Koningin Wilhelmina Gemalinnen Van de Nassau's en vrouwelijke Nassau's in de Nederlanden, 1380-1948 Prof Dr. L. G. J. Verberne DE STEM VAN ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1948 TOELICHTING OP ONZE PAGINA: _L 1 door O VERZIET MEN DE HALVE EEUW, waarin onze Koningin v- met grote ere de Kroon der Nederlanden gedragen heeft, dan moet men, hoeveel er nog verborgen moge 'zijn in het stoffig duister der archieven, de bewogenheid van het tijdvak erkennen. Dit toch staat vast: Haar trouwe, minutieuze arbeid aan wat plicht en roeping eisten, moest meest verricht worden in soms schier ondragelijke spanningen. Uiteraard is het niet mogelijk in kort bestek een ruim overzicht te geven van.wat in de lange halve eeuw sinds 1898 geschiedde. Aan slechts enkele momenten kan hier enige aandacht besteed worden. Men DENKE dan allereerst aan de laatste Julidagen 1914. Een Oos tenrijks-Servisch conflict, opgeroepen door het moorddrama te Serajewo, maakte de reeds lang werkende Euro pese crisis zovolkomen acuut, dat op 1 Augustus 1914 de eerste wereldoorlog uitbrak, welke voor altijd een einde zou maken aan de negentiende-eeuwse welvaart. Bovendien, de Europese toe standen zouden zo grondig verstoord worden, de negentiende-eeuwse zeker heden zo gekneusd en straks verbrij zeld, dat van een reconstructie geen spraBS meer kon zijn. Het eert de Nederlandse JRgering, dat zij in 1914 de e: rst tojg 'de toestand begreep, het eerst onze Koningin, dat Zij terstond, op 27 jwtl 1914, Haar zomerverblijf op Het Loo afbrak en naar Den Haag snelde, dat op haar initiatief het Ko ninklijk Nationaal Steuncomité ge sticht kon worden, hetwelk waar wilde maken, dat in Nederland geen honger geleden zou wórden. Men denke voorts aan de spannin gen, welke de verbetenheid van de Europese staten opriep, die Nederlands ernstige neutraliteitswil steeds meer aantastten. Onze vaderlandse geschied schrijving moet in dezen de vaderland se weetgierigheid echter onbevredigd laten: onze archieven weten hun ge heimen goed te bewaren. Doch dat in het voorjaar van 1918 de toestand uitermate precair was, staat wel vast. De zaak is deze: de Duitse legerleiding wilde de spoorlijn Gladbach-Roermond -Hamont dienstbaar maken aan de oorlogvoering. De betekenis is duide lijk: de Nederlandse neutraliteit werd onmiddellijk bedreigd. Dat de bedrei ging tenslotte nog overdreef, wordt toe geschreven aan de Duitse gezant te 's Gravenhage. Hij weigerde een, in tussen reeds verzachte, nota aan de Nederlandse regering te overhandigen, zonder persoonlijk bevel van zijn kei zer. Dit bevel is uitgebleven door toe doen van „een hooggeplaatste persoon lijkheid". Wie? Het is niet bekend geworden. Men dénke vervolgens aan het kri tieke najaar van 1918. Ook de defen sieve kracht van het Duitse leger was verteerd, een binnenlandse revolutie onder sociaal-democratische leiding vooral schokte het rijk; keizer en kroonprins vluchtten naar Nederland. Dit alles maakte hier te lande een ont zaglijke indruk, in het bijzonder in de kringen van de sociaal-democratie. Zij kwam met een program van „arbeiders- eisen", dat nog op legale wijze verwe zenlijkt zou kunnen worden. Haar voor man. de eminente volksvriend Troel stra, verloor evenwel zijn bezinning en kondigde, kort en goed, eerst in een volksvergadering en daarna ook in de Tweede Kamer, een omwenteling aan. Men kent de historie. Troelstra's woor den wekten in eigen kring tegenspraak en verzet, schier overal in den lande ontstond een sterke tegenbeweging, welke culmineerde