Landelijke ruiters blijven enthousiast itadlo- Wat een Wonderlijke Wereld Yereenigingen hebben het echter niet makkelijk Van den instructeur hangt veel at program NIEUWE UITGAVE Van den hak op den tak Waar bio&i Dick Maivory 26 TVE landelijke ryvereenigingen hebben het op 't oogenblik lar. g niet gemakkelijk, maar het pleit voor hen, dafffcy de moeilijkheden niet tellen. En toch zijn deze groot en bijna niet te overkomen. Het is ook hier veer het gebrek aan ma teriaal. geen zadels, geen hoofd stellen, geen laarzen, enz. We kennen een rijvereeniging, waarvan de leden iedere week twee kwartjes van hun tractement afzonderden en au met medewer king van een militaire kleermaker goed gesneden rijjassen bezitten, al zyn ze nog wel niet geheel en al hun eigendom. We halen dit' voorbeeld aan, om dat in bedoeld geval het initiatief uitging van een instructeur, die bijzonder veel voor zijn jongens en de ruitersport over heeft. Het is 'n doorgewinterde ruiter die met recht zijn sporen heeft verdiend op meer dan ruitergebied alleen. Maar deze man klaagde er zün nood over, sn hii sprak uit ondervinding, dat van de zijde der ouders van de jonge lui en van de oudere boeren in het algemeen, weinig belangstelling be- V ZATERDAG I NOVEMBER HILVERSUM I: 7 nieuws. 7.30 Bram. 8 nieuws, 8.15 Joh. Jong, 8.45 gram., 10 morgenwijding, 10.20 feuilleton, 10.35 continubedr. 21.45 fam. ber. In- ri 12 orkest, 12.35 Eddy Walls, 13 Ned. strijdkrachten, 13.30 carillon, 13.40 strijktrio, 14 orkest, 14.30 sport, 14.45 Damnation de Faust, 15.50 boekbespr. 16.05 huismuziek, 16.30 Esperanto, 16.45 gram., 17 kunstact., 17.30 nabij de 20, 18 nieuws, 18,15 gram., 28.30 Nederl. strijdkrachten, 19 piano, 19.30 rijpere jeugd, 19.45 voor de Ned. in Duitsch- land, 20.08 act. 20.20 Oké, 21.30 lezing, 21.45 orgel, 21.55 stafmuziek, 22.25 hoor spel, 23 nieuws, 23.15 puzzle, 23.30 gr. HILVERSUM II: 7 nieuws, 7.30 mor gengebed, 7.45 Maria ter cere, 8 nieuws, 8.15 gram., 9.50 bas en plano, 10.20 gram., 10,45 voordracht, 11 Zonnebloem, 11,45 zang 12.03 plano, 12.30 gram., 13 nieuws, 13.15 sextet, 13.45 tooneelkijker, 14 dansork., 14.15 Eng. les, 14.45 dansorkest, 15 KRO- kiosk, 15.15 kunstenaars, 15.45 kwin tet, 16.15 Vliegende Hollander, 16.30 cailsarie, 17 Wigwam, 18 orkest, lS.15 weekoverz., 18.35 kwartet, 19 nieuws, 19.15 suite, 19.30 luisterspel, 20.05 act-, 20.15 gram., 20,30 Lichtbaken, 21 rhap- sodie, 21.25 voordr., 21.35 rhapsodie, 22 nieuws, 22.30 lezing, 22.35 avondgebed, 22.55 gram., 23.05 dansork., 23.30 gram. staat voor de landelijke rijvereeni ging'. Bij meer daadwerkelijke belang stelling zouden ei- ongetwijfeld mid delen gevonden worden om de rij— vereenigingen meer met hun ka rakter overeenstemmend in het openbaar te laten verschijnen. Het zou daarom wcnschelijk zijn, dat naast iedere landelijke rij vereeniging een commissie van ouders kwam te staan, die, van zeer nabij, het leven in de veree- niging gadesloeg. Niet alleen zou het 't wederzijdsch begrip ver- hoogen en een moreele steun voor de vcreeniging beteekenen, doeh daarnaast zou het vele misver standen wegnemen. De tijd dat een boer zei: mijn zoon hoort achter de paarden en mijn dochter onder de koeien, be hoort tot het verleden. Doch het komt nog wel eer.s voor. dat aan 'n jongen boer den weg tot de rijver eeniging wordt versperd omdat papa ten onrechte meent dat een werk paard, dat tevens tot rijpaard wordt opgeleid, aan waarde inboet. Het meemaken van de training zal hem echter spoedig de overtuiging schenken, dat zijn paard door goe de dressuur en instructie aan waarde wint en er zeer zeker niet onder lijdt. TAe instructie is zwaar, zoowel voor de ruiters als voor den instruc teur. Van den instructeur moet wor