Koningin
Wilhelmina
Gemalinnen Van de Nassau's
en vrouwelijke Nassau's in
de Nederlanden, 1380-1948
Prof Dr. L. G. J. Verberne
DE STEM VAN ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1948
TOELICHTING OP ONZE PAGINA:
_L
1
door
O
VERZIET MEN DE HALVE EEUW, waarin onze Koningin
v- met grote ere de Kroon der Nederlanden gedragen heeft,
dan moet men, hoeveel er nog verborgen moge 'zijn in het
stoffig duister der archieven, de bewogenheid van het tijdvak
erkennen. Dit toch staat vast: Haar trouwe, minutieuze arbeid
aan wat plicht en roeping eisten, moest meest verricht worden
in soms schier ondragelijke spanningen.
Uiteraard is het niet mogelijk in kort bestek een ruim overzicht
te geven van.wat in de lange halve eeuw sinds 1898 geschiedde.
Aan slechts enkele momenten kan hier enige aandacht besteed
worden.
Men DENKE dan allereerst aan de
laatste Julidagen 1914. Een Oos
tenrijks-Servisch conflict, opgeroepen
door het moorddrama te Serajewo,
maakte de reeds lang werkende Euro
pese crisis zovolkomen acuut, dat op
1 Augustus 1914 de eerste wereldoorlog
uitbrak, welke voor altijd een einde
zou maken aan de negentiende-eeuwse
welvaart. Bovendien, de Europese toe
standen zouden zo grondig verstoord
worden, de negentiende-eeuwse zeker
heden zo gekneusd en straks verbrij
zeld, dat van een reconstructie geen
spraBS meer kon zijn. Het eert de
Nederlandse JRgering, dat zij in 1914
de e: rst tojg 'de toestand begreep, het
eerst onze Koningin, dat Zij terstond,
op 27 jwtl 1914, Haar zomerverblijf op
Het Loo afbrak en naar Den Haag
snelde, dat op haar initiatief het Ko
ninklijk Nationaal Steuncomité ge
sticht kon worden, hetwelk waar wilde
maken, dat in Nederland geen honger
geleden zou wórden.
Men denke voorts aan de spannin
gen, welke de verbetenheid van de
Europese staten opriep, die Nederlands
ernstige neutraliteitswil steeds meer
aantastten. Onze vaderlandse geschied
schrijving moet in dezen de vaderland
se weetgierigheid echter onbevredigd
laten: onze archieven weten hun ge
heimen goed te bewaren. Doch dat in
het voorjaar van 1918 de toestand
uitermate precair was, staat wel vast.
De zaak is deze: de Duitse legerleiding
wilde de spoorlijn Gladbach-Roermond
-Hamont dienstbaar maken aan de
oorlogvoering. De betekenis is duide
lijk: de Nederlandse neutraliteit werd
onmiddellijk bedreigd. Dat de bedrei
ging tenslotte nog overdreef, wordt toe
geschreven aan de Duitse gezant te
's Gravenhage. Hij weigerde een, in
tussen reeds verzachte, nota aan de
Nederlandse regering te overhandigen,
zonder persoonlijk bevel van zijn kei
zer. Dit bevel is uitgebleven door toe
doen van „een hooggeplaatste persoon
lijkheid". Wie? Het is niet bekend
geworden.
Men dénke vervolgens aan het kri
tieke najaar van 1918. Ook de defen
sieve kracht van het Duitse leger was
verteerd, een binnenlandse revolutie
onder sociaal-democratische leiding
vooral schokte het rijk; keizer en
kroonprins vluchtten naar Nederland.
Dit alles maakte hier te lande een ont
zaglijke indruk, in het bijzonder in de
kringen van de sociaal-democratie. Zij
kwam met een program van „arbeiders-
eisen", dat nog op legale wijze verwe
zenlijkt zou kunnen worden. Haar voor
man. de eminente volksvriend Troel
stra, verloor evenwel zijn bezinning en
kondigde, kort en goed, eerst in een
volksvergadering en daarna ook in de
Tweede Kamer, een omwenteling aan.
Men kent de historie. Troelstra's woor
den wekten in eigen kring tegenspraak
en verzet, schier overal in den lande
ontstond een sterke tegenbeweging,
welke culmineerde in een grootse ma-
nifestatie, rondom de persoon van de
Koningin op het Malieveld te 's Gra- j
venhage, November 1918.
