitleggen, als je tenminste heel geduldig luis tert. HET VRIJE KAN NIET ALLES ALLEEN Qlivier zette zich in rusthouding, vlei de zijn letterbenen over elkaar en liet zijn hoofd gezapig achterover rus ten. Kijk, iedereen hier is 't er wel over eens, dat de wegen dringend verbete ring behoeven, behalve natuurlijk, die verticale verbindingen die jij zo straks met zoveel élan hebt opgesomd; maar dat zijn dan ook de wegen waar va dertje staat met onvolprezen ijver voor zorgt. Maar er zijn nog een heleboel andere wegen c die vallen onder het beheer van lang niet zulke rijke lie den als ons aller Vadertje. Neem nou dat Vrije. Vrije? Vrije? Ik dacht, dat je daar niet aan deed. En dan nog, wat heeft dat met die wegen te maken? O, wat ben jij nog slecht met Zee- laro op de hoogte. Het Vrije, dat is het Vrye van Sluis, dat is een heel mach tig waterschap met heel grote pol ders. En door die polders lopen nogal PEN reis over slechte wegen is geen pretje, maar daarover te praten met reizigers die er al geen erg meer in hebben; heeft geen zin. Vandaar dat onze redacteur tot een dialoog met zijn schrijf machientje. merk Olivier* geraak te en dit, op zijn beurt ifi des bui tenissige vervallende zijn baas met „Adriaan" aansprak. Samen kwa men zij tot de conclusie, dat er in Zeeuwsch-Vlaanderen heel goede wegen zijn, maar ook heel slechte De moeilijkheid is maar: hoe deze laatsten verbeterd te krijgen. Daar is het rijk voor nodig, luidt de con clusie, of, algemener gesteld: de overheid. Adv.-944-00 wat wegen, ik geloof een kilometer of vierhonderd. Als er nu maar zo af en toe eens een boerekar over die wegen moest, dan was dat nog niet zo erg. Maar het verkeer heeft zich zeer sterk ontwikkeld, en het moderne verkeer ♦elf hoge eisen aan d. wegen. Om dat hele wegennet te moderni seren daarvoor zijn kapitalen nodig. En je kunt daar toch moeilijk de boeren van die polders alleen voor doen opdraaien. Het is een kwestie van algemeen belang, dat daar goe de wegen komen en dus moet en dat lijkt me ook geen stomme rede nering ook de overheid, van pro vincie, en rijk, daar het hare toe bij dragen. DE OVERHEID MOET BIJSPRINGEN VT ;iar die polders zyn toch niet zo heel erg arm? Ja, dat weet ik niet. Maar jij weet net zo goed als ik we zijn daar al heel wat keren op gestoten en we zullen daar ook nog wel wat over schrijven dat heel wat grond zich in buitenlandse handen be vindt. En daar sehnilt ook nog wel een addertje onder het gras. Want die buitenlandse eigenaars voelen er weinig voor om voor goede wegen aanleg grote sommen bij te dragen, zeker niet, waar het hier om een be lang gaat, dat hen niet rechtstreeks raakt, en dat ze natuurlijk alsN een buitenlands belang aanvoelen. Én ze zullen er wel voor zorgen, dat hun stem in het polderkapittel beluis terd wordt. Waaruit eens te meer blijkt, dat er veel voor te zeggen valt, dat Nederland zelf de grond In eigen bezit heeft. En dan heb ik nu wel over het Vrije gesproken, omdat dat één groot lichaam is, maar dan moet je eens in het Oosten komen, daar heb je een hele serie van waterschappen en daar is het draagvlak van die polders na tuurlijk nog veel kleiner. Maar ik ben het volkomen met je eens. Olivier, er moet wat aan ge beuren. Zeeuwsch-Vlaanderen heeft toekomstperspectieven, maar het moet dan de nodige voorwaarden in vervulling zien gaan, die aan een ontplooiing persé vooraf moeten gaan. En daar is een ontsluiting van dit gebied naar