Wal een Wonderlijks Wereld HET NUMMER De heirekkelijkheid der Concentratie Atoombom reeds Verouderd Radioprogram "DEINZEND over wat ik 's avonds zou doen om de krant van den volgenden dag vol te krijgen, belde ik na eenig beraad mijn vriend Eugenius op, een sportkei van je welste. Een afspraak volgde. Toen ik des avonds naar de noga] afgelegen woning langszij de vaart toog, was ik wat blij m'n oude skicap over mijn ooien te hebben getrokken, want het waaide en regende schrikbarend Eenmaal biimen bü den snorrenden haard, ontdooide ik spoedig waaraan ove rigens wat vriend Eugenius aan rantsoen van de distilleerderij had overgehouden, niet vreemd was. Na een reeks inleidende vragen stevende ik op mijn doel af. Zeg Eug, opende ik het offen sief, je zit er nogal goed in, hoe sta jij nou tegenover concentratie en mental-training? Den laatsten tijd loopen daarover de geesten warm en de vulpennen leeg. Voor ja broodje heb jij bovendien in het dagelijksche leven een massa met psychologie te maken en dat hoort er, geloof ik, ook zoo'n beetje bij. Dus steek maar van, wal. En Eug deed het met graagte, want het onderwerp lag hem na aan het hart. Een half uur sprak hij aan één stuk door over wat Joris v. d. Bergh en Karei Lotsy ieder afzon derlijk op dit terrein hadden ont dekt en de resultaten die met deze ontdekkingen worden bereikt Zelf hakte hij ook met het bijltje en de resultaten waren verbluf fend! Als je gedachten niet volko men geconcentreerd zijn bü datgene wat je je tot doel stelt, kun je even goed een prop watten in plaats van hersens in je hoofd ronddragen. zpoen ik eindelijk gelegenheid kreeg listig op te merken, dat het toch cok wel zoo is, dat er na enkele süccéssen tot veler verbazing plotseling een afgrondelijke inzin king plaats heeft, vatte Eugenius vuur. Na een fel en lang debat gaf ik er eindelijk Jen brui aan en greep naar mün leeg glas, welk welsprekend gebaar door Eug werd begrepen. Goed voor de verkoudheid zei Eug, terwijl hü aan zün glas nipte. Ik heb vanmiddag staan visschen. Hé, doe je dat ook al? Ja, maar niet naar visschen. Je kent m'n jongste, Sjors wel Nou daar heb je ondanks zün 4 jaartjes je handen aan vol. Wathü los of vast in handen krijgt, depo neert hü in de vaart. Zoo heb ik al kunnen visschen naar een kin derwagen, een step en weet ik wat al niet meer. Vanmiddag kwam ie me vertellen dat m'n fietspomp was verdwenen. ,J?omp plons", dat was duidelijk genoeg. Gewapend met een hark trok ik naar het wa ter Sjors waar ligt ie? Dan begin je te visschen, maar niets hoor. Ligt ie hier Sjors? „Nee vader daar." Dan begint je bloed ondanks den kouden regen toch wel te krie belen. M'n buur man, die zich ver plicht achtte om mee te helpen visschen. want sinds jaar en dag leent ie dat ding, werd na verloop van tüd korzelig. „Je moest dien aap Blijf dan zitten, zeg je woe dend. Maar een kwar tier later probeer je opnieuw. „Kom niet", klinkt het uit den kelder. Je geeft het op en laat het probleem verder maar aan je vrouw ter oplossing over. Of moet je soms zeggen: Sjors, mün jongen, wees niet zoo flauw en kom nou asje blieft naar boven? We zün op een ander onderwerp overgestapt, maar bü liet af scheid nemen kon ik niet nalaten langs mün neus weg te vragen: - Apropos, over concentratie ge sproken, die Sjors van jou heeft in ieder geval geen lessen in concen tratie noodig. Sjors kom eruit! eens stevig onder handen nemen," luidde zün advies. Ik zeg: ga je gang maar, daar komt de lieveling aan. Nou, Sjors knipperde niet eens met z'n oogen onder