De vraag in hoeverre het koning
schap toen bedreigd was, zal een later
geslacht met volstrekter onbevangen
heid kunnen beantwoorden. Voor ons
is het nü belangrijker te beseffen, hoe
moeilijk ook deze dagen voor onze Ko
ningin geweest zijn. De grote mani
festatie zal voor Haar een persoonlijke
voldoening geweest zijn, bevestigd èn
beperkt door Haar groot verantwoor
delijkheidsbesef.
"7ó is 'het inderdaad, gemakkelijk Is
Haar levensgang niet geweest èn
om die grote verantwoordelijkheid,
welke zij op zo jeugdige leeftijd, op
een moment toch, dat Zij, naar de
jaren, nog in 's levens leeftijd was,
moest aanvaarden, én om het werke
lijke wezen van het koningschap in de
constitutioneel-parlementaire monar
chie. Dit constitutioneel-parlementaire
koningschap noodzaakte onze Konin
gin Haar persoonlijke opvattingen
s.teeds te toetsen aan de mogelijkheden
welke de practijk van de ministeriële
verantwoordelijkheid aan de verwezen
lijking van eigen inzichten laat. De
grondwet toch moge Haar onschend
baarheid uitspreken en de verantwoor
delijkheid ten volle leggen op Haar
ministers, als vrome diep-godsdlenstige
christinne draagt Zij mede een verant
woordelijkheid van hoger orde. Dat
Zij menigmaal ernstige innerlijke con
flicten heeft doorstaan, moge nog ont
glippen aan een nauwkeurige histori
sche waarneming, men verdwaalt niet
in nevelige veronderstellingen als men
aanneemt, dat de vele beproevingen,
welke Haar toegemeten waren, Haar
gevormd hebben tot een van de belang
rijkste figuren van Haar geslacht, tot
een van het formaat van Hendrik III
van Nassau tijdens Karei V. van Prins
Willem de Zwijger, de Vader des Va
derlands, van Koning Willem I, de
eigenlijke stichter van het Koninkrijk
der Nederlanden, gevormd ook tot een
zuivere, markante persoonlijkheid, tot
een karakter.
pr is meer: de hoge plaats, welke
Haar geboorte Haar in de samen
leving heeft gegeven, is er een van
eenzaamheid. En met de gang van ja
ren nam voor onze Koningin die een
zaamheid toe, vooral sinds 1934, toen
Koningin Emma overleed en enkele
maanden later ook Haar echtgenoot.
Prins Hendrik. Eenzaamheid in het ge
zinsleven is per slot het aller-ergste
niet Haar bleef immers als belofte
voor de toekomst Haar kind, de popu
laire prinses Juliana pijnlijker is
de eenzaamheid van gedachten, de
eenzaamheid van een bepaalde mach
teloosheid. De leden van ons Vorsten
huis hebben vrijwel steeds 'n zeer merk
waardige gevoeligheid bezeten voor wat
omgaat bij ons volk. Ook deze eigen
schap is in hoge mate erfdeel van
onze Koningin. Daarom kost het onze
verbeeldingskracht weinig inspanning,
om ons te doen begrijpen, hoe Haai
de grote werkloosheidsellende in de
grote economische crisis gepijnigd
heeft....
Stellig, ook deze donkere jaren
bra-hten momenten van troost, van
lie. bij de verloving van prinses
Juliana met prins Bemhard (Septem
ber 1936), bij hun huwelijk (7 Januari
1937) en vooral bij de geboorte van
hun eerste kindje, Prinses Beatrix (31
Januari 1938) ontbloeide, ondanks de
heftige economische crisis, de vreugde
des volks, spontaan, rondom de zich
zo gelukkig verjongende dynastie.
Deze spontaneïteit bewijst afdoende, in
spijt van spitsvinnige betweterij, welke
trouwens nooit sterft, hoezeer onze Ko
ningin er in geslaagd was, te bevesti
gen en te voltooien, wat tijdens het
regentschap van koningin Emma (1890
-1898) begonnen was: een goede ver
zorging van het dynastiek beginsel, dat
ook en wellicht juist in een partijen-
staat van primair belang is.
Inderdaad, als er één motief is, dat
onze dankbaarheid bij dit bijzonder
jubileum moet beheersen, dan is het
de waardering van Koningin Wilhel
mina als schepster van de volksmonar
chie. Of verdient het niet volle aan
dacht, dat van het dwaze tumult van
de jaren '80 der negentiende eeuw,
toen een onrijpe socialistische agitatie
„rood" symbool maakte van vernieu
wing en het sociaal-conservatisme even
roekeloos zich verschool achter „oran
je", dat van dergelijk tumult in hec
koninkrijk van Wilhelmina niets meer
te bespeuren is.