binnen en naar bui ten een allereerste van. Naar binnen door middel van ver betering van het wegennet en de ver bindingsmogelijkheden. Naar buiten door verbetering van de verkeers- mogelijkheden met België en het ove rige Nederland. Maar daar zit allersaai zoveel aan vast, dat je vast in slaap zou vallen, als ik dat nu allemaal ging vertellen. Dat verhaaltje bewaren we dus tot een volgende maal. Je slaapt toch nog niet, hè Olivier. Nee, Adriaan, bijna. Het was moorddadig interessant. Maar toch: er moeten betere wegen komen! Juist Olivier, maar de overheid moet daarin bijspringen Anders ko men ze er nooit. En nu maar slapen. Want morgen gaan we naar Philippine. En daar wacht ons een Braakman vol met werk. ,L»ANTJIES" zegt de korporaal, die de barang inspecteert verwijtend. De soldaat, die zijn etensblikjes vergeten heeft duikt uit het gelid de barak in om ze op te halen. De andere acht staan In linie met volle bepakking en wisselen zachtjes een paar opmerkingen. De korporaal heeft het warm, hij is niet op tyd. Hij voelt de blik van de kapitein, die achter hem staat en toekijkt, zwijgend, ai tien minuten lang. In de barak huilen babies, die ge voed willen worden. Een paar slaperige vrouwen in lange kamerjassen staan in de ingang. Een enkele waagt schichtig de overtocht naar de mandikamers. Meestal is de kapitein zo vroeg niet in het kampement. De soldaat komt met zijn rammelende etensblikjes terug en stelt zich met een vergoeielijkende grijns naast de anderen op. Met een paar bevelen zet de korporaal hen gericht in de houding en dan meldt hij zich af bij de kapitein. Een stramme groet en de patrouille marcheert af, het hek door, de bleke morgen in. Aan de overkant van de kali wacht een driekwarttonner. Tegen de helling r\e wagen, die in een lage versnelling over het kronkelende paardepaö langs de bergwand tegen de helling optornt, scheurt gierend door de stilte en het kreupelhout. Twee kleine Na- poeërs die zich op weg naar de kust ver buiten hun land hebben gewaagd hollen als verschrikte kippen voor het onbekende monster uit. De verweerde balken, die een' overdwarse kloof af sluiten. bezwijken onder de achterwie len ende chauffeur brengt de machte loos grommende'motor tot zwijgen In het bos =chatert ergens een onzicht bare vogel Tussen de wolken en de groene diepten aan de overkant is een mateloze wand van stille bomen. De soldaten krommen zich tegen de auto. de chauffeur geeft gas. „Satoe. doea tiga". Even draaien de achterwielen in de ruimte, dan rukt de wagen voor uit. Voldaan hijgend klimmen de man nen op de wagen en de lange toent gaat verder. „Awas, doeri". Lianen met scheroe doornen hangen laag over de weg. Het is een jaar geleden, dat voor het laatst een auto waagde, hier door te dringen. Nog tweemaal moet alles uitstappen voor een wankele hou ten brug. dan is het bivak voor die dag bereikt. De soldaten verdwijnen in het. zij terrein en komen even later te rug met eetbare planten, groene wilde tomaatjes en ritjak voor de riist. Uit een leeg conserveblik wordt hete kof fie geschonken. Dan maken ze zich klaar voor de nacht. Als een schim F)e wachtpost staat als een schim in de kille nevel. In hun dekens gerold slapen de soldaten op de brug boven het schuimende water van de bergstroom. De maan is uitgesmolten in een zilverige mist. Twee koelies, die niet slapen kunnen, poffen mais boven een houtvuurtje. De korporaal mom pelt in zijn droom. Vocht parelt