deB Rusiand-Duitschland 1940-1943 De Jeugd en loscoop Kunnen voor haar de avondvoorstellingen verboden worde.i cLocA De drang naar Dardanellen en Midden-Oosten Geheime onderhandelingen van eind '43 ■pUSLAND'S belangstelling voor da Dardanellen en het Midden-Oos- ten spruit niet voort uit een avontuurlijk na-oorlogsch optimisme zoo schrijft ,.Timc". Het dateert reeds van vóór de Communistisch- revolutie en zal -liet vernietigd worden (alhoewel ze kan gestild wor den) door YVeslersclie ..vastberadenheid en geduld." Om de Dardanel len cn het Midden-Oosten te winnen, was de USSR in 1910 werkelijk cr toe bereid zich aan de zijde der Spilmogendheden te scharen en 'n afzonderlijken vrede met Duitschlaiul te teekencn. Dat zijn geen ge ruchten of bespiegelingen, het zijn feiten wit op zwart en in bijzon derheden bevestigd in documenten die in Duitschland werden buitge maakt en thans in handen van het U. S. State Department. De ge schiedenis. welke in die geschriften te lezen staat, werd „eventjes aan geraakt (en verboden) te Neurenberg. Ze werd opnieuw aangehaald (dcch niet verteld) in het Lagerhuis. Het is geen mooi verhaal, maar een zeer belangrijk stuk geschiedenis. Hier volgt het: /"lp 13 Öctober 1940, juist nadat Duitschlar.d. Italië en Japan hun drieledig pact hadden onder teekend, werd Rusland als vierde lid gevraagd. Ribbentrop schreef Stalin een 19 bladzijden langen brief, waarbij hij het Nazistand punt uiteenzette en hem uitnoodig- de Molotov naar Berlijn te sturen, om ..een gemeenschappelijke bui- teniandsche politiek" te ontwerpen. Op 21 October dankte Stalin von Ribbentrop voor zijn „uiterst leer rijke analyse'' er aan toevoegend, dat Molotov op 12 November te Ber lijn zou aankomen. Toen Molotov arriveerde, leidde von Ribbentrop hem naar Hitier, die begon met te zeggen, dat. ver mits Groot-Brittannió spoedig ver slagen zou zijn, het voor de Groo- te Vier (Duitschland, Rusland, Italië, Japan) hoog tijd was het Britsch Imperium te verdeelen. Hit- Ier voegde er aan toe, dat. vermits Duitschland en de USSR in Oost- Europa hun belangenspheren „zon der wrijvingen" hadden vastgelegd, er tusschen hen geen moeilijkhe- r n zouden oprijzen bij het afhan- r len van grooter problemen. Bv. ou Rusland een uitweg wenschen naar een vrije, warme zee? Het vierde lid der Spil JyTa dit veelbelovend begin ont wierpen Ribbentrop en Molo tov vlug een plan, om Rusland als Vierde groot lid der Spil op te ne men. zij gingen er eveneens over accoord dat de overeenkomst, die dit zou bevestigen, twee super-ge heime protocollen moest bevatten. Het eerste protocol verklaarde, dat Duitschland's stuk Imperium in Zuid- en Centraal Afrika" lag. I.alië's ,.in Noord- en Noordoost- Afrlka", Japans „in Oost-Azië be zuiden zijn huidig Rijk" en Rus- land's „bezuiden het gebied der Sovjet-republiek in de richting van den Indischen Oceaan." In het tweede protocol gingen Duitschland en Italië er over ac coord, aan de USSR in de Darda nellen additloneele rechten doch geen bases toe te staan. Moskou wilde meer TLïolotov nam de ontwerpen mee naar Moskou. Waarschijnlijk was het Kremlin van meening dat het toegestane deel niet groot ge noeg was. Op 25 Nov. ontbood Molo tov Graaf Frledrich Schulenburg, den Dultschen ambassadeur, en zei dat Rusland het accoord met de Spil zou teekenen, tenzij: 1. Het eerste protocol werd ge wijzigd en Rusland meer bepaald „het gebied bezuiden Bakoe en Ba- toem in de richting der Perzische