de berisping. Toen buurman was uitgesproken, zei hü: Oooo, trok een grimas, sis te een scheldwoord en verdween met autoriteit. Het valt om den drommel niet mee dien bengel op te voeden. Warempel, ik weet niet hoe ik hem moet aanpakken. Ik zal je niet ver moeien met over al zün streken te vertellen. Laat ik je nog eens in schenken. Laatst had hü 't wel erg bont gemaakt. Wacht maar manne tje, ik zal je wel krügen, dacht ik bü mezelf en stopte hem in den kelder. Dat was tot nu toe een onbekend oord voor den deugniet en ik had er de beste verwachtin gen van. Nou huilt Sjors nooit» en ook nu zweeg hü als het graf. Dat was alvast een teleurstelling. Ik wil maai- zeggen, dat zwügen bevalt je niet; zoo'n kelder is tenslotte een ongezond verblüf en je maakt Je meer zorg. Na een kwartier zwaai je met een boos gezicht de deur open. Zit me die aap doodgemoe dereerd met zün armen over elkaar op het.trapje. Sjors kom eruit! zei ik met een barsche stem. Kom niet, antwoordde Sjors. rve Britsc-he afgevaar- digde in de poli tieke commissie van de UNO, sir Hartley Shaw- cross sprak dezer dagen tijdens een zitting, de volgende aangenaam klinkende woorden „Er is geen reden, om de atoombom te be schouwen als het ver schrikkelijkste wapen dat er bestaat. Er zijn nog vernietigender wa pens, die in deze com- m'ssie nooit bij name zijn genoemd, maar wier bestaan bekend is." Sir Hartley zeide ver der, dat hij niet diep op het onderwerp kon in gaan, maar dat hij wist. dat geleerden proeven aan het nemen waren met destructiemiddelen, die de atoombom naar de tweede plaats op de lijst der vernietigings wapens zouden dringen. „Ik ben het maar" T"Ve omstandigheden der laatste weken heb ben den Amerikaan- schen komiek Joe E. Le wis populair gemaakt. Want het begin van elke uitvoering weet hij onmiddellijk de lachers op zijn hand te krijgen, door op te merken: ,,ik ben Joe E. Lewis en niet John Lewis, de mijnwerkersvakbond' bons.'' Ondernemend *p\e Amerikaansche too neelschrijver Martin Gabel Is Shakespeare's Koopman van Venetië aan het herscheppen. Hij wil Shylock een sympathiek karakter gc ven. Men moet wel bij zonder optimistisch zijn om iets dergelijks met hoop op 'succes te kun nen aanpakken. Onsterfelijke liefde FjHoen de oorlogsbruid- jes uit Euston (En geland) Birkenhead bin- nenstoomden, om zich aldaar ln te schepen op de zeeboot Empire Brent d:e hen naar Ca nada moest brengen, kwam men tot de ont dekking, dat er twaalf minder waren dan bij 't vertrek uit Euston. Zij waren van gedachten veranderd tijdens een oponthoud van 24 uur, veroorzaakt door dc aan varing met een andere boot. Om het spreek woord, dat de een zijn dood den ander zijn brood Is, recht te doen wedervaren, gal men de vrijgekomen hutten aan 12 andere naar Canada smachtende meisker.s. Vergeetachtig TJet gebeurde achter de coulissen van 'n patronaatstooneel er gens in NederlandEr werd een verzetsstulc gegeven en het doek zou opgaan voor het 2e bedrijf. Plotseling vloog de deur van de kleed kamer open en de hoofd rolspeler, die gereed moest staan om enkele tirades op Hitler ten beste te geven, kwam binnenvallen, gehaast cn zenuwachtig. ..Zeg jongens", zei hij, ver tel me eens vlug hoe heet d e kerel met dat snorretje ook al weer. die niet kon uit staan dat de menschen met hem lachten/'' ©OOOOGCOe OG©O©OOOOOGOOOOOOGOOOOGOOOGGOe>OOO©OOeO0OOOOOC ©O0OOOOOOOOOO DINSDAG 10 DEC. HILVERSUM I: 7 nieuws, 7.30 gram., 8 nieuws: 8.15 gram.; 9.15 morgenwijding» 9.30 gew. muziek; 9.45 Arb. vitaminen, 10.35 Mozart. 