Mijmeringen
Wal een Wonderlijke Wereld
Vleeschgerechten
zonder bon"
v_
safgoiteogsQts jatsar
Dakota landde op huizenblok
a
over het
Er was veel liefs, er was ook leed,
maar blijheid en dankbaarheid
vormden de som van de rekening
rpoEN ik een dezer dagen naar den
scheurkalender keek, trof me 'n
bizondere tegenstelling. Je kunt dat
soms zoo hebben, dat je ineens iets
geks te binnen schiet. Ik dacht
zoo: „Kijk, dat ding wordt, al ouder
wordende, steeds dunner en wij
vrouwen loopen groote kans om al
ouder steeds dikker te worden." 't
Was wel een echt vrouwelijke ge
dachte, die me zoo ineens te bin
nen viel, want wij vrouwen houden
nu maar eenmaal niet van dat dik
worden en houden ons nog graag
aan dg slanke lijn. Maar ik had
toch ook de troostvolle gedachte,
dat zoo'n kalender gauwer oud en
versleten eruit ziet, dan wij vrou
wen. Mijn kalender ziet er tenmin
ste na een jaar al geel en verrim-
peld uit, die is afgedaan en versle
ten Ja, mijn weekkalender heeft
nog één blaadje en op de maand-
kalender is de laatste volle rij aan
gestreept, het jaar loopt op een
eindje, het is weer voorbij.
'jJS'et jaar met zijn lief en leed zeg
gen wij. Ja, lief en leed, maar
laten we het leed nu maar eens
vergeten, van ons afzetten, het is
voorbij, maar laten we het lief eens
goed in onze herinnering nemen,
want dat geeft troost, bemoediging
en ook kracht.
We zitten nu in 't hartje van den
winter, in donkere koude dagen.
Af en toe zien we wel even het
zonnetje, maar dat schuift weer
gauw bedeesd weg. Maar als we aan
't jaar terugdenken, waarom zou
den we dan niet terugdenken aan
de blijde lente met zijn voorjaars
zonnetje, met zijn zingende vogels
en jong grisch groen? Laten we
eens terugdenken aan Paschen en
Pinksteren, aan den zomer die
wel niet veel écht zomer was, maar
't was toch vacantietijd.
We hebben heerlijke wandelin
gen gemaakt of reisjes of uitstap
jes. Het jaar heeft met z'n wisse
lende jaargetijden ons veel moois
gebracht en 't is goed aan 't mooie
afgeloopen jaar te denken, zeker
door de moeders.
In 't alledaagsche van ons huis
houden, in het eentonige van ko
ken, poetsen, boenen, naaien en
stoppen en wat er al meer is, is er
toch ook veel moois en liefs ge
weest. We zien dat vaak over het
hoofd en vergeten dat en het kon
ons juist zooveel troost en bemoe
diging geven.
Ta, wat kan er in een jaar al niet
aan moois gebeuren in een ge
zin! En dan staan wij, moeders, er
altijd het dichtst bij. ons raakt het
het meest, want 't gezin draait ten
slotte om de moedér. Denk eens
aan een blijde gebeurtenis, die voor
viel, dit afgeloopen jaar. Wat een
maanden verwachting en dan ein
delijk de blijde dag, de vreugde in
't gezin om 't nieuwe broertje of
zusje, de vreugde bij moeder zélf.
Ziet U ze nog staan Uw kinderen
om 't wiegje, vol verrukking om het
wonder en de blijdschap in hun
oogen? Of denk eens aan Uw com
muniekantje. dat ge mee hielp voor
bereiden. Wat keek ge Uw kind na
toen het voor 't eerst Jezus ging
ontvangen en wat een geluk ging
er toen door Uw moederhart! En
met wat een echte moedertrots
naamt ge Uw kind mee naast U
toen het voor den 2en keer ter H.
Tafel ging. Denk eens aan de ver
jaringsfeestjes thuis, een verlovings
feest, of trouwdag van uw groote
zoon of dochter, of aan uw eerste
kleinkind, dat ge ontroerd in uw
armen naamt. Wat een blijde da
gen allemaal voor U. Zoo kan men
doorgaan en peinzen over nog zoo
veel goede dingen: over al de blijde
speeluurtjes met Uw kinderen, hun
strelende vreugde met een geschenk
cp hun verjaardag, hun blij gebab
bel op een wandeling U voelde U
gelukkig, omdat uw kinderen het
waren.