op de struiken en doortrekt langzaam de de kens en de dunne uniformen. De wachtpost loopt geruisloos naar de slapers en schudt voorzichtig de man wakker, die hem moet aflossen. Zwij gend staat de gewekte op. De ander vlijt zich behagelijk op de harde plan ken. Hij kan nog twee uur slapen voor het vertrek. Daar ligt het doel rv voorste man draagt een schom melende olielamp. Langzaam be weegt de patrouille zich voort over de bodem van het oerwoud. De boomwor tels zijn verraderlijk glad. Het bos ruikt naar rottende bladeren en bouil- lion. Er rammelt iets in de bagage, die de koelies torsen op buigende bamboes. Verder is er absolute stilte om de tien mannen. De commandant is een Ba- takse korporaal, de manschappen zijn Menadonnezen en Soendanezen. Zij kennen dit land, maar zij zijn geboren en opgegroeid tussen de mensen in de kampong of tangsi en hebben te lang in grote plaatsen gewoond. De dagen lange tocht door altijd eender land beklemt hen. Het gemoed vindt hier geen weerklank. Muskieten, bloedzui gers en ongeziene dieren weten zich beter te doen gelden dan een mens. De plotselinge schoonheid van een ver dwaalde bloem ondergaat hij als een verkwisting van wat hij in zijn ver trouwde omgeving hoog waardeerde. Tot hij bij een langer verblijf zijn menselijkheid verliest of omkomt. Te gen deze nvloeden beschermd door ?e- dachtenloze somberheid ploeteren de mannen hardnekkig voort tot de we reld zich plotseling verwijdt tot een kaal heuvelland onder een hoge he mel met vage glimplekken daar. waar de sterren langzaam doven. Dan ver ademen zij en komen de gesprekken los. Ze hebben hun schoenen uitge trokken en zitten onder een afdakje van bamboe of atap. Een paar bomen knikkebollen In de bergwind, staan vlak voor hen tegen de horizon geëtst. Laag in de verte ligt omgeven door donker bergland de vlakte van Napoe Hier en daar, waar mensen wonen, kruipt de rook van een houtvuur over het land. Daar ligt het eigenlijke doel van de patrouille. Bergbivak. Na de lange dagmars is hei een weldaad, de zware bepak, king te kunnen afleggen en de schoenen te kunnen uittrekken. Het scha mele atapdak biedt weinig beschutting tegen de kilte van de nacht, maar als straks het houtvuur oplaait en de thee ln de aluminlumblikjes dampt voelt ieder zich behagelijk. Soldaten op mars weten zich te behelpen. O QELIJK MEN WEET. heeft „Edele Bra bant" de kwestie van de spreiding Jer Katholieke Universiteit aan de orde gesteld. Meer concreet klonk de vraag: Verdient het geen aanbe veling de rechtskundige faculteit naar Tilburg over te brengen en daar tevens de nieuw te stichten me dische faculteit onder te brengen? Er is ook door enkele landelijke bladen aandaeht gewijd aan dit probleem. Zo gaf „De Tijd" een overzicht van de persstemmen rondom dit denkbeeld, waarbij tevens de verrassende mededeling werd gedaan, dat het Nijmeegse katholieke dagblad „De Gelderlander" zou hebben gesuggereerd om de kwestie der spreiding door een onpartijdige commissie te laten bestude ren. De Gelderlander heeft nu op een wijze, die niet misverstaan kan worden, „De Tijd" uit de droom geholpen Het blad had de kwestie nog in het ge heel niet aangeroerd, doch laat zich nu op zeer be sliste wijze uit over de artikelen van Edele Bra bant. Het kwalificeert ze met het woord „zaniken" en valt op scherpe wijze het betoog aan, dat Nijme gen met omgeving niet genoeg „mensenmateriaal" zou bieden voor een medische faculteit. We