:nde voor onze kinderen BOSMAN Leven in de wildernis België luilekkerland.... SON Al Wal een Wonderlijke Wereld r J Veertien uren op benzineblikken 42. Goes ÏDE rogers gevraagd. NDEREN IE SILVA Beeldhouwer Douwes filosofeert tusschen wilde< bloemen en katten opperbeul der vrouwenkampen op Java schen spelen weinig voor de en praten over gaan doen it dereen wil naar te bewegen naar g te keeren, .t Nee daar zijn - die kennen zij erug, is hun de^ afgerekend met alles wat hun rennen het „roo. ander uit eigen, ggen: Dat, nooitI af, terwijl er ge- taderd wordt. Zijl een berichtje in I rarin zij vermeld en terug in hun.' weer niets ge- dag in dag uit. t 'kt zich hun lot voedsel en klee. ■zit van deze el- ioop op de toe-! ïdelscorr-espon- hief verzorgen 877—0 men enz) GOES 500OOOOOOO< 'aar met onze Zaaigranen kracht. Door n staat U de -k graan- Des- r U- CV.GO. beschikbaar. 'G.O pakihuizen 4RTSDIJK en 785-0 Beveland" GA. WEEDEN Adin. OOO0OOOOO0 RIEPPOEDERS 'beidsinspectie) TERPENTIJN 1TTEN i meebrengen) 819-0 HULST GEEN REPA- 779—0 No. 546 TWEEDE BLAD WOENSDAG 21 AUGUSTUS 1946 dersteen zou je zeggen. Ze zegt geen stom woord, loopt zoo nu en dan weg en is, in de eerste uren, nergens te vinden, vergeet eten, enz. Dat is eigenlijk zoo erg niet, maar ze houdt verschrikkelijk veel van suiker en blikken melk en, aangezien bede ar tikelen sterk gerantsoeneerd zijn, geeft dat tegen de helft van de maand, groote bezwaren. Ook siga retten moet ik flink in m'n kist hou den, want ze rookt als 'n schoor steen. Geen sigaret, dan sigaren, die ze zelf maakt, zooals de papoea's van de tabaksplant, die hier in het wild groeit 's Avonds steekt ze zoo'n flambouw op van ongeveer 3 d.m, op cle poorten inte Sidonie met WELK EEN VERSCHIL tusschen de sfeer in zfjn rustig atelier in Nederland en zijn tegen woordige. Luister, hoe hij het be schrijft: Achter de heuvels in het oerwoud huizen de kasuarissen met hun eigenaardig geluid en de wilde varkens. Achter mijn huis staat een tjamara een kasuaris-boom, zoo genoemd wegens zijn gelijkenis met dit dier. Rechts een soort palm boom, zooals ik ze nergens ooit ge zien heb. Eiken avond komt daarin een groote donkere vogel en eet de eigenaardige vruchten op. En dan hebben we hier een massa kat ten, mooie grijze uit Australië, de eerste Indische kat met en zonder staart met knoopen. De eigenaars, Amerikanen, Javanen, Sumatranen Papoea-bataljonalles had kat ten, die bü verhuizing achter ble ven. Met het gevolg, dat je ze 's avonds, met zessen tegelijk ziet pa trouilleeren. Ook hier zijn ze ver liefd, 's nachts natuurlijk, en dan maken ze afgrijselijke geluiden. En zoo'n stelletje botst de voordeur in en de achterdeur uit. Ook mijn kat was een zwerver, maar hij maakte zooveel strijkages tegen m'n broek, dat ik hem moest accepteeren. Waar van al die katten leven weet ik niet Maar, dat is zeker: geen rat of muis op Kota Nica. In den tuin staan veel wilde bloemen, die er zoo van zelf groeien, vooral har.ekammen en Ik meen, asters van alle kleuren. Ook had ik een praeht-paarse or chidee naast mijn vooringang staan geheel uitgeloopen en ik ging er el- ken dag naar kijken-, bemeste haar I niet de meest-natuurlijke mest, die ik naast m'n bed verzamelde, en fin, het was mijn trots, totdat op zekeren dag, een of andere vriend terwijl ik uit was, haar afplukte. Als je oud wordt en in de eenzaam heid woont, krijgt elke plant, elk voorwerp een klein bestaan voor .ie. Bloemen, orchideeën, worden per sonen, die men vroeger heeft gekend: deze is Liesje, die is Lotje gene weer Keetje. En je begint met ze te spreken. Zoo, Liesje, heb je niet te veel geleden or.der den re gen? Keetje, wat ben je mooi in het zonlicht, was ik maar schilder, enhad ik verf en penseelen, dan schilderde ik je. Maar, die r zakkenpardon, ik moet mijn naasten liefhebben, gelijk mezelf, enfin, die beroerlingen hebben me alles afgenomen. Maar, ook ga je spreken met de slechtwillende deur: „Zoo, wil je niet sluiten? Wat man keert er nou weer aan? 