in een grootse ma- nifestatie, rondom de persoon van de Koningin op het Malieveld te 's Gra- j venhage, November 1918. De vraag in hoeverre het koning schap toen bedreigd was, zal een later geslacht met volstrekter onbevangen heid kunnen beantwoorden. Voor ons is het nü belangrijker te beseffen, hoe moeilijk ook deze dagen voor onze Ko ningin geweest zijn. De grote mani festatie zal voor Haar een persoonlijke voldoening geweest zijn, bevestigd èn beperkt door Haar groot verantwoor delijkheidsbesef. "7ó is 'het inderdaad, gemakkelijk Is Haar levensgang niet geweest èn om die grote verantwoordelijkheid, welke zij op zo jeugdige leeftijd, op een moment toch, dat Zij, naar de jaren, nog in 's levens leeftijd was, moest aanvaarden, én om het werke lijke wezen van het koningschap in de constitutioneel-parlementaire monar chie. Dit constitutioneel-parlementaire koningschap noodzaakte onze Konin gin Haar persoonlijke opvattingen s.teeds te toetsen aan de mogelijkheden welke de practijk van de ministeriële verantwoordelijkheid aan de verwezen lijking van eigen inzichten laat. De grondwet toch moge Haar onschend baarheid uitspreken en de verantwoor delijkheid ten volle leggen op Haar ministers, als vrome diep-godsdlenstige christinne draagt Zij mede een verant woordelijkheid van hoger orde. Dat Zij menigmaal ernstige innerlijke con flicten heeft doorstaan, moge nog ont glippen aan een nauwkeurige histori sche waarneming, men verdwaalt niet in nevelige veronderstellingen als men aanneemt, dat de vele beproevingen, welke Haar toegemeten waren, Haar gevormd hebben tot een van de belang rijkste figuren van Haar geslacht, tot een van het formaat van Hendrik III van Nassau tijdens Karei V. van Prins Willem de Zwijger, de Vader des Va derlands, van Koning Willem I, de eigenlijke stichter van het Koninkrijk der Nederlanden, gevormd ook tot een zuivere, markante persoonlijkheid, tot een karakter. pr is meer: de hoge plaats, welke Haar geboorte Haar in de samen leving heeft gegeven, is er een van eenzaamheid. En met de gang van ja ren nam voor onze Koningin die een zaamheid toe, vooral sinds 1934, toen Koningin Emma overleed en enkele maanden later ook Haar echtgenoot. Prins Hendrik. Eenzaamheid in het ge zinsleven is per slot het aller-ergste niet Haar bleef immers als belofte voor de toekomst Haar kind, de popu laire prinses Juliana pijnlijker is de eenzaamheid van gedachten, de eenzaamheid van een bepaalde mach teloosheid. De leden van ons Vorsten huis hebben vrijwel steeds 'n zeer merk waardige gevoeligheid bezeten voor wat omgaat bij ons volk. Ook deze eigen schap is in hoge mate erfdeel van onze Koningin. Daarom kost het onze verbeeldingskracht weinig inspanning, om ons te doen begrijpen, hoe Haai de grote werkloosheidsellende in de grote economische crisis gepijnigd heeft.... Stellig, ook deze donkere jaren bra-hten momenten van troost, van lie. bij de verloving van prinses Juliana met prins Bemhard (Septem ber 1936), bij hun huwelijk (7 Januari 1937) en vooral bij de geboorte van hun eerste kindje, Prinses Beatrix (31 Januari 1938) ontbloeide, ondanks de heftige economische crisis, de vreugde des volks, spontaan, rondom de zich zo gelukkig verjongende dynastie. Deze spontaneïteit bewijst afdoende, in spijt van spitsvinnige betweterij, welke trouwens nooit sterft, hoezeer onze Ko ningin er in geslaagd was, te bevesti gen en te voltooien, wat tijdens het regentschap van koningin Emma (1890 -1898) begonnen was: een goede ver zorging van het dynastiek