DE STEM Prijs uitsluitend per week f 0.30 Administratie Dubbelpoort 7, Hulst Uitgave „De Stem" Wordt op last van het Militair Gezag gedrukt op de persen van Drukkerij G. de Mul, Sas van Gent Voor God, Koningin en Vaderland. EDITIE VOOR ZEELAND No 32. Vrijdag 5 Jan. 1945 Directeur J. A. H. M. van Schijndel Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna Redact, voor het gewekt A. J. v. d. Meer Redactie Oostkade 16, Sas van Gent. AAN DE JONGEREN. III. Vrijwilligers gevraagd. Toen na de bevrijding ergens in Brabant ge legenheid gegeven werd zich vrijwillig te mel den voor de Nederlandsche strijdkrachten, liep het zoo storm voor het stadhuis, dat er volg- n; miners werden gegeven en de jongens de volgende dag terug moesten komen. Bravo! De dag zal komen laten wij hopen, dat hij niet ver meer is dat de gevechtstroepen zullen binnenrukken in onze andere provincies, waar we nu van gescheiden zijn. En dan? Dan moet er een tweede leger volgen van „inen- schen van goeden wil", 'n thuisleger moet er dan staan in elke plaats, met menschen van hetzelfde gehalte. Imagers van de zuivere idee, overal! Wie treedt toe tot dit onzichtbare leger? Geen enkele formaliteit behoeft vervuld te worden. We hebben nu zoo langzamerhand al wel genoeg van het invullen van alle moge lijke en onmogelijke papieren. Een keuring is noodzakelijk, te houden door U zelf! Gij weet wat vereischt wordt: een standvastige ,wil om een of ander goed te be- reiken. Kies voor U zelf, wat gij in Uw geval k"nt doen, wat gij in Uw situatie kunt be reiken. „Delven wij waar wij staan, want daar is Klondyke", zei eens de bekende schrijver en critics F>-ans Erens. Daarmee bedoelde hij, dat overal goud in de bodem zit. 't Goud van de gezinsharmonie, 't goud der saamhoorigheid, goud der beschaving, 't goud van de arbeid. Om meer concreet te zijn enkele voorbeelden. Ge werkt op een kantoor. Er heerscht door loopend een ontevreden geest. Ge ergert U zelf daaraan, ge zoudt willen, dat dat anders v/as: Nu span er U voor dan. Tracht de zaak van beide kanteh te bekijken Wat zoudt gij doen als directeur, als verantwoordelijk per soon voor productie, financieele aangelegen heden, als drager van gezag en orde? En zoo hij al eens faalt, kunt ge dan geen enkel ex cuus vinden? Uw eigen gedachtenleven ver gevingsgezind instellen, dat is een eerste ver- eisehte; zonder dat zoudt ge onecht zijn en het niet volhouden. Uw eigen daden daarnaar richten, uw principes volhouden. Weinig vaak. Niet noodig op 'n zeepkist te klimmen cn de aandacht van de gemeente te vragen! 'n Ander geval: 't meisje thuis, dat niets speciaal te doen heeft. Welke wegen liggen voor haar open? Voor ge begint aan een an der „goed werk", bedenk, dat Uw eigen gezin op de eerste plaats recht op U heeft. Realiseer U "en van Uw plichten, om het even welke: - dankbaarheid, piëteit ten oyerstaan' van Uw ouders bijvoorbeeld. Begin op de onderste trap met Uw hulpvaardigheid, maar ga dan ook nooit een stap lager. Ge zult het vaak niet eens zijn met beslissingen thuis, U ergeren aan onwetendheid of niet begrijpen van an deren. Uw plaats is er echter een van onder geschiktheid, het is een onaantastbare wet en daarom met of zonder gebroken hart: Keep on smiling! Lachende verder. Het zijn beiden van de allersimpelste voor beelden en tochevenals iedere drager van zuivere idee doet ge prachtwerk, mits ge het bewust doet, omdat ge weet, dat het zoo goed en edel is. Het goede begin, het vol houden en het u. breiden van Uw werkterrein, ziedaar de drie sleutels die U toegang geven tot de gelederen van een jonge generatie, waar we trots op kunnen zijn! Een zuivere idee bij één persoon werkt als een olievlek op het water. Ongemerkt ver spreidt het zich in breeden kring. Geef Uw eenmaal gevonden ideaal niet op voor een wat U op het eerste gezicht beter lijkt. Blijf U zelf. Overgaan van het een naar het ander verzwakt U. Behoedt