Smokkelhandel in vee en paarden
moet bestreden worden
Wal een Wonderlijke Wereld
Ontevreden
Eereraden
RADIO-PROGRAM
Verbod tot vervoer van vee over de groote rivieren
J)E SMOKKELHANDEL in vee
en paarden naar België is
sedert geruimen tijd in ontstel
lende mate toegenomen. Dui
zenden stuks vee zijn op onre
gelmatige wijze over de grens
"gebracht, hetgeen niet alleen
groote schade toebrengt aan de
vleeschvoorziening en nadeelig
Is voor de ontwikkeling van
den veestapel in ons land, doch
ook leidt tot een verlies aan
deviezen, waaraan paal en perk
gesteld moet worden. Indertijd
zijn ter beteugeling van het
kwaad bepalingen uitgevaar
digd ter versterking van de
grenscontrole op het vervoer
van vee, doch deze bepalingen
hebben onvoldoende uitwerking
gehad, terwijl ook een verhoog
de krachtsinspanning van den
Centrale Controle Die.nst in de
grensgebieden het omvangrijke
euvel niet heeft kunnen terug
dringen, hoe succesvol het plaat
selijk optreden ook veelal was.
Thans echter heeft het Be
drijfschap voor Vee en Vleesch,
zooals reeds in het kort ge
meld is, een verbod afgekon
digd van het vervoer van vee
en paarden over de groote ri
vieren van ons land, welke Ne
derland in een Noordelijk en
Zuidelijk gebied scheiden.
Op deze wijze wordt de mo
gelijkheid geschapen den aan
voer yan vee naar het Zuiden,
bestemd voor den clandestienen
uitvoer, af te snijden.
De verordening-.
J^ET VERBOD is in werking ge
treden met ingang van Zon
dag 24 November 1946.
Op grond van deze verorde
ning is het verboden om run
deren, paarden, varkens en
schapen uit het gebied boven
de groote rivieren naar het
Zuiden des lands te vervoeren.
De grens tusschen deze twee
gebieden wordt - van de Ooste
iijke Rijksgrens naar het Wes
ten - gevormd door de volgen
de rivieren en stroomen: de
Rijn tot de splitsing van Rijn
en Waal, de Waal, de Merwede
tot de splitsing van Merwede
en Nieuwe Merwede. het Hol-
landsch Diep en vervolgens de
.stroomen, gelegen tusschen de
provincie Zuid-Holland eener
zijds en de provincies Zeeland
en Noord-Brabant anderzijds.
Van het verbod om paarden
en vee van het Noorden naar
het Zuiden te vervoeren, zal
slechts in zeer bijzondere ge
vallen ontheffing worden ver
leend door den voorzitter van
Be Ulvenhoutsche
drieling.
Vorige week werd de familie Huy-
ben-Michielse te Ulvenhcut ver
blijd door de geboorte van een
drieling, Beppy, Charles en Elly,
die resp. 2150, 1900 en 1620 gram
wogen. Do eerste twee lijken op
vader, vertelde de gelukkige moe
der trotsch, Elly op mij.
het Bedrijfschap voor Vee en
Vleesch te 's Gravenhage.
Voorts is eik vervoer van
paarden en vee op deze rivieren
en stroomen, dus ook door in
gegelden dienst varende vracht
booten, verboden. In afwachting
van een nadere regeling is ten
behoeve van personen, die uit
hoofde van hun beroep regel
matig met een bespannen voer
tuig de rivieren moeten over
schrijden, zooals bodediensten
en melkrijderes, door den voor
zitter van het Bedrijfschap voor
Vee en Vleesch ontheffing van
de verbodsbepaling verleend,
doch uitsluitend voor aange
spannen paarden.
Het vervoer van paarden en
veer over deze wateren uit het
Zuiden naar het Noorden is toe
gestaan, mits gebruik wordt
gemaakt van een brug of pu
bliek overzetveer.
Voorts is op grond van deze
verordening het vervoer van
paarden en vee in het gebied
beneden genoemde grenslijn
verboden tusschen één uur na
zonsondergang en één uur vóór
zonsopgang. Vervoer per spoor
valt niet onder deze verbods
bepaling.