J^it gelukkig verschijnsel schrijve
men niet uitsluitend toe aan wijze
bezinning. Ook de noodlottige wending
welke de toestanden in Duitsland na
men, heeft de ontwikkeling van een
gezond nationalisme bevorderd. Dit
werd vooral het geval, sinds er in Ja
nuari 1933 het nationaal-socialisme de
macht bezette en een roekeloos buiten
lands beleid begoov„iEen uitbarsting
werd onvermijdelijk. Deze kwam iii
September 1939.
Dit was de harde inleiding tot de
grote beproeving in hot leven van onze
Koningin, wier regering reeds in April
1939 troepen had moeten oproepen voor
een buitengewone bewaking van de
grenzen van het Koninkrijk. Want dit
stond van meet af vast, het „wonder"
van 1914, het buiten-de-oorlog-blijven,
zou zich niet herhalen. De geweldige
spanningen in de maanden tussen
Augustus 1939 en 10 Mei 1940 liggen'
het nu levende geslacht nog hard in
het geheugen. Men herinnert zich ge
makkelijk. hoe de Nederlandse en Bel
gische regeringen contact opnamen,
hoe koningin Wilhelmina en koning
Leopold gezamenlijk een bemiddelings
poging ondernamen, hoe in November
1939, op het laatste moment schier,
het bevel tot de Duitse aanval toch
niet gegeven werd, nog. Wij herinne
ren ons dat alles. En toch, wij onder
gingen de spanningen wel, maar. eer
lijk. de meesten onder ons, opgaande
in de dagelijkse belangen, zorgen en
beslommeringen, doorleefden ze niet in
hun volle onverdragelijkheid.
Onze Koningin echter doorleefde ze
wèl.
Want zij wist, waar velen vermoed
den, verwachtten, vreesden, met be
houd veelal van nog enige hoop. Voor
Haar zijn het uiterst zware maanden
geweest tot eindelijk, in de zeer vroege
morgen van 10 Mei 1940 de grote el
lende kwam over de Lage Landen. Er
ligt in de feiten van die Meidagen een
verbijsterende climax de snelle op
mars van de Duitse legers, een kort
stondige en verbeten weerstand, de
overtocht van de regering naar Enge
land. Andermaal moest het huis van
Oranje in ballingschap gaan. Wat toen
omging in het hart van onze Koningin
daarvan weten wij niets, ook het na
geslacht zal het nimmer werkelijk
kunnen peilen.
En kénnen wij de historie van onze
regering in Londen? «Tij weten iets:
er zijn vergissingen begaan, er waren
wrijvingen en twisterijen, veel wat
groot wis, schijnt nu klein, heel klein.
En waar kennis tekort schiet, daar
groeit gemakkelijk de verbeelding.
Maar wat wij wéten, doet ons besef
fen, dat onze Koningin tegenover al
die moeilijkheden te groter was, niet
slechts als symbool, als „ornament",
neen, als draagster van de nationale
gedachte. Dat voor Haar de Londense
tijd er een geweest is van droefheid,
het is niet aan twijfel onderhevig. De
smarten van onze Koningin waren die
van een moeder. Niet zozeer echter die
van een moeder in de gewone zin: zij
wist haar kinderen en kleinkinderen in
veiligheid, het waren de smarten van
de landsmoeder, de volksmoeder, die de
bittere noden van Haar onderdanen als
eigen beproevingen gevoelde.
De grote eenzaamheid van onze Ko
ningin te Londen hoezeer Haar die
folterde blijkt uit de intense belang
stelling voor wat de „Engelandvaar
ders" omtrent de toestanden bij het
volk verhalen konden werd gebroken
door de militaire successen van de ver
bonden invasielegers in het najaar
1944, welke tot de bevrijding van de
drie zuidelijke provincies leidden. Het
was Haar mogelijk de vaderlandse bo
dem te betreden te Eede in
Zeeuwsch-Vlaanderen voor een be
zoek eerst (12-23 Maart 1945), voor een
vast verblijf dan. Dat dit genomen
werd te Ulvenhout in het Land van
Breda, is zeker zinrijk. Daar. in het
Land van Breda, werden de eerste ban
den gelegd tussen Haar geslacht, dat
der graven van Nassau, en de Neder
landen. in 1403, door het huwelijk van
graaf Engelbrecht I van Nassau met
vrouwe Johanna van Polanen, erfge
name van dat schoon gebied. En wie
er getuige van was, hoe op 5 Mei 1945,
H. M. KONINGIN WILHELMINA EN HAAR NASSAU VOORGANGSTERS
De op deze stamboom aangegeven cijfers stemmen overeen met de cijfers op de gedenkplaat
vermeld.