den geëischt dat hij de psyche van het landelijk paard verstaat, dat ln het landbouwwerk enkel mag dia ven en stappen, terwijl de galop is uitgesloten. Tijdens de rijlessen moet dus zoowel de jonge boer als het paard worden opgeleid, resp. tot ruiter en rijpaard of met andere woorden: de instructeur begint zijn taak met groene ruiters en goene paarden. Dit in tegenstelling met het onderwijs in de manége, waar schoolpaarden ter beschikking zijn die het klappen van de zweep kennen. Daar leert als het ware 't paard den ruiter lioe hij rijden moet, zoodat men wel kan begrijpen dat er van een instructeur van een landelijke rijvereeniging heel wat tact wordt gevergd. Het enthousiasme waarmee de landelijke ruiters aan de wedstrij den deelnemen en met hun paarden dikwijls verrassende resultaten be- Soepelheid en elegance, een beeld dat men op velet ruiter feesten kan beleven. reiken, dwingt groote bewondering af. Dat het bestuur van den NCB de volharding van de ruiters met koudbloedpaarden waarfleert, moge hieruit blijken, dat voor deze paarden de vastgestelde galopreprises bij wedstrijden wor den verkort. Evenwel zou het voor de toekomst van de landelijke ruitersport wen- scnelyk zijn, indien in plaats van het koudbloedpaard, dat als rij paard, zooala we hierboven gezien hebben, minder geschikt is, het Groningsche type in het Zuiden meer zijn intrede deed. AAN DE RAND VAN DE MAQUIS. Kees Meekel, dien we na zijn optreden in de Nederlandsche let teren, verscheidene jaren geleden, uit het oog verloren hadden, is plotseling weer verschenen met een relaas over ^jn ervaringen als gezeten boer in Frankrijk tij dens de bezetting. In rijn bekende levendigen suggestieve proza ver telt hij van de bedrijvigheid der Maquis, die zich op en om zijn erf afspeelde, een klein fragment maar uit het politiek-verscheurde leven van het verslagen Frankrijk, dat toch weer opgeveerd is met wonderbaarlijke vitaliteit. Meekel maakt van de helden van. het ver zet geen ovenaardsche wezens, zijn eigen gesteltenis en gemoeds bewegingen worden ook in hun zwakke oogenblikken eerlijk ge- teekerd, maar het geheel is zeer geschikt, om sfeer en klimaat in Frankrijk uit deze dramatische ja ren aan te voelen. We mogen dank baar zijn voor dit heroptreden van Kees Meekel. Minder dank baar zijn we over de illustraties van W. Hofhuizen. (Uitgave N.V. Boekdrukkerij „Helmond" te Hel mond). Pot en ketel. Quinto de Muccis, ïl Italiaan ruilde In Rome 100.000 lire voor 450 dollars. Toen hij het geld aan zijn han delspartner overhan digde riep deze laatste een politie-agent, stop te hem de lires in de hand en zei: deze man geeft me valsch geld. Toen smeerde hij hem met achterlating van de dollarbiljetten.' De politie nam ze in be slag; ze bleken ook valsch te zijn! Burgemeesters staken yuid-Frar.sche burge- meesters met hun personeel zijn in sta king gegaan als pro test tegen maatregelen van minister Frage in zake de aflevering en distributie van wijn. De stakers zijn van plan tot aan de ko mende verkiezingen te staken, indien de re geering geen water in haar wijn doet. Het is nu niet mogelijk in de betrokken gemeenten te trouwen, belasting- te betalen, kinderen aan te geven of te stemmen. Aan de lijn "PEN politie-agent in Conning trad een kamer binnen, juist op het moment dat de bewoner, Silas Torter, op het punt stond uit het raam te springen. De agent slingerde zijn latg», een geliefd wa pen van de agenten van Conning en Silas Torter zag de toe komst weer somber tegemoet. Hij hing te spartelen voor 't raam van de tweede ver dieping. Vuurwerk pEN 17-j. scheikun- dige in Manhattan maakte vuurwerk, al thans probeerde dit te doen. Het heele zaakje ontplofte door onbe kende oorzaak. Gevolg was