I
Overlevenden van Nagasaki.
Bella
kleine JPfetn
„Problemen" in een treincoupé
AIN
Voorjaarskleuren en geuren
over de velden
komst
De gruwel der verwoesting
DE RONDE VAN NEDERLAND
Onze wekelijkse prijsvraag
1
t
il
li
i
1
Ik heb niets tegen fabrikanten
in, dus
e
Luxe
uxe
4
ZATERDAG 10 APRIL 1948
Boekenplank
Smaakvol, vlot èn goedkoop
Huwelijk zonder fundament en de gevolgen
5
ONZE GEZONDHEID
rvarung een
in rust aan
i door be-
wen tot de
3DELBURG
S, Anjelier-
rimgen ter
I S K I L
758—0
sn, du*
roorraad
(i, die al
staat
lcheren.
J. A.
}RT-
er Steen
OpSfpd
\nde met
mannen!
mouwen!,
zdkken!
erf., trek!,
krijgen. Bo-
ditmaal ge-
ïsgrote speer,
uitslag van
VIERDE JAARGANG No. 1046 2e BLAD
De bom, die tienduizenden slachtoffers
maakte onder de bevolking van een grote
Japanse havenstad, redde enkele krijgs
gevangenen waarschijnlijk het leven.
f\p 6 Augustus 1945 explodeerde de tweede Amerikaanse atoombom en d
D maal voor het eerst op een zorgvuldig uitgekozen vijandelijk doeL
groot gedeelte van Hirosjima werd verwoest, haveninstallaties, scheeps-
werven en fabrieken lagen in puin.
Maar de Amerikaanse Generale Staf was niet tevreden De buitenwij-
ken van de stad stonden nog overeind De uraniumbom viel zelfs de geleerden
tegen in het gebruik. De beurt kwam aan het plutonium met een honderd
voudige explosieve kracht
En drie dagen later steeg het Superfort B 29 „The Great Artiste (een
Boeing Stratosfeer-kruiser) op van Amerika's Westkust met een nieuwe bom
aan boord, bestemd voor Nagasaki.
TP EN klein stuk speelgoed leek het,i De rijstschuur is ons behou ge-
toen de professoren de onderdelen weest. Als we ons denkvermogen en
van het wapen samenbrachten en dej gevoel terugkrijgen, voelen we ons
atomische lading aanbrachten Een
vreemde substantie, zo op het oo. on
gevaarlijk.Maar de geheime be
spreking rond het middernachtelijk
uür leerde het anders.
Verbijsterende voorzorgsmaatrege -
Ign waren genomen om elk punt van
het gigantische plan volgens de ver
eiste schema's uit te voeren. F'k dé
tail werd gerepeteerd. Veilige landing^
plaatsen voor geval van nood, koer
sen, de weersomstandigheden onder
weg, de hoogde waarop de verschil
lende vliegtuigen dienen te m oeu-
vreren. De posities van onderzeeërs
en reddingsvaartuigen, want ook de
marine speelt een belangrijke r 1. De
tijden, waarop bepaalde strategische
punten moeten worden gepasseerd,
werden nauwkeurig vastgesteld.
Vóór de bemanningen der toestel
len en de wetenschapsmensen hun
zwemvesten, parachutes, de opvouw
bare reddingsboot, hun zuurstofmas
ker en de noodrantsoenen in ontv mgst
konden nemen, ging een legerpredi-
kant voor in gebed. Precies 3 uur
50 minuten verhieven drie Superfor
ten zich in de lucht. Majoor Chj W,
Sweeney heeft de leiding van deze
vlucht; het is een jongeman van 25
jaar!
TWEE KRIJGSGEVANGENEN
VERTELDEN
Tl/Tet tien man werkten we in het
krijgsgevangenkamp te Nagasaki
aan de bouw van 'n solide rijstschuur
„Hoor jij geen vliegtuig?" We spitsen
de oren, maar horen niets meer. In de
onbewolkte blauwe lucht is niets te
zien. Ja toch, héél hoog een stipje.
Eén vliegtuigdat doet geen
kwaad.
Wat weten we van de code-tele
grammen, die daar op 6 km hoogte
ontcijferd worden? Wie hoort het be
wuste radiosein, waar drie marconis
ten op gewacht hebben? Niemand van
ons ziet het kleine zwartglimmende
voorwerp uit de neus van het Vlie
gend Fort tuimelen.