gelo ven niet, dat een voortgezette gedachtenwisseling in deze trant enig nut kan stichten. Doch we z'en even min in, waarom het denkbeeld van een spreiding niet eens op zeer korte termijn door een commissie van deskundigen bekeken kan worden. Zit er niets in, la bonheur. Is het wel iets waard, dan kan het nader uitgewerkt worden. heeft de verpachting van de plaatsen in de kerk afgeschaft. In alle Missen, ook op Zondag, zijn alle plaatsen vrij. Elke plaats kost een dub beltje. Verder is er een kinderhoek en alle kinderen, die daar in de Zondagsmissen gaan zitten hebben hun plaatsen vrij en behoeven niets te betalen. „Oost Brabant" uit zich enthousiast over deze maatregel. Het kerkbestuur heeft er ook geen strop aan. Maar het Eindhovense blad voegt eraan toe, dat de Til burgse parochie alles mee heeft en wel op de eerste plaats: het is een nieuw-gevormde parochie waar men met alles helemaal vooraan beginnen moet en dus prachtige kansen heeft. De kerk is gebouwd als één grote ruimte, waar praktisch alle plaatsen van gelijke „kwaliteit" zijn, terwijl de kinderbeuk een geheel aparte ruimte is rechts van het altaar. Zo is dit Tilburgse geval dus niet toon aangevend over de hele linie. Doch het kan wel tot nadenken en nieuw-overwegen stemmen. /~\nze correspondent aan de overkant van de Oceaan had weer een vruchtbare bui. Het zijn weliswaar kleire verhalen die hij te vertellen had, maar verhalen zijn het: De studenten van de YaJe-universiteit moesten voetballen tegen een elf tal uit de stad. Maar doelpunten werden er niet gemaakt, althans niet door de studenten. Dat kwam, omdat hun te- tegenstanders voor eigen doel een hele hoop klei ne stukjes dynamiet on der de grasmat hadden gelegd. Elke keer, als een student met de bal in 't doelgebied van de tegen partij verzeild raakte, hoorde men een doffe klap en spoot er een straal modder omhoog, die de adspirant goal-getter voor een minuut of vijf volkomen dizzy maakte, tn het begin had men niet in de gaten wat er precies gebeurde, maar tenslotte protesteerden de studenten en werd de wedstrijd gestaakt. En dan mevrouw Croo- ny uit Akron In de staat Ohio. Zij liet zich In het ziekenhuis opnemen, om een wrat op haar kin verwijderd te krijgen. Men reed haar naar de operatiekamer en toen de dame weer bijkwam, hoorde zij dat haar amandelen geknipt wa ren. Zij voelde aan haar kinDe wrat was er rog. Verder begon de auto mobilist Albert Martin uit Sterling (Illinois), een proces tegen twee politie agenten, omdat ze hem niet op tijd bekeurd had den toen hij dronken in zijn wagen zat. Als ze me aangehouden hadden, zei hij, zou ik mijn auto niet gekraakt hebben Metamorphose Tfolgens de „Vuga-gidf ontving het bestuur van een gemeente het voi- gende merkwaardige re quest: „Voor B. en W,: Ondergetekende geeft te kennen dat hij inplaats van een brievaatton ver anders is in een droog- closet en verzoekt door B. en W. om in aanmer king te moogen komen voor een vergoeding". Dit verzoek lijkt ons on redelijk, want in elk ge val is de man er met zijn metamorphose op voor uit gegaan. ooooooooooc*cxxx>o<xxxxxx>oo<xxxxxxxxxx>o<xxxxxxxxx>oo TNE politiek der „apartheid", inge- luid door de Zuid Afrikaanse re gering Malan. geculmineert in een rassemvetgevin.e. Deze berust deels op de idéé, dat het blanke ras hoger staal dan de andere rassen, en is deels ingegeven door politieke re denen van opportunistische aard. Hierover kon de Kerk in Zuid-Afrika niet zwijgen. Mgr F. Hennemann, apos tolisch vicaris van Kaapstad, veroor deelt in een herderlijk schrijven dit onchristelijk en onmenselijk streven. Hij protesteert tegen de beperkingen, welke in het dagelijks leven aan de niet-blanken worden opgelegd. Zo veroordeelt hy dan ook de bedoeling om de kleurlingen uit de volksverte genwoordiging te stoten, opdat zy niet meer rechtstreeks hun belangen zou den kunnen behartigen bij de lands regering Hierbij zij aangetekend, dat er in Zuid-Afrika. 