Hare Majesteit Koningin Juliana is ingehuldigd" Vorstin - maar ook: moeder en vrouw Amsterdam, een oceaan van geestdrift Ontroerende de nieuwe rede van V orstin r D in Gem. Ire (school leerlingen hor ussen RADIO- VIERDE JAARGANG No. 1171 iSINGEN J de leeftijd van 15 leikt, worden vóór lacht bij de direc- Igaarne programma Irerschaft. 985-0 IMA'S lag CASSINO ►PONDENT MELDT ld. Fantastisch, Sen- 551-0 CN IN DE IUWERIJ DINSDAG 7 SEPTEMBER 1948 tt Het sprookje van de gouden koets „Geroepen tot een taak zo zwaar, dat nie mand haar zal begeren, maar ook zo mooi, dat ik alleen maar zeggen kan „wie ben ik, dat ik dit doen mag" Prinses Wilhelmina geridderd toespraken fil Flissingen brengen ter I lessen der Gemeente. Id aanvangen op Din*- 1 het schoolgebouw aan lilsnog opgeven of daar. heer A. Mets. Koude- gelijke schoolontwikke- klasse geplaatst. Jan het middenstands- Inografie. 588-0 leftooi 1LST Iwus TE GOES I /oor schilders, de B.O. Vunnen gedaan worden [O September des avonds ll September des mid- iW der Ambachtsschool. J der cursussen hebben lop te geven. Inlichtin- lURMAN. 589-0 pliaanse film'. Neuhaus, Alberto I Piazza, alsmede 1 lerlevenden van het Dster Monte Cassino boven 18 jaar londvoorstelling 7-00 Idere avond 8 uur. 11—12 u. (18 jaar) by in de lachorkaan uur. Voorverkoop 114 jaar). 552-0 Uitgave N. V. Uitgeversmij. Neerlandia. Redactieraad: A F J. Aernoudts; C. J v. Hooteghem; A. E. Langenhorst; Mr. Dr A J J M Mes; Mr H. B B. de Rechter. Verschijnt elke werkdag Abonnementsprijs bij vooruitbetaling 3.38 per kwar taal, per post 4 25. per week (uitsluitend bij niet postbestelling) 1 0.26. Losse exemplaren 6 cent. Postrekening 278841. Prijzen voor buitenlandse abonnementen worden op aanvraag verstrekt. Voor God, Koningin en Vaderland Bureau voor Zeeuwsch-Vlaanderen Hulst, Dubbele Poort 7, tele foon 102 (Bijbureau: Oostburg, Nieuwstraat 22, telefoon 35). Bu reau voor de Zeeuwse Eilanden: Goes, Westsingel 75. telefoon 2236. Hoofdredacteur: J. J. H. A. Bruna. Advertentieprijs (uit sluitend voor de Zeeuwse oplage): f 0.10 per m/m; voor Re clames (Ingezonden Mededelingen) f 0.25 per m/m. (Voor de gehele oplage resp. f 0.25 en f 0.60). Incasso wordt berekend. (Van onze redacteur) E NIEUWE KERK, een gothische Kruisbasiliek van 1408, scheen in een - luistervol moment de klokkengalm van alle torens, de gewijde koraalmuziek vanaf de transen, het luchtige carillon van de Dam en de diep bewogen vreugde van de honderd duizenden, die straten en pleinen van onze hoofdstad herbergden, saam te willen vatten, toen Koningin Juliana haar plechtige eed op de Grondwet onder doodse stilte van de drie duizend aanwezigen aflegde. De ontroering van Haar, die zich in Haar toespraak tot Haar Moeder, Prinses Wilhelmina, en tot de Staten-Generaal allereerst moeder en vrouw en in deze twee verenigd Koningin toonde, hing als een tastbaar weefsel tussen de roerloze zee van kleuren der gala-tenues en uniformen, hechtte zich aan de zacht-rose bloemversiering van bogen en pilaren, was ineengestrengeld met de sonore klanken van het orgel en vormde tenslotte één geheel met de eerbied, welke weerspiegeld lag op het gelaat van allen, die het voorrecht hadden de Inhul diging van onze nieuwe Vorstin bij te mogen wonen. TT. M. KONINGIN JULIANA ge- n kleed in een statig gewaad, van Bleu-royal, versierd met het brede lint van de Militaire Willemsorde en daarover heen het rijke rood van de fluwelen Koningsmantel, schreed ver gezeld van Z. K. H. Bernhard, Prins