Het is één minuut over twaalf.
Een helle lichtschittering straalt
eensklaps in onze ogen. Op hetzelf
de moment vlamt een hevig vuur op
boven Nagasaki, verdwijnen als bij
toverslag de schaduwen uit de stra' n
en daalt een gloeiende zon neer op de
houten huizen van een ten dode ge
doemde stad.
Een onbeschrijfelijke hitte golft om
ons heen met een geloei, zoals een
orkaan die in de hevigste vlammenzee
zou veroorzaken. Met z'n tweeën dui
ken we versuft van ontzetting ineen
binnen de beschermende muren van
onze rijstschuur Brandbommen! Gro
te goedheid, zijn die zo heet? Hoeveel
van die krengen strooien ze dan te
gelijk uit?
Maar we hebben geen tijd om er
over na te denken. Het rommelt en
dondert in de lucht met een geknal,
waarvan onze trommelvliezen dreigen
te scheuren. We zien de muren van
onze robuste vesting schudden en voe
len de grond onder ons trillen.
Dan wordt het langzaam don
ker. We voelen ons wegzinken in het
niet en het lijkt alsof de dood zich
over ons ontfermt, zonder pijn.
voortdragen in een diepdonkere nacht
Er zijn mensen om ons heen c er
klinken stemmen, maar we kunnen
niets zien. Toch moet het dag zijn..
Dan dringt de verschrikkelijke waar
heid tot ons door: we zijn blind!
Als het schokken tot rust komt en
de draagbaren neergezet zijn hoor ik
opeens een uitroep van vreugde naast
me. „Ik zie! Ik kan weer zien!" Mach
teloos knipper ik met m'n oogleden,
het bonst in mijn hoofd. Het is ver
geefs De tranen druppen opeens
over mijn koortsachtig brandende
wangen. Ik moet blind blijven.... Le
venslang! Waardeloos voor m'n werk.
Als ik ooit nog weer terugkeer uit
deze hel.
Dan begint het opeens te sc eme-
ren. Een grauw schijnsel dringt er tot
me door. Wat is dat? Het lijkt een on
afzienbare vlakte van versplinterd
hout. Smerige roet- en rookwolken
verduisteren de hemel.
EEN PANNETJE PAP...
Als wij eindelijk volledig bij ken-
nis zijn gekomen en iets beginnen
te begrijpen van de ramp, die de Ja
panse stad geteisterd heeft, vinden
we ons zelf terug in een alles-omvat-
tend verband. We liggen aan de rand
van een ondiepe grot ergens in de heu
veis en kunnen neerzien op de bran
dende puinhopen van Nagasaki. Af en
toe zeulen er mannen met een ge-
improviseerde baar, meestal een lad
der of een oude deur, waarop we het
zielig overschot onderscheiden van 'n
mens.
Veel overlevenden blijken er niette
zijn. Er strompelen Japanners rond
met verschroeide kleren en diepe
brandgaten in het lichaam. De opper
huid hangt in flarden van gezicht en
armen. Ieder gaat schuil achter der
gelijke ontvellingen, grote blaren, bui
len, krassen, sneden en brandv. nden
van elke graad. M'n kameraad blijkt
alle ledematen te hebben gebroken
en glassplinters van zijn bril di ngen
diep in zijn gezicht. 7elf heb ik een
hersenschudding opgelopen en ontel
bare brandwonden. Maar beiden kun
nen we weer zien.
Uiteindelijk zijn we met 70 man bij
elkaar. 70 mensen, die de hel aan deze
LITURGISCHE KALENDER
Zondag 11 April. Wit. 2e Zondag na
Pasen. Mis Misericordia, 2e gebed H.
Leo I. Credo. Pref. van Pasen.
Maandag 12. Wit. Mis van 2e Zon
dag na Pasen. Gloria. 2e gebed van
de H. Maagd. 3e voor Kerk of Paus.
Geen Credo. Pref. van Pasen.
Dinsdag 13. Rood. H. Hermenegil-
dus. 2e gebed van de H. Maagd 3e
voor Kerk of Paus.
Woensdag 14. Wit. Beschermfeest
van de H. Joseph. Mis Adjutor, 2e
gebed (in stille Missen) H. Justinus.
Credo. Pref. van de H. Joseph.