582.000 blanken en 3 millioen kleurlingen zijn. met 27.000 katholieken uit beide groepen. „Dat dit alles wordt gedaan in naam van de christelijke beschaving, ver ergert de zaak nog. Men vraagt ons, te geloven dat christelijke beschaving hetzelfde is als „blanke" beschaving. De waarheid is, dat er niet zo iets als „blanke" beschaving bestaat, dat zo iets nooit bestaan heeft. Zou het uit sluitend een „blanke" beschaving zijn, dan ware zij niet christelijk. Indien zü christelijk is, is zij niet uitsluitend blank", aldus mgr Hennemann. Thans verklaart hij uitdrukkelijk, dat „zo de valse leer over de „blanke beschaving" tot in haar uiterste con sequenties wordt doorgedreven, de deu ren var Zuid-Afrika wijd geopend zullen worden voor de ergste huidige wereldvijand: het communisme." Hij herinnert aan zijn brief van Maart 1939 aan de geestelijkheid in zijn vi cariaat. Hierin duidde hij reeds op de ge.-stelijke en zedelijke gevolgen van de toen geëiste territoriale en cultu rele scheiding tusen de rassen in Z. Afrika. „Daarom moet iedere wetge ving, welke een stempel van minder waardigheid op een bevolkingsgroep drukt of inhoudt, dat een bevolkings groep een andere minacht, in strijd zijn met de wet van Christus." Toen de oorlog in 1939 dreigde en tenslotte kwam, werd deze rassen kwestie in Zuid-Afrika op de achter grond geschoven. De toenmalige lei ders en zij, die toen aanspraak maak ten op het leiderschap in Zuid-Afrika, waren tijdelijk een andere mening toe gedaan dan hun huidige opvolgers, nu de oorlog eenmaal gewonnen is, zo verklaart mgr Hennemann. Tenslotte roep hij zijn gelovigen op, om ge trouw het H. Uur te houden, opdat „Zuid-Afrika, door God geleid, een vreedzame en rechtvaardige oplossing moge vinden voor zijn rassenproble men." OOK PROTESTANTSE PROTESTEN D ie jaarlijkse vergadering van de Unie der Protestantse Kerken van Zuid-Afrika laakt in een resolutie de rassenpolitiek der regering. Zij zal 'n TER ERE VAN HOLLAND. Na haar boek „Theeland" heeft Ems I. H. van Soest een nieuwe In dische roman geschreven onder de titel „Ter ere van Holland". Het eer ste gedeelte speelt op een suiker plantage en is bijzonder interessant voor hen. die wat meer willen weten van het leven in de Oost. Het tweede deel is minder geslaagd: het doet wat rommelig aan en de belevenissen Holland zijn ook minder belangwek kend. Het ontbreken van een ze vende hoofdstuk is een slordigheidje dat voorkomen had kunnen worden. Overigens alle lof voor de uiterlijke verzorging door de Hollr ndia-Druk- kerij N.V. te Baarn. delegatie naar Malan zenden, om deze haar standpunt, en dat van haar medestanders, uiteen te zetten. Tezelfdertijd doet zich in de krin gen der Nederlands Hervormden een dergelijke oppositie gevoelen, zij spo ren de christenen aan te bidden „opdat de regering zou worden gebracht tot de christelijke behandeling van alle kleurlingen." ^AEUTTEN| Medicijn bij Kou en Pijn Adv.