beginsel, dat ook en wellicht juist in een partijen- staat van primair belang is. Inderdaad, als er één motief is, dat onze dankbaarheid bij dit bijzonder jubileum moet beheersen, dan is het de waardering van Koningin Wilhel mina als schepster van de volksmonar chie. Of verdient het niet volle aan dacht, dat van het dwaze tumult van de jaren '80 der negentiende eeuw, toen een onrijpe socialistische agitatie „rood" symbool maakte van vernieu wing en het sociaal-conservatisme even roekeloos zich verschool achter „oran je", dat van dergelijk tumult in hec koninkrijk van Wilhelmina niets meer te bespeuren is. J^it gelukkig verschijnsel schrijve men niet uitsluitend toe aan wijze bezinning. Ook de noodlottige wending welke de toestanden in Duitsland na men, heeft de ontwikkeling van een gezond nationalisme bevorderd. Dit werd vooral het geval, sinds er in Ja nuari 1933 het nationaal-socialisme de macht bezette en een roekeloos buiten lands beleid begoov„iEen uitbarsting werd onvermijdelijk. Deze kwam iii September 1939. Dit was de harde inleiding tot de grote beproeving in hot leven van onze Koningin, wier regering reeds in April 1939 troepen had moeten oproepen voor een buitengewone bewaking van de grenzen van het Koninkrijk. Want dit stond van meet af vast, het „wonder" van 1914, het buiten-de-oorlog-blijven, zou zich niet herhalen. De geweldige spanningen in de maanden tussen Augustus 1939 en 10 Mei 1940 liggen' het nu levende geslacht nog hard in het geheugen. Men herinnert zich ge makkelijk. hoe de Nederlandse en Bel gische regeringen contact opnamen, hoe koningin Wilhelmina en koning Leopold gezamenlijk een bemiddelings poging ondernamen, hoe in November 1939, op het laatste moment schier, het bevel tot de Duitse aanval toch niet gegeven werd, nog. Wij herinne ren ons dat alles. En toch, wij onder gingen de spanningen wel, maar. eer lijk. de meesten onder ons, opgaande in de dagelijkse belangen, zorgen en beslommeringen, doorleefden ze niet in hun volle onverdragelijkheid. Onze Koningin echter doorleefde ze wèl. Want zij wist, waar velen vermoed den, verwachtten, vreesden, met be houd veelal van nog enige hoop. Voor Haar zijn het uiterst zware maanden geweest tot eindelijk, in de zeer vroege morgen van 10 Mei 1940 de grote el lende kwam over de Lage Landen. Er ligt in de feiten van die Meidagen een verbijsterende climax de snelle op mars van de Duitse legers, een kort stondige en verbeten weerstand, de overtocht van de regering naar Enge land. Andermaal moest het huis van Oranje in ballingschap gaan. Wat toen omging in het hart van onze Koningin daarvan weten wij niets, ook het na geslacht zal het nimmer werkelijk kunnen peilen. En kénnen wij de historie van onze regering in Londen? «Tij weten iets: er zijn vergissingen begaan, er waren wrijvingen en twisterijen, veel wat groot wis, schijnt nu klein, heel klein. En waar kennis tekort schiet, daar groeit gemakkelijk de verbeelding. Maar wat wij wéten, doet ons besef fen, dat onze Koningin tegenover al die moeilijkheden te groter was, niet slechts als symbool, als „ornament", neen, als draagster van de nationale gedachte. Dat voor Haar de Londense tijd er een geweest is van droefheid, het is niet aan twijfel onderhevig. De smarten van onze Koningin waren die van een moeder. Niet zozeer echter die van een moeder in de gewone zin: zij wist haar kinderen en kleinkinderen in veiligheid, het waren de smarten van de landsmoeder, de volksmoeder, die de bittere noden van Haar onderdanen als eigen beproevingen