der Nederlanden, de Nieuwe Kerk binnen, nadat alle vorstelijke gasten en Haar Moeder met de Prinsesjes Beatrix en Irene aanwezig waren. Ko ningin Juliana leunde zwaar op de arm van haar Gemaal, als voorvoelde zij in het komende ceremonieel reeds de zwaarte van het komend Konings schap. Zij neigde licht naar de Regerings zetels, dieper en. vertrouwelijker was Haar groet voor Haar Moeder en kinderen. Voor al de Haar omringen de pracht van staatsie-uniformen, te beginnen hij de herauten van Wape nen tot en met de met scharlaken en goud omhulde vertegenwoordigers van Mogendheden of leger of de sprookjesachtige kleding van de de legaties uit alle delen van het Rijk, scheen Zij geen of nauwelijks aan dacht te hebben. Haar gelaat was strak en vriende lijk tegelijkertijd, het was alsof een inwendig vuur aan Haar schroeide, dat Haar de macht verleende de waar digheid van Landsmoeder op dit histo rische ogenblik eens en voorgoed in de volle zwaarte te aanvaarden. Zij was. gelijk ze het zelf uitdrukte, ver vuld van weemoed, troost en dank baarheid, En toen de leden van de Staten-Generaal, eerst bij monde van prof. van Kranenburg en nadien ieder persoonlijk lid voor zichzelf de eed van aanhankelijkheid en trouw afleg de (we bezitten 26 leden van de Sta ten-Generaal, waaronder de 4 aanwe zige communisten, die inplaats van 'n eed een belofte menen te moeten af leggen!) was de gespannen stilte als een glazen stolp over de menigte ge daald: in het midden troonde, waar dig en verheven aan de zijde van de Prins der Nederlanden, de Vorstin, Juliana van Oranje-Nassau, De Hofhouding, geschaard rondom de Koningin op het met gloeiend rood overdekte Troon-platform, begaf zich langzaam naar de uitgang, nadat de oudste Koning van Wapenen met lui de etem had verkondigd: „H. M. Ko ningin Juliana is ingehuldigd" en de drieduizend in de Nieuwe Kerk uitten hun vreugde in een driewerf „Leve do Koningin". Daarna hoorde men hoven klanken van orgel en muziek uit buiten het uitbundig gejubel van de gelukkigen, die op de Dam waren toegelaten: klinkende echo van de vreugdekreten van gans een volk. De eed JJET GROOTSE historische ogen blik van deze dag was voorbij, het krachtig uitgesproken „Zo waar lijk helps mij God Almachtig" had zich als een heilsboodschap voortge plant langs de gewelven der Nieuwe Kerk: Nederland had de adem inge houden van tot het uiterste gespannen eerbied, in ieders gemoed bleef slechts Plaats voor diepe ontroering. Zo werd een tijdperk, glorievol als weinig an dere in onze vaderlandse geschiede- ais, afgesloten en toen het koor onder leiding van Eduard van Beinum in zette: „De Heer is mijn Herder" was 't voor alle aanwezigen tastbare wer kelijkheid, dat een nieuw tijdperk met een fiere Vorstin over een christelijk volk was aangevangen. De stoet van vorstelijke gasten: Ko ningin Elisabeth van België, de kroon prinselijke paren van Zweden en Noorwegen, het prinselijk paar van Denemarken, de ook in ons land zo geliefde Engelse prinses Margareth Rose, prins George van Griekenland, de Erfgroothertog van Luxemburg en prins Aschwin volgden Koningin Ju liana, die nog zwaarder dan bij de in trede leunde op de arm van Prins Bernhard. Daarna volgde weer de rij der afgevaardigden: het goud en de edelstenen van de rijk geschakeerde uitmonstering, de talloze onderschei dingstekenen, de gracieuze toiletten der dames en dat alles onder het witte licht van 34 sterke schijnwerpers, maakte een onvergetelijke indruk als was de rijkste