De voorzitter van het Bedrijf
schap voor Vee en Vleesch heeft
ten behoeve van bodediensten,
melkrijders, e.d. voorloopig ge
deeltelijke ontheffing van dit
verbod verleend. Aan deze ca
tegorieën Is het tot nader be
richt toegestaan zich in de
verboden uren met aangespan
nen paarden op den weg te be
vinden, mits niet vóór 6 uur in
den voormiddag en na 21 uur
in den namiddag.
De bepalingen in de grens
strook van 5Vi km. met België
voor 't aanhouden en 't vervoe
ren van paarden en vee blijven
onveranderd van kracht.
T\E DEINING omtrent de kun-
stenaarszuivering blijft voort
duren. De eereraad voor letter
kunde heeft al ontslag genomen.
Eereraden voor andere takken van
kunst zullen vermoedelijk vol
gen. Zij hebben hun vonnissen ge
veld op grond van een reeks van
ongeschreven wetten, welke zich
tijdens de bezetting hebben ont
wikkeld. Dikwijls moesten de uit
spraken „op de stukken" worden
gedaan, zonder dat de betrokkenen-
waren gehoord. Er is toen op voor
stel van Minister van der Leeuw
een hooger-beroepsinstantie inge
steld, de Centrale Eereraad. Bo
vendien moest hij een oordeel vor
men- op grond van in de wet om
schreven normen. Veroo rdeelens-
waard waren zij, die zich in dienst
hadden gesteld van de vijandelijke
propaganda of die hadden bevor
derd, die hun- beroep op zoodanige
wijze vervulden, dat mede daar
door nationaal-socialistische denk
beelden ingang iouden hebben kun
nen vinden of die op andere wijze
als kunstenaar den vijand hulp
verleenden.
Als gevolg van deze vaste nor
men wordt nu in- menig geval een
spons gehaald over een in eerste
instantie uitgesproken vonnis. Te
meer omdat er nu ook een nauw
keurig voorgeschreven procedure
wordt gevolgd, welke aan den be
schuldigde de volle maat geeft.
Dat is de korte inhoud van een
uitvoerige, „van bevoegde zijde"
verstrekte beschouwing.
Men kan er aan toevoegen, ge-
looven we, dat zich in dezen gang
van zaken ook uitspreekt de evo
lutie in de gedachten omtrent het
geheele zuiveringsprobleem, welke
zich in ons volk aan het voltrek
ken is.
PROV. STOOMBOOT
DIENSTEN.
Gedeputeerde Staten van Zee
land hebben met Ingang van 8
November 1946 eervol ontslag
verleend aan J. Verdoorn, kapi
tein bij de Prov. Stoombootdien
sten.
Kleine oorzaken*
TN KANSAS-CITY (U.
S.A.) maaide mijn
heer Simon Blake naar
een vlieg op de venster
ruit. Hij miste de vlieg
en raakte de ruit. Een
voorbijganger schrok en
sprong opzij, vlak voor
een aansnellende auto,
die op haar beurt op zij
sprong niet van schrik
maar om den schrik
achtige te ontwijken.
Eindresultaat: één ge
sneuvelde ruit, één ge
kraakte auto, één wegge
veegde gevel en vier ge
wonden.
Onze moedertaal.
/"kNDER dezen titel
offreert „De Kruis
tocht" zijn lezers een
aantal interessante staal
tjes van briefschrijf
kunst, die bewijzen dat
het niet altijd journalis
ten- zijn, die het wapen
van den humor weten te
hanteeren. Zoo schreef
iemand, die nog geld te
vorderen had: „Ik heb
gehoort, dat ik van de
terugwerkende kracht
nog geld krijgt". Ben
ander gaf de volgende
„toelichting" bij zijn
verzoek: „Daar ik bij
mijn moeder inwoont
met 5 kinderen, daar
mijn vader, ook al met
zijn drieën zijn en ik dus
alleen tesamen 10 stuks,
het moest niet maggen
voor de onzedelijkheid,
wou ik zoo beleefd vra
gen of ik mag daar ik
een huis kent'.
