maant min. Beel
Een blinde
MENSCHEN EN MUZEN
iiyn
irlisden
AAN DEN SLAG
In Canada
DING.
ÏDING Binsdag geopend
foor
iulst
tpoedcr
reist naar
Engeland
be
rapport verschenen
he
he
he
-Wanneer starten we—i
nu eindelijk?
is een
jestuur van.
ifo. 570 TWEEDE BLAD.
WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1946
>EN
it w b.
BSWONING
zijn vanaf
en betaling
vering f2,
LG 30 SEP-
/an het ge-
901—o
BRUIJNE
efoon 2291.
enfce IJZEN»
NINGEN IN
an de Zuid-
ingen in de
oonhuis aan
an 6 wonin-
houwen van
i. B. C. en D
ajn vanaf 18
inbureau van
Gent, tegen
j ongeschori-
Jtember 1946,
van het. Ge-
945—0
SCHOONIS
te Breskens
idigd s
aan den
Zondagen
11,55 15,50
12,05 16
14,10 17,25
14,20 17,35
;lt onderge-
ede, dat de
iaik van het
CONTNCK,
ng heeft.
867—0
18 Tel. 2197
Iministraties
1G TE
l. MASCLEE
rkrijgen:
fT«TTTiri\J
BOUW-
PRESTO
TOFFEN
IDELBURG.
idersteen
Iroevige ont»
einde maakt.
W-WS.
hot het eerst sinds jaren
nerd de zitting der Staten-
ieneraal weer op den 3en
Ha
c
TARE MAJESTEIT DE KONIN
GIN heeft mij opgedragen deze
titting in Haar naam te openen.
Voor het eerst sinds Jaren is het
weer mogelijk het grondwettelijk
voorschrift, vervat in de artikelen
103 en löfi onzer hoogste staatswet,
na te leven en de gewone jaariijk-
«che zitting der Staten-Generaal op
den 3den Dinsdag ln September te
openen.
Met U verheugt de regeering zich,
aldus de normale paden weer
n vollen omvang betreden worden.
)p tal van gebieden doen zich in-
usschen de gevolgen van, den oorlog
log schier dagelijks gevoelen en zijn
Ie problemen, welke om oplossing
rragen, ontelbaar".
Aldus sprak de minister-presi-
lent, dr. L. Beel, gisteren bij de
opening van de zitting 1946-1947 der
itaten-Generaal en hij vervolgde
„Van haar verantwoordelijkheid
e dezen is de regeering zich diep
lewust. Haar voornemens zijn U uit
ie Troonrede bekend en zij wenscht
tans met de spade op den schou-
ler om het beeld van Thorbecke
gebruiken aan den slag te
;aan. Zij is er van overtuigd, dat
Jok u. leden van de Staten-Gene-
■aal, bereid bent het op u rustende
leei der verantwoordelijkheid voor
land zaken te aanvaarden en in
[emeen overleg met de regeering
Ie ter zake noodige maatregelen te
maan heeft in de na-oorlog-
sche dagen al heel wat weten
schappelijke bolletjes ln beroering
gebracht. Na den Engelschman
Warnett Kennedy zijn het enkele
Fransche geleerden die van zich
doen hooren.
De Daily Express meldt uit Pa
rite, dat zij landingsplaatsen op de
waan hebben uitgekozen. Het
..luchtruimschip" dat hen naar de
maan zal brengen, het voedsel,
waarmee zij zich daar ln leven
'uilen kunnen houden en de uitrus
ting, welke hen ln staat zal stel
len daar rond te wandelen, wordt
thans ontworpen.
Dr. Alexander Ananoff, knap
vliegtulgkundlg Ingenieur, heeft,
heden een uiteenzetting gegeven
over de voortbeweging van het
„luchtruimschip". Als brandstof
zullen kosmische stralen worden
gebruikt onzichtbare uitstralin
gen van kolossale energie, die van
onbekende luchtlagen, voorbij den
Welkweg uit gaan en de aarde be
reiken. Deze stralen, die tijdens
de vlucht uit het luchtruim worden
opgevangen, zullen in voortbewe
gende krachten worden omgezet.