periode van onze Gul den Eeuw voor deze dag tot ons te ruggekeerd. Op het balcon I^OEN Koningin Juliana zich enkele minuten, nadat zij het Paleis was binnengegaan, door de herauten liet aankondigen, ging er een heftige be weging door de wachtende menigte op de Dam. De oplaaiende geestdrift uitte zich in gejuich, toen even daar na de prinsesjes Beatrix en Irene, bei den in licht-blauw, zich bedeesd op het balcon lieten zien. Nog enkele ogenblikken later kwam prinses Mar griet erbij en het gejuich zwol aan tot een Oceaan van gejuich, toen de Koningin en Prins Bernhard zich bij de kinderen voegden. Ook Marijke, hoog door de Koningin op de arm ge heven, moest een aparte ovatie in ont vangst nemen. En telkens wanneer men, toen de koninklijke familie zich weer had te ruggetrokken, een glimp meende op te vangen van een der vorstelijke per sonen, die men door de zij-vensters af en toe bewegen zag, barstte op nieuw het vreugde-geroep als een plots hoog uitspattend vuurwerk bo ven de Dam los. Vooral als men van de gasten in het Paleis Koningin Eli sabeth van België of prinses Marga reth Rose die in een oesterkleurig toilet met rose weerschijn gehuld was meende te herkennen, kon de menigte zich niet bedwingen en bracht ovatie na ovatie. Nog eenmaal kende het en thousiasme van de wachtenden geen grenzen, toen nl. Prinses Wilhelmina zonder enig vertoon in een auto steeg en zich vanuit Amsterdam voor een week naar de Ruygenhoek begaf om uit te rusten van de grote vermoeie nissen van de Jubileum- en Inhuldi gingsfeesten. Toen bleek, hoezeer zij geliefd is bij de Amsterdammers en bij alle Nederlanders, ook nog nu zij de leiding heeft neergelegd in jonge en sterke handen. TTET moest voor eenieder duidelijk zijn, dat deze Vrouwe de aller- eenzaamste eenzaamheid vijftig jaar lang terwiile van land en volk zon der verpozen had doorstaan en door vochten, dat ook zij eenmaal de strijd om te kunnen komen tot het brengen van het offer, waar koningin Juliana in Haar rede op doelde, had gekend. De rijtoer TTE ongelofelijke en moeilijk met woorden te benaderen pracht en praal van de Inhuldigingsplechtigheid in de Nieuwe Kerk vond in de mid daguren een evenbeeld in de rijtoer van Koningin Juliana met de gouden koets. 'Om drèe uur verliet het Ko ninklijk Gezin het Paleis. De konin gin droeg dezelfde smetteloos schone tooi als in de morgen, zij het dan dat de kroningsmantel ontbrak. En nu moet ons dit zeer persoonlijke woord van het hart: we zagen op een halve meter afstand koningin Juliana en Haar geliefden, Maryke in het mid den van haar zusjes, passeren. Het was een ogenblik van ondefinieerbare ontroering: Vreugde om dit voorrecht, trots om de waardige Vorstin die de moed had in deze roerige tijden „onze historie voort te zetten", dankbaarheid om de moeder van een volk en van een eigen klein gezin, eerbied voor een dochter van een zo bij uitstek voor treffelijke moeder streden om de voorrang. We hadden de eerste drie minuten nauwelijks aandacht voor 't kleuren spel, dat aan de gouden koets onmid dellijk voorafging en dat erop volg de in de weergaloos schone vorm van groepen militairen in gala-unifórm. Zes kilometers gejuich rriWEE herauten in blauwe wam buizen en rijbroeken, een pijp- kraag van kant om de hals, openden de stoet. Daarna kwam het vlammend rode tenue van de Koning van Wa penen en dan volgden, voorafge gaan door de vaandels: een compag nie KNIL, een compagnie Mariniers, een compagnie matrozen en een com pagnie Grenadiers. Hierachter