gevoelde. De grote eenzaamheid van onze Ko ningin te Londen hoezeer Haar die folterde blijkt uit de intense belang stelling voor wat de „Engelandvaar ders" omtrent de toestanden bij het volk verhalen konden werd gebroken door de militaire successen van de ver bonden invasielegers in het najaar 1944, welke tot de bevrijding van de drie zuidelijke provincies leidden. Het was Haar mogelijk de vaderlandse bo dem te betreden te Eede in Zeeuwsch-Vlaanderen voor een be zoek eerst (12-23 Maart 1945), voor een vast verblijf dan. Dat dit genomen werd te Ulvenhout in het Land van Breda, is zeker zinrijk. Daar. in het Land van Breda, werden de eerste ban den gelegd tussen Haar geslacht, dat der graven van Nassau, en de Neder landen. in 1403, door het huwelijk van graaf Engelbrecht I van Nassau met vrouwe Johanna van Polanen, erfge name van dat schoon gebied. En wie er getuige van was, hoe op 5 Mei 1945, H. M. KONINGIN WILHELMINA EN HAAR NASSAU VOORGANGSTERS De op deze stamboom aangegeven cijfers stemmen overeen met de cijfers op de gedenkplaat vermeld. Catharina Belgica, dochtertje van Willem de Zwijger, naar schilderij van Slot Siegen, op Her denkingstentoonstelling Prinsenhof te Delft. (14a) ORANJE-NASSAU - BREDA - DIETZ Engelbrecht T X Johanna v. Polanen (1) I Jan IV X Maria v. Loon H. (2) TAK NASSAU-BREDA later: ORANJE-NASSAU-BREDA Engelbrecht II Jan V Odilia v. Nassau (5) X X Priorin te Bavel Cimburga v. Baden (3) Elisabeth v. Hessen (4) Hendrik III X Claudina v. ChSlon (6) I René v. Oranje /vermaakt Prinsdom Oranje aan\ V W. de Zwijger Willem de Rijke X Juliana v. Stolberg (7) I NASSAU-DIETZ Willem de Zwijger X Anna v. Buren 18) Anna v. Saksen (9> Charlotte d. Bournon (10) Louise de Colignv *11) I Jan de Oude X Elisabeth v. Leuchtenberg (12) Philips Willem Maurits Louise Juliana (14) Catharina Belgica (14a) Frederik Hendrik X X X X Eleonore de Bourbon 13) Frederik IV v. d. Palts Phil. Lodewijk II Amalia v. Solms (15) v. Hanau Willem II Louise Henriette (18) Henriette Catharina (18a) Albertine Agnes (19) X X X X Maria Stuart I (17) Frederik Willem v. Brandenburg Johan George II v. Anhalt D. Willem Frederik v. Nassau Ernst Casimir X Sophia v Brunswijk (16) j Willem III X Maria Stuart (20) Henr. Amalla v. Anhalt D. (21) X Hand. Casimir II v. Nassau Willem Frederik v. N X Albertine Agnes (19) I Henriette Catharina dochter van Fre derik Hendrik. (18a) Hendrik Casimir 11 X H Amalia v. Anhalt D. (21) t OfcANJE-NASSAU DIETZ I Jan Willem Frlso X Maria L. V. Hessen (22) I Willem IV X Anna v. Gr. Brittannië (23) Carolina v. Nassau (24) X Karei Christiaan v. Nassau F. L. Wilhelmina v. Or. N. (26) X Karei G. v. Brunswijk W. Willem V X F. S. Wilhelmina v. Pruisen (25) J Koning Willem I X F. L. Wilhelmina v. Pruisen (27) Henriette, Gravin d'Oultremont, T 2e gemalin van Koning Willem 1 1 (Morganatisch huweHjk) (27a) Koning Willem H X Anna Paulowna v. Rusland (28) 1 Prins Frederik X Louise v. Pruisen (29) I Prinses Marianne d. Ned. X Albert v. Pruisen (30) Koning Willem III X Sophie v. Wurtemberg (31) I Emma v. Waldeck Pyrmont (32' Prins Hendrik d. Nederlanden X Amalia v. Saksen Weimar (33) Marie v, Pruisen (34) Prinses Sophie d. Nederlanden (35) X Karei v. Saksen Weimar Prinses Louise d. Nederlanden (36) X Karei XV Kon. v. Zweden en N Prinses Marie d. Nederlanden Willem v. Wied (37) Nol" 1 JOHANNA VAN POLANEN (1392-1445), de Bredase erf dochter der Polanens, huwde Engelbrecht I, Graaf van Nas sau (1380-1442); 1401-'05 komst der Nassau's in de Nederlan den. Engelbrecht