'n Beetje smeren?" Niet noodig hoor: je scharnieren bestaan uit stukken rubberband. De „hulp in de huishouding" MÜn Menadoneesche gedienstige. Wat 'n prachtexemplaar! Ze is niet heelemaal bij, niet geheel af lang en dan, waarachtigje zou zeggen, dat je 'n sigaar ruikt. En je krijgt kippenvel, als ze dan zoo, zich erg tevreden voelend met haar sigaar, al haar vingers uitrekt, dat je de botten hoort kraken en dan al slot; de klap op de vuurpijl, haar elegant hoofdje, ik wil zeggen „kop" met een ruk naar links en rechts zwaait, waardoor je twee harde knappen hoort, die je door merg en been gaan. Ze heeft ook haar op voeding bij de papoea's gehad, zoo dat ze steeds 's morgens zeer hoor baar haar keel schraapt en rooken- de links en rechts spuwt, in huis of er buiten, doet er niet toe Enfin, Nu de goede eigenschappen. Als ze geheel bü is, is ze aanhankelijk als een hond. Begin ik 's avonds een sigaret te rollen, dan loopt ze naar de keuken om vuur (altijd bran dend hout) of steekt haar eigen flambouw op Ze staat heel vroeg op zoo tegen half zes en maakt een kop koffie voor me gereed. Ik merk dat ik eigenlijk niets dan slecht van Kota Nica heb verteld, maar weet alleen dat het mij hier uitstekend bevalt Japansch oorlogsmisdadiger stond terecht TN EEN KAPITEINSUNIFORM gekleed, gedwee en bedeesd, met gebogen hoofd en neergeslagen oogen heeft Sonai, de opperbeul der vrouwenkampen op Java tevens ver antwoordelijk voor vele mishande lingen van krijgsgevangenen voor het tijdelijk militair gerechtshof te Batavia terechtgestaan. De arro gantie en zelfgenoegzaamheid van de heeren in Neurenberg was hem vreemd, maar zijn brein heeft ach ter zijn Oostersch masker-gelaat op volle toeren gedraaid. Tweemaal in het dagenlange proces is hij van tactiek veranderd. De krijgsgevangenen. rpoen de lange rij van getuigen hun reeds eerder afgelegde verkla ringen die geboekstaafd een hooge stapel dossiers vormden, kwamen bevestigen, wist Sonai zich niets te herinneren, en ontkende. Voor on afgebroken plagerijen en mishande lingen, gruwelijke martelingen, ont houding van medische hulp en te werkstelling van- zieken was Sonai verantwoordelijk, maar „geheugen verlies" leek hem "oor 't gerecht de beste oplossing Tenslotte werden de tallooze ge tuigenissen om hem te gruwelijk en de man die met sinisteren kamp humor den bijnaam Sunny Boy kreeg, begon, berouwvolle verklarin gen af te leggen. Vreemd was het dezen sadist te hooren over zijn „beter Ik", dat de overhand gekre gen had over zijn lage instincten en te vernemen, dat zijn geweten be gon. te knagen, nadat hij zelf ran sel te incasseeren had gekregen, naar hij zei eerst van een Neder - landschen officier en later van de Engelsehen. Maar veel hielp dit al les niet. De vrouwenkampen. öchielijk begon hij derhalve weer om de feiten heen te draaien, toen zijn „werk" in de vrouwen kampen ter sprake kwam. Verkla ringen van deskundigen en getui gen vormden weer een lange lijst van kleine plagerijen tot