kwam de kapel van de Grenadiers, allen met de enorme berenmuts op met de gouden zon en brokaat en gekleed in een donkerblauwe uniformjas met rode kraag en manchetten, waarop de gardelissen en over de borst de gouden tressen. Het zwarte laken van de uniformen van een zestal officieren van het corps rijdende artillerie ging schuil onder de prachtige gouden uitmon stering: een kolbak voltooide dit fraaie geheel. En zo zouden we kun nen doorgaan met een beschrijving van de officiersuniformen van de blauwe artillerie, een compagnie Ja gers, een compagnie regiment prin ses Irene, een compagnie Luchtstrijd krachten met hun vaandel, waarop fier de in Mei 1940 veroverde Mili taire Willemsorde prijkte. Deze tocht deed denken aan de beschrijvingen van de zegetochten der Romeinse kei zers: geen straatsteen, die benut kon worden om te staan, bleef rijen-dik onbezet, geen balcon of raam of het was overbelast en het gejuich plant te zich langs de zes kilometers lange weg, die de stoet aflegde, voort als een zinvolle guirlande van geluid, de nieuwe Koningin ter ere. Duizenden hadden reeds uren, hon derden reeds meer dan een dag ge staan om toch maar een goed plaats je te kunnen hebben: het was dan ook geen wonder, dat tientallen aan het einde van hun uithoudingsvermogen waren gekomen nog vóór de stoet passeerde en dus moesten worden weggedragen. De geestdrift der ove rigen kon daar echter geenszins door worden geremd geen moment ver slapte het gejubel, geen seconde bleef zonder grenzeloos enthousiaste vreug dekreten. En koningin Juliana nam dit alles in ontvangst, waardig en vriendelijk, ontroerd en blij als een koningin, die haar volk dienend dankt en heer send bemint. Nederland-Oranje ALDUS verliep in onze hoofdstad de dag van de Inhuldiging van Koningin Juliana. We hadden er méér en ongetwijfeld beter over kun nen schrijven: we moesten helaas af gaan op een duizelig makende veel heid van indrukken, die in geest en hart om de voorrang vochten. In de Nieuwe Kerk waren drie duizend ge- Koningin Juliana verlaat met Prins Bernhard de Nieuwe Kerk om langs dezelfde weg onder de pergola naar het Paleis terug te keren. nodigden en elk van die genodigden bracht een eigen sfeer mee: de vor stelijke gasten, de Kardinaal-aartsbis schop, de gezanten van ontelbare lan den, de leden van de Raad van State, het voltallige Kabinet, de beide Ka mers van de Staten-Generaal, En over rond en door dit alles heen de pra lende weelde van de rijkste tenue's en uniformen en boven dat alles uit het overweldigende gebeuren zelf met de Koningin als centraal punt. Dit overheerste: Het definitieve afscheid want zo werd het door allen gevoeld van „Koningin" Wilhelmina en de glorie volle entree van Koningin Juliana, het voortzetten van onze monarchie in dagen, vervuld van beroeringen al- lerwege, de band Nederland-Oranje, het besef van geestelijke waarde van een ganse natie en het wederzijdse vertrouwen tussen vorstin en volk. Het ls waarlijk te groots en te veel omvattend voor een paar kolommen in een dagblad. Duizendmaal beter staat het beschreven in het eigen hart van iedere vaderlander: want de dag van gisteren was in het leven van alle Nederlanders een persoonlijke gebeurtenis. ÏN DE NIEUWE KERK in de verenigde vergadering der Staten-Generaal, welke daar Maandagmorgen werd gehouden ter inhuldiging van H. M. Koningin Juliana, heeft de nieuwe vorstin alvorens de eed af te leggen op de Grondwet in een diep ontroerende rede haar taak aan vaard. Zij