Zeker er zijn natuurlijk ook droe
ve dragen geweest. Toch lag hier
ook weer geluk in voor moeder, om
dat ze als moeder droefheid mocht
wegnemen, pijn verzachten, zieken
troosten en misschien zelfs sterven,
den heeft kunnen omringen met
haar liefde. Ze zag de kleinen en
grooten tot haar komen met hun
eigen droefheid en moeilijkheden
en al deed het haar pijn, omdat
haai- kinderen het soms moeilijk
hadden. Ze was toch blij en geluk
kig omdat ze kon helpen en troos
ten
Vie, zoo is er dan haast weer een
jaar voorbij gegaan. Een moe
der kan zich op 't eind van 't jaar
niet anders voelen dan blij en ge
lukkig, omdat ze zooveel liefde heeft
kunnen geven, wat ze immers graag
doet. Ze gaf zooveel zon in het
gezin. Natuurlijk hebben we onze
gebreken en maken we fouten daar
zijn we menschen voor. We zijn
vaak zoo korteichtig.Tjdel, gemak
zuchtig, o en zooveel andere gebre
ken, die ons de baas spelen. Maar
wij weten, dat God alles vergeeft als
onze wil maar goed is en dat alle
goeds van 't afgeloope jaar is op
geteekend voor de eeuwigheid. Daar
om gaan we niet bedrukt, maar blij
het jaar uit. En laten we bij 't af
scheuren van 't laatst blaadje van
onze oude versleten kalender even
God danken voor al het goede, dat
Hij ons gaf. Dan kan de kalender
weg. We hangen een nieuwe op en
gaan vol moed 1947 in. Zalig Nieuw
jaar.
In Londen werd op een modeshow
een wollen japonnetje onder de aan
dacht van de dames gebracht. Het
werd aangediend als een „cocktail''
kleedje van grijsgroene kleur.
ÜEN DAKOTA-vlieg-
tuig veegde vorige
week de daken van een
huizenblok ln Ruislip
(Aïiddlesex. Engeland)
en kwam op de boven
verdieping van de wonin
gen tot rust. De uit drie
koppen bestaande be
manning en enkele pas
sagiers daalden langs 'n
ladder af naar den be-
gonen grond; behalve en
kele blauwe plekken
hadden zij geen verwon
dingen opgeloopen.
Cockpit en cabine van> 't
verkeerstoestel bleven
volkomen intact, maar
de vleugels braken af.
Een ervan kon direct
van het dak verwijderd
worden, de andere vond
men in een achtertuin
tje terug.
Ook van de bewoners
der huizen werd nie
mand gewond, wat ech
ter niet wil zeggen, dat
zij juichten toen het vo
geltje in de goot kwam
zitten. Want zóó was al-
.es keurig netjes in. hun
woonkamers opge-
Doetst voor de Kerstda
gen en zóó waren de
selfde kamers een ver-
:ameling van kalk.
{paanders en gebroken
lakpannen.
Een op denzelfden dag
gertjouwd paartje, dat
's avonds een der hui
zen wilde gaan betrek
ken vond, inplaats van
een dak een complete
vliegtuigromp erop.
De familie Zigmond
vond het een wonder,
dat zij er levend af was
gekomen, want moeder
was in de huiskamer en
de 4 maanden oude Da
vid sliep boven. Vader
Zigmond, die in den tuin
was, zag de Dakota het
dak van zijn huis vegen
Hij rende naar bov^n en
vond den kleinen David
ongedeerd in zijn wieg.
Met kinderlijke verwon
dering staarde hij naar
het plafond, dat door
boog onder het gewicht
van het vliegtuig.
Beter voorkomen.
]%/|EVR. EVERGREN uit
Kansas City (U.S.
A.) kwam het politie
bureau binnenhollen en
deed een heel verhaal
van een boef die haar
Dnderweg had aangerand
en die getracht had,
zich met haar hand-
tasch uit de voeten te
maken. Haar relaas werd
onderbroken., door de la
waaierige binnenkomst
van een mannetje, dat
stomverbaasd halt 'en
front maakte voor de
drukdoende dame en
met zijn wijsvinger in.
haar richting priemde.
„Die is het," zei hij.
,.Wie, wat", zei een
der agenten.
