JAPAN'S ON DERMIJ NINGSWERK
IN 1NDIË
Koningin cn Vaderland.
r I 1 1 M No 45. Zaterdag 20 Jan. 1945
I fy I I Directeur J. A. H. M. van Schijndel
a a I Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna
J|^H JL Redact, voor het gewest A. J. v. d. Meer
Redactie Oostkade 1 6, Sas van Gent.
VOOR ZEELAND
Voor God,
Prijs uitsluitend per week f 0.30
Administratie: Dubbelpoort 7, Hulst
Uitgave „De Stem" Wordt op last van
het Militair Gezag gedrukt op de persen
van Drukkerij G. de Mul, Sas van Gent
DE
EDITIE
I.
Door de Nederlandsch-Indische Regeering is
een rapport uitgegeven omtrent het werk der
Japansche vijfde colonne in Indië. Het docu
ment is gereed gemaakt in de maanden tus-
schen Pearl Harbour en de capitulate van het
Indische leger en in het Engelsch vertaald on
der den titel „Ten years of Japanese burro
wing" (Tien jaren Japansche woelarbeid")
Het bevat een serie opzienbarende onthullingen
omtrent het even uitgebreide als brutale onder-
mijningswerk, door de Japanners in de laatste
tien jaren voor hun aanval op de democratieën
in Nederlandsch-Indië verricht. Hier volge een
kort overzicht der voornaamste hoofdstukken.
Een Japansch staatsman heeft eenige jaren
geleden de stelling verkondigd, dat Japan zich
niet langer aan verdragen gebonden kon ach
ten, wanneer het er niet langer voordeel van
heeft. Het Protocol van Washington van 1922,
waarbij Japan de onschendbaarheid van N.-
Indië garandeerde, is dan blijkbaar door de
Japs van het begin af aan als een schadepost
gevoeld, zoodat hun belofte nooit ernstig ge
meend is geweest.
Immers, reeds gedurende den eersten wereld
oorlog waren teekenen te signaleeren van Ja-
pa'nsche plannen ten opzichte van Indië. Op
de verschillende punten in den Indischen Ar
chipel vestigden zich Japansche visschers,
kooplieden 'en houtzagers en bleven er zitten
met een hardnekkigheid, die slechts de ver
denking kon wekken, dat hun beroep een ca
mouflage, was voor hun werkelijke activiteit.
In het bijzonder viel het op, hoeveel Japan
sche fotografen Indië binnenkwamen en spe
ciaal op de kleinste eilanden trachtten, „een
stuk brood te verdienen". Nu is het laten ma
ken van een portret voor een inlander gewoon
lijk een groote luxe en daarmede kan geen Ja
panner in de dessa in zijn levensonderhoud
voorzien. Maar ook deze menschen bleven. Zij
kwamen tot in de uiterste hoeken der eilanden
en knoopten veelvuldig betrekkingen aan met
inlandsche ambtenaren, die uiteraard van groot
belang voor hen waren.
De Indische was van dit alles op de hoogte,
maar zoolang geen vitale defensiebelangen in
het gedrang kwamen, wilde zij van de politiek
der open deur niet afwijken.
In de jaren 1930-1940 kwam er in Japan's
houding ten opzichte van Indië eenige teeke-
ning. In Januari 1933 werd in Japan 'n „Groot.
Aziatische Liga" gesticht, tot welker leiders
o.a. de latere Premier Konoye behoorde. De
liga wees in haar publicaties bij voortduring
op den „beklagenswaardigen toestand der
Aziaten in de landen onder blanke over-
heersching" en eischte onder de leus „Azië
voor de Aziaten" zelfs een terugdrijven van
het blanke ras tot bewesten Suez.
Ten slotte proclameerde Japan in 1940 de
z.g. „sfeer van gemeenschappelijke-welvaart
(onder Japans welwillend toezicht), waarbij
alle landen van het verre Oosten zich hadden
aan te sluiten. Een kind begrijpt, dat dit slechts
de.bedekking is van een territorialen eisch.
Toen de Nederlandsche Regeering geen nei
ging toonde, Indië in deze sfeer te voegen, werd
in de Japansche pers een felle ophitsingscam
pagne tegen haar ingezet.
Voorts lokten de Jappen een paar dozijn
Indonesische studenten naar Japan, door hun
lage studiekosten en zelfs studiebeurzen te be
loven. Terstond na aankomst begonnen zij
deze jongens tegen het Nederlandsch gezag op
te ruien. Diegenen, die zich voor deze propa
ganda niet ontvankelijk toonden, (en dat wa
ren de meesten) werden „genegeerd" en fi
nancieel in den steek gelaten.