het ergste sadisme toe. Met z'n sterke vuisten sloeg de lange Jap de kinderen in de kampen wanneer het hem be liefde. Drie dagen liet hij de geïn terneerden zonder eten, ook de zie ken en kinderen, waarvan velen reeds op sterven lagen en toen de Japansche nederlaag eenmaal een feit was, dreef hU met stomdron- Een zeldzaamheid IA EN pastoor utt een klein Fransch dorp was even bekend om zijn geleerdheid ais om de weinige zorg die hij aan zijn uiterlijk be steedde. Op zekeren dag maakte hij een wande ling door het bosch, ge kleed in zijn oudsten •oog, waarvan de ran den in rafeligheid wed ijverden met die van z'n versleten hoed. zijn baren hingen in slor- k!aaa sllecten °P den van zijn pélérine. Plotseling stond de e Maurice voor hem, een zesjarige ben gel, die in het dorp bij zijn tante logeerde en den pastoor niet kende. Stomverbaasd staarde hij den geestelijke aan, die juist doende was aan een bloem te ruiken. Dan zette hij het op een loopen. „Tantéé, tantéé", riep hij. ,,kom eens gauw kijkeneen wilde pastoor!!".... Wondertabletten. "yOLGENS een bericht van Associated Press is dr, Klemme, een Amerikaansch schei kundige en hersenchir- urg erin geslaagd, een voedingstablet samen te stellen waarop men on- bepaalden tijd leven kan Zeventien groenten en twee citroensappen zijn erin verwerkt. Men kan volstaan met 2 tabletten per dag, doch ze moe ten ingenomen worden met een handvol graan, een banaan of een an der zwellend voedings middel. Iemand, die bij wijze van proef tien dagen lang uitsluitend op de wondertabletten leefde, zei dat hij zich even goed voelde als wanneer hij volle maal tijden had genuttigd. ken kop de vrouwen bijeen om hen met een botte tondeuse kaal te scheren. Maanziek. ^Tijdens het proces is uit verkla ringen. van deskundigen komen vast te staan dat Sonai een. blanken hater van het zuiverste water is en by al zyn handelingen erop uit was de blanken te vernederen. Maar ook dat hij aanvallen van razernij kende en by volle maan volkomen ontoerekenbaar was, iets wat de ge- Christelijke naastenliefde van de daad, die enge vriendschapsbanden tusschen twee buurlanden smeedt (ran onzen speciaien verslaggever) ALS GE VAN BRUSSEL naar Gent en de kust rijdt, komt ge door een streek die U verrassen zal door zijn natuurschoon en zijn landelijkea eenvoud. Het karakter der tableauxdie zich telkenmale voor Uw oog ont rollen, dragen veel overeenkomst met onze Limburgsche landouwen. Ook in het Vlaanderenland treft ge een gevarieerd beeld van dalen en heu vels, gesierd met het vroolijke groen van boomen, struiken en weiden of van het prettige geel der tarwe- en korenvelden. Het is een nijver land hier, waar de mensch vecht met den bodem om telkens meer nut er uit te halen. Wilskracht hebben deze menschen In de streek der „pajotters". Ge ziet het aan de stevige kaken met de opeengeklemde tanden. Maar deze menschen hebben ook een hart van goud. En dat hart klopt warm voor onze kinderen, die drie maan den in deze contreien op verhaal kunnen komen. TNat kunt ge het beste ervaren als 1 ge eer.s praat met Pastoor- Deken V. De Coster uit Assche, het 17 km. van Brussel ideaal gelegen 11000 inwoners-rijke plaatsje, dat in heel België om zijn miraculeuse kruisen bekend is als bedevaarts oord Deze deken met zijn peinzen de oogen en zijn denkerskop is een puur-goede mensch, die weet wat door liefde met kinderen te berei ken valt. Hü is de promotor in de streek zyn dekenaat is het groot ste van het bisdom Mechelen en omvat 21 