Donderdag 15. Wit. H. Liduina van
Schiedam. Pref. van Pasen. Haarlem:
eigen Mis: Mihi autem.
Vrijdag 16. Wit. Mis van het be
schermfeest van de H. Joseph. 2e ge
bed van de H. Maagd. 3e voor Kerk
kant wisten te ontkomenEn ons
gehele maal bestaat uit één pannetje
pap, dat de kampkok in zijn verbou
wereerdheid gered heeft Eén lepel
tje is mij toegemeten. Ik voel het weg
glijden in m'n keel, maar proeven is
onmogelijk. Ook m'n tong is verbrand.
EEN VLIEGENPLAAG.
W/at weten wij van de radio-actieve
nawerking van de atoombom? We
hebben zelfs geen flauw benul van de
ware aard der explosie. Niemand
heeft ons ooit iets van dit nieuwe wa
pen Verteld. Zelfs de Japanners zijn
niet ingelicht over Hirosjima. Zo valt
het besluit de vochtige omgeving van
de bossen te verwisselen voor de
warme overblijfselen van de stad. En
langzaam daalt ons troepje de terras
vormige heuvels af naar de zwartge
blakerde ruines.
Vliegen fladderen om ons heen.
Ontelbare vliegen strijken neer op 't
open vlees van de gewonden Dood
slaan is onmogelijk, want elke aanra
king van de kwetsuren doet pijn. Ver
band is er niet meer. De wond' be
ginnen te etteren en na vijf dagen zijn
we overdekt met maden, zodat we de
stank en de jeuk niet meer kunnen
verdragen.
Een aantal gewonden sterft van uit
putting. Als zich langzamerhand meer
overlevenden bij onze groep aanmel
den, besluiten de gezonden om de stad
te verlaten.: Nog steeds is er geen
hulp komen opdagen. Weet de wereld
dan nog niet, dat Nagasaki van de
landkaart is weggeveegd?
Weer schuift men ons op geïmprovi
seerde draagbaren. We moeten hier
vandaan, weg van die vliegen. Er moet
hulp komen, met geneesmiddelen, ver
band en voedsel, vóór het te laat is.
Enkele Japanners gaan voorop. Drie
uren duurt die tocht. Soms vordt er
geschuild tegen luchtgevaar. Wat we
ten wij van de oorlog af? Japan heeft
zich overgegeven en we weten het
niet. We zouden alle reden hebben om
te juichen. We hebben gewonnen,
dank zij de atoombom en nu is het
vrede
In plaats daarvan gillen we van
angst bij elk overvliegend toestel. Ver
wonderen we ons, dat het zo stil is om
ons heen.
Het lijkt wel of heel Japan is uit
gestorven!
Als eindelijk de Amerikanen ons
weghalen uit het nieuwe kamp,
waar we wat voedsel en geneeskun
dige hulp hebben gevonden, horen we
de gehele waarheid. Atoomgeleerden
komen ons onderzoeken, we krijgen
speciale voeding en een bijzondere be
handeling tegen radio-activiteit.
Eind September keren we terug in
'i,:
De wederopbouw van de Wieringermeer gaat gestadig voort en in Wierin-
gerwerf zijn de werkzaamheden zover gevorderd, dat men vrijwel van vol
tooiing van de wederopbouw kan spreken. De woningbouw in dit dorp is
zo goed als gereed en de laatste hand wordt gelegd aan het herstel van de
kerken. Wij zien hier een opname van de R. K. kerk te Wieringerwerf in
de steigers. In het begin van het najaar zal ook dit werk gereed zijn.
de bewoonde wereld. We zijn vrij! We
lezen weer kranten en zien foto's van
Nagasaki. We horen, hoe de Japan
ners hun krijgsgevangenen lieten uit
sterven of onthoofden
Hoe vreemd het ook moge klinken:
de atoombom heeft ons het leven ge
red!
(Copy-right „Persbelangen"-De Stem)
GEEFT LEIDING
Door de landelijke kath. jeugdbe
weging is een brochuurtje uitgegeven,
welks titel „Geeft leiding" eigenlijk al
alles te raden geeft. Het bevat een
voorwoord van Z. H. E. Mgr. Huibers
om zich als leider en voorganger voor
de Kath. Jeugdbeweging aan te mel
den. Hoezeer het nodig is valt af te lei
den uit enige cijfers. Ons land telt
200.000 katholieke jongens tussen 12-
17 jaar. Daarvan zijn er 60.000 georga
niseerd in de Kath. Jeugdbeweging.