,.De juffrouw, die me
tegen den grond heeft
geslagen met haar para-
pïuie, toen ik haar wil
de vragen hoe laat het
was," zei het mannetje"
OO<x>OOOC<>O<><>C<><X>OO<>OO<>C<><>C^O<>C^OO<><K>O^^<><>O<>
TIET Voorlichtingsbureau van den
Voedingsraad geeft een tweetal
recepten van bloedworst, die kunnen
helpen by het bereiden van den
warmen maaltijd of het beleggen
van het brood.
Blocdworsthaché.
300 g bloedworst, 1 ui, 4.5 dl. (3
kopjes) water. 30 g (ca. 2 eetlepels)
boter of margarire, plm. 25 g (3 eet
lepels) bloem of ander bindmiddel,
peper, zout, azijn, laurierblad.
De boter of de margarine smel
ten en hierin de in dobbelsteentjes
gesneden bloedworst bakken (plm.
15 min.). De laatste 5 minuten de
gesnipperde ui meebakken en als
deze lichtbruin is. het water toe
voegen met laurierblad, azijn en
zout. Alles ongeveer 10 min. zacht
jes laten stcwen en het vocht bin
den met de aangemengde bloem.
De haché op smaak maken met pe
per, zout en eventueel nog wat
azijn en het laurierblad verwijde
ren.
Bloed worst beignets
TI7E LAZEN ERGENS dat de bewo-
ners van een landstreek in Por
tugal, rond de middaguren van een
recenten dag, een groote lichgele
schijt langs den hemel zagen schuiven
en zich verwonderd afvroegen., wat
het toch wel voor een ding kon zijn.
De zon dachten wij, maar we knnnen
het natuurlijk mis hebben.
200 g bloedworst, 1 groote ui, bloem,
water, zout, boter of margarine. De
bloedworst in vier even dikke plak
ken snijden en bedekken met een
schijfje ui. Op de ui wat zout
strooien en van bloem en water een
dik papje maken. Hierin de plak
bloedworst (met het schijfje ui er
op) leggen en ook den bovenkant
met het papje bedekken. Boter of
margarine smelten en hierin de
beignets aan beide zijden lichtbruin
bakken (plm. 7 min.).
I,)M
prosfrssm
ZATERDAG 28 DECEMBER.
HILVERSUM I. 7.00 Nieuws.
7.30 Gram.; 8,00 Nieuws; 8,15 Gram
9.00 Gram. 9.30 Schotsch ork. 10.00
Morgenwijding, 10.20 Radiofeuille
ton; 10.35 Continubedr.; 11,45 Fam.
ber. Indië; 12,00 Mimosa-ork. 12,20
Sextet; 12.40 Cantate; 13.00 Ned.
Strijdkr. 13.30 Zang; 13.45 Sport;
14,00 Ork.; 15.00 Bijeenkomst F. v.
d. A.; 17.30 Vaudeville-ork.; 18,00
Nieuws; 18.15 Kees Pruis; 18,30 Ned.
Strijdkr.; 19,00 Zang; 19.30 V. de
rijpere jeugd; 19,45 Wederopbouw;
20.08 Act. 20.20 „Metropolichinel";
20.50 Lezing; 21,05 Eddy Walis, 21.30
Hcorspel; 22.05 Geval', progr. 23.00
Nieuws; 23.15 Puzzle! 23 30Filmmuïj.
HILVERSUM II. 7.00 Nieuws;
7,30 Morgengebed; 7.45 Maria ter
eere; 8.00 Nieuws; 8.15 Gram.; 9.30
Waterstanden en pol. ber.; 9,50 Pa-
blo Casals; 10.20 Bekende dirigenten
10.45 Voordr.. 11.00 Zonnebloem;
11.45 Muziekkalender. 12.03 Zang en
piano; 12,30 Ork.; 13,00 Nieuws;
13,15 Ork.; 14.00 Zangspel; 15.00
KRO-kiosk; 15.15 Jonge kunste
naars; 15.45 Gram.; 16,30 Causerie;
17,00 Wigwam; 18.00 Piano-duo;
18.15 Weekoverz.; 18,35 Weensche
muz.; 18.50 Als ik slapen ga; 19.00
Nieuws; 19.15 Gram.; 19,30 Hoor
spel; 20.05 Gewone man; 20.15 Gram
20.30 Lichtbaken 21.00 Zondagspot
pourri; 22,00 Verzoekpl.; 22,35 Le
zing; 22.45 Avondgeb. 23.00 Nieuws
23.20 Klassiek concert.
OOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO-, OOOOOOOOOOOOOO ooooooooooo<><xx>o<x>o<><>ooo<><><><x><><><x>ooooo<>o<><x><>ooo<><><xxx><>
Als één man keek 't heele zaaltje
naar de twee kustwachters die er
in geslaagd waren met de andere
toeschouwers binnen te glippen en
nu in een hoekje stonden samen
geperst. Stubbs wees naar hen.
