kleine lit Wa. een Wonderlijke Wereld D E T R E K S T •f^ANDAAG starten we met „De kleine Stem", een hoek van de krant, speciaal voor alle jonge lezers en lezeressen van „D e S t e m". En elke week komen we op deze plaats terug. Of het een welkome verrassing is, deze kleine Stem Dat zal nog moe ten -blijken wanneer jullie, m'n beste vr.enden en vriendinnen, 'm een paar keer hebt gelezen. Wat gaan we er mee beginnen Ik zal het Jullie trachten duidelijk te maken; we gaan hier elke week een onder-onsje hou den, zomaar heel gezellig en helemaal niet plechtstatig. Verschillende ver halenschrijvers, tekenaars, knutse laars en ook jullie zelf, rullen hier aan het woord komen en over alles en nog wat praten en tekenen. Misschien zijn er onder jullie, die al een eigen lijfblad hebben, zoals b.v. de Verkenners met hun „Alle Hens". Hindert niet. Ook zij en vooral zij zijn welkom in onze kring, want er is een hopman, een akela en een patrouilleleider die af cn toe wat; gaan vertellen dat velen misschien bekend is, maar dat het ge heugen nog eens goed opfrist. Ook onze Gidsen hopen we mee te laten profiteren. Maar komaan, ik heb al te veel beloofd. We gaan nu de daad bij het woord voeren en ik ga jullie eens vertellen hoe nu eigenlijk een krant wordt gemaakt. Alleen nog dit bij m'n inleidend praatje: is er iets dat jullie wilt we ten. wilt zeggën, wilt vragen, geneer je niet en stuur een briefje aan: den Redacteur van de KJeine Stem, Reigerstraat 16, Breda. En vergeet dan nooit, je naam en je voornaam en ook je adres en je leeftijd voluit te vermelden. Dat maakt 't voor mij ge makkelijker, te antwoorden. DE REDACTEUR. M 99 De geheimen van de redactie Als het je ooit gelukken zou, door te dringen tot. de redactielokalen van een krant, dan zou je natuurlijk wel eens graag willen weten, waar nu wel al die nieuwsberichten vandaan komen, die elke dag zo netjes bij de lezers thuisbezorgd worden. Misschien zijn er onder jullie, die zich de zaak zo voorstellen, dat de journalisten in auto's, treinen en vliegmachines de wereld doorkruisen en alle n.euws dat ze opstrijken per telegram, telefoon of luchtpost naar hun blad zenden waar het dan op „de drukkerij" wordt ver werkt tot een krant. Zo gebeurt het alleen maar op de film, natuurlijk niet in werkelijkheid! Als jullie b.v. eens op de Stern- redactie zoudt binnenwandelen. dan zag je daar een stel heren achter bu reaux zitten, temidden van hergen papieren, hier en daar een schrijf machine, enorme prullemanden en stapels Nederlandse en buitenlandse kranten. Ergens in een hoek staat een gla zen „kamertje" waar heel gezellig op z'n eentje, door niemand bediend, een grote schrijfmachine staat te ra telen. In 't eerst sta je een beetje verstomd, want die schrijfmachine likt netjes zonder fouten. Het papier gaat, als door een onzichtbare hand bewogen, heen en weer. Als er een regel vol is, schuift het papier op en springt de machinerol ,de „wagen" heet dat) terug om aan een nieuwe regel te kunnen beginnen. Wie is de geheimzinnige typist? Een onzichtbare Sus Antigoon? Neen. Het is iemand, die in Den Haag -it, op het kantoor van het Algemeen Nederlandsch Persbureau, voor net zoo n schrijf machine. Die Haagsche machine is telefonisch verbonden .met een hele reeks schrijfmachines over het hele land verspreid en alles wat die Haag sche typ st uitvoert, gebeurt precies eender op al die andere schrijfmachi nes. Typt die Hagenaar een letter e dan zie je op het papier van al die tientallen schrijfmachines ook een e op het papier verschijnen. Schuift hij een regel op, al die schrijfmachi nes doen hetzelfde 1 Zo is het moge lijk, dat een nieuwsbericht, zodra het in Den Haag op het Persbureau is binnengekomen, enkele minuten later over alle dagbladredacties van Ne derland verspreid is. Geweldig, hè? Af en toe wandelt er een