Een tweede methode van ideologische pe
netratie was het kektrtteeren met den Islam,
hoewel de Japansche staatsgodsdienst, met zijn
vergoddelijking van den Keizer, lijnrecht staat
tegenover het abstracte Godsbegrip van den
Islam. Om de Japansche sympathieën voor den
Islam te bewijzen, werden in Japan uitgaven
van den Koran en andere gewijde Islamietische
boeken gedrukt, doch met zooveel fouten, dat
de Mohammedaansche geestelijkheid .in Indië
tegen het gebruik dezer edities waarschuwde!
Een groep Indonesische Mohammedanen be
zocht natuurlijk op Japansche kosten in
1929 een Islamietische tentoonstelling in Tokio,
maar keerde terug met een vrij lagen dunk van
wat zij aldaar aan godsdienstzin had aange
troffen.
Ook de perspropaganda der Japanners was
vrij omvangrijk. Zij stichtten periodieken in
het Nederlandsch, Maleisch en Chineesch.
Daarnaast werden bij verschillende bladen
omkoopingskampagnes geopend: Japansche
maatschappijen boden belangrijke quanta ad
vertenties aan en daarnakwamen ver
zoeken tot opname van pro-Japansche artike
len. Werden de bijdragen niet opgenomen, dan
hielden ook de advertenties op. Naast de
perspropaganda werd geleidelijk, vermoedelijk
naar het voorbeeld der Duitsche methoden, de
fluistercampagne ingezet. Steeds traden daar
bij 2 suggesties op den voorgrond: de zwak
heid van het Nederlandsche bestuur in Indië
en de onoverwinnelijkheid der Japansche weer
macht.
De campagne strekte zich niet alleen uit tot
de inlanders, doch ook tot de Chineezen. Spe
cial was het bekend, dat de- Japansche jour
nalist Yoshimuzi te Batavia geregeld Chinee-
zen ophitste, het juk der Nederlandsche onder
drukkers af te schudden. Hij voegde daaraan
toe, dat Japan met zijn machtige leger en vloot
gereed stond, de Westersche onderdrukkers
voor altijd uit Azië te verdrijven
In Februari 1941 werd Yoshimuzi wegens
zijn ondermijningswerk uitgewezen. Maar la
ter vond men hem, gecamoufleerd als inlander,
op Banka, met niet meer of minder dan f 57,000
contanten op zak! Hij bekende, dit bedrag van
het Japansche consulaat-generaal te hebben
ontvangen. Het bleek voorts, dat hij aan-boord
van een Japansche visschersboot clandestien
Indië weer was binnengekomen. Het geval
geeft een duidelijk beeld van de werkelijke ac
tiviteit der z.g. Japansche visschers in den
Archipel.
.Trots het vele geld, aan de propaganda be
steed, vonden de Japanners practisch geen
weerklank onder de Indonesische bevolking.
Hun woorden waren te zeer in strijd met hun
daden in China en Mandsjoerije en de inlander
zag zeer goed de adder onder het gras.
(Slot volgt).
Korte levensbeschrijving van
von Rundstedt.
Duitschland's momenteel het meest voor het
voetlicht tredende generaal von Rundstedt,
een lange magere figuur met een grimmig
uiterlijk, staat in zijïi vaderland bekend als ie
mand die absoluut gespeend is van eenig
menschelijk gevoel. Een verhaal van hem doet
de ronde, dat hij eens weigerde op een pers
conferentie te komen daar hij vreesde, dat de
persntenschen anders een caricatuur van hem
zouden maken.
Zijn militaire loopbaan is aanvankelijk zeer
middelmatig geweest. In de oorlog 1914-1918
werd hij naar Turkije gezonden met de op
dracht de militaire staf daar te reorganiseeren.
Deze missie leverde hem echter geen promotie
op daar hij met dezelfde rang terugkwam als
waarmede hij gegaan was.
Pas in 1933, vlak voor de omwenteling, trad
hij op de voorgrond door voor von Papen een
geslaagde militaire putch uit te voeren in
Pruisen.
Vanaf die tijd is zijn ster rijzende. Hitier
belastte hem met de reorganisatie en de me
chanisatie van de infanterie. Met welk een
succes hij deze reorganisatie uitvoerde bewijst
wel de overrompelende Poolsche veldtocht in
1959. Met welk een gevoelloos mensch de
Polen te doen kregen bewijst evenwel ook het
in koelen bloede laten vermoorden van duizen
den Polen.
Na de Poolsche veldtocht was von Rund
stedt inmiddels een van de meest bekende en
succesvolle Duitsche generaals geworden. Na
eenige tijd aan het Westfront geweest te zijn,
werd zijn kennis en inzicht wederom voor het
Oostfront gebruikt.
Inrmddels was de toestand in het Westen
echter meer en meer critiek geworden door de
stijgende kansen op een invasie en werd hij
weder naar het Westen gedirigeerd.
Hier kwam hij echter te staan naast en te
gen zijn groote rivaal Rommel.
In Duitschland is het een publiek geheim, dat
beide generaals een geheel tegenstrijdige mee-