Catharina Belgica,
dochtertje van Willem de
Zwijger, naar schilderij
van Slot Siegen, op Her
denkingstentoonstelling
Prinsenhof te Delft.
(14a)
ORANJE-NASSAU -
BREDA - DIETZ
Engelbrecht T
X
Johanna v. Polanen (1)
I
Jan IV
X
Maria v. Loon H. (2)
TAK NASSAU-BREDA
later:
ORANJE-NASSAU-BREDA
Engelbrecht II
Jan V
Odilia v. Nassau (5)
X
X
Priorin te Bavel
Cimburga v. Baden (3)
Elisabeth v. Hessen (4)
Hendrik III
X
Claudina v. ChSlon (6)
I
René v. Oranje
/vermaakt Prinsdom Oranje aan\
V W. de Zwijger
Willem de Rijke
X
Juliana v. Stolberg (7)
I
NASSAU-DIETZ
Willem de Zwijger
X
Anna v. Buren 18)
Anna v. Saksen (9>
Charlotte d. Bournon (10)
Louise de Colignv *11)
I
Jan de Oude
X
Elisabeth v. Leuchtenberg (12)
Philips Willem
Maurits
Louise Juliana (14)
Catharina Belgica (14a)
Frederik Hendrik
X
X
X
X
Eleonore de Bourbon 13)
Frederik IV v. d. Palts
Phil. Lodewijk II
Amalia v. Solms (15)
v. Hanau
Willem II
Louise Henriette (18)
Henriette Catharina (18a)
Albertine Agnes (19)
X
X
X
X
Maria Stuart I (17)
Frederik Willem v. Brandenburg
Johan George II v. Anhalt D.
Willem Frederik v. Nassau
Ernst Casimir
X
Sophia v Brunswijk (16)
j
Willem III
X
Maria Stuart (20)
Henr. Amalla v. Anhalt D. (21)
X
Hand. Casimir II v. Nassau
Willem Frederik v. N
X
Albertine Agnes (19)
I
Henriette Catharina
dochter van Fre
derik Hendrik.
(18a)
Hendrik Casimir 11
X
H Amalia v. Anhalt D. (21)
t
OfcANJE-NASSAU DIETZ
I
Jan Willem Frlso
X
Maria L. V. Hessen (22)
I
Willem IV
X
Anna v. Gr. Brittannië (23)
Carolina v. Nassau (24)
X
Karei Christiaan v. Nassau
F. L. Wilhelmina v. Or. N. (26)
X
Karei G. v. Brunswijk W.
Willem V
X
F. S. Wilhelmina v. Pruisen (25)
J
Koning Willem I
X
F. L. Wilhelmina v. Pruisen (27)
Henriette, Gravin d'Oultremont, T
2e gemalin van Koning Willem 1 1
(Morganatisch huweHjk) (27a)
Koning Willem H
X
Anna Paulowna v. Rusland (28)
1
Prins Frederik
X
Louise v. Pruisen (29)
I
Prinses Marianne d. Ned.
X
Albert v. Pruisen
(30)
Koning Willem III
X
Sophie v. Wurtemberg (31)
I Emma v. Waldeck Pyrmont (32'
Prins Hendrik d. Nederlanden
X
Amalia v. Saksen Weimar (33)
Marie v, Pruisen (34)
Prinses Sophie d. Nederlanden
(35)
X
Karei v. Saksen Weimar
Prinses Louise d. Nederlanden
(36)
X
Karei XV Kon. v. Zweden en N
Prinses Marie d. Nederlanden
Willem v. Wied
(37)
Nol" 1 JOHANNA VAN POLANEN
(1392-1445), de Bredase erf
dochter der Polanens, huwde
Engelbrecht I, Graaf van Nas
sau (1380-1442); 1401-'05 komst
der Nassau's in de Nederlan
den. Engelbrecht was aanvan
kelijk Domproost te Minister,
huwde met Pauselijke dispen
satie. Hij was Stadhouder van
Brabant, bouwde het koor van
de Grote of O. L. Vr. Kerk te
Breda; gaf de stoot tot de op
richting van de Hogeschool te
Leuven. Beiden begraven te
Breda.
No. 2 MARIA VAN LOON HEIKS-
BERG (1424-1502), gemalin van
Jan IV. Graaf van Nassau
(1410-1475), raadsman van Phi
lips de Goede en Karei de
Stoute. De eerste beloonde zijn
verdiensten door hem tot dros
saard van Brabant te benoe
men. Zij stichtte het klooster
„Vredenburg" te Bavel. Door
voorspraak bij haar broer Jan
van Loon, Bisschop van Luik,
werd het H. Sacrament *van
Nieuwervaart naar Breda over
gebracht. Beiden begraven te
Breda.