redacteur met 'n groote schaar naar die won- dermachine die „telex" heet om een stuk van het papier te knippen cn alles wat daat op staat, „persklaar" te maken, d.w.z. het bericht te voor zien van goede opschriften („kop pen"), al te uitvoerige stukken wat in tekorten, aan te geven wat het be langrijkste is en met een vet lettertje moet worden gedrukt. Een andere redacteur ontvangt hele stapels brieven van corresponden ten", dat zijn de trouwe berichtgevers, van de krant die zich tot taak heb ben gesteld in de plaats waar ze wo nen het belangrijkste nieuws voor de krant te verzamelen en dat zo snel mogelijk naar de redactie te sturen. Dit zijn belangrijke nensen die dik wijls een ondankbare taak hebben, om dat ze op haast geen vergadering mo gen ontbreken cn er dan vooral als wegens papiergebrek de krant nog maar „klein' moet blijven maar een heel klein stukje van in het blad zien. Maariedereen wil wel iets over zijn stad of dorp in de krant lezen en da..rom moet de re dacteur ervoor zórgen, dat ieder zijn deel krijgt en niet een hele rij be richten van den énen correspondent in de krant komt en de andere hele maal niets van zijn werk geplaatst krijgt. Weer een ander redacteur zit ijve rig in buitenlandsche bladen te le zen om te zien of er niets wonder lijks in de wereld is gebeurd, dat het vertalen en vermelden in De Stem waard is. Ook zijn er redacteuren die de stad eens inwandelen en hier en Voor je neat hoek De Oude Wolf heeft haar rommel kast eeps overhoop gehaald en daar vond ze warempel een pracht van een kandelaar die ze van Bennie Ver heer ontving, toen hij overging van de welpen naar de ver kenners. „Als sou venir", zei Bennie. A ka la heeft 'm zorg- vulclfc bewaard. Wan»iet is een echt mooiev kandelaar en Bennie had 'm met mooie kleuren en met smaak versierd. Hier is er 'n teke ning van. Drie klosjes, een schijf hout en een stukje blik waren de spullen, waarvan Bennie de kandelaar maakte. Er kwamen nog verf en lijm aan te pas om het werk te vol tooien. Mar toen-le af was, mocht ie er wezen. Wie maakt er ook zo een voor z'n nesthoek AKELA. daar inlichtingen gaan inwinnen om daarna iets over hun ervaringen te schrijven Zo gaat het dag en nacht door, want steeeft; komt er nieuws en steeds ziin er hongerige letterzetters die altijd maar „kopij" willen hebben. De hoofdredacteur zit weer in een andere kamer. Op zijn bureau zie Je enveloppen met bekende maar ook vreemde postzegels. Want De Stem heeft eigen correspondenten niet al leen in het eigen lezersgebied en in Den Haag maar ook in Batavia, Lon den, Brussel, Rome, Duitschland, be halve dan nog de medewerkers die zo nu en dan eens een artikel stu ren. De hoofdredacteur schrijft de belangrijkste art'kelen, hij bezoekt en ontvangt bekende mensen die hem inlichtingen kunnen geven over be langrijke kwesties, zodat hij daar goed van op de hoogte is, hij leest heel veel kranten en tijdschriften en „klimpt in zijn pen" wanneer hij vindt dat een ander blad het niet bij het rechte eind heeft en de le zers toch dienen te weten hoe de vork dan wèl aan de steel. zit. Natuurlijk heb ik niet ólles over de redactie van een krant kunnen ver tellen. Daar komt zóveel bij kijkeh, dat Je er een boek over zou kunnen schrijven zulk boeken zijn er al verscheidene verschenen maar we hebben hier nu eenmaal een klein hoekje. We zullen het er voor deze maal maar bij laten cn gaan de vol gende maal eens kijken, wat er ge beurt met al die telex-berichten, brie ven, correspondenties, verslagen, te lefonische- en radio-berichten, e gen artikelen, enz. enz. De redacteuren duwen namelijk die hele massa pa pier in een klein liftje dat ze naar de benedenverdieping laten afdalen, op een belletje drukken, zoodat men beneden weet dat er weer een zen ding is aangekomen. Dan komt d e zette r ij in actie. Daarover