Golf kreeg": 2 Het tweede protocol zoodanig veranderd werd dat „aan de Rus sische land- en zeestrijdkrachten in den Bosporus en de Dardanellen bases werden afgestaan"; 3 Een derde protocol moest aan het verdrag worden toegevoegd om aan Rusland bijzondere rechten in Bulgarije toe te staan. Schulenburg maakte de nieuwe Sovjeteischen aan Eerlijn over. Ge durende verscheidene weken be waarden de Nazi's een diplomatiek stilzwijgen. Toen Molotov, in Ja nuari 1941. om antwoord vroeg, ontving hij een korte nota; „De Duitsche regeering blijft bij haar standpunt, aan dhr. Molotov uit eengezet by zijn bezoek aan Ber lijn." Een maand later, na verdere on derhandelingen aangaande Bulga rije, besloot Hitier 'r tenslotte toe, Rusland binnen te vallen en de „Wehrmacht" tot waakzaamheid aan te sporen. Wat de Nazi's niet konden verkroppen was, dat de hoogere Sovjet-eischen aanstuurden op de controle over Zuidoost Euro pa en het Midden-Oosten. Een vredespoging uyeldra overrompelden de Nazi's zelf Zuidoost Europa, doch te Stalingrad en te El Alamein belet ten Rusland en zyn nieuwe ge allieerden hun de armen van de tang in het Midden-Oosten te slui ten. Omstreeks het einde van 1943, toen de nederlaag der Nazis reeds begonnen was, doch de Drie Groo ter. de md'taire accoorden van Te heran nog niet hadden ontworpen, peilde Berlyn het Kremlin voor 'n mogelijken, afzonderlijken vrede. Moskou wekte by de Duitschers den indruk dat de USSR zou teekenen. indien Beriyn op de volgende eischen Inging: 1. Erkenning van de aanhechting der Baltlsche sta ten door de Sovjets; 2. Russische controle over de Dardanellen; 3. Russische expansie naar het Zui den en Oosten naar Gwadar aan de Arabische Zee; de Duitschers moesten de Sovjeteischen voor de controle over Dairen en Mandsjoe- rije steunen. Opnieuw sprongen de onderhan delingen af. toen do Duitschers weigerden aan Rusland de con trole over het Midden-Oosten toe te kennen. Ten slotte kochten de Sovjets met hun dooden, hun overwinningenen hun bruske diplomatie meer gezag in Oost-Europa dan zy aan Hitier hadden gevraagd. Doch de Darda nellen en de Perzische Golf wer den Rusland's voornaamste doel einden na den oorlog. Die sleutels tot het heel Oostersch halfrond liggen heden verder weg dan in 1940, 1943 of de Lente van 1946. JN DEN BREDASCHEN Raad is door het katholieke lid, den heer Meys, de wensche- lijkheid naar voren gebracht, dat de avondvoorstellingen ;n de bioscopen voor de jeugd worden verboden, en dat deze slechts wordt toegelaten tot een of tweemaal per week te geven middagvoorstellingen, tijdens welke door een nader aan te wijzen (plaatselijk) orgaan voor haar geschikt be vonden films worden ver toond. JJ en W. van Breda bleken het met de gedachte volkomen eens te zijn. Doch is ze. gezien de wettelijke bepalin gen practisch uitvoerbaar? Bij een onderzoek is gebleken, dat elders reeds pogingen in die richting werden aangewend. Zoo bepaalde de Raad der ge meente Gorinchem: „Het is aan een ieder verboden een open bare bioscoopvoorstelling bij te wonen of zich daartoe toegang te verschaffen indien deze vol gens de bij den ingang aange brachte mededeeling, voor hem „niet toegankelijk is", Dit raadsbesluit is bij Koninklijk besluit van 10 November 1939 vernietigd, omdat het, daar de Rijkswetgever welbewust met het oog op de daaraan in zijn oogen verbonden bezwaren geen regeling heeft getrof fen m.b.t, de strafbaarheid van kinderen, die voor hen niet