No. 3 CIMBURGA VAN BADEN
(1450-1501). Haar ooms waren
de in 1480 gecanoniseerde H.
Bernhardus III van Baden tn
van moederszijde Keizer Fre
derik III van Oostenrijk, diens
zoon Keizer Maximiliaan, haar
toen het bericht van de capitulatie dei-
Duitse legers in de noordelijke provin
cies ook Breda was binnengevallen, het
volk en in het bijzonder de rijpere
jeugd, eigener initiatief optrok naar
Anneville bij Ulvenhout, om Haar te
groeten en te huldigen, hij zal erken
nen, uit de volle; levende werkelijk
heid, de kracht van het dynastiek be
ginsel, als centrum, als kern van de
nationale eenheid. Dit toch is een der
meest bijzondere verschijnselen uit de
bezettingstijd over de staatkundige
verdeeldheid heen, werd de natie, in
harde beproeving en schier onzegbaar
leed en ontzettende offers, zich haar
eenheid bewust, een eenheid rondom
onze Koningin.
Maar ook na de bevrijding lieten de
zorgen niet af Haar te vervolgen. In
Oost en West zijn hervormingen ur
gent, naar Indonesië moesten troepen
gezonden worden en jonge levens ge
offerd. De na-oorlogse spanningen, me
nigmaal reacties op opgekropte emo
ties, wekken velerlei bekommernis.
Nevelig, mistig is nog het uitzicht, ook
op de naaste toekomst. Daarom be
grijpen wij. die gaarne Haar onderda
nen zijn, dat deze zwaar beproefde
vrouw rust behoeft, volledige rust.
I aat dan dit ons aller wens, ons aller
bede zijn; moge het Gods wijze
goedheid behagen. Haar, de Prinses
der Nederlanden, in haar levensavond
de grote troost en voldoening te
schenken, dat Zij mag aanschouwen
en beleven:
hoe het volk der Nederlanden, Haar
wreed geschonden volk, bezonnen, met
vaste tred, in beheerste vrijheid, de
weg heeft ingeslagen naar een nieuwe,
zo stoffelijke als geestelijke welvaart,
naar een nieuwe bevestiging van het
recht, het vast geloof aan een pax
neerlandica, het vast geloof aan de
mogelijkheid van een vredig bijeen
wonen van allen in één huis, zoals
onze Koningin dat „Je Mantiendrai'
volgde in Haar lange, bewogen rege
ring van vijftig volle jaren.
neef. Haar broer was Frederik
van Baden, Bisschop van
Utrecht, Gade van Engelbrecht
II, Graaf van Nassau (1451-
1504), Ridder v. h. Gulden
Vlies; stond in hoog aanzien
bij Karei de Stoute, daarna bij
Keizer Maximiliaan. Kinder
loos. Beiden begraven te Breda
No. 4 ELISABETH VAN HESSEN
(1466-1523), afstammelinge van
de H. Elisabeth van Thürin-
gen, dochter van Andreas II
Koning van Hongarije, huwde
Jan V, Graaf van Nassau (1Ï55
-1516). stadhouder van Gelder
land en Zutphen. Beiden De-
graven in het dopr dit echtpaar
te Siegen gestichte klooster.
No. 5 ODIL1A GRAVIN VAN NAS
SAU (overl. Bavel 1495'. Eer
ste priorin van het klooster
„Vredenburg" te Bavel. Te
Breda begraven.
No. 6 CLAUDINA VAN CHALON
overl. 1521) dochter van Jan II
Prins van Oranje, huwde Hen
drik III, Graaf van Nassau
(1483-1538). Stadhouder van
Holland en Zeeland. Veldover
ste in dienst van Karei V,
Ridder v. h. Gulden Vlies.
Graaf Hendrik liet het oude
Polanenkasteel te Breda slo
pen. Bouwde ter plaatse liet
huidige kasteel (K.M.A.). ver
plaatste het oude begijnhof
naar het „Valkenberg", liet o.
m. het Mastbosch aanplanten.
Door dit huwelijk kwamen de
bezittingen van Oranje aan de
Bredase Nassau's. Haar broer
Philibert, vermaakte in 1530
zijn Oranje-bezit aan René van
Nassau, zoon uit dit huwelijk.
René was sindsdien de eerste
Graaf van Nassau met de titel
Prins van Oranje. Aangezien
deze in 1544 kinderloos over
leed, kwam Oranje aan zijn
neef Willem de Zwijger.
