DE STEM SNEL EN DOELMATIG WERKEN! Prijs uitsluitend per week f 0.30 Administratie Dubbelpoort 7, Hulst Uitgave „De Stem" Wordt op last van het Militair Gezag gedrukt op de persen van Drukkerij G. de Mul, Sas van Gent Voor God, Koningin en Vaderland. EDITIE VOOR ZEELAND No 41. Dinsdag 16 Jan. 1945 Directeur J. A. H. M. van Schijndel Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna Redact, voor het gewest A. J. v. d. Meer Redactie Oostkade 1 6, Sas van Gent. Nieuwe inrichting van de Kabinetten noodig. Het Kabinet, dat voor ons land thans het wettig gezag vertegenwoordigt, is in naam een voortzetting van het Kabinet, dat in Augustus 1939 optrad en toen gedragen werd door de in stemming van het belangrijkste deel der volks vertegenwoordiging. Hoe zeer verschilt het er echter feitelijk van door tallooze veranderin gen na 't uitwijken naar Londen! Het verloor zijn premier, wiens zonderlinge rol, culminee- rend in den terugkeer als „ambteloos", doch ook brochure-schrijvend burger nog wel nader opgehelderd zal worden. Het verloor bekwame bewindslieden als Steenberghe en Weiter, het sukkelde van reorganisatie naar reorganisatie, welker achtergronden nog altijd onbekend zijn. Het Kabinet begrijpt gelukkig zelf best, dat het nog slechts leeft bij de gratie van „de buitengewone omstandigheden". We zullen, zoodra het uur der bevrijding voor heel Ne derland heeft geslagen, dadelijk een ander Ka binet krijgen. En als we zoo in de toekomst blikken, dan komen we ook dadelijk te staan voor de vraag, of we hier in Nederland wel een vorm van samenstelling en werkwijze voor onze regeeringsploegen hebben, welke in over eenstemming is met de behoefte aan snel en krachtig optreden. Het was zoo bij ons, dat er wel een van de Ministers gesierd werd met den titel „mi nister-president", doch iedere Minister was autonoom wat zijn Departement betreft, als hij zich maar hield aan de groote en niet zelden vage lijnen, uitgestippeld bij de vorming van 't Kabinet. Er leeft voorts een drang, om het aantal ministers uit te breiden als gevolg van de uitbreiding der regeerings- taak en dat maakt de werkwijze van het Ka binet in zijn geheel er evenmin gemakkelijker op. Algemeen is dan ook de opvatting, dat we tot een andere structuur van onze Kabinetten moeten komen. Welke? Geinspireerd door het Engelsche voorbeeld, deed Omega in „Vrij Nederland" de volgende oplossing aan de hand: Het algemeen regeeringsbeleid berust bij de Koningin en een Kabinet, bestaande uit drie, hoogstens vijf personen. Zij hebben geen bepaalde portefeuilles, doch treden coördinee- rend op. De Kroon wordt bijgestaan door een aantal ministers, die elk de verantwoordelijkheid dra gen voor een departement, dat aan hun zorgen is toevertrouwd. Zij zijn verantwoordelijk zoo wel tegenover het Parlement als tegenover de Kroon. Ingeval van een conflict tusschen een minister en het Parlement beslist het Kabinet, of het achter dien minister gaat staan dan wel hem laat vallen. Een ander schrijver in „Vrij Nederland" komt tegen dit systeem met kracht op. Hij vreest, dat die super-regeering van drie of vijf man op te verren afstand van de volksverte genwoordiging zou komen te staan, practisch niet interpellabel zou zijn, nimmer tot aftreden zou kunnen worden gedwongen. Hij ziet de oplossing in de aanvaarding van het instituut van staatssecretarissen ofwel onder-ministers. Zij staan onder den Minister van Departement aan het hoofd van een of meer afdeelingen van dat Departement. Zij kunnen aangelegenheden van die afdeeling voor de Regeering in de parlementsvergadering behandelen. Door Ka- binetscrises en regeeringsveranderingen worden zij niet geraakt. Uitbreiding van het aantal ministers is echter niet noodig, omdat iedere minister verschillende van die vaklieden onder zijn hoede kan hebben. Als een bezwaar tegen deze oplossing kan men aanvoeren, dat deze staatssecretarissen de vaste punten in het vlottende politieke leven achter de schermen wel eens een al te groote rol konden gaan spelen, vooral als er niet te sterke broeders in het ministervak optreden. Voor buitengewone tijden, waarin we toch voorloopig wel zullen leven, dunkt ons veel te zeggen voor de eerste oplossing. De verant woordelijkheid van het