-947-00 We kunnen nu niet naar de vuur toren gaan zei hij. we zouden biina zeker tegen de rots te pletter slaan. We zullen morgen terug moeten ko men. Een narde Knal stuitte zijn woorden stroom. Op ae vuurtoren had men n signaal afgeschoten. De „Daisy" scheen \n haar voegen te trillen. Pol lard wilde juist omkeren, toen Con- K e 'net een enkele beweging van het stuur de boot in de richting van de •°'s bracht. Een ogenblik aarzelde hij ovendien was ^ij door de slag ge- scn-okken. - Meneer Brand zal ons gezien heb- 201 hij het. is een waarschuwing voor ons niet. verder te gaan. auwelijks waren de woorden over lippen gekomen, toen de stilte voor de tweede maal door een knal verbroken werd. ,l-arl Riet voor ons bedoeld zijn 2Lr5ïï:ij: we waren pas hau weg, toen het begon te sneeuwen. Ik heb helemaal geen schip in de buurt van de toren gezien, jij Ben' vroeg Conme angstig. Voor Pollard de tijd had te antwoor den klonk vooi de derde maal t nood signaal van de vuurtoren. Ben. we kunnen nu niet terug ze zijn op de toren in nood. ze hebDen hulp nodig, riep Oonnie opgewonden uit. We moeten nog een kwartiertj- dezelfde kant op zeilen en dan roeien De mistklok zal ons de weg wel wii zen. Ja. Ben. er is iets op de rots lk weet zeker dat er geen enkel schip zo dicht 'n de buurt was. dat ze -en ongeluk op zee kunnen melden, voeg de Enld erbij Ja; er zal wei niets anders opzit ten! Het zal er om spannen, inaai als het er op aan komt. heb ik net zo lief U beiden aan boord als een pear manskerels. Op de toren waren drie wachter; Het signaal betekende waarschijnlijk dat een van nen plotseling zièk was geworden. Wie zou het zijn? |"\e beide meisjes verkeerden ln doods angst dat het Brand was. Ste- phan Brand was voor beiden een toe gewijd vader. Hij had er steeds voor gezorgd, dat Enid nooit voelde, dat zij van zijn goedheid afhing. Pas nog, toen zij erover gesproken had, dat zij schilderles wou gaan nemen om in de toekomst ln haar eigen onder houd te kunnen voorzien, had hij. ofschoon hij lachte om haar motief, onmiddellijk zijn toestemming voor deze studie gegeven Met jou aardige snuitje en lieve maniertjes zal ik toch al moeite ge noeg hebben je in het nest te houden Ik zal mij dus maar geen zorgen ma ken hoe jij het verlaat. Maai begin vooral niet met kleuren; eerst teke nen' En waar Connie en ik zullen le ven. kun jij ook zijn. als je ons niet helemaal in de steek wilt laten. Het was dan ook niet te verwonderen dat de beide meisjes er van overtuigd waren, dat er op deze wereld geen iweede man gelijk hun „vader' was. ft huis, dat zij bewoonden was een middelpunt van intiem geluk en er was maar één schaduw: dat Brand twrr van de drie maanden niet thuis was. voor zijn uitvinding, waaraan hij zich geheel gewijd had De gehoorzame „Daisy" baande zich rustig een weg door de woelige gol ven. Elke minuut bracht hen dichter bij de toren en deed hen de mistklok duidelijker horen. Pollard lag op de voorplecht van de boot. Met zijn blik ken trachtte hij de sneeuwstorm te doorboren en zijn oren hoorden slechts het gelui van de klok. Met en kele handbewegingen duidde hij Con nie aan, hoe zij moest manoeuvreren. Enid, die zich gereed hield om, zodra dit nodig mocht zijn. het zeil te strij ken wierp angstige blikken op haar horloge. Eindelijk riep zij: Twintig minu ten Ben! In orde, juffrouw, maar we kun nen nog wel even doorgaan, we zijn dadelijk bij de toren. Het zal direct wel opklaren. De