Beiden te Breda begraven.
No. 7 JULIANA VAN STOLBERG
(1506-1580), gehuwd met Wil
lem de Rijke, Graaf van Nas
sau (1487-1559), ouders van
Willem de Zwijger en zijn
broers Jan de Oude. Lodewijk
(gesneuveld Mookerheide)
Adolf (gesneuveld Heiligerlee)
en Hendrik gesneuveld
Mookerheide). Willem en Ju
liana te Dillenburg begraven.
No. 8 ANNA VAN EGMOND, GRA
VIN VAN BUREN (1533-1558),
dochter van Maximiliaan van
Egfnond, eerste, jong gestor
ven gade (katholiek) van Wil
lem de Zwijger, Prins van
Oranje (1533-1584), Ridder v.
h. Gulden Vlies/Vader des Va
derlands, krijgsheld en staats
man. Zij was de moeder ven
Philips Willem. Prins van
Oranje Nassau. Anna van Bu
ren werd te Breda begraven.
No. 9 ANNA VAN SAKSEN (1544-
1577), dochter van Maurits van
Saksen, tweede gemalin van
Willem de Zwijger. Moeder
van Prins Maurits. Begraven
te Meissen.
No 10 CHARLOTTE DE BOURBON
(1546-1582), derde gemalin van
Willem de Zwijger, moeder
van Louise Juliana (14) en Ca
tharina Belgica (14a). Begra
ven in de O. L. Vr. Kerk te
Antwerpen.
No. 11 LOUISE DE COLIGNY (15)5
1620). dochter van Gaspard I
de Coligny, vierde gade vnn
Willem de Zwijger. Haar or.il
was Kardinaal de Coligny. Zij
is de moeder van Frederik
Hendrik. Aanvankelijk in
Frankrijk begraven; i« 1621
naar Delft overgebracht.
No. 12 ELISABETH VAN LEUCH
TENBERG (overl. 1579), huw
de Jan de Oude, Graaf van
Nassau, in onze geschiedenis
bekend door de Unie van
Utrecht (1579). Tot 1584 Stad
houder van Gelderland en Zut
phen. Stichtte in dat jaar een
Hogeschool te Herborn. Door
het huwelijk van hun klein
dochter Elisabeth van Nassau
met Christiaan van Waldeck,
wier dochter Maria, Simon VII
von Lippe huwde, waren deze
echtelieden voorouders van
Prins Bernhard.
No. 13 ELEONORE DE BOURBON
(1567-1619). dochter van Hen
drik I de Bourbon-Condé. ge
malin van Philips Willem Prins
van Oranje Nassau - de katho
lieke zoon van Willem de Zwij
ger. Ridder v. h. Gulden Vlies.
In Spanje opgevoed - kinder
loos overleden.
No. 14 LOUISE JULIANA VAN
ORANJE NASSAU (1576-1C44)
dochter van Willem de Zwij
ger en Charlotte de Bourbon,
huwde Frederik IV van de
Paltz (1574-1610), ouders van
de „Winterkoning" van Bohe-
men. Voorouders van Prins
Bernhard, zodat Prins Bern
hard zowel van Willem de
Zwijger als van Jan van Nas
sau afstamt. (Aangezien de
moeder var. Frederik IV, Eli
sabeth- v. Hessen v/Js, telt ook
Prins Ecrnhard de H. Elisabeth
onder zijn voorouders).
No 14a CATIIARINA BELGICA VAN
ORANJE NASSAU (1578-1648)
dochter van Willem de Zwij
ger en Charlotte de Bourbon,
huwde Philips Lodewijk II van
Urnau (1576-1612), eveneens
voorouders van Prins Bern
hard.
No. 15 AMALIA VAN SOLMS 1602-
1675), gemalin van Frederik
Hendrik (1584-1647), bekwaam
veldheer en stedenbedwinger,
stadhouder van Holland. Zee
land en West Friesland. Beiden
begraven te Delft.
No. 16 SOPHIA HEDWIG v. BRUNS
WIJK (1592-1642), huwde Ernst
Casimir, Graaf van Nassau
(1573-1632), veldmaarschalk en
lt. gouverneur van Gelderland,
later Stadhouder van Friesland
gesneuveld voor Roermond.
Begraven te Leeuwarden.
No. 17 MARIA STUART I, Prinses van
Groot-Brittannië (1631-1660),
dochter van Koning Karei I,
gemalin van Willem II Prins
van Oranje, Graaf van Nas
sau (1626-165P), Stadhouder
der 7 Provinciën.
