STEM
De humbug der Oost Compagnie.
Hitiers Landbouwdeskundigen in de kou.
Prijs uitsluitend per week f 0.30
Administratie Dubbelpoort 7, Hulst
Ui'gave „De Stem" Wordt op last van
het Militair Gezag gedrukt op de persen
van Drukkerij G. de Mul, Sas van Gent
Voor God, Koningin en Vaderland.
EDITIE VOOR ZEELAND
No 49. Donderdag 25 Jan. 1945
Directeur J. A. H. M. van Schijndel
Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna
Redact, voor het gewekt A. J. v. d. Meer
Redactie Oostkade 1 6, Sas van Gent.
Men kent den grooten humbug van de Ne
derlandsche Oost-Compagnie, met behulp waar
van de roemruchte heer Rost van Tonningen,
zooveel millioenen van de Nederlandsche Bank
in de Duitsche schatkist heeft overgeheveld.
Er waren echter ook NSB-ers, die in dezen
humbug geloofden, die in 1941 naar Rusland
vertrokken, om zich daar, naar zij dachten,
voor hun verdere leven een gelukkig bestaan
als landbouwer te verwerven.
Maurice Hindus van de Herald Tribune
heeft nu van guerillastrijders en boeren in Wit-
Rusland gehoord, hoe het dezen kolonisten is
vergaan. In het stadje Pohost, waar de NSB-ers
onder Duitsche leiding een groot landgoed ex
ploiteerden, staken de guerillastrijders ales in
brand en de Nederlanders namen de vlucht.
In Branchitsui werden vier Nederlandsche
boeren op een Duitsch landgoed geplaatst,
waarvan er een als hoofdmanager fungeerde.
Deze was evenals diens collega in Pohost zeer
hard voor de bevolking. Van een waarschu
wing der guerillatroepen trok hij zich niets
aan. Dezen traden daarop handelend op. Ze
deden een aanval op het landgoed, waarbij de
NSB-ers werden omsingeld en bijeengedreven.
De hoofdmanager was er evenwel niet bij,
aangezien hij met vacantie was. De drie ove
rige Nederlanders werden van hun bovenklee-
ren ontdaan en in hun onderkleeren op het erf
onder bewaking vastgehouden. Daarna dreven
de Russen het vee uit de stallen en staken de
huizen in brand. De leider der guerillatroepen
begaf zich toen naar de drie half-ontkleede
Nederlanders, wien hij de hand schudde en
tot wien hij zei: „Maak nu, dat ge weg komt
en keer niet terug, want dat zou u niet goed
te staan komen". De Nederlanders maakten,
dat zij in hun onderkleeren weg kwamen en
sinds dien heeft men nooit meer iets van hen
gehoord.
„Wij hebben hen onophoudelijk gewaar
schuwd", zei de commandant der guerilla
strijders in het district Minsk, en gevraagd ons
onze eigen boerderijen te laten drijven, maar
't meerendeel stoorde zich daar niet aan. Maar
tenslotte zijn ze dan toch allen er van door
gegaan". En wel omdat de Duitschers geen be
scherming konden toezeggen.
„Waren deze Nederlanders dan over heel
Wit Rusland verspreid?" vroeg Hindus den
generaal.
„Ja", antwoordde deze, „de Nederlanders
waren Hitler's voornaamste landbouwdeskun
digen. Geen hunner heeft zich ooit bij onze
guerillastrijders aangesloten. Wel waren er en
kelen onder, die zich heel vriendschappelijk te
genover ons toonden ea ons vleesch, zout, meel
en groenten verschaften".
Geen hunner, zoo besluit Hindus, heeft ooit
tegen wie ook, wreedheden begaan.
MILITAIR GEZAG.
Verordening van den Militairen Commissaris
van het district Zeeuwsch-Vlaanderen d.d. 5
Januari 1945, No. .4 (Verordening aanvoer
visch
De Militaire Commissaris van het district
Zeeuwsch-Vlaanderen, mede uitoefenende de
bevoegdheden, toegekend aan het Militair Ge
zag, in het vorengenoemde gedeelte van het in
bijzondere staat van beleg verkeerende grond
gebied van het Rijk in Europa;
Overwegende, dat de veiligheid .van den
Staat vordert, dat het aan land brengen van
visch worde beperkt tot de hierna te noemen
havens;
Gelet op de desbetreffende bepalingen van
het Besluit op den bijzonderen staat van be
leg;
Stelt vast de volgende
VERORDENING:
Artikel 1
1Het is verboden visch aan land te bren
gen buiten de havens van Breskens. Philippine,
Terneuzen en Walsoorden.