een heel ander vuurwerk dan de schei kundige bedoeld had. Het plafond van de kamer kwam naar be neden, de deuren vlo gen de straat op. On- noodig te zeggen dat ruiten troef was en de scheikundige in het zieker, huis terecht kwam. De jeugd protesteert Tl Pontparlier, bij Dyon hebben eeni. ge honderden kinderen een protestbetooging voor het huis van den onderprefect gehou den, omdat 2d] geen lekkers op hun snoep- bon konden koopen. De onderprefect ont ving een delegatie der jongelieden om de zaak ln het rechte spoor te brengen. Tij dens de „conferentie" brulde de jeugd bui ten in koor: „Wij wil len onze chocola!" IGOOOOOGXDOGOGOOGOGOOOOOOOOÖQQGOGCXDOGOGOCXDOOOGX digde te woord wordt gestaan. Geef een ieder de kans zijn hart uit te storten, laat hen niet eindeloos wachten, maar vertel hen, welke de moeilijkheden zijn. Redelijke argu menten vinden Immers een redelilk gehoor! EEN MOEILIJK PROBLEEM ■yAN alle problemen ls dat der huisvesting wel een der moei lijkste. Zoo wij het al niet uit de voorradige statistieken van den we deropbouw wisten, zoo konden wij het lezen in de reeksen ingezonden stukken, welke wij over het onder werp ontvingen. Niet in dc laatste plaats uit Breda Ondanks alle moeite, welke men er zich van over heidswege getroost, schijnt er iets niet te kloppen. Velen beklagen zich over de wijze, waarop zij te woord of niet te woord gestaan worden als zij zich bij het bureau >r de huisvesting aanmelden. An. deren heben ernstige bezwaren te gen de al te gemakkelijke wijze, waarop zij „afgescheept" worden. Scms in den denkbaarst aangena- men vorm van „meneer vervoegt u zich maar daar-en daar, de zaak is oké". Waar zij dan tot de ont dekking komen, dat de Tesolute klank van dat woordje niet tot aan het opgegeven adres reikt. Men hoort er slechts „ojee" en dat be- teekent dan zooveel als mis poes. Teneinde ellenlange discussies te vermijden zijn wü op voorhand be reid aan te nemen dat niemand aan dezen toestand iets kan verbeteren. Er zijn veel meer gegadigden voor woonruimte en dus zullen er altijd teleurgestelden zijn zoolang de wo- nicgruimte niet sterk kan worden uitgebreid. Wij vreezen echter dat een ding niet geheel in orde is m dat is de wijze, waarop de gega- HET BORRELTJE XrtAUWELIJKS had Woensdag nacht de klok 12 geslagen of Ik ben er op uit gegaan om een bor reltje te koopen, schrijft een lezer ons. Het rantsoen was Immers ver hoogd en dus beleefde ik graag weer eens de sensatie een piereverschrik. kertjè-op-bestelllng te zien servee- ret». Helaas het duurde tot vijf uur des middags, dat ik mijn zin kreeg en toen moest ik er nog een glas bier bij koopen. Een andere lezer was blijkbaar gelukkiger: Ik kreeg drie borrel tjes, schreef hij opgetogen. Een derde lezer vertelde ons: Toen ik mijn eerste borreltje be stelde, keek de kastelein zeer be denkelijk. bij het tweede bedenke lijk, bij het derde protesteerde hij luidkeels, bij het vierde wag het nog slechts pruttelen, bi) het vijfde dronken wü broederlijk samen.... Voor verdere bijzonderheden leze men de rubriek Politieberichten. KOFFIE EN COGNAC rpiJDENS de laatstgehouden raadsvergadering van Fijnaart werden alleen maar agendapunten besproken, zonder voorstellen van B en W. Maar, zoo vertelde de Westhoek, er werd heel huiselijk koffie en cognac geschonken. Wie zou daar geen raadslid wille» zijn <x>oooo<xx>oo<xxxxxxxxxxxxxxxxx><xxxxx>ooo<xxxxxxxxxx>oooocooo<xxx>oooooo<xxxx> oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo door JS. PLETCHER Een standaard met pijlen stond op den schoorsteenmantel. Op de slor dige tafel, die tevens als bureau dienst deed, stond 'n looden tabaks pot open en de tabak er in was be schimmeld. In een nis stond een rij laarzen en schoenen met