„Ik was van plan, deze kust
wachters een paar vragen te stel
len," vervolgde hij. „Deze inham
behoort tot him dienst en zij zul
len meer dan ieder ander afweten
van wat er gaande is."
De lijkschouwer gaf den oudsten
van de twee kustwachters een wenk
om dichterbij te komen en de man
kwam nader met een uitdrukking
van de hoogste verrassing op z'n
gezicht. Hij had er geen bezwaar
tegen zeide hij, te worden onder
vraagd en elke inlichting te geven
die hij kon geven, maar hij zou
niet weten, wat te vertellen. Hij
had geen bijzondere reden, zich den
avond van den 27sten Februari te
herinneren. Hij herinnerde zich ze
ker. dat er omtrent dien tijd niets
buh ongewoons aan de hand was en
ook li£,d hij toen vreemdelingen
noch gehoord, noch gezien.
„Ik zie niet in. waar deze onder
vraging goed voor is" merkte de
lijkschouwer op. „Wilt u nog iets
weten."mijnheer Stubbs?"
Stubbs maakte duidelijk dat er
niets ws, dat hy liever deed. Hij
keek den getuige aan met het uiter
lijk van iemand, die alles haarfijn
wenscht uit te pluizen.
„Hebt u wel eens opgemerkt,
dat er hier smokkelaars in den in
ham komen?" vroeg hij.
De kustwachter weifelde en keek
naar den lijkschouwer.
,Ik geloof, dat ik deze vraag niet
mag beantwoorden zonder toestem
ming van mijn superieuren, mijn
heer", zei hij.
„Precies precies!" stemde de
lijkschouwer toe. „Ik meen dat we
hiermede niet verder kunnen gaan,
mijnheer Stubbs. Ziet u de kust-
wachtdienst zou hieromtrent zijn
eigen plannen kunnen hebben
en
,.,HeeI goed, mijnheer", interrum
peerde Stubbs. „AU right, mijnheer.
Natuurlijk, geheime methodes!
Maar het publiek zal er het hare
van denken, mijnheer de lykschou-
wer. Dit is evengoed als een be
wijs van hetgeen ik heb gezegd.
Deze inham wordt van tijd tot tij"d
bezocht door smokkelaars en ik zeg
dat die arme jongen evengoed door
smokkelaars gedood kan zijn als
door Jacob Elphiek. En niemand
zal uit mij een definitieve uitspraak
krijgen! Ik-zeg, dat deze zitting zal
dienen te worden verdaagd voor
verder onderzoek."
Klaarbiykelijk had Stubbs groo
ten invloed op zijn mede-gezwore
nen. Geluiden van instemming met
zijn woorden rezen rondom hem op.
En aan het einde verdaagde de lyk-
schouwer de zitting tot over twee
weken.
Atherton. die met Blake het
zaaltje verliet, voelde zich plotse
ling bij zijn elleboog gegrepen en,
zich omdraaiend, stond hij van
aangezicht tot aangezicht met
münheer Stubbs.
,„Gaat u en uw vriend een mi
nuutje met me mee naar huis.
commissaris," zei Stubbs vriend
schappelijk. „Ik zou met u samen
eens een paar woordjes willen pra
ten."
DE THEORIE VAN MIJNHEER
STUBBS
ATHERTON kende evenals de
lijkschouwer Stubbs reputatie
als een kletskous en een bemoeial
geneigd, drukke bezigheden voor te
en een oogenblik voelde hij zich
wenden voor een excuus. Maar
daar hij- zich herinnerde dat
iemand dikwijls daar inlichtingen
kon verkrijgen waar hij ze het
allerminst verwachtte, liet hij zich
zelf door de straat leiden naar den
winkel van Stubbs. Blake. die heele
maal niet begreep, wat hij van de
ontwikkeling der gebeurtenissen
ter zitting moest denken, volgde in
bun zog. En voor ze erg ver had
den geloopen, deed de kruidenier
hen door een blik en een gebaar stil
staan.