sprak als volgt r\AT IK HIER op het ogenblik in uw midden ben om de eed op de Grondwet af te leggen, vervult mij met weemoed. Want het is een ge volg van het feit, dat mijn lieve Moe der een halve eeuw lang haar krach ten in dienst van het vaderland en het rijk heeft gegeven in een mate, dat zij nu eindelijk de zware last niet, langer dragen kan. Maar het vervult mij ook met de troost, dat ik haar mag verlichten ITezo, JE BÉMT ST£\ f GEBOr/PÉH b usees JÉ M/WR, IRWUL WE JÉ \lEUPEri rOtK£W_j KT"8i" V ^"landen houdt een korte toespraak tut de in de Nieuwe Kerk aanwezige personen, alvorens de eed op de Grondwet af te leggen. door die last met mijn onervaren handen, maar sterkere want jongere kracht, over te nemen en dat ik daarmee iets voor mijn Moeder doen kan voor haar, aan wie ik samen met de goede mens, die mijn Vader was, het levenslicht en alles te dan ken heb. Sedert eergisteren ben ik geroepen tot een taak, die zo zwaar is„ dat niemand, die zich daarin ook maar 'n ogenblik heeft ingedacht, haar zou begeren, maar ook zo mooi dat ik al leen maar zeggen kan: Wie ben ik, dat ik dit doen mag. De mogelijkheden, die mij hier door worden gegeven, om in het al gemeen welzijn werkzaam te kun nen wezen, zijn zo groot, dat ik na veel innerlijke strijd bereid ben de ze roeping te volgen, waarop mijn ouders mij met zorg hebben voor bereid. Overeenkomstig de bepalingen van de Grondwet ben ik tot het koning schap geroepen, maar de moed om de ze roep te volgen vind ik in vertrou wen op God en in de grote liefde, waarmede ons volk mij tegemoet treedt. Deze liefde heeft mij mijn hele leven begeleid. Ik leefde in de warmte daarvan in tijden van voor spoed en geluk, maar nooit bleek de kracht daarvan sterker, dan in tijden van tegenspoed en verdriet. Daarnaast ben ik gelukkig, in mijn man een levensgezel naast mij te heb ben, die een grote steun voor mij is en hebben wij het voorrecht zelf al onze zorgen te mogen wijden aan on ze vier kinderen. Ik wil hier met nadruk vaststellen, dat voor een koningin haar taak als moeder even belangrijk is als voor iedere andere Nederlandse vrouw. Lieve Moeder, Geleid door de liefde, de wijsheid en het verstand van grootmoeder, zijt gij uw zware taak begonnen met la ter naast u Vaders gezegende persoon lijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt ge had in een wereld van vonventione le vooroordelen, waardoor speciaal de tijd waarin ge begon, zich kenmerkte weet ik nog maar alleen, en dat zeer ten dele. Met u$ scherpe visie en uw in de grond van uw hart zo sterke verbon denheid met de medemens, hebt gij echter onverstoord voor het heil dei- gemeenschap gewerkt. Ik zelf en allen hadden altijd het gevoel dat gij er waart, als een rots. Toen de stormen kwamen, merkte men dat pas goed, want die rots stond daar onwrikbaar: saevis tranquillus in undis. Rustig te midden der woedende gol ven. Ik weet dat ge in uw overgrote be scheidenheid en nederigheid, na een halve eeuw van offeren en dienen en nooit U zelf zoeken, van onafgebro ken werken, zwoegen en scheppen, zegt: Maar ik heb toch immers niets gedaan. Waarvoor dan al deze dank? Nederland en de rijksdelen overzee hebben u een halve eeuw als ,de ko ningin" gekend en zelfs reeds acht moeilijke jeugdjaren daarvoor. Nu hoopt ge op een welverdiende rust, het geven van eigen, zinvolle vorm aan uw levensavond. Eerste regeringsdaad pi EN UITERLIJK zinnebeeld, hoe ontoereikend ook, moge u nog sterker gevoel van verbondenheid geven met de besten