parochies voor de op name van Nederlandsche kinderen. Met woord en daad heeft hü deze opname van onze kinderen bij de Vlaamsche gezinnen bepleit. „In de eerste plaats als daad van liefde, maar ook uit dankbaarheid omdat wij gespaard bleven", zoo vertelde ons de Deken. interneerden aan den lijve hebben ondervonden en nog ondervinden, want Sonai heeft zün sporen ach tergelaten. De auditeur-militair heeft de doodstraf geëischt en Sonai bleef kalm toen deze eisch voor hem ver taald werd. Als alle Aziaten bezit ook Sonai het vermogen zün gevoelens volko men te verbergen, maar de eisch heeft ongetwüfeld diepen Indruk gemaakt op Sunny Boy. Angstig avontuur in indië (Uit het dagboek van een Stool- troeper) VUE ZITTEN iii Tempilang. Tem- pilang is de basis van waaruit wij de afgelegen posten ravitaillee- ren. Penagang is zoo'n buitenpost. De jongens zitten er eenzaam en verlaten. Het ligt 40 km. van Tem pilang en is alleen per prauw te bereiken. Op een van onze tochten erheen hebben we Magere Hein on verwacht als gezelschapsheer ge kregen en als ik daar nu aan te rugdenk, krüg ik het nog benauwd. Nog voor het dag was, waren we met acht man, zes stoottroepers en twee Maleiers, vertrokken. In het beginne liep alles glad. De zon begon haar werk en wü lagen te soezen op het dek en rookten een sigaret je. Onze motorprauw deed het best en onze Maleische stuurman ste vende recht op enkele kleine eiland jes aan. De zee was rustig en het eenige wat een beetje onaangenaam aandeed, wat de rug van een ste vige haai, welke af en toe zicht baar was. Plotseling echter klonk er ge schreeuw. De motor stond in brand Met dekens probeerden we nog te blusschen, maar het was al te Iaat. Alles ging vliegensvlug, de vlam men vonden gretig voedsel en sloe gen naar alle kanten. Overboord moesten we en vlug, want ieder mo ment kon de motor uit elkaar klappen. We gooiden wat benzineblikken meegenomen om eventueel ais vlot te gebruiken., in het water en ter wijl we doken, hoorden we achter ons twee ontploffingen en vloog de munitie in het rond. Van den eersten schrik bekomen maakten, we balans op. Met zeve nen lagen we bü elkaar. De Malei sche stuurman bengelde aan 'n touw achter de boot en schreeuwde om hulp. Maar aan helpen viel niet te denken. Ieder oogenblik kon de mo tor uit elkaar sprir.gen en het was dus levensgevaarlü'k in de buurt van de boot te komen. Zonder dat we er iets aan kon den doen., is de arme kerel dan ook verdronken. God hebbe zün ziel. Dan kwam de vraag: wat te doen! Twee van ons zouden met behulp van een blik naar de kust trach ten zwemmen. Zij vertrokken met een: goede reis! Met vüven bleven we achter. Twee zwemmers en drie die slechts met moeite het hoofd boven water konden houden. Wat te vertellen over de ellendige uren die we doormaakten. Eerst haalden we allerlei stomme gedachten in ons hoofd. Schrikbeelden doemden op. Haaien, we hadden toch haai en gezien. Dan overwon het gezon de verstand. Onze twee vrienden zouden de kust bereiken en we zou den wel gered worden. Ineens begon de lucht te betrek ken en in een oogwenk brak er een noodweer los. De regen viel in dikke slierten, het begon te stormen en we klemden ons aan de blikken vast en dreven verder de zee op. Op nieuw kreeg de wanhoop ons te pakken. We werden moe, doodmoe, zoodat we zwembewegingen moes ten gaan maken om niet in slaap te vallen. Het noodweer verdeen ge lukkig even vlug ais het opkwam en inmiddel werd het later. De zon girg haar baan en het werd nacht. Zouden