was aanvan kelijk Domproost te Minister, huwde met Pauselijke dispen satie. Hij was Stadhouder van Brabant, bouwde het koor van de Grote of O. L. Vr. Kerk te Breda; gaf de stoot tot de op richting van de Hogeschool te Leuven. Beiden begraven te Breda. No. 2 MARIA VAN LOON HEIKS- BERG (1424-1502), gemalin van Jan IV. Graaf van Nassau (1410-1475), raadsman van Phi lips de Goede en Karei de Stoute. De eerste beloonde zijn verdiensten door hem tot dros saard van Brabant te benoe men. Zij stichtte het klooster „Vredenburg" te Bavel. Door voorspraak bij haar broer Jan van Loon, Bisschop van Luik, werd het H. Sacrament *van Nieuwervaart naar Breda over gebracht. Beiden begraven te Breda. No. 3 CIMBURGA VAN BADEN (1450-1501). Haar ooms waren de in 1480 gecanoniseerde H. Bernhardus III van Baden tn van moederszijde Keizer Fre derik III van Oostenrijk, diens zoon Keizer Maximiliaan, haar toen het bericht van de capitulatie dei- Duitse legers in de noordelijke provin cies ook Breda was binnengevallen, het volk en in het bijzonder de rijpere jeugd, eigener initiatief optrok naar Anneville bij Ulvenhout, om Haar te groeten en te huldigen, hij zal erken nen, uit de volle; levende werkelijk heid, de kracht van het dynastiek be ginsel, als centrum, als kern van de nationale eenheid. Dit toch is een der meest bijzondere verschijnselen uit de bezettingstijd over de staatkundige verdeeldheid heen, werd de natie, in harde beproeving en schier onzegbaar leed en ontzettende offers, zich haar eenheid bewust, een eenheid rondom onze Koningin. Maar ook na de bevrijding lieten de zorgen niet af Haar te vervolgen. In Oost en West zijn hervormingen ur gent, naar Indonesië moesten troepen gezonden worden en jonge levens ge offerd. De na-oorlogse spanningen, me nigmaal reacties op opgekropte emo ties, wekken velerlei bekommernis. Nevelig, mistig is nog het uitzicht, ook op de naaste toekomst. Daarom be grijpen wij. die gaarne Haar onderda nen zijn, dat deze zwaar beproefde vrouw rust behoeft, volledige rust. I aat dan dit ons aller wens, ons aller bede zijn; moge het Gods wijze goedheid behagen. Haar, de Prinses der Nederlanden, in haar levensavond de grote troost en voldoening te schenken, dat Zij mag aanschouwen en beleven: hoe het volk der Nederlanden, Haar wreed geschonden volk, bezonnen, met vaste tred, in beheerste vrijheid, de weg heeft ingeslagen naar een nieuwe, zo stoffelijke als geestelijke welvaart, naar een nieuwe bevestiging van het recht, het vast geloof aan een pax neerlandica, het vast geloof aan de mogelijkheid van een vredig bijeen wonen van allen in één huis, zoals onze Koningin dat „Je Mantiendrai' volgde in Haar lange, bewogen rege ring van vijftig volle jaren. neef. Haar broer was Frederik van Baden, Bisschop van Utrecht, Gade van Engelbrecht II, Graaf van Nassau (1451- 1504), Ridder v. h. Gulden Vlies; stond in hoog aanzien bij Karei de Stoute, daarna bij Keizer Maximiliaan. Kinder loos. Beiden begraven te Breda No. 4 ELISABETH VAN HESSEN (1466-1523), afstammelinge van de H. Elisabeth van Thürin- gen, dochter van Andreas II Koning van Hongarije, huwde Jan V, Graaf van Nassau (1Ï55 -1516). stadhouder van Gelder land en Zutphen. Beiden De- graven in het dopr dit echtpaar te Siegen gestichte klooster. No. 5 ODIL1A GRAVIN VAN NAS SAU (overl. Bavel 1495'. Eer ste priorin van het klooster „Vredenburg" te Bavel. Te Breda begraven. No. 6 CLAUDINA VAN CHALON overl. 