DE STEM
Het Christelijk
eigendomsbegrip»
MAATSCHAPPELIJKE WEDEROPBOUW
MILITAIR GEZAG
Prijs uitsluitend per week f 0.30
Administratie Dubbelpoort 7, Hulst
Uitgave „De Stem" Wordt op last van
het Militair Gezag gedrukt op de persen
van Drukkerij G. de Mul, Sas van Gent
Voor God, Koningin en Vaderland.
EDITIE VOOR ZEELAND
No 76. Maandag 26 Febr. 1945
Directeur J. A. H. M. van Schijndel
Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna
Redact, voor het gewest A. J. v. d. Meer
Redactie Oostkade 1 6, Sas van Gent
Alleen dan zullen we tot een waarlijke eco
nomische reconstructie komen, wanneer wij ons
heil niet zoeken in het hier en daar oplappen
van de ernstigste fouten, die in het heden-
daagsch economisch bestel zijn binnengeslopen,
maar wanneer we trachten te komen tot een
totale revisie van 't ontwrichte economisch le
ven. Slechts op juiste, principieel-zuivere
grondslagen kan een doelmatige herbouw tot
stand komen; bouwen we op wankelen bodem
voort, dan zal het steeds lapwerk blijven.
Zooals uit de installatierede bleek, gaat het
Comité voor Maatschappelijken Wederopbouw
te Breda zeer terecht ook van dit standpunt
uit en eisebt het, sprekende over de grondslagen
van een economischen heropbouw, aanvaarden
en beleven van het Christelijk eigendomsbegrip.
Hiermede wordt stelling genomen tegen de
fundamenteele dwalingen aangaande het eigen
domsbegrip, die het economisqhe gebouw de-
dén wankelen, ja pracfisch ineenstorten.
Die dwalingen zijn van tweeërlei aard» Daar
is allereerst de opvatting van hen, die den
collectieven eigendom propageeren, die er dus
voorstander van zijn, dat alle goederen, of in
verzachten vorm: de productiemiddelen, eigen
dom worden van den Staat.
Lijnrecht daartegenover staat de
Christelijke opvatting, die den privaateigendom
als een in de natuur van de menschen ver
ankerd recht beschouwt, die aanvaardt, dat
ieder individu over bepaalde goederen als zijn
persoonlijk eigendom kan beschikken, omdat
slechts privaateigendom 's menschen doel op
aarde kan helpen verwezenlijken: de ontplooi
ing van den persoonlijkheid.
Maar met het aanvaarden van den persoon
lijken eigendom zijn wij er bog niet. Een twee
de dwaling doemt nog op: dat deze privaat
eigendom individualistisch wordt opgevat, dat
men de stelling huldigt, dat iedereen nu ook met
zijn eigendom naar believen kan omspringen
zonder rekening te houden met de eischen der
gemeenschap.
Deze dwaling is zeker zoo gevaarlijk als de
cc'Hctivistische, vooral omdat wij steeds in
dcre individualistische gedachtenwereld hebben
geleefd. Het zal een ombuiging van onze be
grippen, van ons gedachtenleven als het ware,
vragen om tot een sociale instelling ook op dit
gebied te komen.
Want weliswaar moet men de goederen
in eigendom gebruiken tot de ontplooiing van
de eigen persoonlijkheid, doch daar staat tegen
over, dat de goederen door den Schepper aan
de menschheid als gehéél zijn geschonken, op
dat zij de menschen als geheel zouden dienen.
Privaat-eigendom is, zoo is het eveneens door
den Schepper in onze natuur gelegd, daartoe
het beste middel, mits wij de ons toevertrouwde
goederen tenminste zoodanig gebruiken, dat
ze de gemeenschap dienen.
Dit sociale aspect van den eigendolh is tot
heden schromelijk verwaarloosd. Nog al te
veel hingen we aan de gedachte van liefdadig
heid wanneer het er om ging den eigendom in
dienst van de gemeenschap te stellen, terwijl
het in feite een kwestie is van socialen plicht.
Wanneer ons wetboek „eigendom" definieert,
spreekt het van 'n recht om van een zaak een
vrij genot te hebben en daaraan op de meest
volstrekte wijze te genieten, behoudens enkele
uitzonderingen. Daaruit waait de individualis
tische geur tegemoet. In die definitie zal ver
andering moeten komen. Doch die verande
ring is voorloopig van minder belang. Het
gaat in eerste instantie om een gedachte, een
sociale instelling; iederen, die zegt mee te bou
wen aan het Nieuwe Nederland, zal moeten
beginnen zich deze instelling eigen te maken
en dan niet alleen de goede leer te belijden,
maarer ook naar te handelen!