we dan nooit gered worden. Moeder Maria help ons. God laat ons toch leven, red ons toch. Met "yele honderden kinderen zijn in Vlaanderen gastvrij opgenomen Verschillende groepen kwamen reeos terug in ons land. Stuk voor stufc zagen de peuters er gezond uit; zij zün in gewicht toegenomen en flink in nieuwe kleeren gestoken. Het is natuurlük leuk met de kinderen te praten bü hun terug komst, maar hoeveel aardiger is het niet hen mee te maken temidden hunner pleegouders. Daarbij valt het wel zeer sterk op hoe de kinderen gehecht zijn geraakt aan hun nieuwe omge ving. Geen wonder ook, ze woi - den echt vertroeteld. Het is ons opgevallen, Jat het beste wat er aan voedsel en kleeding te krij gen is voor onze kinderen is liet is daar voor hen een waar lui lekkerland! De pleegouders stellen er een eer in onze kinderen piekfijn te verzor gen. En dat wil in België heel wat zeggen. Want men moet maar eens langs de winkels loopen en eens kü- ken hoe hoog de prüzen voor aile goederen zün Dan krijgt men on willekeurig den indruk, dat in Bel gië alleen maar kapitalisten en zwarthandelaren kunnen wonen. Dat is natuurlük niet juist, want de gezinnen waarin de kinderen onder gebracht zün, behooren kennelü* niet tot deze twee categorieën. Dat houdt dan tevens indat onze Vlaam sche vrienden zich misschien wel eens wat opoffermg moeten getroos ten om onze kinderen zoo'n pretti ge drie maanden te bezorgen. Niet dat men daarover praat. Verre van daar! Alle pleegouders die wü spra ken repten daarover geen woord. Daar in het Vlaanderenland pleegt men schoone Christelijke naastenliefde van de daad, die niet zal nalaten banden van enge vriendschap tusschen twee buur- lande te smeden. yeer sterke staaltjes hebben wij meegemaakt van de groote aai.- hankelükheid die tusschen pleeg ouders en kinderen is gegroeid. Van het 9-jarige liefst maar 10 kilo „ver zwaarde" meiske", dat gekropen op den schoot van den Deken vertel de, dat ze heel veel van hem hield, en graag bü hem wilde blijven, tot het uit de kluiten gegroeide 14-ja- rige kind, dat het best naar haar zin had in een gezin van 9 kinde ren en het liefst bij haar pleeg moeder in bed sliep. De Deken van Assche praat graag tusschen de boomengroeper, van zijn grooten tuin hoeveel deugd men ondervindt van het vertroetelen on zer kinderen. Geen onvertogen woord is er gehoord en op school is er geen last van ondervonden. En ietwat trotsch weet hü U te ver tellen, dat zün pleegdochtertje de zesde van haar klas werd Ronduit zal hü U vervolgens zeg gen, dat het hem zal spüten als de kleine weer naar huis terug moet. Daarin staat hij echter niet alleen, want datzelfde hoort ge in alle ge zinnen. inspanning van alle krachten be gonnen we te schreeuwen. Ahooi, Ahooi- Geen antwoord. Allooi! Dan hoorden we terugroepen Goddank, we waren gered. Het was een visschersprauw door onze twee vrienden gealarmeerd We werden aan boord geheschen en eenmaal aan de wal met warme thee en rhum bügebracht. Daar hoorden we hoe het onze twee boodschappers ver gaan was, hoe door den storm geen prauw de zee op kon om ons te zoeken en dat de aal moezenier met de jongens een ro zenhoedje voor onze redding had ge beden. Den volgerden dag werden we naar het hospitaal vervoerd, waaruit we na eenige dagen volko men fit werden ontslagen. Onze 14- urlge zwerftocht op benzineblikken was dank zü onzen geest en de hulp van den Grooten Commandant goed afgeloopen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1946 | | pagina 5