DE STEM
UIT BEZET NEDERLAND.
TWEE KLACHTEN.
Prijs uitsluitend per week 0.30
Administratie Dubbelpoort 7, Hulst
Uitgave „De Stem" Wordt op last van
het Militair Gezag gedrukt op de persen
van Drukkerij G. de Mul, Sas van Gent
Voor God, Koningin en Vaderland.
EDITIE VOOR ZEELAND
No 33. Zaterdag 6 Jan. 1945
Directeur J. A. H. M. van Schijndel
Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna
Redact, voor het gewekt A. J. v. d. Meer
Redactie Oostkade 16, Sas van Gent.
Verhongeringstoestand ingetreden.
De Nederlandsche Regeeringsvoorlichting-
dienst meldt: Uit de laatste berichten uit bezet
Nederland blijkt, dat de verhongeringstoestand,
waarvoor men reeds eenigen tijd gevreesd had,
thans definitief in de steden in het Westen
van Nederland is ingezet. Ook de landelijke
gebieden zijn er erg aan toe. De centra voor
voedselvoorziening in de groote steden geven
dagelijks een halve liter waterige pap uit, maar
de gaarkeukens kunnen met geen mogelijkheid
de geheele bevolking van maaltijden voorzien.
Het broodrantsoen is op drastische wijze ge
reduceerd. Boter en suiker zijn er niet meer.
Het vleeschrantsoen is teruggebracht op 75 gr.
per hoofd per veertien dagen, dat wil zeggen
als er vleesch beschikbaar is. De particuliere
voorraden zijn thans practisch gesproken uit
geput. De voedingstoestand op het land gaat
snel achteruit. Boonen, aardappelen en groen
ten ontbreken in alle gebieden, hetgeen het
gevolg is van de inundaties, de evacuaties en
het plunderen der Duitschers. In de steden in
het Westen van Nederland is de toevoer van
gas en electriciteit stopgezet, met uitzondering
van Rotterdam, waar nog een beperkte toe
voer van electriciteit bestaat. De gezondheids
toestand der bevolking heeft in ernstige mate
geleden. Het aantal sterfgevallen stijgt snel en
vooral onder de armeren doen zich zichtbare
teekenen van verhongering voor.
Ook in de buitenlandsche pers wordt weer
veel aandacht besteed aan den toestand in
in ons vaderland.
Afton Tidningen publiceerde een onderhoud
met een Zweed, die zoo juist van een bezoek
aan dit ongelukkige deel van Nederland was
teruggekeerd en o.m. vertelde:
„Ik had 30 uur noodig om per trein van een
plaats in Noord-Holland naar Berlijn te reizen,
aangezien het spoorwegverkeer nu geheel ont
wricht is en alle groote stations beschadigd
zijn. Het spoorwegverkeer geschiedt thans ge
heel door de Duitschers. Het is^ uiterst primitief
en wordt voortdurend door luchtaanvallen der
geallieerden onderbroken. De verliezen der
Duitschers moeten geweldig zijn. Overal ziet
men lange colonnen Roode Kruis wagens en
personeel en militairen op weg naar de kust.
Waarschijnlijk zullen zij voor een groot ge-
gedeelte hun bestemming niet bereiken aange
zien de spoorlijnen en wegen onafgebroken
door geallieerde vliegtuigen bestookt worden"
Hen Anep-rédacteur sprak met'een Amster
dammer, die pas in bevrijd gebied was aange
komen en die vertelde, dat de voedselvoorzie
ning er wel ernstig is, maar nog niet hopeloos.
De rantsoenen zijn dan ook gehandhaafd, het
geen echter niet wil zeggen, dat men altijd iets
op zijn bonnen kan krijgen. Het aardappelrant-
socn is verlaagd van 3 op 2 K.G. Het brood
rantsoen zal wel spoedig omlaag moeten gaan.
Vleesch is er in het geheel niet meer. De zie
ken krijgen nog iets extra. De menschen trek
ken er met allerlei vehikels op uit, om op het
platteland fruit, groenten en vooral turf op
de kop te tikken. In September en October
heeft iedereen vijf mud kolen gekregen. Men
huist in een kamer; vaak met de naaste buren.
Hoewei de politie het tracht tegen te gaan,
wordt overal hout gekapt. Dientengevolge zijn
de Zudelijke Wandelweg en het Nieuwe Bosch
ernstig gehavend.
Nu er van verlichting geen sprake meer is,
gaat men in het algemeen vroeg naar bed. De
restaurants sluiten om vijf uur en iedereen
moet om acht uur binnen zijn. De meeste scho
len zijn gesloten. Vele winkels zijn maar en
kele uren per dag geopend, de banken maar
één uur.