Verordening van den Militairen Commissa
ris van het District Zeeuwsch-Vlaanderen d.d.
15 Febr. 1945, no. 7. (Verordening inlevering
vijandelijk vreemd papiergeld).
De Militaire Commissaris van het district
Zeeuwsch-Vlaanderen, mede uitoefenende de
bevoegdheden, toegekend aan het Militair Ge
zag, in het vorengenoemde gedeelte van het in
bijzonderen staat van beleg verkeerende grond
gebied van het Rijk in Europa;
Overwegende, dat de veiligheid van den
Staat vordert, dat termijn, plaats en wijze van
inlevering van vijandelijk vreemd papiergeld
wordt bepaald;
Gelet op de desbetreffende bepalingen van
het Besluit op den bijzonderen staat van beleg
en van het Besluit inlevering vijandelijk vreemd
papiergeld;
Stelt vast de volgende
VERORDENING.
Artikel 1
Iedere houder van vijandelijk vreemd papier
geld in den zin van artikel 1 van het Besluit
inlevering vijandelijk vreemd papiergeld is ver
plicht dit Voor of op 15 Maart 1945 in te leve
ren bij een der kantoren in Zeeuwsch-VI. van
een der navolgende banken:
Amsterdamsche bank N.V.
Incassobank N.V.
Nederlandsche Landbouwbank N.V.
Nederlandsche Middenstandsbank N.V.
Rotterdamsche Bankvereeniging N.V.
Commanditaire Vennootschap A. W. Jansen
te Oostburg.
Art. 2.
1. Aan dengene, die vijandelijk vreemd pa
piergeld inlevert, wordt een ontvangstbewijs
afgegeven ten name van den houder van het
ingeleverde geld.
2. Indien een derde het geld inlevert namens
een ander, wordt de naam en het adres van
dien derde op het ontvangstbewijs vermeld.
3. Het ontvangstbewijs moet inhouden de
aard van elk ingeleverd biljet, de letters en
nummers en-of andere kenmerken daarvan, en
het op elk biljet uitgedrukte waardebedrag.
4. Het ontvangstbewijs moet worden voor
zien van het stempel van het kantoor der bank,
die het bewijs afgeeft, en van de handteeke-
ning van iemand die bevoegd is om voor dat
kantoor te teekenen.
5. Degene, die het geld inlevert, is desver-
langd verplicht aan het kantoor van inleve
ring zijn identiteit aan te toonen.
Art. 3.
1. Opzettelijke overtreding, niet nakoming,
verhindering of belemmering van de uitvoering
van een der voorschriften van de artikelen 1
en 2 wordt ingevolge artikel 3, eerste en twee
de lid, van het Besluit inlevering vijandelijk
vreemd papiergeld beschouwd als misdrijf en
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
vier jaren of geldboete van ten hoogste tien-;
duizend gulden.
2. Niet-opzettelijke overtreding, niet-n ".ko
ming, verhindering of belemmering van de uit
voering van een der voorschriften van de ar
tikelen 1 en 2 wordt ingevolge artikel 3, derde
en vierde lid, van het Besluit inlevering vijan-
lijk vreemd papiergeld beschouwd als over
treding en gestraft met hechtenis van ten
hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste
vijfduizend gulden.
3. Indien de in het eerste en tweede lid be
doelde strafbare feiten worden begaan door
een rechtspersoon, wordt de strafvervolging
ingesteld en de straf uitgesproken tegen de le
den van het bestuur. Geen straf wordt uitge
sproken tegen een lid van het Bestuur, van
wien blijkt, dat het misdrijf of de overtreding
buiten zijn toedoen is gepleegd.
4. Lichamelijke of onlichamelijke zaken, ver
kregen door middel van een strafbaar feit, als
in dit artikel bedoeld, of waarmede dan wel
ten aanzien waarvan zoodanig feit is gepleegd,
of welke het voorwerp daarvan hebben uit
gemaakt, onderscheidenlijk de voor die zaken
in de plaats tredende door den rechter te be
palen tegenwaarde, kunnen worden verbeurd
verklaard, ongeacht of zij den veroordeelde al
dan niet toebehooren.
Art. 4.
1. Deze verordening geldt voor Zeeuwsch-
Vlaanderen.
2. Zij zal worden bekend gemaakt door
aanplakking aan de pui van de gemeentehuizen
en door plaatsing in de nieuwsbladen „De
Vrije Zeeuw", „De Stem", „De Schakel" en
„De Axelsche Courant", en treedt onmiddellijk