°e machine zal zich dan bij wijze
van raket voortbewegen.
Van offlcieele zijde wordt er op
Sewezen, dat degenen, die het
op de maan aankomen, een
lag k-unnen hljschen en de ge-
eele maan als hun eigendom
Kunnen beschouwen, daar er geen
^ater ls, dat een afscheiding maakt
verschillende deelen.
treffen. Dat het voor de regeering
slechts dan mogelijk is haar bijna
onmenschelijk zware taak naar be-
hooren te verrichten, indien zij zich
geschraagd weet door het vertrou
wen van een zoo breed mogelijke
meerderheid uit de Staten-Generaal
behoeft nauwelijks vermelding.
Moge Gods zegen ons werk ten
deel vallen en het ons gegeven zijn
voor het Nederlandsche volk den
weg te banen naar een minder zorg
volle toekomst.
In naam der Koningin en daar
toe door haar gemachtigd, verklaar
ik de jaarlijksche gewone zitting der
Staten-Generaal te zijn geopend".
Het Britsch-Indische streven naar onafhankeiykheid vond zijn voorloopige
bekroning in de vorming van een voorloopige Britsch-Indische regeering.
Een van de meest op den voorgrond tredende leden is Pandit Nehru, ge
heel links.
H
Kennismaking met den ondergrond, de bussen,
de restaurants en het Nationale Blindeninstituut
TIET valt me op dat er in Londen
zoo weinig kinderen op straat
zijn, behalve in de volkswijken,
daar leeft men meer op straat dan
binnen. Voorts sta ik verbaasd van
de enorme files bij bv. distributie
kantoren, bioscopen, theaters, enz.
Deze flies, schuifelen rustig voorten
het duurt soms uren, vóórdat men
aan de beurt is. Men praat wat,
leest wat, suft wat, maar van voor
dringen of tusschendringen is geen
sprake. Ook bij het drukke busver-
keer blijft men op een volgende bus
wachten, als de conducteur of con
ductrice het „vol"-sein geeft.
Ais een blinde, zooals mijn vriend
goed den weg weet in den „Under
ground" dan is dit wel een ideaal
verkeersmiddel. Als men zijn werk
in Londen heeft, neemt men een
driemaandelijksche kaart en spoe
dig vindt men zijn weg, daar men
toch steeds met dezelfde stations te
maken heeft.
De treinen hebben automatische
deuren. Door het openschuiven
hoort men direct, waar een ingang
is en in 9 van de 10 gevallen biedt
men den blinde direct een zitplaats
aan, hoe druk of het ook is. Voor
dat iemand wist, dat er een rein
op komst was, konden wij dit al
constateeren door de luchtverplaat
sing in de tunnels.
Een voorval in den „Underground"
maakte mij weer een ervaring rij
ker. Een dame naast me vroeg mü
om vuur. Ik gaf haar mijn aan
steker en even daarna rook ik een
lekkere Engelsche sigaret. Zij gaf
mü den aansteker terug, ik stak
hem in mijn zak en dacht er het
mijne van. Later bleek me, dat,
waar mannen in Engeland rooken,
ook de vrouwen rooken, midden op
straat, op de flets, of waar maar
ook.
■yeel verhalen kreeg ik te hooren
over het ondergrondsche verblijf
van de Londensche bevolking ge
durende de „Blitz". Door de over
heid waren langs de wanden hou
ten kribben boven elkaar aange
bracht, waarin men sliep. Dit, ter
wijl de treinen bleven rijden. En als
men zich dan nog de benauwde
lucht indenkt, dan heeft toch ook
de Londenaar een zwaren tijd ge
had. Ik voor mij geloof, dat ik me
daar beneden vrij safe gevoeld had,
want soms is men 60 tot 70 ra. diep.