1521) dochter van Jan II Prins van Oranje, huwde Hen drik III, Graaf van Nassau (1483-1538). Stadhouder van Holland en Zeeland. Veldover ste in dienst van Karei V, Ridder v. h. Gulden Vlies. Graaf Hendrik liet het oude Polanenkasteel te Breda slo pen. Bouwde ter plaatse liet huidige kasteel (K.M.A.). ver plaatste het oude begijnhof naar het „Valkenberg", liet o. m. het Mastbosch aanplanten. Door dit huwelijk kwamen de bezittingen van Oranje aan de Bredase Nassau's. Haar broer Philibert, vermaakte in 1530 zijn Oranje-bezit aan René van Nassau, zoon uit dit huwelijk. René was sindsdien de eerste Graaf van Nassau met de titel Prins van Oranje. Aangezien deze in 1544 kinderloos over leed, kwam Oranje aan zijn neef Willem de Zwijger. Beiden te Breda begraven. No. 7 JULIANA VAN STOLBERG (1506-1580), gehuwd met Wil lem de Rijke, Graaf van Nas sau (1487-1559), ouders van Willem de Zwijger en zijn broers Jan de Oude. Lodewijk (gesneuveld Mookerheide) Adolf (gesneuveld Heiligerlee) en Hendrik gesneuveld Mookerheide). Willem en Ju liana te Dillenburg begraven. No. 8 ANNA VAN EGMOND, GRA VIN VAN BUREN (1533-1558), dochter van Maximiliaan van Egfnond, eerste, jong gestor ven gade (katholiek) van Wil lem de Zwijger, Prins van Oranje (1533-1584), Ridder v. h. Gulden Vlies/Vader des Va derlands, krijgsheld en staats man. Zij was de moeder ven Philips Willem. Prins van Oranje Nassau. Anna van Bu ren werd te Breda begraven. No. 9 ANNA VAN SAKSEN (1544- 1577), dochter van Maurits van Saksen, tweede gemalin van Willem de Zwijger. Moeder van Prins Maurits. Begraven te Meissen. No 10 CHARLOTTE DE BOURBON (1546-1582), derde gemalin van Willem de Zwijger, moeder van Louise Juliana (14) en Ca tharina Belgica (14a). Begra ven in de O. L. Vr. Kerk te Antwerpen. No. 11 LOUISE DE COLIGNY (15)5 1620). dochter van Gaspard I de Coligny, vierde gade vnn Willem de Zwijger. Haar or.il was Kardinaal de Coligny. Zij is de moeder van Frederik Hendrik. Aanvankelijk in Frankrijk begraven; i« 1621 naar Delft overgebracht. No. 12 ELISABETH VAN LEUCH TENBERG (overl. 1579), huw de Jan de Oude, Graaf van Nassau, in onze geschiedenis bekend door de Unie van Utrecht (1579). Tot 1584 Stad houder van Gelderland en Zut phen. Stichtte in dat jaar een Hogeschool te Herborn. Door het huwelijk van hun klein dochter Elisabeth van Nassau met Christiaan van Waldeck, wier dochter Maria, Simon VII von Lippe huwde, waren deze echtelieden voorouders van Prins Bernhard. No. 13 ELEONORE DE BOURBON (1567-1619). dochter van Hen drik I de Bourbon-Condé. ge malin van Philips Willem Prins van Oranje Nassau - de katho lieke zoon van Willem de Zwij ger. Ridder v. h. Gulden Vlies. In Spanje opgevoed - kinder loos overleden. No. 14 LOUISE JULIANA VAN ORANJE NASSAU (1576-1C44) dochter van Willem de Zwij ger en Charlotte de Bourbon, huwde Frederik IV van de Paltz (1574-1610), ouders van de „Winterkoning" van Bohe- men. Voorouders van Prins Bernhard, zodat Prins Bern hard zowel van Willem de Zwijger als van Jan van Nas sau afstamt. (Aangezien de moeder var. Frederik IV, Eli sabeth- v. Hessen v/Js, telt ook Prins Ecrnhard de H. Elisabeth onder zijn voorouders). No 14a CATIIARINA BELGICA VAN ORANJE NASSAU (1578-1648) dochter van Willem de Zwij ger en Charlotte de Bourbon, huwde Philips Lodewijk II van Urnau (1576-1612), eveneens voorouders van Prins Bern hard. No. 15 AMALIA VAN SOLMS 1602- 1675), gemalin van Frederik Hendrik (1584-1647), bekwaam veldheer en stedenbedwinger, stadhouder van Holland. Zee land en West Friesland. Beiden begraven te Delft. No. 16 SOPHIA HEDWIG v. BRUNS WIJK (1592-1642), huwde Ernst