10,50 kleuters; 11 viool en piano; 11.45 fam. berichten Indiê; 12 Lyra trio; 12,30 Platteland; 12.40 Pierre Palla: 13 nieuws; 13.15 Musette: 13.45 gram.; 14 causerie; 14120 zang en piano; 15 lezing; 15.15 zang; 15,30 symph. orkest, 16.30 gram.; 16.40 schoolbel; 17 piano; 17,30 zang; 17,45 Rijk overzee; 18 nieuws; 13.15 operazang; 18.30 Ned. strüdkr.,; 19.05 Bach; 19,45 lezing; 20.08 Echo; 20.15 Bonte Dinsdagavond: 21.30 koor; 22.15 buit. overz.; 22.30 Con tact; 23 nieuws: 23.15 gram.; 23.30 Skyin asters. HILVERSUM II: 7 nieuws; 7.30 morgengebed; 7,45 strükork.; 8 nieuws; 8.15 gTam.; 9.50 Lichtbaken 10.15 viool; 11 muz. kalender; 11.30 Als de ziele luistert; 11.45 koor; 12,03 cello; 12,30 orkest; 13 nieuws; 13.15 stafmuziek; 13.45 lezing; 14 gram.; 14.30 hoorspel; 15 Grieg; 16 Zonnebloem; 16.30 Vuurduivel; 16.45 strüktrio; 17.15 Josquin des Prez." 17,45 koor; 18.15 sport; 18.30 sex tet; 18.50 Als ik slapen ga; 19 nieuws; 19.15 lezing; 19.30 De Brug; 20,05 gewone zang; 20.15 concert: 21 operetteconcert; 22 nieuws: 22120 Cor.; 22.35 avondgebed; 22.50 gram. 23 dansork 23.30 filmmuziek. TïOND het nummer is in de voet- balwereld nogal eens het een en ander te doen geweest. Met dat al is het nog steeds bij het oude gebleven, d.w.z. het nummer heeft nog geen „burgerrecht" op onze voetbalvelden verworven. Wat dat betreft hebben de Engelschen in ons nog steeds geen navolgers ge vonden. Hoe dat komt? Geleerden in het land van Koning Voetbal zün van meening, dat het nummer te veel riekt naar professionalisme, dus nalr geld en daar moeten wij ln Nederland niets van hebben. (Wie lacht daar!) Bovendien, zoo redeneeren velen, is een voetballer een mensch, en deze mag niet bloot staan aan het gevaar, dat zijn menschelüke persoonlükheid door een nummer zal worden aan getast. En dan Jjn er ook, die een bezwaar zien in het feit. dat het nummer 11 wel eens blijvend een stempel zal drukken op den drager ervan. De voorstanders echter vragen zich bü het vernemen van deze ar gumenten af; De amateur -wielren ner dan? Heeft deze, of de wieler sport in het algemeen, door het nummer ook maar eenige schade ondervonden? En wat het no. 11 aangaat, voor het goed volgen van een wedstrüd is het niet noodzake lijk, dat ook de doelman 'n num mer draagt. Blüft deze derhalve buiten beschouwing, dan komt het no 11 vanzelf te vervallen. Daar om, het gemak dient den mensch, in dit geval 't voetbalminnend pu bliek, zoo zeggen zü. Want de toe schouwers langs het lüntje zullen, wanneer de spelers worden genum merd, dc wedstrüden gemakkelüker kunnen volgen. Vooral als een club een zg- zwerver bezit, of bü het zeer snel verwisselen van plaats, zoo als bij het voetbal van heden dik- wüls voorkomt, ts het vaak zeer moeilijk de spelers te onderschei den. En nog maeilijker wordt het als twee zwartbollen of twee wit- harigen naast elkaar staan opge steld. Niemand beter dan de sport verslaggevers kunnen daarover mee praten. Maar hoe denken de betrok ken personen zelf, de voetballers, over deze kwestie? oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo <xxxxxxx>ooooo<xxxx> oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo Blake gaf gee nantwoord op deze opmerkingen. Hij was er zich plot seling van bewust geworden, dat hij koud geworden was tot op zün botten en hü zat een oogenblik stil te nippen aan de brandewijn en niets te zeggen. Gillian Clent intri geerde hem; de heele situatie intri geerde hem. Daar zat hij op dit oogenblik nu alleen met een vrouw op deze onherbergzame plaats in 't holst van den