Een derde maakte ten
slotte het volgende ele
gante einde aan een
brief: „Ik leg in het zie
kenhuis met een been,
waarmee ik de eer heb
U te groeten". O schoo-
ne taal!
Zij lustte |?een kip
meer!
T^IET ALLEEN veraf
vinden wonder
lijke voorvallen plaats.
Het best wordt dit
Jllustreerd door de
volgende gebeurtenis,
die dezer dagen in
Chaam plaats greep:
Er lag ergens een kip
te zieltogen. Ieder mo
ment kon voor het beest
het laatste zijn. Plotse
ling kwam er een goed
gehumeurde kat aanloo-
pen, die de nog lichte
lijk spartelende kip op
merkte. Poes maakte
zich klaar voor den doo-
delijken sprong, maar in
plaats van op het slacht
offer te belanden, maak
te zij 'n eleganten duik
In een nabijgelegen con
servenblikje. Na zich in
alle mogelijke bochten
gewrongen te hebben om
zich uit het noodlottige
ding te bevrijden, werd
het beest tenslotte door
een voorbijganger ver
lost, waarop het zich
met een vervaarlijken
sprong uit de voeten
maakte.
Gelukkig1
Tohn Strachey is de
.Engelsche minister
van voedselvoorziening
en de Engelsche huis
vrouwen zijn niet bijs
ter ingenomen met zijn
maatregelen der laatste
maanden. Het beste be
wijs hiervoor is wel het
volgende voorval, dat 'n
Engelsch parlementslid
voor waar vertelde:
Een oude vrouw zat
aan de radio te luisteren
toen de Neurenberg-
vonnissen werden be
kend gemaakt. De eer
ste namen lieten de
dame tamelijk onbe
roerd. Toen echter de
naam Streicher werd af
geroepen met de ver
melding „de doodstraf",
keek zij op.
„Gelukkig" zei ze,
„het werd hoog tijd. wc
zijn nu lang genoeg ge
plaagd door dien voed-
selverdoeler."
3OOOOOOOGOOOO0OOOOOOOOOGOOOOOGOOOOOOOOOOGOO00
WOENSDAG 27 NOVEMBER.
HILVERSUM X, 7.00 Nieuws 7.30
Gram. 8.00 Nieuws 8.15 Gram 8.50 V.
d. huisvrouw 9.00 Gram. 9,30 Mozart
10,00 Morgenwijding 10.20 V. d. vrouw
10.35 Bas en piano 11,00 Non-stop 11.45
Fam. ber. Indië 12,00 Eddy Walls 12,35
Ork. 13.00 Nieuws 13,20 Ork. 14,00 V.
d. vrouw 14.15 Kamermuz. 15.15 Re
portage Engeland-Nederland 17.00
Marschmuz. 17,35 Metr.-ork. 18.00
Nieuws 18.15 Joh. Jong 18.30 Ned.
Strijdkr. 19.00 Joh. Jong. 19.15 Lezing
19.30 Lezing 20,08 Flitsen Eng.-Ned.
20,45 Ramblers 21.15 Hoorspel 22,30 Le
zing 23,00 Nieuws 23,15 Gram.
HILVERSUM II. 7.00 Nieuws 7,30
Kooi' 7,45 Woord v. d. dag 8,00 Nieuws 19
8,15 Bas 8.30 Gram. 9,15 Zieken 9,50
Mozart 10,20 Trio. 10,30 Morgendienst
11,00 Fluit 1130 Vragen aan vooorbij-
gangers 12,00 Koormuz. 12,20 Orgel. i
13,00 Nieuws 13,15 Cont.-Quintet 14,00
Kamermuz. 14,30 strijkkwartetten 15,00
Piano 16.15 Marinierskapel 16.00 Post-
gelpraatje 16,15 Koor 16,45 V. jongens
en meisjes 17,30 Mandol'ne 17,45 Rijk
Overzee 18,00 Viool en piano 18.15 Koor
18,45 Ork. 19,00 Nieuws en Ind. nieuws
19,30 Eng. les 20,10 Ork. 21,00 Lezing
21,20 Ork. 22,00 Nieuws 22,15 Act. 22,80
Piano 22,45 Overlenking, 23.00 Mozart.