De roltrappen (Escalators) zijn zeer
gemakkelijk en voor blinden totaal
geen bezwaar. Ook het nemen van
kaartjes uit de automaten is handig.
De opstap in de treinen is niet hoog
en de ruimte tusschen wagon en
perron zeer gering.
In de bussen mag men boven, dus
op de eerste verdieping, rooken. 't
Naar boven en naar beneden gaan
lar.gs het nauwe trapje lijkt me
voor iedereen lastig, vooral als de
bus rijdt en hiervoor moet men goe
de zeebeenen hebben. Voor zoo'n
groote stad vind ik dat je weinig
vreemde talen om je heen hoort. Dit
zal in den oorlog wel anders zijn
geweest. De eenige nalatenschap,
die ik, waarschijnlijk van de Ame
rikanen, heb kunnen ontdekken, is
ondere iedere tafel, stoel, bank, enz.
groote plakken kauwgum.
Het Engelsche geld ls voor ons
gemakkelijk; alleen van papier zijn
de ponden en 10-shilllngbiljetten; de
rest mooie zware metalen munten,
zilver met geribden rand, de rest
glad.
A an alles kon ik merken, dat men
meer gewend was aan blinden
dan bij ons. Bij het oversteken van
een straat steeds iemand, die hielp.
In de restaurants kreeg ik zonder
te vragen het vleesch gesneden op
mijn bord, vlsch zonder graat. Bij
het kiezen van ';et dessert raadde
men mij dat aan wat het gemakke
lijkste te eten was. Zelfs bij thee
of koffie legde men het klontje op
het lepeltje, wat natuurlijk een
beetje overdreven is. Alles met al
les, deze attenties doen prettig aan
en men voelt zich spoedig thuis.
Ook bij de zakenrelaties die ik be
zocht, ontmoette ik de grootste
voorkomendheid en een groote be
langstelling voor Nederland.
Persoonlijk houd ik meer van
kleine restaurants dan van groote.
Men kan dan de situatie gemakke
lijker overhooren en men voelt zich
niet zoo verloren. Dergelijke res
taurantjes waren er in de „Soho-
buurt" maar genoeg
A Ihoewel ik reeds vroeger een be-
zoek gebracht had aan The
National Institute for the Blind",
kreeg ik nu een betere gelegenheid
voor een nadere kennismaking.
Mijn gastheer, hoofd van de In
ternationale Blindenzorg, werkt sa
men met 'n ziende secretaresse en
dit doen ook de andere blinden, die
daar een leidende positie innemen.
Het gebouw is groot en daarin
bevindt zich een winkel met artike
len voor en van blinden, een boek
binderij, zetterij, drukkerij, admi
nistratie en cantne, waar het per
soneel in het vrije middaguur voor
f 0.80 een vollen maaltijd kan krij
gen.
Speciaal Interessant was, wat wij
zouden noemen het zetwerk. Dit
doen meestal blinde meisjes, aan
wie de boeken door oudere dames
worden gedicteerd. Men neemt dit
in braille over op electrische
braillemachines, waarop de puntjes
electrisch in zinken platen gesla
gen worden, die dan later als cliché
op de drukpers moeten dienen.
De sociale verzorging der blinden
is ln Engelande alhoewel nog niet
ideaal, toch veel beter dan hier.
Gaarne ls men bereid ons ook
weer boeken te zenden uit de uit
leen-bibliotheek.
Sovjet-Russische
legatieleden
bedreven spionnage
en maakten zich van
minstans 2 soorten
uranium meester
5 E RICHTEN uit de Sovjet Unie zijn de volle aandacht waard, schreven
wij, omdat zU vrijwel de eenige bron vormen, waaruit men nieuws kan
putten over den gang van zaken in dit door een „stalen gordijn" alge-
sloten gebied. Het is echter niet toutcourt de eenige bron, getuige 'n rap
port en eenige boeken, welke buiten Rusland, in Canada en de Ver. Staten
verschenen zün. Zij hebben weliswaar geen betrekking op de onmiddellijk
geldende binnenlandsche moeilijkheden, waarmede de Sovjet-regeering te
maken heeft, maar zij zijn toch zoo kenschetsend voor de gang van zaken
in het roode paradijs, dat zi) binnen het bestek van onze samenvattende
artikelen behooren te vallen.