nacht. Ergens in de uitbouwen van de hut zouden haar moeder en haar broer kunnen sla pen. maar hü had een merkwaar dig intuitief gevoel dat ze hier niet waren. En plotseling sprak Gil lian, alsof ze zün gedachten be antwoordde. „U denkt zeker dat het hier een vreemde plaats is en dat alles aan ons hier vreemd is", zei ze. ,.U denkt, hoe vreemd het toch wel is dat ik om dezen tüd van den nacht buiten in een boot op den inham vaar. Dat is mogelük, maar als moeder en Judah weg zijn, zoo als dat nu het geval is dan ga lk dikwijls 's nachts uit, voor mijn eigen plezier. Dan roei ik waarheen lk wil tot ik moe ben. Waarom zou ik niet? Ik doe het om aan mün eigen grillen te voldoen. Net zooals u aan uw eigen grillen voldoet door daar, in dien ouden toren, op wacht te gaan zitten." „Hoe wist u dat ik in dien toren op wacht zat?" vroeg Blake. „Het zou al heel vreemd geweest *Ön, wanneer ik het niet had ge weten,"' antwoorde zü. „Op alles wat hier gebeurt, houd ik 'n waak zaam oog Bovendien gluurde lk een dezer nachten eens naar bin nen en toen zag lk u. Er zijn scheu ren in muren en luiken waar u niets van af weet." Blake gaf hier ge»n antwoord op en Gillian zat vooi het oogenblik rustig in een fauteuil bü het knap- perenc%vuur en keek hem peinzend aan. ,,U denkt, dat u iets over Dick Malvery zult ontdekken, wanneer u dit huis, den inham en ons in 't oog houdt", zei ze. .Neemt u een waarschuwing van mü aan en houdt er mee op." „Ik houd nergens mee op, waar mee ik eenmaal begonnen ben, ten- zü er een gegronde reden voor is", zei Blake koppig. „Ik ben van plan alles wat ik kan te ontdekken be treffende Dick Malvery's verdwij ning, het komt er niet op aan hoe lang dat duurt en wat het kost „Past u maar op dat het u niets meer kost dan geld", zei ze veel- beteekenend. „Er zün menschen hier in de buurt die er niet van houden dat anderen zich met hun zaken bemoeien. En u zult er ook niets goeds mee bereiken." „Dat wijst er op, dat u meer weet dan u wilt vertellen", antwoordde Blake. „Ik ben niet bang." „Dat zie ik", zei Gillian. „U is niet van' het soort dat bang is. Maar ik waarschuw u als vriend. Het is niet waarschünlük dat u in moeilükheden raakt, wanneer u op zoek is naar iets dat verband houdt met Dick Malvery. maar het zou wèl mogelük zün, wanneer u uw neus steekt ln zaken, die niets met u of met hem te maken hebben. Voelt u?" „Nee!" antwoordde Blake. „Dat voel ik niet." Gillian lachte terwül ze den ke tel kokend water af nam en voor bereidselen trof voor het zetten van een pot thee. „Er gebeuren hier soms dingen op den inham, waarover niet ge sproken behoeft te worden", zei ze. „Natuurlijk!" antwoordde Blake. „Smokkelen „Er komen hier menschen die weten, welke menschen ze hier zul len aantreffen" vervolgde ze. „Als ze hier aantreffen wat wü vreem delingen noemen, dan zouden ze wel eens lastig kunnen worden. En in den regel zijn ze zoo gehaast dat ze geen gelegenheid te hebben te letten op wat die vreemdelingen eigenlük wel bedoelen, ziet u?" „Natuurlijk", antwoordde Blake. „Neerslaan of een por met een mes geven en pas daarna ondervragen. Maar ik ben er niet op uit. met dat soort menschen in aanraking te komen. Als ze deze oude brandy of tabak of kantwerk of wat het dan ook is, hierheen brengen, dan is dat de zaak van de douane maar niet van mü-" „Ze kunnen u houden voor wat u iniet bent", zei Gillian. „Ik vertel (u. welke kansen u 'oopt. Ik weet eigenlijk niet waarom, anderen ronden misschien hebben gezegd, <fat u de risico zou kunnen nemen, "haar ik houd er niet