visser had gelijk. De sneeuw was niet meer zo dicht en spoedig was 't mogelijk een honderd meter vooruit te kijken. Aan stuurboord hoorden zij een dof gegrom. De vloed speelde over de voet van de rots. IJit de duisternis rees een spookach- tige reus op. De bcot schoot langs de boei. waaraan de stoomboot eens in de maand aanlegde en even later klonk het uit Pollards mond: „Strij ken". Het zelfde ogenblik zakte het zeil. Connie deed de „Daisy" een grote boog beschrijven en Ben greep de rie men om te zorgen dat zijn boot niet op de rots te pletter geslagen werd. Enid hield haar ogen strak om de omloop van de toren gericht. Toren, ahoi, riep zij en aan haar stem kon men horen hoe de opwin ding haar gegrepen had. Op de toren bewoog zich niets. De deur, die naar de omloop leidde, bleef gesloten. Ook Connie riep nu en hun stemmen waren meer dan een kilometer ver hoorbaar in de onheilspellende stilte. Een raam halverhoogte in de toren werd geopend en een hoofd en een paar schouders kwamen naar buiten. Het was Stephan Brand. Gcdöank, zuchtte Connie. Enid moest zich op de lippen bijten om haar tranen te bedwingen: zozeer hadden de emoties van de laatste ogenblikken haar aangegrepen. Ik kom beneden riep hij Jullie komen alsof de hemel jullie gestuurd heeft. Even later werd de deur boven aan de primitieve trap geopend en Ste- 1 phan Brand verscheer in de op "r na J (Wordt vervolgd) j Adv.-961-00 VRIJDAG 3 DECEMBER HILVERSUM II 415 M. 7 Nws. 7,15 Te Deum Laudamus, 7,45 Woo. voor de dag, 8 Nws. 8,15 En nu aan het werk, 9 Sonatine voor fluit en piano, 9,15 Zieken, 9,30 W. st. 9,35 Muz. bij bet werk, 10,15 Hobo kwar tet, 10.30 Morg;end. 11 Str. ork. 11,30 Carneval héroique, 12 Cosmopolitans 12.30 Weerpr. 12.33 Metropole ork. 13 Nws, 13,15 Vrij en blij, 13,45 Forellen- quintet, 4.20 Oude en nieuwe schr 14 40 Adrian Boult. 15.35 Omr. a ca- pellakoor, 16 Adventsvoordr. 16.20 Gr 16.40 Koperkwartet. 17 Sinterklaas goedheilig man. 17,15 Nws in de dis cotheek, 17,30 Orgel. 18 Zes solosui tes voor violoncello. 18.3Q Van ap pelmoes bouwt men geen toren, 18.45 Gecstel. liederen, 19 Nws. en weer- overz. 19.15 Reg uitz 19.30 Actueel geluid. 19.45 CWV kwartier. 20 Nws. 20.15 NCRV kwartet. 20.30 Kostbaar kledingstuk, hoorspel 21.20 Omr ork 12 Nieuwe kerkorde 22.30 Diverti- i menti. 22 45 Avondoverd 23 Nws i 23,15 Gr. 23.45 Scala ork. Milaan. HILVERSUM I 301 M7 Nws. 7,15 Ochtend gym. 7.30 Sandler, 8 Nws, 8,18 Opera, 8.50 Huisvr. 9 Rob Schumann, 10 Morgenw. 10.20 De- broy Somers Band, 10.30 Vrouw. 10 45 Cabr. Fauré, 11.05 Buspatiënten. 11 25 Fred Hartley, 12 Maria Zarflora en haar Z. Am. ork 12.30 Weerpr 12 45 Pierre Palla. 13 Nws. 13,15 Medede lingen, 13.20 Prom. ork. 14 Kookkurst 14.20 Omr. kamerork, 15 Boeken schouw, 15 20 Omr, kamerork. 16 Orgel, 16.30 Tussen twaalf en zestien. 17 Filmland. 17,20 Wii en de muziek. 18 8Nws. 18,15 Accordeola, 18.30 Ncd str. kr 19 Denk om de bocht. 19.15 Accordeola. 19.30 Ned. en z. gewes ten. 20 Nws. 20.05 Henr Bosm: n speelt Debussy. 2030 Midden in de wereld. 21 Men vr, en wij dr. 21.30 Kermis der ijdelheid, 22 Bir'erl. overz. 22.15 Swing and sweet. 22.'0 VPRO. 22.45 Avondw 23 Nws. 23 ij Symph. conc. BRUSSEL VLAAMS 321 M. - 12.32 Lichte gr. pi. 13 Nws. 13.15 Roman tisch eonc. 19 Nws, 19.30. Filmmuz 30 Gr 20 15 Filmrevue. 20.30 Omr s' 1 -i ork. 22 Nws. 22.10 Kroniek, 22.1," muziek.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1948 | | pagina 5