Maar zelfs voor deze 60.000 komen
nog 6000 leiders tekort. De conclusie
ligt dus voor de hand.
Wij bevelen onze lezers desondanks'
aan de brochure, waarin plaatjes de
tekst verluchten, eens door te lezen.
Zij zal niet slechts verhelderend maar
ook stimulerend werken. Het hoofd
kwartier van de Kath. Jeugdbeweging
Jan van Nassaustraat 7, Den Haag,
wacht met ongeduld ook uw aanmel
ding.
zö moet Uw voorjaarsjapon worden
Maakt ze zélf
Neemt een abonnement op
het uitstekende modeblad
(met gratis uitvoerig raderblad)
IJ ET WAS NIET druk in de trein
coupé, waar ik instapte. Twee da
mes zaten in het hoekje bij de deur
tegenover elkaar, verder was de coupé
leeg. Ik zette mijn koffertje in het net
en ging ongeveer in het midden dei-
coupé zitten, verbaasd over de vele
plaatsen, die leeg bleven. Mijn reisge
zelschap, de beide dames, bleken ken
nissen te zijn, die zo juist, even voor
mij, waren ingestapt en elkander klaar
blijkelijk eerst op het station ontmoet
hadden. Ze hadden elkaar veel nieuws
te verellen, maar al heel spoedig kwam
het gesprek op het huishouden. Een
der dames bleek getrouwd te zijn en
of Paus. Credo. Pref. van de H. Jo
seph.
Zaterdag 17 Wit. Mis van het be
schermfeest van de H. Joseph. 2e ge
bed H. Anicetus. 3e van de H. Maagd.
Credo. Pref. van de H. Joseph.
40 cent per nummer. Verschijnt 2 maal per maand.
De bezorger van „De Stem" zal U graag als abonné noteren.
lenders aan te pas komen, is een liefde
die onrust en angst voortbrengt, ze
mag geen liefde heten maar egoïsme.
Verlangde deze dame naar het moe-
derschap, toen ze ging trouwen?
Wilde ze moeder zijn van één of twee
kinderen om wat gezelschap te hebben
in haar leven? Ze wilde toch niet dat
moederschap, dat zich zelf opoffert en
geeft voor het nieuwe leven telkens
weer, om kinderen voort te brengen,
op te voeden en gelukkig te maken
voor tijd en eeuwigheid. Heeft deze
dame persoonlijk wel een groot doel in
het leven? Is ze zich bewust van een
roeping en een taak? Is ze zelf geluk
kig om het leven en om de eeuwige
bestemming van het leven, zodat ze
vol verlangen is dat mee te delen en
door te geven aan zoveel kinderen als
God haar schenken wil?
Ik heb medelijden met deze moeder,
die gelukkig kon zijn als ze zich zelf
wilde vergeten en haar mooie taak en
roeping in het leven begrijpen kon.
Ik heb ook medelijden met haar twee
kindertjes, die haar zoveel last bezor
gen en voor haar al te véél bluxen te
zijn. Dan denk ik aan een mooi Vlaams
wiegeliedje, dat me weer blij maakt
en ik herhaal voor me zelf enige keren
de laatste stroof:
„Wie zal voor ons kindeke derven
„Het laatste kruimelke brood?
„Wie zal er wie zal er voor sterven
„En lachen om kind en om dood!
„Kleine, kleine moederke alleen
„Kan van uw wiegske niet scheen!"
twee kinderen te hebben, waar ze veel
zorg en last mee had. Ze bleken het
kruis van haar leven te Zijn, die haar
krachten uitputten door de dag, zodat
ze 's avonds dikwijls doodmoe was.
wanneer haar man thuis kwam. „Een
lawaai en herrie dat die twee maken
kunnen", beweerde ze, „meer dan bar.
En je moet er de hele dag bij zijn en
er op letten: dan is het dit, dan dat".
Enfin, heel de dag bleek ze schijnbaar
in touw te zijn voor die twee levens
lustige knapen, zodat ze eerst op adem
begon te komen wanneer ze stil en
zoet op bed lagen. Dit bleek noga! bij
tijds te zijn: 7 uur, zodat ze dan nog
een mooie avond voor zich had „om
nog wat aan het leven te hebben" Dan
volgde er een diepe zucht, welke blijk
baar de hele wereld mocht horen: ,Ik
zeg maar zo: twee is volop genoeg".