Casimir, Graaf van Nassau (1573-1632), veldmaarschalk en lt. gouverneur van Gelderland, later Stadhouder van Friesland gesneuveld voor Roermond. Begraven te Leeuwarden. No. 17 MARIA STUART I, Prinses van Groot-Brittannië (1631-1660), dochter van Koning Karei I, gemalin van Willem II Prins van Oranje, Graaf van Nas sau (1626-165P), Stadhouder der 7 Provinciën. No. 18 LOUISE HENRIETTE VAN ORANJE NASSAU (1627-1667) oudste dochter van Frederik Hendrik, huwde Frederik Wil lem van Brandenburg 1620- 1688), stamvader van het Duitse Keizershuis, tevens voorouders van Prins Hendrik, gemaal van H.M. de Koningin. No. 18a HENRIETTE CATHARINA VAN ORANJE NASSAU (1637-1708). derde dochter van Frederik Hendrik, huwde Jo- han George II van Anhalt Des sau (1627-16931. Hun dochter Henriette Amalia (no. 21), huwde haar achterneef Hen drik Casimir II. vorst van Nassau-Dietz, waardoor Ko ningin Wilhelmina ook van Willem dc Zwijger afstamt, (zie 19). No. 19 ALBERTINA AGNES VAN ORANJE NASSAU (1634-16961 tweede dochter van Frederik Hendrik, huwde haar achter neef Willem Frederik, Vorst van Nassau Dietz (1613-1664), Stadhouder van Friesland, waardoor Koningin Wilhelmina ten tweede male van Willem de Zwijger afstamt, (zie no. 18a) No. 20 MARIA STUART II, Koningin van Engeland -06(12-16951doch ter van Jacobus II, Koning van Engeland, gemalin van Willem III, Prins v. Oranje, Graaf van Nassau (1650-1702). Kapitein Generaal. Stadhoudér van Hol land, Zeeland, Gelderland, Utrecht en Overijsel, bekwaam krijgsman, groot staatsman, Koning van Engeland in 1689. Kinderloos, waardoor 't recht op de titel van Prins van Oranje op Jan Willem Friso overging. No 21 HENRIETTE AMALIA VAN ANHALT DESSAU (1666-1726), dochter van Johan George en Henriette Catharina van Nas sau, zie no. 18a, huwde haar achterneef Hendrik Casimir II, vorst van Nassau-Dietz (1657- 1696) stadhouder van Friesland Groningen en Drente, Veld maarschalk (dientengevolge dubbele afstamming van H.M. de Koningin van Willem de Zwijger - zie no. 19) MARIA LOUISE VAN HES SEN KASSEL (1688-1765), huwde- Jan Willem Frisc, Vorst van Nassau (1687-1711 Moer dijk -na 1702: Prins van Oranje. Stadhouder van Fries land en Groningen. Generaal der Infanterie. Maria Louise was een afstammelinge van de H. Elisabeth, zodat Koningin Wilhelmina ook door dit hu welijk var; deze Heilige af stamt. No. 23 ANNA. KROONPRINSES VAN GROOT BRITTANNIë EN IERLAND (Brunswijk) (1709- 17591, dochter van George II, Koning van Engeland; gade van Willem IV, Prins van Oranje Nassau (1711-1751) in 1748 Stadhouder van de 7 .Pro vinciën. Anna was van 1752 tot haar dood gouvernante van haar zoon. No. 24 CAROLINA VAN ORANJE NASSAU (1743-1787), dochter van Willem IV huwde Karei Christiaan. 'vorst van Nassau Weilburg (1735-1788). Generaal in Nederlandse dienst, o.a. Gouverneur van Maastricht. Deze zijn de betovergroot ouders van Koningin Emma. Adolf van Nassau, achterklein zoon van Carolina, volgde Ko ning Willem III op als Groot hertog van Luxemburg. Ove rigens stammen de Koningen van Engeland, Zweden even als de pretendent van de Spaanse Kroon van dit echt paar af. No. 25 FRED. SOPU^kpbHELMINA PRINSES JWF PRUISEN (1751-1820). ^^dochter van Augustus Willem. Kroonprins van Pruisen, gade van Stad houder Willem V (1748-1800), aanvankelijk onder voogdij van zijn moeder tot 1759. daarna van de Hertog van Brunswijk. Erfmaarschalk van Holland, Gouverneur van de 7 Provin ciën. Door Franse revolutie in 1795 gedwongen naar Engeland uit te wijken. No. 26 FRED. LOUISA WILHELMINA PRINSES