volgen de week. Heb je een tuintje Dan. begint het nu werkelijk tijd te worden, je bollen in de grond te zetten. Maar de Dahlia-knollen moe ten er uit, want als er een behoor lijke nachtvorst zou komen, bevrie- Vergeefsche arbeid. T^JEN Oostenrijksch meisje werd door zeven mannelijke land- genooten aangehouden en «an haar blonde lok ken ontda.n, oindat zij zich had opgehouden met een Amerikaanschen sergeant. Nog d«nzelf- den avond zag men haar opnieuw met haar Yank. Blonde lokken golfden weer rond haar hoofd. Ik draag al 10 jaar lang een pruik, zei ze, maar ze hadden er geen erg in. Het ééne „ja". rpE PARIJS vertelt men elkaar van een tele foongesprek tusschen Truman en Stalin. Laatstgenoemde zat aan zijn lessenaar, een pijp in zijn mond, de hoorn aan zijn oor en zijn minister van bui tenlandsche zaken, Mo- lotov, aan zijn zij. Met de rookwolkjes van de sovjet-pijp ontsnapte een keten korte woord jes aan zijn lippen: „Nee.... nee.... nee.... nèe.... ja.... neenee nee.... nee „Zeg" zei Molotov, toen zijn chef de tele foon had neergelegd, en zijn stem klonk ang stig „Je wilt me toch niet vertellen dat Je hem op een bepaald punt gelijk gaf. Ik hoor de je een keer „ja" zeggen". Stalin wuifde met zijn hand. „Maak je niet ^ongerust", zei hij, „hij vroeg me tusschendoor maar even of ik hem kon verstaan Om de sport TN BREKERS bouwden een tien meter hoo- ge stellage van steenen, teneinde zich toegang te kunnen verschaffen tot een kantoorlokaal op de vierde verdieping van een gebouw ln Bristol. Men kwam tot de ontdekking dat zij niets gestolen haddec dan een rubberstempel, tje. Fijngevoelig. TTET tooneelstuk John Patrick „Ht: onstuimige hart." <h handelt over een jon# Schot, die gedoemd h aan niervergiftiging tt sterven, werd onlang! in Zweden aangekon digd onder den titel „Hjartar.och Njurar' in het Nederlandsch ve taald: „Harten en Nle» ren" zoo lezen we it „De Linie". Slim. rpE CALAIS werd m persoon gearresteerd die er zijn beroep van maakte, pakjes te ope nen die voor Engeland bestemd waren. H«t, opsporen van den man kostte weinig moeite, want hij had zijn per. soonsbewijs Sn een ge- plunderd pakket achter j gelaten. oooo<dog>ooo(do(doooooooooooooooooooooooooooooocx zen ze en 2it je volgend jaar zonder Dahlia's i Breng die knollen op een veilige, vorstvrije plaats (bv. binnen in droog zand). Je kunt wel vaste planten gaan verzetten, wanneer dat nu beslist moet, maar beter is het, daarmee tot het voorjaar te wachten. Op 11 Maart is 't Sint Maarten. Ont houdt dar: Regen met Sint Maarten en vorst daarbij, Brengt aan 't zaad veel schade bij. Lachen is gezond Hotelgast: „Heet dit k ppensoep Ik proef er niets van 1" Kelner: „Dit ls kippensoep uit ft beginstadium'. Hotelgast: „Wat bedoel Je dar mee!' Kelner: „Dat deze soep gemaakt if van het water waarin de eieren wer. den gekookt". Er bestaat een aardige steek die Je als Je eenmaal de slag beet hebt, in één seconde kunt maken en waar je veel plezier van kunt hebben de „treksteek" De plaatjes-reeks maakt duidelijk, hoe je die steek leggen moet. Neem het touw dubbel en leg de lus over een balk of een tak (zie 1). De lus, die we A noemen, buigen we over de tak heen en halen er een lus van het touweinde C doorheen. Die nieuwe lus noemen we nu D. (Zie 2 en 3). Door lus D halen we nu weer een nieuwe lus. ditmaal ge maakt met het touweinde B. Deze derde lus noemen we E. (Zie 4). We trekken nu met het touweir.de C de zaak een beetje strak aan ende steek is klaar Het aardige is nu, dat Je aan 1*1 touweinde C zo hard kunt trekken alt Je wilt, er gebeurt dan niets; Je kunt er zelfs aan gaan hangen. Maar.