Tn Canada is een rapport ver-
schenen van een Koninklijke
commissie, gedateerd 5 Febr. van
dit jaar. Het heeft betrekking op
de bedrijvigheid van buitenlandsche
agenten, met name die der Sovjet-
Unie, rond de atoomexperimenten.
De inhoud er van mag niet minder
dan opzienbarend genoemd worden
Ziehier een korte samenvatting er
van;
Veertien Canadeesche ambtena
ren of personen met een vertrou
wensfunctie hebben direct of in
direct geheime inlichtingen ver
strekt aan een vreemde mogend-
oocx>oo<xx><xxxxj<xxx>oooooooo<x>ooooooooooo<xx>ooo<xxx><xxx>oc ooooooooooooo
ET IS een bekend
verschijnsel, dat
vechtpartijen publiek lok
ken. Misschien worden som
mlge elkaar beconcurree-
rende weekbladen door de
ze overweging er toe ver
leid zoo nu en dan wat
herrie te schoppen. Helaas
ls deze niet altijd even ver
heffend en vaak sterk per
soonlijk. Zoo herinneren we
ons een bespreking van den
dichtbundel „Vuur en Wind'
van Muus Jacobse in De
Baanbreker. De dichter had
de blijkbaar onvergeeflijke
fout begaan zijn portret in
het boekje te laten afdruk
ken. De recensent gaf er
als volgt zijn meening over:
„Het ls een waardige in
leiding tot de verzen en de
zelfgenoegzame, honing
zoete glans op dit gelaat
moet iederen lezer, met ge
voel voor hygiëne, van te
voren reeds afschrikken of
waarschuwen. Dit is het
gezicht van een man, die
weet dat hij uitverkoren is
en dat de poorten van de
hemel voor hem geopend
staan".
■PENZELFDE, nog on-
verkwlkkelljker, ge
val heeft zich voorgedaan
ln het weekblad De Vrije
Katheder. De diohtor Mar-
ja vond in de gelaatstrek
ken van den Vlaamschen
schrijver Maurice Gilliams
gelijkenis met een azijn-
spuwer. (Hij gebruikte een
ander woord, maar dat
kunnen we in een nette
krant, als De Stem ls, niet
afdrukken!) Daarop con
stateerde een andere poëet,
dat het gezicht van Marja
zelf op dat van een azijn-
spuwer leek. Ten slotte
drukte W. F. Hermans in
De Baanbreker het por
tret van Marja af en gaf er
,.Een liefde" zegt hy:.w
dertig bladzijden lang
loopt het slijm van zulk
een afschuwelijke sentimen
taliteit, waarin Alles „mooi
ls en lief en vroom en za
lig" en van een verheven
soort banaliteit, over de
stuntelige zinsbouw en de
vervelende herhalingen van
zijn goedkope emoties.
rZE allesbehalve
vriendelijke kritiek
lokte zelfs protest uit van
een zoo irenische figuur als
Herrie in de cuHuteele hut - Kta-
keelende dichters - Mankeert er iets
aan de filmctitiek in Nederland
een vergelijkende gelaats
studie bij, die alle perken
van fatsoen te buiten ging.
ELAAS is deze on
welluidende toon
zoo nu en dan ook in ka
tholieke weekbladen te be
luisteren. Zoo deed b.v.