toegankelijke bioscoopvoorstel lingen bezoeken, den gemeen teraad niet vrijstaat op dit punt regelen te stellen. Veeleer zal derhalve voor vernietiging in aanmerking komen een raadsbesluit, waarbij aan kin deren de bijwoning van een bioscoopvoorstelling wordt ver boden, omdat de film tijdens den avond wordt vertoond of niet geschikt is bevonden, of schoon zij wel toelaatbaar is verklaard bij de keuring inge volge de Bioscoopwet Deze wet kent alleen de keuring op toe laatbaarheid. Een tweede mogelijkheid *.er bereiking van het beoogde doel is geregeld in artikel 4 der Bioscoopwet, inhoudende, dat de gemeenteraad bij verordening onder Koninklijke goedkeuring kan bepalen, dat vergunnin gen als bedoeld in artikel 1 der wet slechts met inachtneming van de in de verordening ge stelde voorschriften zullen wor den verleend. Een dergelijke verordening kan het bioscoop bezoek door jeugdige personen, geheel of gedeeltelijk aan ban den leggen. Peeds in 1931 stelde het toen- ma.„ge college van B. en W, aan den Raad voor, een veror dening als bedoeld in artikel 4 der Bioscoopwet in het leven te roepen. De strekking was toen, de nakeuring in het algemeen te regelen. Na krachtig verzet van de zijde der bioscoophou ders werd dit voorstel terugge nomen en stelden dezen zich vrijwillig onder toezicht van de Katholieke Filmcentrale. Het gevaar is nu aanwezig, dat de bioscoophouders, indien de Raad eenzijdig wijziging brengt in de omstandigheden, waaronder de ondertoezichtstelling plaats vond op hun onderwerping zullen terugkomen, waartoe zij toch reeds te allen tijde zijn gerechtigd. Alsdan zal de na keuring in haar geheel dwin gend moeten worden voorge schreven. Daarbij komt dan naar voren een ander bezwaar, verbonden aan het uitvaardi gen van een verordening als bedoeld in artikel 4 der bio scoopwet hierin bestaand, dat een dergelijke verordening niet van toepassing is op de reeds geldende bioscoopvergunningen. Intrekking daarvan kan slechts geschieden op de in de wet ver melde gronden Xjit het voorgaande moet der halve de gevolgtrekking worden gemaakt, dat de huidige wetgeving mede door de aan wezige bijzondere omstandig heden niet toelaat, op korten termijn een wettelijke regeling te treffen, waardoor de jeugd uit avondbioscoopvoorstellingen kan worden geweerd en slechts worden toegelaten tot middagvoorstellingen, die voor haar geschikt zijn. Het komt B. en W. niettemin nuttig voor dat een dergelijke regeling wordt tot stand ge bracht, B. en W. noodigen den raad derhalve uit deze wensche- lijkheid uit te spreken. Hunner zijds kunnen dan bij de daartoe geëigende organen stappen worden gedaan, welke metter tijd de invoering van een doel treffende regeling wellicht mo gelijk maken. O0000000<>c><x><x>0<><>000<>0<>0<>0<><>00<>00<><x><x>000<>00<>00<><>00<>000*j00<x^>b<>0<x><>0<><><>0<><>0c><>0<>00<>00<>00<>000<><>00<>0<x>00<>000<>0<x>0<xx>0 Dat was een gezonde raad cn Atherton wist dat. Belemmerd als ze werden door hun zware kleeren was liet reanen langs dien w.nderigen weg geen gemakkeiyk karwei. Atherton, die in zyn jonge jaren athletisch was was niet in goeden vorm voor deze oefening van ongewone soort en hij voelde al gauw dat zün hart zich moest inspannen op een wijze die verre v vi aangenaam was. Ook zyn geest was jn een ongewonen staat door de buitengewone onthullingen die hem waren gedaan gedurende het afgeluisterd gesprek tusschen Boyce Malvery? .Wat was het geheim van hen beiden? Wat