„Daar is ze!" zei hij zachtjes. „Ik
dacht al, dat ik die oude heks in
een hoek van dat zaaltje had zien
staan! Daar komt ze uit de zaai
van Filson."
Blake keek door de straat en zag
een oude vrouw die een slagerswin
kel uit kwam. Zij trok vooral de
aandacht door haar lengte en haar
lichaamsbouw, een groote, spichtige
oude vrouw, gespierd en rechtop in
weerwil van haar leeftijd. Maar alle
andere uiterlijkheden waren van
geen belang wanneer men keek
naar het gerimpelde en gegroefde
gezicht, de zwarte, verwarde ha
ren en de koolzwarte oogen onder
den vreemd-gevormden tuithoed.
Deze hoed en een groote jas, die de
draagster van hals tot hielen om
hulde en door zijn tint en peleri
nes afkomstig scheen van een of
anderen voerman van een eeuw te
rug, omhulden en beschutten de
merkwaardige figuur met een soort
geheimzinnigheid; maar de gloeien
de oogen brandden ln de schaduw
met een vreemde hevigheid en
waakzaamheid, zoodat Blake zich
niet al te prettig voelde toen ze
doordringend op hem rustten.
Toen merkte hij op dat deze vreem
de verschoning bij haar wandeling
over de straat gebruik maakte van
een boonestaak als staf en dat ding
werd zoo luchtig gehanteerd alsof
het een wilgentwijgje was. Met een
vraag in zy'n oogen wendde hij zich
tot zfln metgezellen.
„In vroeger tyden", merkte
Stubbs sarcastisch op, „zouden ze
korte metten maken door dat oude
mirakel als een heks" te verbran
den dat was een goede oprui
ming! Aha! Ik dacht al dat ze op
die zitting eens zou komen neuzen
om te hooren wat er aan de hand
was."
„Dat is de oude Barbara Clent."
merkte Atherton op, toen hij Blake's
vragenden blik ontmoette. „Een
schilderachtig oudje, niet?"
„Myn vrouw en ik", zei Stubbs,
„typeeren die oude vrouw altijd als
de Heks van Endor. Ze zou een
pracht model zyn voor een of an
deren artist die iets in dien geest
zou willen schilderen. In den tyd
van myn grootmoeder, heeren, zou
den ze gezegd hebben, dat de oude
Barbara het bebze oog had. Of
twee booze oogén dan. Kom bin
nen. commissaris, kom binnen,
mijnheer, zeer vereerd u te mogen
begroeten in mijn nederige woning."
Stubbs ging zijn bezoeker voor
door den winkel waar een gezellige
atmosfeer hing van thee, koffie,
kaas en spek, naar een behagelyke
zitkamer, waar hy, na de deur te
hebben gesloten met een gebaar
van uiterste geheimzinnigheid, gla
zen. karaffen, soda-water en siga
ren te voorschyn haalde en op
merkte dat niets zoozeer de behoef
te aan een kleine verfrissching op
wekte als een lijkschouwing. Hij
stortte zyn gastvrijheid over zijn
bezoekers uit en bediende tenslotte
zichzelf. Daarna nam hy zyn si
gaar uit zijn mond en begunstigde
Atherton met een knikje en een
knipoogje.
„Merkte u niet op, dat ik nogal
doortastend optrad op die zitting,
commissaris?" zei hij. „Mijn poot
stijf hield?"
„Ik veronderstel, dat u dat ge
rechtvaardigd achtte, mijnheer
Stubbs", antwoordde Atherton. „Ik
moet eerlijk bekennen, dat Ik nog
al verrast was."
„Precies, mynheer. U aanvaardde
wat we zouden noemen de klaar-
blijkelykheid, het oppervlakkig aan
zien van deze zaak," zei Stubbs
vroolijk. „Ik niet. Er is heel wat
voor noodig, heeren, mij ervan te
overtuigen, dat die oude Jacob
arme oude bliksem den jongen
voor wien we de zitting hielden,
heeft gedood."
„Wat dunkt u dan over wat Ja
cob telkens maar weer zei op zijn
sterfbed?" vroeg Blake.
(Wordt vervolgd)