No. 18 LOUISE HENRIETTE VAN
ORANJE NASSAU (1627-1667)
oudste dochter van Frederik
Hendrik, huwde Frederik Wil
lem van Brandenburg 1620-
1688), stamvader van het
Duitse Keizershuis, tevens
voorouders van Prins Hendrik,
gemaal van H.M. de Koningin.
No. 18a HENRIETTE CATHARINA
VAN ORANJE NASSAU
(1637-1708). derde dochter van
Frederik Hendrik, huwde Jo-
han George II van Anhalt Des
sau (1627-16931. Hun dochter
Henriette Amalia (no. 21),
huwde haar achterneef Hen
drik Casimir II. vorst van
Nassau-Dietz, waardoor Ko
ningin Wilhelmina ook van
Willem dc Zwijger afstamt,
(zie 19).
No. 19 ALBERTINA AGNES VAN
ORANJE NASSAU (1634-16961
tweede dochter van Frederik
Hendrik, huwde haar achter
neef Willem Frederik, Vorst
van Nassau Dietz (1613-1664),
Stadhouder van Friesland,
waardoor Koningin Wilhelmina
ten tweede male van Willem
de Zwijger afstamt, (zie no.
18a)
No. 20 MARIA STUART II, Koningin
van Engeland -06(12-16951doch
ter van Jacobus II, Koning van
Engeland, gemalin van Willem
III, Prins v. Oranje, Graaf van
Nassau (1650-1702). Kapitein
Generaal. Stadhoudér van Hol
land, Zeeland, Gelderland,
Utrecht en Overijsel, bekwaam
krijgsman, groot staatsman,
Koning van Engeland in 1689.
Kinderloos, waardoor 't recht
op de titel van Prins van
Oranje op Jan Willem Friso
overging.
No 21 HENRIETTE AMALIA VAN
ANHALT DESSAU (1666-1726),
dochter van Johan George en
Henriette Catharina van Nas
sau, zie no. 18a, huwde haar
achterneef Hendrik Casimir II,
vorst van Nassau-Dietz (1657-
1696) stadhouder van Friesland
Groningen en Drente, Veld
maarschalk (dientengevolge
dubbele afstamming van H.M.
de Koningin van Willem de
Zwijger - zie no. 19)
MARIA LOUISE VAN HES
SEN KASSEL (1688-1765),
huwde- Jan Willem Frisc, Vorst
van Nassau (1687-1711 Moer
dijk -na 1702: Prins van
Oranje. Stadhouder van Fries
land en Groningen. Generaal
der Infanterie. Maria Louise
was een afstammelinge van de
H. Elisabeth, zodat Koningin
Wilhelmina ook door dit hu
welijk var; deze Heilige af
stamt.
No. 23 ANNA. KROONPRINSES VAN
GROOT BRITTANNIë EN
IERLAND (Brunswijk) (1709-
17591, dochter van George II,
Koning van Engeland; gade
van Willem IV, Prins van
Oranje Nassau (1711-1751) in
1748 Stadhouder van de 7 .Pro
vinciën. Anna was van 1752 tot
haar dood gouvernante van
haar zoon.
No. 24 CAROLINA VAN ORANJE
NASSAU (1743-1787), dochter
van Willem IV huwde Karei
Christiaan. 'vorst van Nassau
Weilburg (1735-1788). Generaal
in Nederlandse dienst, o.a.
Gouverneur van Maastricht.
Deze zijn de betovergroot
ouders van Koningin Emma.
Adolf van Nassau, achterklein
zoon van Carolina, volgde Ko
ning Willem III op als Groot
hertog van Luxemburg. Ove
rigens stammen de Koningen
van Engeland, Zweden even
als de pretendent van de
Spaanse Kroon van dit echt
paar af.
No. 25 FRED. SOPU^kpbHELMINA
PRINSES JWF PRUISEN
(1751-1820). ^^dochter van
Augustus Willem. Kroonprins
van Pruisen, gade van Stad
houder Willem V (1748-1800),
aanvankelijk onder voogdij van
zijn moeder tot 1759. daarna
van de Hertog van Brunswijk.
Erfmaarschalk van Holland,
Gouverneur van de 7 Provin
ciën. Door Franse revolutie in
1795 gedwongen naar Engeland
uit te wijken.
No. 26 FRED. LOUISA WILHELMINA
PRINSES VAN ORANJE NAS
SAU (1770-1819). zuster van
Koning Willem I, huwde Ka-
rel George. Erfprins van
Brunswijk Wolfenbuttel (1766-
1807).