Toen het s.s. Empire Brcnt een aanvaring kreeg, moesten 600 bruidjes en
Canadeesche eclitgenooten plus 300 kinderen onverwacht debarkeeren. Twee
Amsterdamsche en 1 Antwerpsch bruidje ziet men hierboven met hun babies
OOOOOOO&OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOO OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÓ
cLocft
„Jazeker, mijnheer", antwoordde
Cufle.
„Weet, u nog, hoe de cheque er
uit zag?" vroeg Atherton.
„Evengoed als ik me dat schilde
rij voor den geest kan halen", ant
woordde de bookmaker, „Ik kan die
niet meer vergeten".
„Was alles in Boyce Malvery's
handschrift?" vroeg Atherton.
Cuffe schudde beslist het hoofd.
..Nee, dat niet, commissaris", ant_
woordde hij „De woorden „toonder"
en „een honderd Pond" waren oogen
schijnlijk door een klerk of een be
diende geschreven. Duidelijk, school
schrift-achtig, begrijpt u. En de
handteekening, zooals ik toen op
merkte. leek evenveel op die van
Boyce Malvery als het eene pastei
tje op het andere. Dat moest wel,
anders had de bank ze niet geac
cepteerd!"
„Heel goed!" zei Atherton. „Wel,
nu u dit. alles aan ons heeft verteld
mijn heer Cuffe, zult u er waar
schijnlijk geen bezwaar tegen heb
ben, dit alles publiek te verklaren,
wanneer de tijd daartoe zou komen.
En die tijd zal eenmaal komen, en
wel heel spoedig!"
„Daar heb ik heelemaal geen be
zwaar tegen" antwoordde Cuffe
flink. „Ik zal 't als 'n plicht beschou
wen omdat ik, zooals ik vanmorgen
nog zei, ik geloof dat er met den
armen jongeman een gemeene streek
is uitgehaald. De Pykes geven toe,
dat hij dien avond bij hen Is ge
weest? En dat hi) om half elf ver
trok? Naar huis? En langs dien
kustweg? O, daar woont, vreemd
volk langs dien kustweg, commis
saris! Ik noem geen namen. Nee,
natuurlijk niet. Maar 't is zoo!"
Culfe doorspekte deze opmerkin
gen met allerlei knikjes er. knip
oogjes en toen herinnerde hij zich
plotseling, dat hü zijn bezoekers
nog niets had aangeboden. Maar
Atherton weigerde resoluut de ver
lokkingen van whiskey en sigaren
en loodste Blake meer naar buiten.
„Daar woont vreemd volk langs
dien kustweg" zei Cuffe", merkte
hij op toen ze naar het hotel lie
pen, waar de auto hen wachtte.
„Zie je, Blake, Cuffe denkt als ieder
ander aan de Clents. Nu we toch
bij hen in de buurt zijn, wat zou
je zeggen als we eens een kennis
makingsvisite bij de Clents gingen
brengen?"
„Daar heb ik al naar verlangd se
dert we hier in de omgeving zijn",
antwoordde Blake, „en in het bij
zonder sedert ik dien broer en die
zuster heb gezien".
„Ja, dat is een merkwaardig stel",
zei Atherton. „En ik denk zoo, dat
het daar ook een merkwaardige wo_
ning is".
„Nou, ik ben nog w*el op vreemder
plaatsen en bij vreemder volk ge
weest", antwoordde Blake droogjes.
„En Dick trouwens ook. Ik kan er
niet bij dat hem hier, in zijn oude
omgeving, iets zou zijn overkomen,
want hij is daarginds op heel wat
gevaarlijker plaatsen geweest."
„Hm, ja, maar je kunt nooit we
ten, hoe gevaarlijk een plaats kan
zijn!" zei Atherton. „Kom, dan gaan
we langs den inham van Marsh-
wyke, die weg is al even kort als
de andere. En by maanlicht zal
het panorama van dit landschap je
een heel apart vergezicht schenken".