uwer wapen broeders in de grote strijd. In de hoop dat uw bescheidenheid u niet zal beletten, het te aanvaar den, worde u thans als symbool van het hoogtepunt van uw regering, uw leiderschap in de zwarte tijd van oorlog, en onderdrukking, het rid derkruis der Militaire Willemsorde, eerste klas aangeboden. Het tekenen van dit besluit was mijn eerste regeringsdaad als Ko ningin. Leden van de Staten-Generaal, Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toe stand, waarin alles aankomt op onze houding tegen het onheil van het jong ste verleden en tegen de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren, het moet zelf zijn koers bepalen en bo vendien trachten met andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot. Wij moeten er niet op zien of dat offers kost. Als het no dig blijkt, moeten wij bereid zijn bal last uit te werpen. Alle hens aan dek: „Eendracht en nog eens eendracht", heeft Koningin Wilhelmina ons op het hart gebonden. Veel goede voornemens worden ge uit, veel plannen worden gemaakt. Zullen wij ze ook waar maken?" Bij het nastreven van sociale recht vaardigheid, culturele ontwikkeling en economische welvaart is ons klei ne land met zijn grote bevolking, in het regelen op voet van vrijheid, zelf standigheid en gelijkwaardigheid van onze verhouding tot de volkeren van Indonesië, Suriname en de Neder landse Antillen in het vervullen van on"0 tark tussen de volken, in de wijde ruimte der wereldverhoudin gen? Minister-president Drees: TAONINGIN JULIANA aanvaardt het bewind in een tijd van ken tering voor het Koninkrijk, een tijd, die beslissend kan zijn voor de toe komst der onder Haar Kroon vere nigde volkeren. Oude verhoudingen worden doorbroken en van deze ge neratie wordt de wijsheid en de kracht geëist om nieuwe vormen te schep pen. die vrijheid en samenbinding beide waarborgen. Vertrouwen in de Kroon, voor allen een waarborg van hoge waarde, zal grondslag voor het welslagen kunnen zijn". „Koningin Wilhelmina heeft in de loop van Haar bewind, hoe gezegend het ook in vele opzichten is geweest, de gevaren groter zien worden en de tijden ongunstiger. Koningin Juliana begint in een tijd, van moeiten en zor gen zwaar. Moge Haar de zegen ge schonken worden van een leven, waar in de volkeren onder Haar Kroon hun lot lichter zien worden, hun samen werking: nauwer, de vrede beter be veiligd. Moge Zij, gelukkig in Haar gezin, ook gelukkig zijn in en met die kring van volkeren." Ja, wij kunnen en zullen waar maken, wij kunnen en z u 1 1 e n verwezenlijken, wat in onze macht is om te bereiken. God helpt hen, die zich zelf helpen. Doen wij dit niet en zien wij te veel op offers, die het ons kosten zal, dan lopen wij het gevaar in de golven onder te gaan. In de laatste twintig jaren hebben in de wereldgemeenschap misdaden plaatsgegrepen, zo groot, dat men zich die niet te voren had kunnen voorstellen. Als een kwaadaardige be smetting heeft deze misdadigheid om zich heen gegrepen en een verwilde ring der geesten tengevolge gehad, die ook ons volk - ondanks 'n heldhaf tig verweer niet geheel onaange tast heeft gelaten. Geen betere wijze om dit kwaad te bestrijden dan het opvoeden van on ze jeugd tot vrije mensen met een geestelijk fundament, met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens, met eerbied voor alles wat leeft en groeit en voor eens anders diepste overtuiging. Ons volk is zeer bescheiden naar godsdienst en wereldbeschouwing. De Staten-Generaal geven daarvan een weerspiegeling en kennen, om met Willem van Oranje te spreken: „Die gelegenheyt des lands ende de hu meuren van de ingesetenen het best". Het is daarom aan hen te verwezen lijken die eenheid in verscheidenheid het in eendracht behartigen van 's lands belang. Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen in honderd jaar oude bewoordingen. Daarbij zal mij voor ogen staan het zinnebeeld, waarmede ik de regering van mijn Moeder kenmerkte, en dat voor mij het wezen van het Neder landse koningschap weergeeft: „De rots temidden der woelige ba ren". Leden der Staten-Generaal, teza men zullen wij werken voor Neder land en het Rijk. Moge God onze arbeid zegenen. Lt. gouv. gen. van Mook: "piE SMART van het lijden, dat wij in deze eeuw moesten onder gaan, de verbeten wil tot volhouden, wortelt in het besef te strijden voor een eerlijke zaak. En in onze hoop op de dagen van de toekomst, zullen wij Nederlanders met onze jonge vorstin, een jong volk blijven, dat het andere jonge volk in Indontsië de hand reikt, om tezamen in vrijheid verbonden ons weder geheel op te richten. Want dat is hetgeen in deze twee eenheid ons misschien van andere vol ken onderscheidt, die in soortgelijke verhouding tot elkander traden. Er is tussen Indonesiërs en Nederlanders, hoezeer zij van elkander verschillen, geen wezenlijke onverschilligheid of haat." Gouv. ir L. Peter (Curacao) TTET VOLK van de Nederlandse Antillen groet met vreugde zijn jeugde vorstin en verenigt zich met de Rijksgenoten in de andere delen van het Koninkrijk in hun betuigin gen van aanhankelijkheid en trouw'. Wij hier op Curasao, hopen, dat het aan Hare Majesteit Koningin Juliana gegeven moge zijn de welvaart van Nederland te zien opbloeien en de wonden, door de oorlog geslagen, in materiëel en geestelijk opzicht te zien helen". Gouv. dr W. Huender: (Suriname). CURINAME is niet vergeten, hoe het Koningin Juliana was. die In de tijd, dat Nederland zuchtte on der de hiel van de bezetter, verblij vende in Canada voor de eerste maal in de bezettingsperiode in Suriname de voet zette op vrije Nederlandse bodem. De bevolking weet, dat de gevoelens welke Koningin Juliana toen beziel den ook in hun harten leefden en daarin levend gebleven zijn". Hoesein Djajadiningrat: (Leider Indonesische deputatie bij het Regeringsjubileum) 1\TU IS de langdurige regeerperio- de van Koningin Wilhelmina ten einde en de onder de huidge omstan digheden zware taak. die op Haar schouders rustte, is nu overgegaan op de schouwers van Koningin Juliana. Wij koesteeren de hoop en het ver trouwen. dat zij. in haar kinderjaren opgevoerd door Haar Koninklijke moe der en in haar volwassen jaren met het hoge voorbeeld van Koningin Wilhelmina met Haar ervaring en wijsheid voor ogen gehad hebbende, met Gods zegen haar zware taak zal vervullen tot heil van Nederland en Indonesië". Mr H. de Vries: (voorzitter van de Surinaa" '1 Koningin Juliana kent onze be volking uit eigen aanschouwing. riname heeft tijdens haar bezoek uiting gegeven aan zijn gevoelens van liefde aan de koninklijke fami lie, wat tevoren nimmer het geval is geweest. Met dezelfde trouw, die wij Koningin Wilhelmina in zo ruime ma te gedurende een halve eeuw hebben geschonken, treden Juliana tegemoet. Op het balcon van het Paleis op de Dam neemt H. M. Koningin Juliana met Prins Bernhard en de drie oudste prinsesjes de toejuichingen van het duizendkoppige publick op de Dam in ontvangst.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1948 | | pagina 1