Jk bemoeide me niet met dit gesprek
ofschoon het me moeite kostte, maar
las rustig door in mijn tijdschrift. Het
fraaiste echter moest nog komen. Het
scheen zwaarwichtiger en ernstiger te
zijn, tenminste het werd gefluisterd,
maar hard genoeg, dat me geen woord
kon ontglippen. De betreffende dame
was namelijk naar een waarzegster ge
weest, ja! en die had gezegd, dat ze
nog wel vijf kinderen kon krijgen. Dat
was toch wat! En daar was ze nu to
taal door van streek. „Stel je voor nog
vijf, dan bleef er van een mensenleven
niets meer over, dan kon je wel naar
een gekkenhuis gaan of naar het kerk
hof'. Ja, aan woorden ontbrak het deze
dame niet. Ze had het ook tegen haar
man gezegd en gevraagd: „Wat nu?"
Het antwoord van haar man ben ik
niet meer te weten gekomen, want het
werd me te machtig. Ik vroeg haar:
„Gelooft U dat allemaal?" „Wat?"
„Van die waarzegster?" „Nu, zo'n
mens kan dat toch best weten!" Ik
moest lachen, 't Was misschien onbe
leefd maar ik zei haar dat zo'n waar
zegster daar niets van wist, dat het
gewoon bangmakerij was, om haar
kunstgrepen aan de hand te doen en
geld uit de zak te kloppen. Overtuigd
was zij daarvan helemaal niet. Ik zei
haar: „U kunt er misschien nog best
vijf kinderen bij krijgen, dat weet ik
niet, maar die waarzegster ook niet.
Maar veronderstel eens dat U ze krijgt
zullen ze dan niet groot Worden?"
„Groot, groot?" was het antwoord. Ik
had me ook niet gelukkig uitgedruktt
en verbeterde: „Ja, zult U ze niet kun
nen groot brengen en opvoeden? Als U
gewoon rustig Uw plicht doet, U niet
bang maakt, dan zult U zien, dat U er
plezier van hebt." Ik zag wel dat mijn
gepraat langs haar heen ging en ik
had beter gedaan met door te lezen;
het gesprek liep vast. Ik heb haar nog
de troost meegegeven dat: hoe meer
kinderen er zijn, hoe gemakkelijker de
opvoeding is, maar ik weet niet of dit
haar angst en onrust zal wegnemen.
De trein stopte en mijn reisgenoten
stapten uit. Ik kreeg nieuw gezelschap,
de coupé liep vol. Toch voelde ik mij
alleen met mijn gedachten en gevoe
lens. Ik was in het hoekje van de
coupé gaan zitten bij de deur.
waar zo juist de half overspannen en
I nerveuse moeder zat. Het tijdschrift
lag onberoerd op mijn schoot, ik sloot
de ogen en vroeg mij af, welke motie
ven deze dame wel gehad heeft om te
trouwen. Is het liefde geweest? Wat
voor een liefde? Liefde voor zichzelf?
Verlangen om een lekker leventje te
hebben, om „geborgen" te zijn met een
man, die voor haar zorgt. Toch zeker
niet die edele en grote liefde, welke
zich geven wil voor een mooi en groot
doel. Haar liefde is een liefde, die bere
kent, het is geen spontane liefde meer
1
3
T~
1
i
4
1
T-
7
8
8
10
li
u
15
14
15
16
17
1b
lé
30
31
33
33 jESB
34
35
6Q
37
38
29
30
33
33
34
35
36
37
3b
39
40
41
13
43
44
45
4ó
48
19
50
51
53
53
54
55
sb
57
58
59
Horizontaal: 1 plaats in Noordbra
bant, 5 plaats in Noordbrabant, 9 vo
gel, 10 plaats in Noordbrabant, 12
voorzetsel, 13 droesem, 15 vlechtwerk
van dunne repen bamboe, 17 plant,
18 herberg, 19 grillig, 20 plaats in
Noordbrabant, 22 gedwee, 24 troef
kaart, 25 waadbare plaats, 27 tweede
gewas van een stuk hooiland, 29 onder
grondse spoorweg, 31 lichaamsdeel, 32
plaats in Noordbrabant, 33 boom, 34
folterwerktuig, 36 voertuig, 38 kippen
loop, 39 zoogdier, 41 afgesloten ruim
te, 43 plaats in Noordbrabant, 46 vei
lig (Bargoens), 47 vrees, 49 gewas, 51
kleurling, 53 vervoermiddel, 55 vrou
wenmuts, 56 plaats in Noordbrabant,
57 Deense munt, 58 plaats in Noord
brabant, 59 plaats in Noordbrabant.