dikken, groenen uitslag er op. Aan een haak er boven hing een oud sport jasje, een zg. blazer De vrooiyke kleurstrepen ervan waren overdekt door spinneweb en glinsterende sporen van slakken. En in een hoek op tafel lag een romannetje met 'n gelen omslag; de bovenzijde onder. Dicht daarbij stond een tinnen bier pul waarvan de bodem bedekt was met iets kleverigs dat bier geweest moest'zijn. Met de kundigheid van een woud- looper zag Blake al deze dingen, zonder zich rog uit de deurope ning te hebben verwijderd. Ten slotte wendde hij zijn aandacht af van de muren en het meubilair om ze te richten naar den planken vloer. Zooals alle kamers van Mal- very Hold die hij had gezien, was ook deze onbedekt. De donkere, eiken vloer was gewneven: hier en daar bij de tafel en voor de ven sters lagen oude, door de motten aangetaste kleedjes. Er lag een dikke laag grijze stof over alles heen en Blake's vlugge oogen merkten plotseling op dat op een bepaald oogenblik in die zes ver- loopen jaren die stoflaag aangeroerd was geworden. Dwars over den vloer, vanaf een gordijn dat klaar blijkelijk voor een muurnis hing, liqp een baan van voetstappen na ar de open deur van het vertrek, dat Rachel Malvery had aangeduid als de slaapkamer. Blake bukte zich en beschouwde de voetafdrukken. Dan draaide hy zich om en beschouwde die van zichzelf, waarna hy, zorgvuldig de Ujn die van de eene zyde van de kamer naar de andere liep vermy- dend, het gordyn oplichtte om er, zooals hy trouwens verwachtte, een deur achter te ontdekken. Deze deur yeek open by een simpele aanraking en toen hy 'm opende bevond hy zich boven aan de trap ln een schemerachtig verlicht, vier kant torentje. De treden van deze trap waren van veelbetreden steen, maar er lag daar weinig stof, er viel hier niets te ontdekken tot waar de uitgeholde treden in de duisternis beneden verdwenen. Blake liep naar het venster en zette met moeite een van de glas- in-lood ramen open Toen hij naar bulten keek, ontdekte hy, dat de vierkante toren opgetrokken was te gen een vleugel van het huis die aan een zyde uitzicht gaf op den Inham en aan een andere zyde op de zee. Aan zyn voet lag een verwilderd stuk land, half boomgaard, half rimboe, dat zich uitstrekte in de richting van den moerasrand daar, waar het pad over het drijfzand eindigde. Zoover hij kon opmaken uit zijn waarnemingen van het oogenblik en uit zijn herinnering aan de "vele kamers en gangen, welke hij met Rachel moest passee- ren om Dick Malvery's kamer te be reiken. waren dit torentje en de vleugel tegen welke het was ge bouwd op een behoorlyken afstand verwyderd van de hoofdhall en den ingang van Malvery Hold. En ieder, die het gebouw zou willen binnen dringen via het torentje kon dat gemakkeiyk doen zonder dat Iemand uit een ander gedeelte van het ge bouw dit kon waarnemen. Er begon zich vaag een gedachte te vormen in Blake's brein en zij nam een steeds vaster vorm aan, toen hij zich afwendde van het ven ster en de voetsporen vólgde tot de deur van de slaapkamer. Terwyl hy ze zorgvuldig Intact hield bemerkte hii dat ze naar een oud bureau leidden, dat in een nis stond aan het hoofdeinde van het bed. Toen hij tot hiertoe was gekomen, verliet hy de kamers en zocht hy niet zonder moeilijkheden den weg terug door het stille huls tot hij weer stond in de groote hall waar hij wachtte, tot hij Rachel zag passee- ren toen ze de kamer uit kwam, waar ze hem bij zijn eerste bezoek haar vader had gewezen. Rachel verwonderde zich toen ze Blake daar zag en ze kwam met 'n vraag ln haar oogen naar hem toe. .Heeft u iets gevonden?" vroeg zy. ..Als u even tyd kunt vinden om weer met my mee naar de kamers te gaan", antwoordde hij, „zou ik u iets willen laten zien." „Ik