2) Van het verbod, bedoeld in het eerste
lid, kan door den Militairen Commissaris ont
heffing worden verleend. Aan de ontheffing
kunnen voorwaarden worden verbonden. De
ontheffing kan te allen tijde worden ingetrok
ken.
Art. 2.
1Hij, die al dan niet opzettelijk het be
paalde in artikel 1, eerste lid, of een voorwaar
de als bedoeld in artikel 1, tweede lid, over
treedt, niet nakomt of de uitvoering daarvan
verhindert of belemmert, wordt als schuldig
aan een overtreding ingevolge artikel 26,
eerste lid van het Besluit op den bijzonderen
staat van beleg, gestraft met hechtenis van ten
hoogste een jaar. of geldboete van ten hoogste
tweeduizend gulden.
2) In geval van veroordeeling op grond van
het bepaalde bij het vorig lid kunnen voor
werpen, den veroordeelde toebehoorende,
waarmede of met betrekking tot welke het
strafbare feit is gepleegd, of door middel van
het strafbare feit verkregen, worden verbeurd
verklaard.
Art. 3.
1Deze verordening geldt voor Zeeuwsch-
Vlaanderen.
2) Zij'zal worden bekend gemaakt door aan
plakking aan de pui van de gemeentehuizen
en door plaatsing in de nieuwsbladen „De Vrije
Zeeuw" en „De Stem", en treedt onmiddellijk
na hare afkondiging in werking.
3) Zij kan worden aangehaald onder de
titel: „Verordening aanvoer visch".
Gegeven te Axel, den 5 Januari 1945.
De Militaire Commissaris van het
district Zeeuwsch-Vlaanderen,
De Kapitein ter Zee K. M.
J. VAN LEEUWEN.
PUBLICATIE VAN HET TIJDELIJK RIJKS
BUREAU VOOR HUIDEN EN LEDER.
1In verband met de bevoorrading van
schoeisel worden de oorlogsgetroffenen onder
de schoenwinkeliers verzocht zoo spoedig mo
gelijk hun tegenwoordige adressen op te geven
met vermelding of hij over verkoopruimte be
schikt, aan het bureau van den Militairen
Commissaris te Sluiskil. Sectie Huiden en Leder
2) In verband met de her-bevoorrading van
tuigleder worden alle zadelmakers, zoowel in
geschrevenen els niet ingeschrevenen bij het
Rijksbureau Huiden en Leder, verzocht zoo
spoedig mogelijk hun tegenwoordige adressen
en de naam van den lederhandelaar bij wie zij
tuigleder willen betrekken, op te geven aan het
bureau van den Militairen Commissaris te
Sluiskil. Sectie Huiden en Leder.
3) Teneinde een overzicht te krijgen van de
schoenreparatiebedrijven en zadelmakerijen, die
door oorlogsgeweld zijn getroffen en een re
geling te kunnen treffen om hun bedrijven zoo
spoedig mogelijk weer op gang te krijgen, ver
zoeken wij deze getroffenen de volgende vra
gen te beantwoorden:
a) Beschikt U nog over een werkplaats en
waar is deze gevestigd..
b) Welke gereedschappen heeft U noodig
ter voortzetting van Uw bedrijf.
c) Bestaat de mogelijkheid Uw bedrijf voort
te zetten in de werkplaats van een Uwer col
lega's.
De beantwoording van deze vragen gelieve
U zoo spoedig mogelijk op te geven aan het
bureau van den Militairen Commissaris te
Sluiskil. Sectie Huiden en Leder.
De gedelegeerde van het Tijdelijk
Rijksbureau voor Huiden en Leder,
P. J. MELZER.
HET IN CULTUUR BRENGEN VAN
DOOR ZOUT EN BRAK WATER BE
SCHADIGDE GRONDEN.
Belanghebbenden wordt erop gewezen, dat
het ingevolge besluit van het Militair Gezag
voor Zeeuwsch-Vlaanderen verboden is deze
gronden reeds thans te bewerken.
De brochure met allerlei wenken is ter perse
en zal, zoodra deze gereed is, aan belangheb
benden worden toegezonden.
Met het nemen van grondmonsters is een
aanvang gemaakt. Belanghebbenden worden
verzocht wegens gebrek aan materiaal
voor dit doel jampotten met goede schroef-