Verticaal: 1 plaats in Noordbrabant,
2 houding, 3 effen, 4 verstandig, 6
Arabisch opperhoofd, 7 water, 8 plaats
in Noordbrabant, 10 voertuig, 11 anker
touw, 14 vrucht, 15 Bijbels persoon, 16
lichaamsdeel 17 hoofddeksel, 21
plaats in Noordbrabant, 22 Indone
sisch eiland, 23 breiwerk herstellen,
25 verordening (verkleinwoord), 26
laan, 27 plaats in Noordbrabant, 28 ta
kel, 29 Engelse titel (afk.), 30 plaats
in Noordbrabant, 35 schrijfkosten, 37
bezonnenheid, 39 planeet, 40 lang,
buigzaam dun hout, 42 plaats in Noord
Brabant, 43 vistuig, 44 loot, 45 plaats
in Noordbrabant, 46 kunstmeststof, 48
soort biljartspel, 50 onstuimig, 52
plomp, 54 vlaktemaat.
OPLOSSING VORIGE PUZZLE
-herpt-chaam-
---LOR---ALT---
A-SFEER-ORGEL-E
ABT - KEU - PEE - OLM
LUI T - KP - EM-ROEP
SLEUR - SON- LYDIE
T - RIEM-E-LANS-L
--EERDE-----
G - SPOT-L-SOMS-A
RATEL-WEG-PAARS
AKER- TE- AP - KLI T
VOL- ORE- LOS - TOE
E- TABAK-METRO - N
-•-BEN- - - MOE--»
- DORST- BAKEL-
Prijswinnaars: le prijzen (f 5):
Ada Berkhout, Steenbergseweg 297,
Dinteloord en C. Seelen, Stationsplein
376b, Rijen.
2e prijzen 2.50) F. v. d. Akker-
veken, Leeuwerikstraat 19 Breda en
Ella Heyman, B 25, Westdorpe.
WOORGISTEREN is juffrouw Peters
begraven, overleden na een kort,
maar hevig lijden, voorz. v. de Genade
middelen van onze Moeder de H. Kerk.
Bij dit treurig sterfgeval zijn er een
paar opmerkingen te maken. In de
eerste plaats was juffrouw Peters een
braaf mensje, dus mogen we wel aan
nemen, dat ze volmaakt gelukkig is.
In de tweede plaats is zij naar men-
werkt waren, maar dan nam ze een
nieuw.
Ondertussen begon ze er raar uit te
zien, niet meer zo welvarend als ge
woonlijk.
Toen hielpen die tabletjes op een
dag niet meer zo goed. En toen ging
ze de raad opvolgen van buurvrouwen,
vriendinnen, melkboeren en andere
achtenswaardige leden van Kerk en
selijke berekening te vroeg ontslapen.Maatschappij.
Zij was pas 43 Jaar, en tot voor enigeEn toen ze daar geen baat bij vond,
maanden een wolk van een mens i toen ging ze naar de dokter. Héhé, dat
In de derde plaats was het lijden wel I was een lange weg, voordat ze einde-
hevig maar dat het kortstondig was,
dat klopt niet. Dat heeft juffrouw Pe
ters zichzelf wijs gemaakt en daaraan
is ze dan ook gestorven.
Als dokter Haringhuis, die haar be
handeld heeft zijn ambtsgeheim zou
schenden, dan zou hij kunnen verkla
ren, dat jufrouw Peters te lang zelf
gedokterd heeft en dat ze, toen ze ein
delijk onder zijn behandeling kwam.
niet meer te redden was.
En als deze schending van het
ambtsgeheim zou plaats vinden op een
tijdstip, dat de dokter uit zijn hum is,
dan zou hij er misschien aan toevoegen
„Ze was een eigenwijs potstuk", er na
tuurlijk aan toevoegende: „Van de
doden niets dan goeds".
Juffrouw Peters kreeg namelijk een
klein half jaar geleden hoofdpijn.