kan nu wel", zei ze. „Vader slaapt. Wacht u even, dat ik het meisje zeg op hem te letten." i Blake sprak geen woord tot; hij de zitkamer bereikte. Op den drem- pel beduidde hij haar te blyven staan. I „Kijkt u hier eens", zei hij. „Ik wilde u laten zien. dat iemand ge durende de paar laatste maanden in deze kamers is geweest en dat. wie het ook geweest, moge zijn, die bezoeker gebruik maakte van den torentrap. Heeft u gezien hoe dik de stof hier op den vloer ligt? Juist. En nu ziet u ook, dat er hier een spoor van voetstappen loopt, heen en weer, van dat gordijn naar de kamer hier naast. En ook ziet u de voetstappen, die ik zoojuist maakte Kijkt u nu eens naar beide series sporen." „Ik zie ze", zei Rachel. „En wat nu?" „Kijkt u dan eens goed naar het verschil tusschen die twee series", zei Blake. „Ik ben een expert in dergelijke dingen. Ik moest de spo ren van menschen en dieren volgen, zoowel door de sneeuw als over zand. Nu zult u zien, wanneer u scherp kykt naar de sporen* die ik zoo juist maakte, dat de voet afdrukken scherp en als gesneden aan de randen zijn, met andere woorden, u ziet dat ze versch zyn. Maar Ir'jkt u nu weer naar de spo ren naar en van de slaapkamer; de randen ervan zijn wazig, on scherp. Wat bewyst dat?" „Zegt u het mij," zei ze, opky- kend van de sporen naar Blake, blykbaar verbaasd door zyn con stateeringen. Ik weet het niet natuurlijk „Toch zou u het, weten, als u wat verder doordacht", antwoordde hij glimlachend. „Het bewyst dat de gene, die over dezen vloer en dooi de kamer hiernaast liep, het deed toen er al een dikke laag stof op lag. Het bewijst verder dat sedert die afdrukken waren gemaakt, een nieuwe laag stof zich heeft neer gelegd en de scherpe randen van de sporen heeft bedekt en verzacht. Als u weer eens over het zand hier in de buurt loopt, moet u een spoor maken. Gaat u dan terug en kijkt u er eens een paar dagen la ter naar. U zult dan zien. dat alle scherpe randen zijn vervaagd door den wind. die er zand overheen blies. Daar gaat het nu Juist om! Welnu, ik wil u nu zeggen, waar ik zeker van ben geworden: deze •po- ren zijn hier ln de kamer gemaakt in de laatste paar maanden." Rachel, die over de sporen gebo gen stond, richtte zich met een scherpen uitroep cp. „Bent u daar zeker van?" zei ze. „Wel heel zeker!" antwoordde Blake met onverstoorbare zelfver zekerdheid. „Daar durf ik heel m'r reputatie als spoorzoeker onder te verwedden. Ik zou er niet zekerder van kunnen zijn dan wanr eer ik met een microscoop zou hebben be keken! Ik herhaal: in de laat ste paar maanden." „In de laatste paar maandên! herhaalde Rachel. Ze deed plotse ling een stap terug en keek Blake aan in een vreeseliik vermoeden „V denktu denkt toch niet...- dat hij hier is geweest?" zei ze. .Haar zou ik geen neen op durven zeggen." antwoordde Blake rustig- .Waarom niet? 'Laat ons de zaal- eens kalm overdenken. Wy weten dat hij dien avond in de buurt was. Nu, als we eens aannemen, dat hy iemand wilde bezoeken *11 weten niet wie vóór hii naar zijn eigen familie ging? En als we eens veronderstellen dat hy Iets noodlg had dat in deze of de aangrenzen de kamer aanwezig moest zlin Wat zou hem er dan van weert'o"" den ln het donker hierheen ,e komen door middel van den ouri" torentrap? Die houdt u toch niet gesloten?" „Ik weet het niet", antwoordde Rachel terwyl ze een blik wierp °P het gordyn. „Jacob Elphick heelt altyd op die soort dingen gelet. I* ben sedert jaren tenminste dra jaren tot vanmorgen niet in dit gedeelte van het huis geweest. „Dan zullen we dat gauw onder zoeken," zei Blake. Hu deed het gordijn opzij en tastte zijn weg naai beneden. rWord* vprvoitói

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1946 | | pagina 6