Een bleeke, vanwolken omgeven
maan was in den Octoberavond op
gekomen terwijl Atherton en Blake
in Culfe's huis waren en toen ze
Shilhampton achter zich hadden ge
laten om den donkeren kustweg op
te gaan, bescheen zy een groot deel
van de kust en het land aan weers
kanten. Het was vloeu en de golven
braken gestaag op het kiezelstrand
onder een wind uit zuidelyke rich
ting. In het maanlicht kon Blake
de lange zandtong volgen, die dien
de als drempel naar den inham van
Marswyke; hij kon den inham zelf
zien met roode licht uit de herberg
van Nick Briscoe aan de eene en
het eenzaam-verlichte venster van
Malvery Hold aan de andere zqde.
In dat licht leek de heele uitge
strektheid van de kust eenzaam en
troosteloos en plotseling zag hij in
den geest Dick Malvery daar loopen
op dien Februari-avond, die door
zooveel geheimzinnigheden was om
geven, loopend, zonder vrienden
en eenzaamwaarheen? Onwil
lekeurig huiverde hij cn toen lach
te hy inwendig.
„Koud?" vroeg Atherton.
„Ik niet!" antwoordde Blake. „Een
beetje zenuwen, denk ik. Ik dacht
er juist aan, wat dit voor een plaats
zou zijn voor een moord En dan is
er die plek vóór dien zanddrempel,
julforuw Malvery wees me dien aan
de Stille Kolk. Aardig geschikt om
er iets in te verbergen, hé?" voegde
hü er grimmig lachend aan toe.
„Die ken je toch?"
„Daar had ik niet aan gedacht,"
zei Atherton nadenkend. „Het is 'n
uitstekend geschikte plaats om er
lets in te gooien, dat je nooit meer
terug wenscht te zien, dat is zeker.
En ze is uitstekend gelegen ten op
zichte van de plek waar we heen
gaan, naar de Clents. Ik ben al eens
eerder by de Clents geweest; ze
noemen het hier ln de omgeving
Clents Hut. Tjonge, 't lukt eer op
een versterking! Maar dat zul je
u-
zelf wel bespeuren binnen een ml
nuut, want hier begint het pad dat
er heen leidt. En hier zullen we den
wagen moeten achterlaten".
Atherton reed de auto langs een
hoogen grasberm, die het moeras
van den weg afscheidde en hy leid
de Blake langs een smal pad dat
zich naar het maanverlichte water
van den inham keerde. Plotseling
greep hy zyn metgezel by den arm
om hem tegen te houden.
„Kyk eens even goed naar deze
plaats voor we verder loopen", zei
hy zachtjes. „Zag Je ooit een plaats
die door de natuur beter was voor
bestemd om haar te doen zijn wat
men vertelt dat ze is: een smok
kelaar,shol? Je ziet, dat het stuk
land, waar we nu op loopen een
eind in den inham uitsteekt en ein
digt in een rotsgroep waartegen het
huis is gebouwd, deels van ruwe
steen, deels van hout? Nu, ze zeg
gen -Briscoe zei me dat eens
dat die rotsgroep letteriyk een ho
ningraat is en dat je vanuit die
hut, in een heele reeks gangen en
cellen, meest ondergronds gelegen,
kunt komen. Ik zou die heele plek
wel eens willen onderzoeken, maar
daar kryg ik weinig kans voor, want
het is Clents onbeperkt bezit dat
hij even yverzuchtig als een schat
bewaakt. Zekyk, daar heb 1®
"t al!"
Dicht voor hen op het pad, tus
schen hen en het eene duistere ven
ster van de hut, biykbaar volkomen
lichtdicht afgeschermd, sprong een
groote hond op wat gepaard ging
met een scherp gerinkel van een
ketting en een geblaf dat de duis-
sternis vulde met lang-aanhouden-
de echo's. Atherton iachte.
„.Dat is de schildwacht!" zei hij.nl
Blake's oor. „Verboden zonder vol
macht te passeeren! En
De deur van de hut ging open
terwyi een breede streep geel licht
over het pad viel en gedurende ee»
enkel moment, vóór hij naar buiten
trad en de deur achter zich sloot,
zagen zij als een silhouet tegen w»
schijnsel de sterke figuur van ou-
llan Clent.
(Wordt vervolg®'