Zo'n beetje geniepige hoofdpijn. Ze
probeerde het eerst met harenkam-
men, vervolgens met tabletjes. Die
hielpen prima. De hoofdpijn ging weg,
tenminste, totdat de tabletjes uitge-
het voorjaar weer in het land is en
de natuur weer ontwaakt, spoeden
duizenden en duizenden mensen zich
weer met trein, auto of fiets naar de
bloembollenvelden om te genieten van
het feest van kleur en geur.
De vreemdelingen die in ons land zijn,
zullen zeker niet nalaten een bezoek aan
de bloembollenvelden te brengen. Want
in Holland te zijn geweest en die sprook
jesachtige velden niet te hebben gezien,
is voor een buitenlander niet denkbaar.
Zelfs de meest verwende rijke Ameri
kaan. heeft geen woorden genoeg om die
grote bloemenschat te velde te prijzen.
En kleurige kaarten passeren de grens
om in verre landen te worden bewon
derd. Doch helaas, ze kunnen nooit de
wèrkelijkheid weergeven, al zijn de
kleuren nog zo natuurgetrouw.
Een stukje bollen-
geschiedenis
Fantastische prijzen
voor één bol
jfoals er aan alles een stukje geschie-
denis is. zo heeft de bloembol deze
vanzelfsprekend ook.
Westelijk Europa leerde de tulp in 1559
kennen. Conrad von Gemer bracht er en
kele mee uit Constantinopel. De Turken
noemden de bloem „tulepan" en waar-
schijnijk hadden ze de bloem deze naam
gegeven, omdat zij enige gelijkenis ver
toonde met hun hoofddeksel. De be
roemde Nederlandse kruidkundige Clu -
sius, werd in 1573 door keizer Maxlmiliaan
II naar Wenen ontboden. Daar kreeg hij
van de keizerlijke gezant van het Franse
Hof, Augier de Busbecq, wat zaad van
tulpen, maar het zaad was oud en Clu-
sius had niet veel hoop dat het zaad
nog bloemen zou voortbrengen. Des te
groter was de verrassing toen het zaad
werkelijk nog ontkiemde, en er zich na
enkele jaren zelfs prachtige, kleurige
bloemen uit ontwikkelden. In de Noor
delijke Nederlanden heeft Jean de Jonghe.
een priester in Middelburg, de eerste
tulpen gekweekt. Het bleek al spoedig,
dat de bollen in het Noorden beter wil-
en liet is geen wonder als ze mislukt, den groeien en tot bloei komen dan in
Een liefde die gaat uittellen, waar ka- het zuiden.
Tn het begin van de bollentijd, betaal-
-*• den de rijke kooplieden fantastische
bedragen voor één bol, want een bol,
waar zo maar een bloem uit voortkwam,
was toch wel iets bijzonders. Zo'n zeld
zame bloem, zou wel veel bewondering
van vrienden en kennissen afdwingen en
als men dan van zo'n wonderbol dé
eigenaar was, steeg men beslist in aan
zien.
Een geschiedenis vertelt, hoe 'n land
voogd een tulpenbol hevig begeerde,
maar de hoge kosten daarvan onmoge
lijk in contanten kon betalen. Daarom
betaalde hij de bol met 36 maten koren,
72 maten rijst, 4 vette ossen, 12 schapen,
2 tonnen wijn, 4 tonnen bier en 2 tonnen
boter. Dit klinkt als een sprookje. Te
genwoordig zou men ddt een „zwarte**
handel noemen, maar vroeger noemde
men dit een „windhandel". Deze prijzen
werden echter door de hogere autoritei-
ten getolereerd en er kwam een
wettelijk verbod op. Toen ging men zich
met alle ijver en toewijding op de cul
tuur van de bloembollen toeleggen. Er
kwamen echte liefhebbers die het ene
stuk land na het andere in bloembollen
velden veranderden. Met het gevolg dat
jaren later ook de gewone burgers van
deze bloemen konden genieten.
Legende over de Hyacinth
Tie Hyacinth komt waarschijnlijk uit da
buurt van Bagdad en werd eerst in
Italië Ingevoerd. Deze bloem werd al
gauw. om z'n heerlijke geur, een der
geliefdste bloemen. Er wordt ook beweerd
dat rond 1600, in België een bloem ge
vonden was. die grote gelijkenis met de
Hyacinth vertoonde en de naam van „ro
de lelie" had. Er luidt een legende, dat
Apollo, spelende met de jongeling Hya-
cinthus, hem met zijn speer verwondde.
