DE STEM DE NOOD DER JONGEREN „We missen nog de stuwende beweging Prijs uitsluitend per week f 0.30 Administratie Dubbelpoort 7, Hulst Uitgave „De Stem" Wordt op last van bet Militair Gezag gedrukt op de persen van Drukkerij G. de Mul, Sas van Gent Voor God, Koningin en Vaderland. EDITIE VOOR ZEELAND No 64. Maandag 12 Febr. 1945 Directeur J. A. H. M. van Schijndel Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna Redact, voor het gewest A. J. v. d. Meer Redactie Oostkade 1 6, Sas van Gent Wellicht heeft geen groep zwaardere offers gebracht tijdens de bezetting dan de jongeren. Door niemand werd de bevrijding ook met meer spanning verbeid dan door hen. Zij heb ben hoogstwaarschijnlijk sindsdien ook zwaar dere desillusies te incasseeren gekregen dan wie ook, juist omdat zij zich idealen hadden ge vormd over wat komen ging. Op onze jonge mannen drukte de volle last van den arbeidsinzet; een zeer groot percentage leefde jaren in abnormale omstandigheden on dergedoken, zij waren vaak niet in staat tot werken, of werden genoopt tot heel ander werk dan zij tot dan toe hadden verricht; hun ze nuwen waren steeds tot het uiterste gespannen in verband met de voortdurende drijfjachten en controles, waaraan allen blootstonden, en het illegale werk, dat velen van hen vrijwillig op zich namen. Al die jaren waren zij tengevolge daarvan, of tengevolge van anti-kultuurkamer- principes, niet in staat iets schoons te genieten, wat juist op dezen leeftijd, van zoo groote be- teekenis kan zijn; studies lagen voor een groot deel stil. Ook velen onzer meisjes werden geremd in hun ontwikkeling, moesten zich tallooze dingen ontzeggen, die het jonge leven schoon en aan trekkelijk maken, ook zij stonden vaak in de voorste linies van het verzet. Bijna allen droomden zich een nieuw Neder land, waaraan zij hun beste krachten zouden wijden, waarvoor zij ook weer groote offers willen brengen. Daaruit had een machtige jongerenbeweging kunnen opbruisen. Dat is niet gebeurd. Nog niet gebeurd. De chaos, waarvoor gedeeltelijk bevrijd Nederland stond, de halve maatregelen, die tengevolge daarvan genomen werden, ge voegd bij het ongeduld, waarmee jongeren nu eenmaal behept zijn, hebben ertoe geleid, dat het enthousiasme aanmerkelijk gematigd is, om het nog niet sterker uit te drukken. Hier dreigt een ramp. De ramp van het af glijden van onze jeugd naar een peil, waaruit ze niet meer op te heffen is voor iets hoogers. Pater de Greve schilderde al scherp het type van den sigaretten-rookenden jongen man, die afzijdig „staat te staan"; we zien zelf iederen dag rond ons, hoe de meisjes en niet alleen de slechtsten steeds meer uit hun evenwicht geslagen worden. bi plaats van deze kennelijke verslapping zal het ideaal onze jongeren moeten beheerschen: het ideaal van de dienstbaarheid, het ideaal van het offer, het ideaal van hoe waanzinnig dit ook moge klinken de soberheid. Er wordt in deze richting wel het een en ander gedaan: Wij meldden reeds de vorming van een Jeugdwerkgemeenschap, speciaal voor de jonge arbeiders. Ook in studentenkringen gaat men aanpakken. In verschillende steden kwam men al tot contact-groepen, die de pro blemen, waarmee zij speciaal te maken krijgen, prcbeeren te gaan oplossen. Standsvereenigin- gen doen in dit verband ook al nuttig werk. Maar we missen nog de stuwende beweging, die uit moet gaan van de jongeren als geheel. Die eerst tot een nieuwen geest moet komen onder de jonge menschen zelf de mannen en vrouwen van de naaste toekomst, die voor Nederland van zoo groot belang zal zijn en die dan een van de bouwsteenen kan zijn van ons Nieuwe Nederland. We hopen daarom, dat de plannen voor de groote jeugdmobilisatie tot hulpverleening aan het Noorden niet te lang op zich laten wachten. Dat het worde een stoere, frissche traning van onze jongeren om bij te springen zoo gauw het Noorden vrij is. We hopen ook en we verwachten, niet an ders, dat onder onze vrijwilligers dezelfde ide alen worden aangewakkerd en levendig ge houden en dat men zich ook daar bezighoudt met de studie van de problemen, waarvoor ieder zich nu gesteld ziet. Maar wachten we niet. Reeds nu kan ge handeld worden, studiekringen, inschakeling in het werk ter leniging van den