No. 27 FREDERIKA, LOUISA, WIL
HELMINA, PRINSES VAN
PRUISEN (1774-1837), dnchter
van Frederik Willem II, Ko
ning van Pruisen, gemalin van
Koning Willem I 1772-1843
die in 1795 gedwongen was het
vaderland te verlaten. In 1813
souverein vorst der Verenigde
Nederlanden; koning in 1815.
Moest in 1839 België aan Leo
pold I afstaan.
No. 27a. HENRIETTE, GRAVIN
D'OULTREMONT DE WEGI-
MONT (1792-1864), tweede ga
de van Koning Willem I, die
door dit morganatisch huwe
lijk gedwongen was afstand
van de troon te doen. Zij
was katholiek, geboren te
Maastricht, woonde op het
Kasteel „Rahr" bij Aken.
No. 28 ANNA PAULOWNA VAN-
RUSLAND (1795-1865). dochter
van Paul I Czaar van Rusland,
gemalin van Koning Willem II
(1792-1849), die zich bij Qustrc
Bras en Waterloo onderschei
den had.
No. 29 LOUISE, PRINSES VAN PRUI
SEN (1808-1870), dochter van
Frederik Willem III, Koning
van Pruiapn, gade van Frede
rik. Prins der Nederlanden
(1797-1881), broer van Koning
Willem II, Veldmaarschalk b.
h. Nederlandse Leger en Ad
miraal b. d. vloot.
No. 30 MARIANNE. PRINSES DER
NEDERLANDEN (1810-1883).
zuster van Koning Willem II,
huwde Albert, Prins van
Pruisen (1809-1872). zoon van
Frederik Willem III.
No. 31 SOPHIE PRINSES VAN WUR-
TEMBERG (1818-1877). doch
ter van Willem I, Koning van
Wurtemberg. eerste gemalin
van Koning Willem III (1817-
1890).
No. 32 EMMA, PRINSES VAN WAL
DECK EN PYRMONT (1858-
1934). dochter van George Vic
tor en Helena Prinses van
Nassau. Tweede gade van Ko
ning Willem III. Koningin Re
gentes 1890-1898,
No. 33 AMALIA, Prinses van SAK
SEN WEIMAR (1830-1872),
eerste gade van Hendrik. Prins
der Nederlanden (1820-1879).
broer van Koning Willem III.
Hij was Prins-Stadhouder van
Luxemburg.
No. 24 MARIA. PRINSES VAN PRUI
SEN (geb. 1855). tweede gema
lin van Prins Hendrik. Beide
huwelijken kinderloos.
No. 35 SOPHIE, Prinses DER NE
DERLANDEN (geb. 1824). zus
ter van Koning Willem III.
gade van Karei, Groothertog
van Saksen Weimar.
No. 36 LOUISE, PRINSES DER NE
DERLANDEN (1828-1871),
dochter van Prins Frederik,
huwde Karei XV, Koning van
Zweden en Noorwegen 11820-
1872). Hun dochter huwde
Frederik VIII. Koning van De
nemarken. Hun kleinzoons:
Christiaan X. Koning van
Denemarken en Haakon VII.
Koning van Noorwegen; hun
kleindochter: Ingeborg huwde
Karei. Prins van Zweden -
ouders van Astrid. Koningin
van België.
Verwantschap met het Bel
gische en de Scandinavische
Koningshuizen.
No. 37 MARIE, PRINSES DER NE
DERLANDEN (1841-1910),
dochter van Prins Frederik'
huwde Willem, vorst van Wied.
Hun zoon Willem was in 1914
vorst van Albanië.
Uit het bo'venstaande blijkt, dat Ko
ningin Wilhelmina. zowel als Haar
Moeder, Koningin Emma. alsook Prins
Hendrik en Prins Bernhard. afstam
melingen zijn van de Bredase Nassau's.
DE ERFOPVOLGING
Tn de Grondwet van 1814 werden bij
uitsterven van afstammelingen van
de koning ais opvolgers aangewezen
de afstammelingen van Wilhelmina
Prinses van Oranje Nassau (no. 26) en
de mannelijke nakomelingen van Ca
rolina van Oranje Nassau (no. 24'.
Hierin kwam wijziging in 1877. De
volgorde van opvolging kwam achter
eenvolgens aan de afstammelingen
van: Prinses Sophie (no. 35). Prinses
Marianne (no. 30Prinses Louise 'co.
36) en Prinses Marie (no. 37). Sinds
de grote wijziging van 1922 bleef bui
ten Prinses Juliana en Hare nako
melingen niemand troon gerechtigd.