-. zodra je aan het touweinde B trekt, houd je het touw ineens los ln Je hand. Weet je, waarvoor die steek zo nuttig is Als je van een hoogte wilf afdalen, laat je je langs het touw einde C naar beneden glijden. Bot *je beneden dan trek Je aan het eind® B en Je hebt het touw n bezit, ter wijl je anders niet zou weten hoe je het weer los moest krijgen. Maar ga in 's hemelsnaam riet aan het touweinde B hangen, want dan ko men er ongelukken van, vooral wan neer Je van de kerktoren wilt a'" dalen P- CLckA „Niets dan dat het heertje iets aei over een trein var. 4.45 van London Bridge naar Shilhampton," zei de hotelhoudster. „Ik denk, dat hy die genomen heelt, want ze vertrokken samen om kwart over vier, dan hadden ze ruimschoots den tijd. U zult wel denken,' ging fce glimlachend verder, „wat herin- heit zy zich een boel kleinighe den, maar er is hier tegenwoordig 200 weinig te doen. Ik herinner me mynheer Malvery werkelijk heel goed. Den ochtend van den dag dat hy vertrok gaf hy mijn doch tertje een paar prentbriefkaarten van plaatser. in Canada. Tegen den middag vertrok hy, ook van Lon don Bridge." „Ik ben benieuwd," begon Bla ke zyn vraag, „of u zich weet te herinneren of hij op den ochtend van zyn vertrek een telegram ont ving „Allebei de ochtenden kreeg hy een telegram," antwoordde zij. „Ze kwamen allebei terwijl hij zat te ontbijten." Blake dronk zyn glas whiskey en soda uit en stond op. „Kijk, dat is ter minste Iets!" ssei hy. „Als de kamer, die hy ge bruikte, nu vry is, zoudt u mij die nu dan willen geven. Niet dat ik verwacht, daar een of ander spoor te zullen vinden," voegde hy er lachend aan toe, „maar het idee lijkt me wel." Er was in kamer 15 niets, wat de gedachte aan Dick Malvery kon oproepen en Blake hoorde dien avond geen verder nieuws over hem, evenmin den volgenden mor gen, de hotelhoudster had hem al les verteld, wat er met betrekking tot Minerva Hotel te vertelllen was. Maar kort nadat de Canadian Bank of Commerce haar poorten had geopend was Blake er al pre sent en daar hoorde hy, nada» hij zijn bedoelingen had toegelicht en zich had gelegitimeerd, meer van een der beambten. Richard Malvery had op 26 Fe bruari tegen den middag de bank bezocht om zich ervan te overtui gen of zyn geld correct van Cana da was overgemaakt. Op zijn cre dit stond toen een bedrag van meer dan tweeduizend Pond; Den volgenden dag, den 27sten, kwam hy terug en nam hy vyftienhon- derd Pond op; sedertdien had men hem aan de bank niet meer te ruggezien, noch had men schrifte- lyk contact met hem gehad Blake had bij zich het briefje waarop hij de nummers had opge- teekend van de biljetten, die hij op Malvery Hold in de portefeuille had gevonden en hij gaf het aan der beambte om het te erifiee- ren. Een kort onderzoek toonde aan, dat dit de bankbiljetten wa ren, die Richard Malvery persoon- lyk had opgenomen „De overblyvende vyfhonderd Pond," zei de beambte, wijzende op een post in het rekening-boek dat hij had laten halen, „werden hem uitbetaald zooals u hier ziet aangeteekend. in vyf honderd Ponds biljetten. Die had hij dus vermoedelijk nog oy zich nadat hy de portefeuille waarover u sprak, ln het bureau had gelegd." „Tenzij hy ze al aan Iemand had betaald", wierp Blake op. „Precies, tenzij hy ze al ergens was kwyt geraakt," stemde de beambte toe „Maar dat is iets, wat we makke- lyk kunnen nagaan. Het is nu zeven maanden geleden, dat we die biljetten aan mynheer Malvery ter hand stelden. Gedurerde dien tijd moeten zy ongetwijfeld aan de Bank van Engeland zyn ge presenteerd en er zyn Ingenomen Maar ru zelfs biljetten van zulk een bedrag even vlot gaan ais baat- geld vrees ik dat het moeilijk zal zijn uit te zoeken, door wiens han den ze zyn gegaan. Toch zal het voor u van belang zijn te weten, of ze werkeiyk de Bank hebben bereikt." „Hoe bedoelt u dat?" vroeg Blake. „Wel, als een van uw veronder stellingen dat Malvery verdwe nen is in het dryfzar.d juist is. zouden de biljetten met hem ver loren zyn gegaan," antwoordde de beambte, „en in dat geval zyn