Het bloed van de jongeling kleurde de
aarde rood. En daar waar het bloed had
gevloeid, ontbloeide een bloem zo rood
als het bloed van Hyacinthus. Apollo
noemde deze bloem toen Hyacinthus.
lijk die honderd stappen naar het
spreekuur van de dokter had afgelegd.
En toen is ze geopereerd, maar het
was te laat. Een paar maanden gele
den was het een kleinigheid 'geweest,
maar nu...
Misschien zeggen ze nog wel, dat de
dotters haar hebben verprutst. Maar
wat haar verprutst heeft, dat is het
zelfdokteren, het onoordeelkundig ge
bruik van geneesmiddeljes. Die kun je
vrij kopen, die zijn in het algemeen
onschuldig, mits men op het juiste
ogenblik inziet, dat het te lang duurt
Dat hoort men in te zien na, laat ons
zeggen drie dagen, soms al eerder.
Ik heb niets tegen de fabrikanten,
ook niet tegen de fabrikanten van ge
neesmiddelen. Maar waar ik héél veel
tegen heb, is dat er te veel mensen
spelen met hun gezondheid, door die
fabrikanten te lang de klandisie te
gunnen. Die fabrikanten moeten le
ven, zeker, maar wij ook. En daarvoor
is nodig, dat we niet te lang zelf dok
teren,
r.VWAWUWWliWAi
De Hyacinth die wij nu kennen, wordt
vaak boven de Tulp verkozen, omdat het
natuurgeheim, door het kweken op gla
zen, zo gemakkelijk waarneembaar ls.
Wat anders ln de donkere aarde gebeurt,
ziet men nu in het heldere water zich
voltrekken
Steeds edeler van vorm
en zuiverder van kleur
Steeds meer kwekers hebben zich met
de cultuur van de bollen beziggehou
den. Proeven die genomen werden, le
verden verrassende resultaten op. Steeds
méér grond moest men van de weilanden
afnemen. Maar de waarde van de grond
steeg enorm. Weilanden, eerst niet meer
dan 1500 gulden waard, vertegenwoordig
den als bloembollenland een waarde van
8 a 10.000 gulden.
Haarlem. Leiden, Alkmaar. Lisse, Hille-
gom en omstreken zijn dé bloembollen
streken. Van oudsher is Haarlem het
bloembollenland. En als men al die uit
gestrekte velden ziet, begrijpt men ook
wel dat al die pracht z'n verzorging no
dig heeft en dat daar heel wat mensen
hun kracht aan moeten geven. Als de
velden in de zomer een doods aanzien
gekregen hebben, zijn de kwekers in de
bollenschuren druk bezig. De bollen
moeten nagezien worden, want de bloem
bollenkwekers hebben ook vijanden die
hun gewassen trachten te vernietigen.
Er zijn ratten, kraaien, konijnen, hazen,
die heel wat last en schade kunnen be
rokkenen. Alle bollen moeten dus na
gekeken worden, gepeld, gesorteerd. Dit
werk is voor veel handen.
Nu is het weer voorjaar. En duizenden
mensen trekken weer langs de kleurige
bloemenvelden. De auto's rijden met
gele slingers van narcissen over de
motorkap. De kwekers doen hun best,
vertelden ze ons, om hun bloemen steeds
edeler van vorm te maken en steeds zui
verder van kleur. We willen hebben,
zeggen die kwekers, dat iedereen zegt;
„Tjonge, er is geen land zo mooi als
ons kleine landje."
En nog even dit zei
Hansje Snap tegen
professor Knap
/"(ISTEREN ben lk met mijn vader een
3-" heel eind gaan wandelen. Ik had
een verschrikkelijke dorst gekregen en
toen zijn we ergens een glaasje limonade
gaan drinken. In dat café hing bij het
biljart een bordje waarop stond: „Mas
seren verboden". Wat betekent datï
Professor Knap: Wel Hans.
het feit, dat het bordje zo dicht bij het
biljart hing. bewijst al dat het iets met
biljarten te maken heeft. „Masseren" is
een speciale manier van biljarten die
verboden is. omdat hel groene laken
heel makkelijk daarbij stukgestoten kan
worden.