bedoelde Gil lian Clent met haar opmerkingen over een huwelijk met Boyce? maar dat was 't minste probleem van al de raadselen, 't Vertyste- rendst was de opmerking over D ck Malvery het scheen alsof Boycc hem van ce rotsen had neerge schoten. zijn lichaam in den in inham h:d geworpen en deze feiten aan ce Clents had bekend. Als d'at zqo was verklaarde het de plots-* J.vige vrees van Boyce toen hij hoorde van het vinden van het ijk ven den matroos. Maar wat te denken van Jeffery's be trouwbare verklaring, dat hjj D cjc Malvery nog den avond tevoren levend en wel had gezien op het station v:n Shilhampton Haven? „We naderen al ietsnade ren al iets?" hijgde Atherton. ..We komen erj" Hij richtte het hoofd op tegen den wind en zag drat ze een *>unt waren genaderd dat bekend stond als Black Point Kloof een lake, open glooiing op het landhoofd, waar de kustlijn een scherpe bocht maakte naar Shilhampton. Daar boog een nauwe zyweg landin waarts af naar Brychester zich afsplitsend van den kustweg juist op den rotsrend vanaf welke 'men den inham op groote hoogte ovcr- schouwde. Het was het wildste en openste gedeelte van de rotsen; de weg liep onbeschut langs den randonder dien rand. 150 meter er onder, lag een scherpe, donkere rotsdrempel die recht in zee af liep. En toen de kleine groep ver volgens deze woeste plek oprende, uitte een van dë kustwachters die voorop liep een scherpe waarschu wing. „Biyf van den rand weg.... biyf van den rand weg! De wind!" En op dat oogen blik kreeg Ather ton by een tijdelijke opklaring van het maanlicht den man dien ze volgden in het gezicht. Een oogen- blik teekende Boyee's groote. ma gere figuur zich scherp af tegen de lucht en de lichten van Shilhamp ton aan den horizon. Een plotse linge hevige rukwind gTeep hem toen hy de scherpe bocht door moest; zy, die het dichtst by hem waren, zagen hem wankelen en zich er tegen verzetten, zagen, hoe hij er door werd gegrepen en hy er door werd omgedraaid, terwijl zij hun lichamen op den grond naast den weg drukten terwyl ze wortelen, gras en heide grepen om houvast te hebben, ze zagen hoe zyn lichaam werd opgenomen en over den rots wand werd geworpen. Eu boven 't gehuil van den storm hoorden ze zijn kreet toen hij viel. Plotseling zakte de kind af. In de stilte hoorden zy haastige voet stappen op het laatste stukje van den zyweg uit He richting Bryches ter. Een man kwam den hoek om- rennen en kwam hijgend tusschen de mannen terecht. „Wat is dat?" bracht hy uit. „Ik zag een man over den rotswand vallen in den wind. Wie is het?" Atherton drong zichzelf naar vo ren tusschen de kustwachters en de politiemannen. „Wie bent u?" hijgde hij. „Spreek toch. man! U bent De man wendde zyn gezicht om zoodat het maanlicht er helder op scheen. De politieman, die van Marshwyke afkomstig was, uitte 'n kreet. „Groote genade!" riep liy uit. „Het is mynheer Richard!" Richard Maivery maakte een ge baar van ongeduld waarbij hy naar de rots wees. ..Ik zagWie is de man, die daar over den rand viel?" vroeg hij. „Ik zag een oogenblik het licht op zyn gezicht en ik dachtik dachtmyn hemel. Ik dacht dat het Boyce was! U bent Atherton, niet?Ik herinner me ude commissaris van politie. Wie was dat?" „Dat was Boyce". antwoordde Atherton. „De wind greep hem." „En het is hier 150 meter bo ven de rotsen beneden" mompelde een der mannen. Richard Malvery nam een diepen ademteug. Hy keek naar de ver wonderde gezichten om zich heen en toen naar den