De Duitschers zijn bezig de koperen voe
dingsdraden van het electrisch spoorwegnet op
de trajecten Amsterdam-Rotterdam en Amster
dam^Utrecht te verwijderen. Ook allerlei an
der spoorwegmateriaal wordt geroofd. Uit het
geheel verlaten kantoorgebouw der Ned. Spoor
wegen te Utrecht wordt ook alles weggehaald,
zooals schrijfmachines e.d.
Aan den oproep van burgemeester Voute,
om in Drente te gaan aardappelen rooien, heb
ben slechts 6 a 700 menschen gehoor gegeven
We ontmoetten dezer dagen een Neder-
'andsch officier, die twee jaar geleden ons land
was ontvlucht en die nu met het bevrijdings
leger was weergekeerd. Na een algemeen
praatje vroegen we hem nadrukkelijk nu eens
onomwonden te zeggen wat hij van zijn land-
oenooten hier dacht. En toen kwamen er twee
klachten naar voren.
,,Ik zelf", zoo zeide hij, was genoodzaakt 'n
auto in beslag te nemen voor Militair Gezag
en moest 'n aantal mannen aanwerven voor
het uitvoeren van enkele werkzaamheden en
hierbij was ik verhaasd, wat men al niet uit
dacht om daaraan te ontkomen". In bijzonder
heden verhaalde hij toen wat hij daarbij had
ervaren en voegde eraan toe, dat hem sterk
het groote verschil getroffen had tusschen de
bereidwilligheid van het Engelsche volk om
alles in dienst te stellen van den oorlog en de
nog zoo geringe bereidvaardigheid van de Ne
derlanders.
Het kan z n nut hebben, op deze woorden,
die als een verwijt klinken, iets nader in te
gaan. Toen het Engelsche volk in den zomer
van 1940 alleen kwam te staan en zonder bond-
genooten het gevaar der invasie moest afwen
den, heeft het onder de sterke en doelbewuste
leiding vooral van Churchill ingezien, dat het
alles, maar dan ook alles moest offeren in den
strijd voor zijn bestaan en de vrijmaking van
Europa. En in dat schoonste uur van zijn ge
schiedenis heeft het daartoe besloten en heeft
in de daarop volgende jaren den totalen oorlog
opgebouwd, zoodat op het oogenblik van een
bevolking van ruim 46 millioen menschen er
22 millioen in dienst van den oorlog staan. De
geallieerde soldaten kunnen het u verhalen, hoe
in Engeland iedereen tenzij hij te zwak of
te jong is werkt in het leger, de industrie
of den landbouw. Zeven millioen meisjes en
vrouwen doen dienst in het leger, werken in
de fabriek of op de boerderij en ondersteunen
zoo de mannen in hun strijd. Wanneer men
daarom vanuit Engeland hierheen komt, is het
begrijpelijk, dat hem het groote verschil op
valt. Maar is het ons kwalijk te nemen, dat
wij nog anders zijn? Wij immers hebben vier
jaar lang den oorlog en de soldaten, die we
zagen, leeren haten; we hebben Ieeren sabo-
teeren en lijntrekken en wat we moesten af
staan voor die oorlogvoering, was' voor den
vijand en we hebben het als we niet anders
konden -mopperend gegeven. We zouden
kunnen zeggen: het zit hem in de opvoeding!
En dat is niet in één slag veranderd. Maar wel
zal ook ons volk zich in den kortst mogelijken
tijd anders moeten gaan instellen op deze din
gen, want ook voor ons is de oorlog niet afge-
loopen met de bevrijding, maar zal straks eerst
weer gaan beginnen. Ook voor ons zal het
Engelsche devies gelden: Alles voor de over
winning! En twee zaken zullen daartoe op
nieuw moeten worden georganiseerd: het leger
en de arbeid.
Het tweede bezwaar was een verwijt van
niet minder ernstigen aard.
„Dat ze je om iets vragen", zoo vervolgde
onze zegsman, „kan ik begrijpen, maar als u
wist, wat er wordt gestolen, zou u vreemd op
kijken. Je moet je auto zelfs op slot doen; dat
waren we daarginds niet gewoon".
Ook hierin is ons volk in de laatste jaren
opgevoed in de verkeerde richting. De stelen
de en plunderende edel-Germanen, deze grijs-
ververs. hebben met 'n grenzelooze onbe
schaamdheid en gewetenloosheid alles gestolen
wat in hun bere'k^kwam. Door dit jarenlange
voorbeeld ten kwade zifïr de begrippen v n
rechtvaardigheid bij velen vervaagd, verrn <-
derd, terwijl voorheen ons volk zulk een sterk
'gevoel van eerlijkheid en rechtvaardigheid be
zat. Des te pijnlijker wordt daarom nu het
verwijt gevoeld, dat men tot ons richt.
Het zijn goede vrienden, die ons harde
waarheden zeggen. Laten we naar die goede
vrienden luisteren!
Hitier schrijft zijn laatste werk-
„MIJN EINDKAMP"
(De Volksgazet)