VAN ORANJE NAS SAU (1770-1819). zuster van Koning Willem I, huwde Ka- rel George. Erfprins van Brunswijk Wolfenbuttel (1766- 1807). No. 27 FREDERIKA, LOUISA, WIL HELMINA, PRINSES VAN PRUISEN (1774-1837), dnchter van Frederik Willem II, Ko ning van Pruisen, gemalin van Koning Willem I 1772-1843 die in 1795 gedwongen was het vaderland te verlaten. In 1813 souverein vorst der Verenigde Nederlanden; koning in 1815. Moest in 1839 België aan Leo pold I afstaan. No. 27a. HENRIETTE, GRAVIN D'OULTREMONT DE WEGI- MONT (1792-1864), tweede ga de van Koning Willem I, die door dit morganatisch huwe lijk gedwongen was afstand van de troon te doen. Zij was katholiek, geboren te Maastricht, woonde op het Kasteel „Rahr" bij Aken. No. 28 ANNA PAULOWNA VAN- RUSLAND (1795-1865). dochter van Paul I Czaar van Rusland, gemalin van Koning Willem II (1792-1849), die zich bij Qustrc Bras en Waterloo onderschei den had. No. 29 LOUISE, PRINSES VAN PRUI SEN (1808-1870), dochter van Frederik Willem III, Koning van Pruiapn, gade van Frede rik. Prins der Nederlanden (1797-1881), broer van Koning Willem II, Veldmaarschalk b. h. Nederlandse Leger en Ad miraal b. d. vloot. No. 30 MARIANNE. PRINSES DER NEDERLANDEN (1810-1883). zuster van Koning Willem II, huwde Albert, Prins van Pruisen (1809-1872). zoon van Frederik Willem III. No. 31 SOPHIE PRINSES VAN WUR- TEMBERG (1818-1877). doch ter van Willem I, Koning van Wurtemberg. eerste gemalin van Koning Willem III (1817- 1890). No. 32 EMMA, PRINSES VAN WAL DECK EN PYRMONT (1858- 1934). dochter van George Vic tor en Helena Prinses van Nassau. Tweede gade van Ko ning Willem III. Koningin Re gentes 1890-1898, No. 33 AMALIA, Prinses van SAK SEN WEIMAR (1830-1872), eerste gade van Hendrik. Prins der Nederlanden (1820-1879). broer van Koning Willem III. Hij was Prins-Stadhouder van Luxemburg. No. 24 MARIA. PRINSES VAN PRUI SEN (geb. 1855). tweede gema lin van Prins Hendrik. Beide huwelijken kinderloos. No. 35 SOPHIE, Prinses DER NE DERLANDEN (geb. 1824). zus ter van Koning Willem III. gade van Karei, Groothertog van Saksen Weimar. No. 36 LOUISE, PRINSES DER NE DERLANDEN (1828-1871), dochter van Prins Frederik, huwde Karei XV, Koning van Zweden en Noorwegen 11820- 1872). Hun dochter huwde Frederik VIII. Koning van De nemarken. Hun kleinzoons: Christiaan X. Koning van Denemarken en Haakon VII. Koning van Noorwegen; hun kleindochter: Ingeborg huwde Karei. Prins van Zweden - ouders van Astrid. Koningin van België. Verwantschap met het Bel gische en de Scandinavische Koningshuizen. No. 37 MARIE, PRINSES DER NE DERLANDEN (1841-1910), dochter van Prins Frederik' huwde Willem, vorst van Wied. Hun zoon Willem was in 1914 vorst van Albanië. Uit het bo'venstaande blijkt, dat Ko ningin Wilhelmina. zowel als Haar Moeder, Koningin Emma. alsook Prins Hendrik en Prins Bernhard. afstam melingen zijn van de Bredase Nassau's. DE ERFOPVOLGING Tn de Grondwet van 1814 werden bij uitsterven van afstammelingen van de koning ais opvolgers aangewezen de afstammelingen van Wilhelmina Prinses van Oranje Nassau (no. 26) en de mannelijke nakomelingen van Ca rolina van Oranje Nassau (no. 24'. Hierin kwam wijziging in 1877. De volgorde van opvolging kwam achter eenvolgens aan de afstammelingen van: Prinses Sophie (no. 35). Prinses Marianne (no. 30Prinses Louise 'co. 36) en Prinses Marie (no. 37). Sinds de grote wijziging van 1922 bleef bui ten Prinses Juliana en Hare nako melingen niemand troon gerechtigd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1948 | | pagina 6