DE STEM DEN EVENMENSCH BEMINNEN ORDENING DER LIEFDE MULO-EXAMEN EN 1945. ALLEN OF GEEN Prijs uitsluitend per week f 0.30 Administratie Dubbelpoort 7, Hulst Uitgave „De Stem" Wordt op last van het Militair Gezag gedrukt op de persen van Drukkerij G. de Mul, Sas van Gent Voor God, Koningin en Vaderland. EDITIE VOOR ZEELAND No 67. Donderdag 15 Febr. 1945 Directeur J. A. H. M. van Schijndel Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna Redact, voor het gewest A. J. v. d. Meer Redactie Oostkade 1 6, Sas van Gent DOOR P. GERVAS1US. Velen onzer goede menschen zitten met scru pules aangaande het eerste en voornaamste ge bod. Het gebod der liefde en het kort begrip van heel het Christendom. ,,Die de liefde heeft, heeft de Wet vervuld". „Hieraan hangt heel de Wet en de Profeten" „Dit is Mijn gebod". „Hieraan zullen allen erkennen, dat gij Mijn leerlingen zijt". Wij moeten dus den evenmensch beminnen. En onder evenmensch verstaan we alle men schen, die met ons hun doel, het geluk, den hemel kunnen bereiken. Daaronder vallen ook de Duitschers. Zij behooren tot onze evennaasten. De parabel van den Barmhartigen Samaritaan kan het ons leeren. We moeten hen dus beminnen en nog wel gelijk onszelven. Bemint uwen evennaaste als uzelf. Maar hoe is dat nu te rijmen met de prak tijk? Is er dan wel een rechtgeaard Nederlander die dit groot gebod onderhoudt en zich eigenlijk wel Christen noemen mag? En is dat gebod dan ook niet absoluut bo ven alle menschelijke krachten? Ziedaar het probleem. Laten we eerst opmerken: „gelijk uzelf" be- teekcnt niet even vee! als jezelf, in dezelfde graad, even innig. Dat zou inderdaad onmogelijk zijn. En het onmogelijke kan God niet gebieden. We hoeven de Duitschers dus niet evenveel te beminnen als onszelf, maar op dezelfde m a n i e r als je van jezelf houdt. De godgeleerden spreken van een ordo cari- tatis, ordening der liefde. Ze begint met zichzelf. Dan komen de ou ders, broers en zusters, verdere familieleden, streekgenooten, landgenooten en' vreemden. Uiteraard beminnen wë de burgers van het zelfde Vaderland meer dan die van vreemde landen. En onder de vreemde naties komen op de eerste plaats onze vrienden, onze bondge- genooten, onze bevrijders: Polen, Engelschen, Amerikanen en Canadeezen. D~ liefdeplicht tegenover het Vaderland heeft een eigen kleur, een eigen toon, eenigs- zins te vergelijken met onze liefde tot onze ou ders en bloedverwanten. We hebben er een vreemd, moeilijk te vertalen woord voor: piëteit Dit woord omvat eerbied, liefde, dankbaar heid en toewijding. Het Vaderland heeft een soort vaderschap over ons. Het is het land onzer vaderen. Zij hebben de grond ontworsteld aan de zee, ge cultiveerd en bebouwd. Zij hebben een bepaal de cultuur geschapen, waarin hun ideeën, ge voelens, hun psychisch leven belichaamd is tot 'n objectieve geest, die ons voortdurend voedt met het leven onzer vaderen. Heel ons geestes leven is daaruit gegroeid, bevrucht en ont wikkeld. Geen wonder, dat heel ons hart uitgaat naar dat Vaderland, het land onzer vaderen en van ons. Maar als die liefde werkelijk oprecht is en leeft, dan wee hem die daaraan raakt. Die schennend ziin hand d"rft uitstrekken naar ons dierbaar Vaderland. Die zijn grenzen onrechtmatig overschrijdt, zijn grond verwoest, zijn cultuur aanrand,t zijn burgers en hun hei lige rechten aantast, die ons volk brandschat, deporteert, in concentratiekampen en folter kamers opsluit, martelt en beestachtig afslacht. Die alles wil vernietigen wat onze vaderen moeizaam hebben opgebouwd, heel onze Ne- derlandsche cultuur. Dan eischt de liefde voor het Vaderland, dat ieder weerbaar man staat op de bres ter ver dediging van het Vaderland, om den vïiand af te slaan, te vernietigen, te dooden, opdat het Vaderland leve. Dat is juist plicht van liefde. Op initiatief van het personeel der U.L.O- scholen te Goes, besloten op 20 ]anuari 1945 de afdeelingen Zeeland van de drie Mulo- vereenigingen (R.