kern-Kabinet tegenover Kroon en Parlement kan toch uitdrukkelijk vastgelegd worden, waardoor het dus ook aan tastbaar is door vota van wantrouwen. Snel en doelmatig werken zal in ieder geval meer dan ooit qebiedende eisch zijn! De historie spreekt. Den slechtsten dienst, welken men zichzelf en de goede zaak kan bewijzen, is het zich overgeven aan 'n zenuwachtige stemming en het verspreiden van sombere geruchten. Men luistere naar de les der historie. In het voor-, jaar van 1918 deden de Duitschers ook een laatste vertwijfelde poging om de krijgskans te hunnen gunste te doen keeren. De omstandig heden stonden er op dat tijdstip heel wat guns tiger voor dan thans voor de Duitsche leger leiding. Rusland had den afzonderlijken vrede van Brest Litowsk gesloten, belangrijke strijd krachten konden daardoor vrijgemaakt worden voor den inzet in het Westen. Alleen moest men ermee rekenen, dat ondanks den ver scherpten duikbootoorlog de Amerikaansche troepenverschepingen in den loop van het jaar zouden toenemen. Wat een prachtkans lag er echter niet in het toeslaan, vroeg in het voor jaar. Alles werd gereed gemaakt voor den grooten slag tegen de tweede helft van Maart, aan weerszijden van de Somme. De troepen werden uitgerust als nooit te voren. Troepen en materiaalverplaatsingen hadden in hoofd zaak des nachts plaats. De raderen der ka nonnen werden omwikkeld, opdat zij bij het rijden geen gedruisch zouden maken. Over dag liet men troepjes naar het Noorden marcheeren, om de vijandelijke verkenning op een dwaal spoor te brengen. Den dag te voren, op 20 Maart, hadden de geallieerden alleen van twee Duitsche krijgsgevangenen iets gehoord over den te verwachten aanval, die in den vroegen morgen van 21 Maart begon met een korte, maar orkaanachtige beschieting met gasgranar ten. Het werd een succes, waarvan zelfs Hin denburg en Ludendqrff versteld stonden. Binnen een week tijds was men over een front van 75 k.m. tot op 60 k.m. voorwaarts gestooten. Het 5e Engelsche leger was zoó goed als ver nietigd. Pétain liet aan Poincaré weten, dat het er heel slecht voor stond, dat de ontruiming van Parijs zelfs moest worden overwogen. De Engelsche opperbevelhebber Haig bereidde zich voor op een terugtocht om de Kanaal- havens te dekken. Foch stond echter pal. De val van Amiëns, die een definitieve breuk in het front zou hebben beteekend, werd ver ijdeld. De Duitschers richtten toen een twee den stoot in de richting van Yperen, die met veel moeite vlak vóór deze stad tot staan kon worden gebracht. En den 26en Mei kwam een derde grootsche aanval acn het front in Cham pagne, welke de Duitschers in vier dagen tijds na een opmarsch van 55 km weer aan de Marne bracht, bij Chateau Thierry. Hoe grootsch deze prestaties en terrein winsten ook waren, het bleken slechts Pyrrus overwinningen te zijn, de laatste opflikkerende krachtsinspanning van een doodzieken koorts lijder. Op 15 Juli, dus bijna vier maanden na het begin van dit groote, doch uiteindelijk dood geloopen offensief, kwam „het" keerpunt, de lawine van de nederlaag begon over de Duit sche legers te rollen. Op 28 September 1918 zagen Hindenburg en von Ludendorff geen uit komst meer en noemden 't aanvragen van een wapenstilstand onvermijdelijk. Nu staan de Duitschers niet eens diep in Frankrijk, nu is het Russische front sterker en dreigender dan ooit, nu wordt het Rijk dag en nacht gebeukt door luchtaanvallen. Wat zou men zich dan zenuwachtig maken? Op den Kandelaar. Een lichtend voorbeeld als dit moet niet on der de korenmaat blijven. Hebben wij het moet ons van het hart soms minder prettige herinneringen aan onze trouwe Z.V.T.M. waar het „voorbeelden" op zedelijk gebied betreft, er zijn ook veel andere. En dan kunnen wij al niet beter dom dan een „in memoriam" wijden aan Bernard Jansen, eertijds alom bekend chauffeur van de Z.V.T.M. Met enkele col lega's ontkwam hij in 1940 naar Engeland. Helaas, dit vertrek was een afscheid. Maar geen afscheid zonder troost, getuige dezen prachtigen brief van den hoofdaalmoezenier: Londen, S.W. 1, 23 Nov. 1944. Geachte Mevrouw, Nu ik in de gelegenheid ben u het een en ander te vertellen over uw goeden

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1945 | | pagina 1