van, een nette Merel als u in moeilükheden te zien komen. En daarom heb ik het ul gezegd." „Ik ben u erg verplicht" ant woordde Blake. „Maar u zou me nog meer verplichten, wanneer u me meer over Dick Malvery zou ver tellen. Hebt u niet gezien, welke nieuwe belooning ik heb uitge loofd?" Gillian, die juist bezig was iets op tafel te zetten, keek hem scherp aan. Het leek hem, dat haar oogen onheilspellend flikker den. „Belooningen liggen mü niet erg" zei ze. „Als ik lets van iemand af wist en ik zou het niet willen zeg gen, dan zou geen belooning in staat zün mü aan het spreken te krijgen. Neemt u iets van deze koude pastei, die is goed. En de thee is ook lekker, niet van dat goedkoope spul hier uit de buurt!" Blake liet zich overreden, iets te eten en te drinken. Er was iets merkwaardJg fascineerends uit van deze vrouw, dat hem in deze omge ving vasthield, terwül hü met haar sprak en de grüze ochtendscheme ring koud door de ramen begon op te komen. Maar hü was even wüs betreffende het onderwerp Dick Malvery toen hü ten laatste op stond om te vertrekken als toen hü kwam. Zü wilde hem niets meer vertellen dan ze al had gezegd aan hem en Atherton op den avond van hun gezamenlijk bezoek. „Er is een ding dat lk u nog vra gen wil", zei Blake toen hü op den drempel van de hut stond en de zon boven het landhoofd van Shil- liampton zag opkomen. „Gelooft u, dat Dick Malvery nog ooit zal ko men opdagen?" Gillian draaide zich om en tuur de over het grüze water van den inham. „Ik geloof niet, dat Dick Mal very nog ooit zal komen opdagen, nu", antwoordde ze, büna tegen haar zin. „Laat de dingen liever zooals ze zün. münheer Blake." „Neen!" zei Blake, „erwijl hij ver trok. „Ik ben er mee begonnen en ik zal volhouden tot het einde, hoe dan ook. Ik zal niet spreken over wat u me vannacht hebt gezegd, u bcgrüpt wel wat ik bedoel." „Zeker", antwoordde ze rustig. „Dat begreep ik al terwijl ik met u praatte." Ze ging de hut binnen en sloot de deur en Blake begon in den langzaam aanbrekenden ochtend zijn wandeling rond de bocht van den inham naar zijn wachttoren. Hü had veel stof tot nadenken, ter wijl hy rijn weg vervolgde door de zandduinen en dc moerasgebieden: dit was de meest avontuurlijke nacht die hij had beleefd sedert zün komst ln Brychester. Zijn her sens waren bü de laatste gebeur tenissen; hü was gevaarlijk dicht bü den dood geweest; hü was ge red door Gillian Clent; Ipj had eenige uren alleen bij die geheim zinnige vrouw doorgebracht en hij was geen stap dichter bü de waar heid Hij begon er zich van bewust te worden, dat, wat Gillian Clent ook mocht weten over de verdwij ning van Richard Malvery. rij on der geen enkele omstandigheid van plan was, er iets van te onthullen Blake bereikte het uiteinde van het dorp Maishwykc Juist toen die dommelende plaats dc sluiers van den nacht afwierp. Hü zag een paar vrouwen aan de deuren van de huisjes; een paar mannen be zig met de netten die waren uit gespreid op het zand dicht bü d( hoog op den oever getrokken boo ten; uit de plompe schoorsteenen stegen spiralen grijze rook op i# de reeds vries-scherpe lucht van den herfstochtend. De menschen. die hier al doende waren, staarden hem nieuwsgierig aan en toonden openlijk hun verwondering over feit, dat hij hier op een zoo vroeg uur in den ochtend liep. En toen hü het pad over het zand insloeg, van plan om het voor het eerst eens te gaan volgen, riep een oude baas hem van uit een hut in "e buurt hem aan. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1946 | | pagina 6