-Katholiek, Christelijk en Neutraal!in gemeenschappelijke vergadering bijeen, ook b-'jgewoond door den heer C. Kui per, Inspecteur L.O. voor Zeeland, in 1945, indien eenigszins moqelijk, één Mulo-examen te houden (tot 1944 hadden de Roomsch-Ka- tholieken een eigen examen). Unaniem werd de wenschelijkheid uitgespro ken. contacf en medewerking te zoeken met alle Mulo-scholen in het bevrijde gebied en al leen bij gebleken onmogelijkheid door onover komelijke bezwaren van communicatie e.d. het examen tot de Zeeuwsche candidaten (en die van Bergen op Zoom) te beperken. Een Regelingscommissie werd benopmd. die in haar vergadering van 27 Januari 1945 be sloot, zoo spoedig mogeliik van den Minister van Onderwijs de officieele erkenning van het Mulo-examen 1945 te verkrijgen, opdat het vol komen gelijkwaardig zou zijn met dat der voor gaande jaren. Derhalve was reeds op de vergadering van 20 Januari j.l. het examen-programma van 1944 bijna ongewijzigd overgenomen, zoodat de can didaten, die zich dit jaar aan het examen on derwerpen, zich ongeveer dezelfde kennis moe ten eigen maken als die van de laatste jaren. Daarom worden door deze publicatie in de pers de beslissingen tijdig bekend gemaakt, opdat alle leerlingen der hoogste Mulo-klassen in het bevrijde gebied thans hard aan het werk kun nen gaan o.a. de schoollessen niet verzuimen! Om degenen, die studeeren willen en kunnen, in de gelegenheid te stellen, de verloren maan den van dit schooljaar in te halen, werd be sloten het examen plus-minus 6 weken later te houden dan vorige jaren. Nadere bijzonderheden zullen zoo spoedig mogelijk, als contact met de autoriteiten en de Mulo-afdeelingen buiten Zeeland verkregen is, en de definitieve plannen kunnen uitgewerkt worden, zoowel aan de hoofden van alle scho len rechtstreeks als via de pers, bekend ge maakt worden, opdat honderden jonge men schen hun taak in de maatschappij, die om hen schreeuwt, zonder verlies van een studiejaar, kunnen aanvangen. H. C. VAN DONK, Voorzitter der Regelingscommissie. De bevolking van Duinkerken is geëvacu eerd, de stad is echternog altijd „hecht" in handen der Duitschers. Zijn zij zulke eminente verdedigers, dat dit druifje voor de geallieerde heirscharen te zuur is? Ziehier de verklaring: De nieuwe Fransche troepen worden voor zij naar het front gaan eerst voor Duinkerken getraind. Het is dus een practisch oefenterrein. Bovendien worden talrijke U-booten, die trach ten voorraden naar de belegerden te brengen, door de Engelsche oorlogsschepen onschadelijk gemaakt. De Duitsche commandant, die ver moedelijk het hopelooze van zijn positie wel in ziet, begon eenigen tijd geleden met iederen dag een vijftigtal soldaten in geallieerde krijgs gevangenschap te zenden, dit vooral in er- band met de precaire voedselpositie. De geallieerde bevelhebber stuurde hen ech ter terug met de boodschap: „Allemaal tegelijk of anders niet" Ze kunnen het nog een paar maanden uit zingen. GEZAMENLIJKE ONDERGRONDSCHE VERZETSBEWEGINGEN IN BEZET NEDERLAND. De gezamenlijke ondergrondsche verzetsbe wegingen in bezet Nederland hebben een ma nifest gericht aan de wereldpers, waarin zij een beroep doen op de vrije volken. Het Nederland- sche volk verzet zich nu reeds gedurende 5 jaar tegen den overweldiger. Duizenden brach ten het offer van hun leven. Tienduizenden zuchten in concentratiekampen. De Nederland- sche spoorwegmannen dienen door hun staking de geallieerde zaak en ook hun zaak nu reeds een half jaar. Onze steden zijn verwoest, doch wij zullen ze weer opbouwen. Onze fabrieken zijn in puin gelegd, doch wij zullen betere bou wen. Ons land is onder water gezet, doch wij zullen het weer droog maken. Nu echter dreigt een nieuw, een doodelijk gevaar. Negen tien de van onze mannen dreigt gedeporteerd te worden. Ons dicht bevolkte kleine land heeft geen bosschen en bergen om zich in te ver bergen, doch desondanks weten honderd dui zenden zich schuil te houden. Indien wij wa pens bezaten zouden wij liever strijden en ster ven dan ons te laten wegvoeren. Indien de

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1945 | | pagina 1