ze, zooals hij zelf, voorgoed ver loren. Maar als ze aan de Bank van Engeland zyn gepresenteerd bewijst dat, dat hy er iemand mee betaald heeft en dan kunt u ver der probeeren na te gaan. wie dat was. We zullen nu voor u infor- meeren of, en zoo ja wanneer deze vijf biljetten de Bank bereikten Kunt u vanmiddag nog even langs komen?" „Gaf Richard Malvery u 'mis schien een of andere aarwyzing. dat.... tja; hoe zal ik dat zeg gen," vroeg Blake. „Kwam het u niet voor alsof er Iets niet ln orde was?" „Heelemaal niet!" antwoordde de beambte „Ik zag hem voor de formaliteiten slechts een paar mi nuten. Hy scheen me goedgehu meurd en al wat ik me van hem herinner is, dat hy het voornemen uitte, zoo gauw hy kon weer naar Canada terug te gaan Blake vertrok en slenterde ge durende een half uur door Lom bard street en de straten die daar op uitkwamen. Toen besloot ty den journalist op ve zoeken, die hem door Atherton was aanbevo len, dus begaf hy zich naar Fleet street, waar hij de bureaux van de Argus vond. Toen hij daar zyn eigen kaartje en lat van Atherton aan een zekeren myn' -r Colwyn had laten ter hand stellen moest hij wachten. Het viel hem erg lang, maar tenslotte leidde een piccolo hem naar een drukken heer met scherpe oogen. die ge zeten was tusschen een netwerk van telefoons en luchtdrukbuizen. Zoo gauw Blake had plaats geno men. kwam hy ter zake „Goede morgen, mynheer Blake" zei hij, de beide kaartjes bekykend, „U komt van Brychester en wordt gezonden door myn vriend com missaris Atherton. U is natuuriyk gekomen om me lets over dat Malvery mysterie te vertellen?" Blake toonde zich verrast. „Wat hebt u daarover gehoord?" vroeg hij. ,Jk dacht dat niemand er iets van wist." De journalist glimlachte en be studeerde een paar papieren die in een mandje lagen. „Ik zou denken, dat een heele- boel menschen er al van hebben gehoord" ze! hy tcrwlil h(j Blake een afdruk van net affiche en een vel van een maruscript toeschoof Onze corresDondent in Brychester een redacteur van he+ plaatseliik blad, heeft ons dit toegezonden. Als 00000000000000000000000000000cxx>0000000<xx>00000000000000<>0000<x>0<xx>00000 OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOdd u dit eens doorkykt zult u ziek dat onze man er nog niet vee) over bij elkaar heeft kurrien krijgen Al wat hij weet ls dat Richard Mal very, die zes jaar geleden vertrok, naar Brychester teruggekomen zyn op 27 Februar van dit )aar> op weg naar huis was getogen en niets meer van zich heeft laten noo. ren of zien. Weet u er meer van 1 „Een een heri-boei meer 00» antwoordde Blake „Kunt u 't me vertellen? vw de ander Blake overwoog een en ander ge durende enkele oogenblikken. To,CI) herinnerde hij zich het woord, dat Atherton met zooveel nadruV. hM geuit; publiciteit Publiciteit dat zou werkelijk het beste zijn „AU right" zei hy plotseling. zal D alles verteller wat ik w®®* En wel to. den stand van zaken van het oogenblik" De journalist drukte tweemaal op een bel. Er kwam 'n jongeman bin nen die 'n notitieboekje bij zich h« cn rustig in een -,toel plaats nam Colwyn wendde zich tot Blake. „Nu. steekt u maar van wal hy „Vertelt u alles maar wat kwyt wil en kunt en dan op eigen manier. Ik zal luisteren, j® spreekt u zoo vlug als u wilt. zal net best kunnen bijhouden Desalniettemin^ sprak Blake laM zaam Hij wilde ziin woorden wuc ken en wegen: hii wilde een dur deliik. niet gekleurd en omstanw verslag uitbrengen Hii formuleer" zijn zinnen voor-dchtig, bracht les nunt voor nunt naar vore» bleef bij alle feiten even stilsta»; tot hij zweeg na het onderhoud m den bank-emoiové „En dat is alles tot nu toe Jz hij. Jk zal waarsch'irliik iets 0 die bankbil i»tten hoeren wanne" 'k varnamiddag een bezoek aan bank breng". (Wordt vervolgd»

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1946 | | pagina 6