Robert Franquinet in
Christofoor een feilen aan
val op zijn streekgenoot
Paul Haimon, dien hij een
„mlddelmatlgien schrijver
van patronaatspelen" noemt
Over diens laatsten bundel
Frank Valkenier. Naar zijn
meening rechtvaardigen 't
beneden-normale intellect
van den heer Franquinet
noch de faam van zijn de-
lireerende lyriek de plaats,
die hij blijkbaar opeischt
als rechter of beulsknecht
ln letterkundige zaken.
fBT VALT niet te
ontkennen, dat ook
De Linie er slag van heeft
de aandacht op zich te
vestigen, in een der laat
ste nummer» deed de film»
redacteur P. M. Smedts een
onbehouwen aanval op on
ze filmcritici naar aanlei
ding van het feit, dat zij
Henry V geen film maar
verfilmd tooneel genoemd
hebben. „Velen geloven, al
dus De Linie, de schreeu
wers, die in ons land sinds
jaren ten onrechte door
gaan voor filmcritici, om
dat zij tien, twintig Jaar
lang in een dwaas jargon
steeds maar hetzelfde soort
steriele critiek hebben ge
schreven en ofschoon zij
nooit In staat zijn gebleken
de zogenaamde principes,
die hen leiden, bij hun ge
theoretiseer uit te leggen.
Dat een volkomen nieuw
experiment als Henry V
geen genade kon vinden in
de geestelijke achterbuur
ten, waar deze zogenaamde
voorlichters verkeren, is
begrijpelijk; dat aan het
oordeel van deze provin-
ciaaltjes op filmgebied
waarde wordt gehecht, be
wijst de noodzakelijkheid
eens met de bezem door
de Augiasstal van hun on
kunde te gaan."
Wij zijn eens benieuwd
wat de provinciaaltjes daar
op te antwoorden hebben.
Strijdbare lieden ais A. van
Domburg en consorten la
ten zootets vast niet op
zich zitten.
held. Vijf andere personen werden
nog niet geïdentificeerd.
Er bestaat in Canada een ge
organiseerde vijfde colonne van
Russische en Canadeesche agenten.
Zij is onderverdeeld in groepen.
Aan het hoofd van een der groepen
stond de Russische kolonel Zabo-
tin.
Deze agenten worden op de eer
ste plaats gedreven door hun com
munistische overtuiging. Sommigen
zijn lid van communistische orga
nismen. Geld is bijzaak.
Een speciale organisatie zorgde
voor valsche passen, Canadeesche
en andere.
Zabotln en zijn helpers contro
leerden en financierden soortge
lijke groepen ln enkele Europeesche
Staten. De groep van Zabotin was
gespecialiseerd in militaire spion
nage.
Onder de spionnen bevinden zich
enkele leden van de Russische am
bassade te Ottawa.
Naast de eigenlijke spionnage-
dlensten werkte een „cel" aan de
recruteering en de opleiding van
nieuwe agenten.
De Canadeesche organisatie hing
rechtstreeks af van de NKVD (vroe
ger GPU) te Moskou. Een van haar
taken bestond in het surveilleeren
van het Russische ambassadeperso
neel. De Russische ambassadeur
wist blijkbaar niets af van deze
spionnage.
Volgens Igor Groezenko (de Rus
sische ambassade-bediende die de
cijfertelegrammen doorzond en heel
de zaak aan de Canadeesche over
heid verklikte) bestaat de „Komin
tern" nog steeds in den vorm van 'n
hoofdkwartier dat de bedrijvigheid
der communistische partijen bulten
de Sovjet Unie coördineert.
Minstens twee soorten uranium
(U 233 en U 235) werden aan de
Russen ter hand gesteld. Deze von
den dit zoo belangrijk dat ze on
middellijk per vliegtuig naar Mos
kou werden gestuurd. De waarde en
de omvang van de verstrekte in
lichtingen worden vastgesteld.
Het rapport bevat ook behalve
bijzonderheden over de vroegere
activiteit van den spionnagedienst,
onthullingen van den reeds ge
noemden Igor Grouzenko, tot het
vorig jaar ambtenaar aan de Sov
jet-Russische legatie in Canada.
Hierover in een volgend artikel.