rand van de rot sen „Daar was het", zei hu, ..precies daar, waar hy viel dat hy my dien avond neerschoot toen ik in Fe bruari naar huis ging. Ik viel over den rand toen ik opzij sprong. Myn val werd gebroken en ik ben hier gezond en wel, zooals u ziet. Maar hoe is het met hem?" Een van de kustwachters ging op handen en knieën en met de han digheid van een zeeman werkte hy zich naar den rotswand, waar hij naar beneden keek. Hij wachtte tot de maan weer eens hoog en helder boven de wolken stond. Toen keek hy lang en strak naar iets dat op den rotsrichel beneden lag en hy keerde terug naar de anderen, ter wijl hy het hoofd schudde. DE DAG BREEKT AAN! DEN uur later, tydens een ver- •c< trouwelyk onderhoud dat hy met Dick Malvery kon hebben in de huiskamer van Redman's boerdery waar ze tot het aanbreken van den dag onderdak vonden, kreeg Ather ton tenslotte gelegenheid een ver klaring te hooren van de verschil lende geheimzinnigheden die hem hadden bezig gehouden. Redman en zijn vrouw, die uit bed waren gekomen, stonden er op hen voor den verderen nacht gast- vryheid te verleenen en nu hadden ze hen beiden verlaten in het ge zelschap van heete koffie en een laaiend vuur, terwijl ze zich by de mannen van Atherton voegden. En Atherton had al aan Dick Malvery verteld wat cr gedurende dien nacht m de hut van de Clents was gebeurd en zyn toehoorder had al les aanhoord met het voorkomen van een man die niet verrast is over hetgeen hem werd medege deeld. Eerder knikte hy bevesti gend by elk der punten alsof hy die in him volle beteekenis begreep. „Ik denk dat u zult zien wat dit alles beteekent wanneer u hoort, wat ik er over te vertellen heb", zei hy. „Ik zal u nu een en ander mededeelen, terwijl we wachten op ons vertrek naar Malvery Hoid. Ik verwacht dat ik het daar opnieuw zal moeten vertellen, maar daarom hoeft u er niet op te wachten. Ten slotte is het niet zoo ongewikkeld. Zooals u weet. kwam ik in Februari naar Engeland terug. Ik vroeg Ste phen Pyke me in Londen te tref fen. Hy vertelde me alles over die cheque. En door die cheque kwam alles aan het rollen." „Die cheque, Atherton. was my gegeven door Hanson, den kapitein van een klein Fransch schip dat tusschen enkele noordeiyke Fran- sche havens en Shilhampton vaart. Meestal ontmoette ik Hanson óf in Shilhampton óf in de hut van de Clents. waar ik dikwyis heen placht te gaan. Ik wedde zoo'n beetje voor Hanson en net voordat ik naar Ca nada vertrok was Hanson me zoo wat 100 Pond schuldig. Hanson gaf me de cheque bij de Clents in te genwoordigheid van Gillian en haar moeder en zei me dat Boyce hem er dienzelfden dag mee had betaald voor een of andere vordering. Ik zag er Boyee's handteekening op, dacht dat alles in orde was en be zocht den ouden Cuffe om haar verzilverd te krygen. Dien avond vertrok ik naar Canada zonder iemand er iets van te vertelien." „Nu komen we tot dien Februari- avond, toen ik terugkwam. Ik was nogal erg opgewonden over die cheque, omdat ik geloofde dat ze door die valsche handteekening die inderdaad valsch bleek vol komen waardeloos was en lk meen de dat het een of andere smerige streek van Boyce was geweest om my te schaden. Mijn gedachten wa ren daar vol van toen ik in Bry chester aankwam. Ik mocht meerij den met den ouden Abinett tot het eind van het dorp Marshwyke en ik ging by Briscoe binnen om eens te kyken of iemand me herkende. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1947 | | pagina 6