nood, voorberei ding jeugdmobilisatie, cultureele ontwikkeling, dat zijn evenzoovele dingen, die direct ter hand genomen kunnen worden, eventueel op ini tiatief van het Comité' voor Maatschappelijken Wederopbouw. Zoo zullen Neerland's jongeren zich bewust worden van hun groote taak: eensgezind de hand aan den ploeg te slaan. v. d. P. Sumatra's invasie-dag voorbereid. van J. Coniston, ANEP's oorlogscorrespondent. Hoewel tot dusverre de militaire actie ten opzichte van Sumatra verre ten achter ge bleven is bij hetgeen aan den anderen kant van Nederlandsch Oost-Indië is voorgevallen, is het feit, dat de bevrijding van Sumatra even eens aanstaande is, nimmer uit het oog ver loren en Nederlandsche autoriteiten dienen zich daarop voor te bereiden. Hoewel ik u natuurlijk uit veiligheidsover wegingen niets over deze voorbereidende maat regelen mag vertellen, kan ik toch wel mede, deelen, dat er zich in het hoofdkwartier van Lord Louis Mountbatten een kleine maar doel treffende groep' mannen bevindt, die Sumatra's invasiedag voorbereidt. De NICA-afdeeling aldaar is slechts klein en zal dit ook wel blijven, maar het gemis aan kwantiteit wordt in ruime mate vergoed door enthousiasme en den wil om te werken, alsmede door het feit, dat elk lid met het koortsachtige verlangen bezield is om zijn landgenooten en vrienden, die thans onder het juk der Japan ners zuchten, hulp te verleenen. Aan het hoofd van deze groep staat een in genieur en zij bestaat uit personen van drie nationaliteiten: Nederlanders, Indonesiërs en Britten. Allen hebben jaren lang in Indië in het leger, het Binr.enlandsch Bestuur dan wel in zaken doorgebracht. Zij kennen de plaatse lijke omstandigheden zooals zij waren voordat de Japanners het gebied bezetten en ook ken nen zij de tegenwoordige omstandigheden uit bronnen, die nu nog niet gepubliceerd mogen worden. Zij komen uit alle lagen der gemeen schap en zij behooren tot verschillende gods diensten, zijn katholiek, protestant dan wel mo- hamedaan. Maar zij strevennaar eenzelfde doel: het door hen zoo geliefde Indië de be schaving te hergeven. De meesten hebben hun vrouw en kinderen in Indië moeten achterlaten en moesten op het allerlaatste oogenblik Indië -verlaten om den arbeid voor de bevrijding van hun land *e kunnen voortzetten. Zij maken zich vanzelf sprekend zorgen over hun gezin, maar deze zorgen hebben zij door hard werk op den achtergrond gedrongen. Harde arbeid, die in Engeland, de V.S. dan wel in Australië werd be gonnen en die thans naar dit hoofdkwartier is overgebracht. Zij hebben plannen uitgewerkt voor de le vering van schepen, voeding, rollend materiaal, kleeren, zaden en de andere duizend en een zaken, die benoodigd zullen zijn na de jaren van Japansch wanbestuur en roof. Zij ontvangen den volledigen steun van hun bondgenooten, de Britten, Amerikanen, Fran- schen en Chineezen en zij sparen moeite noch zorgen om gereed te zijn als de dag der invasie gekomen is. KORTE BERICHTEN. Volgens Radio-Moskou worden eiken dag 30.000 Duitschers op het Oostfront gedood of krijgsgevangen gemaakt. De verhouding is een gevangene op drie dooden. Anep-Aneta) De stad Czestochowa, het Poolsche Lourdes, is onbeschadigd. Dank zij de snelheid van den Russischen opmarsch kwam de bezetting van de stad voor de Duitschers zoo onverwacht, dat een groot aantal hooge functionanssen in hun slaap verrast werden. (Anep-Aneta) Volgens de „Arbeiter Zeitung" te Bern heb ben dé Nazi's thans „Brigades van den dood" opgericht, welke bestaan uit personen, die fanatieke aanhangers van de Hitlerleer en die bestemd zijn om de aan het Oostfront uitge roeide SS formaties te vervangen. (Anep-Aneta). „France-Soir" meldt, dat 200,000 krijgsge vangenen en gedeporteerden, die door den op marsch van het Roode Leger zijn bevrijd, over twee maanden in Frankrijk zullen aankomen. Zij zijn afkomstig uit de concentratiekampen van Lodz, Czestochwa, Oswiecim en Mirke- nau. De gevangenen zullen te Villefranche bij Nice en de gedeporteerden te Marseille arri- veeren. (Anep-Aneta) Van de 300.000 Joden, die voor den oorlog in Warschau woonden, zijn er, volgens radio- Lublin, nog maar 3000 over. (Anep-Aneta)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1945 | | pagina 1