U voor massa- begeestering en parade-liefdadigheid. Laat materieele vooruitgang niet Uw hoogste maat staf zijn. Al deze zaken vragen veel zelftraining en zelfontzegging. De voordeele-n ervan zijn niet altijd op het eerste gezicht te zien. Het beste resultaat is echter, dat gevoel van zelfrespect, een gelukkig makende innerlijke gewaar wording, welk bezit door niemand kan ont nomen worden; een waardigheid die mettertijd van Uw heele persoonlijkheid uitstraalt en die U verheft ieder voelt dat aan tot 'n hoogere klasse in de maatschappij. Vrijwilligers hiervoor, waar zijt gij?? L. D. Hoe Noord Beveland werd bevrijd. In het blad van de Canadeesche troepen vin den we het verhaal, hoe Noord-Beveland werd „veroverd". Een troep Canadeezen was naar Wol- phaartsdijk gereden, om daar bij de pier van de veerboot het ontsnappen van de Duitschers te verhinderen. De Canadeezen zaten er zoo wat een half uur, toen er 'n Duitsch hospitaal schip kwam aanvaren. Negen mannen der Kriegsmarine stapten eruit cn wandelden rechtstreeks in krijgsgevangenschap. „Het was een grootc verrassing voor ons", zeiden ze, „we dachten, dat we hier wat ge wonden konden ophalen". In Kortgene aan den overkant kon men Zeeuwen zien staan wuiven en wenken, om over te steken. Toen kwam er een roeiboot aanvaren niet één enkelen Hollander er in. „Zeg", zei hij, „jullie hebben Zuid-Beveland nu v/el bevrijd, maar wij zitten daar aan den overkant tevergeefs op jullie te wachten. Dat komt niet te pas". Major Richard Portcous uit Montreal ver ontschuldigde zich: „We zouden jullie graag helpen, maar we zijn geen mariniers. En bo vendien hebben we orders om hier te blijven." De Noord-Bevelanders lieten het er niet bij zitten. Tien minuten later kwamen er zeven booten aanvaren naar de pier met de witte vlag gesierd. De Canadeezen waren bang, dat het 'n Duitsch paard van Troje was en zetten zich in postuur voor den aanval. Maar er werd niet gevuurd. Inplaats daarvan legden zeven ent housiaste schippers uit, hoe deze booten door de Duitschers in beslag waren genomen, om hen te helpen bij de ontsnapping van Noord- Beveland. „We namen ze weer van hen af, toen ze niet opletten", zeiden zijZe zijn allemaal uit Kortgene weggetrokken. Nu kunnen jullie ze krijgen". Majoor Porteous krabde eens achter zijn ooren en zei toen: „Het is niet heelemaal vol gens de regels, maar 't klinkt toch niet slecht". Hij vroeg per radio om toestemming aan den commandant. „Oakay", zei hij tot zijn man nen, de baas zegt, dat we een troepje naar den overkant kunnen sturen". Binnen vijf minuten waren de Canadeezen aan boord, van een der booten en in vier mi nuten waren ze aan den anderen kant. De Noord-Bevelanders riepen „hoera" en hielpen hen aan wal. „We waren blij, dat jullie ons niet over sloegen", zeiden zij. In Kortgene vond men alleen maar twee Duitschers van den luchtafweer, die een kop koffie in een café zaten te drinken. Iets over „zwarte" voorraden. Van verschillenden kant vestigde men onze aandacht op de kwestie der „zwarte" voorra den. Het is in het verarmde Nederland van het grootste belang, dat die voorraden weer voor den dag komen, dat ze „wit" worden. Om dit te bevorderen, is dan ook gezegd, dat aan hem, die zulke voorraden aangeeft, straffeloosheid wordt verzekerd ten aanzien van de overtr"- dingen, waarvan ze getuigen. Hiermee is de kwestie echrer nog piet rond. Want het aan leggen van zwarte voorraden gaf niet altijd Blijk van zwart gemoed. Zeker, er zijn lieden geweest, die allerlei min of meer onmisbare artikelen vergaarden in hun pakhuizen, wach tend op de gunstige gelegenheid, om daaruit enorme winsten te halen. In andere gevallen echter was het „zwart" koopen van grondstof fen e.d. wel min of meer verantwoord, omdat daardoor een bedrijf in gang gehouden kon worden en aan tal van arbeiders het depor- teeren naar Duitschland werd bespaard. Dit soort „zwart" werd zelfs in zekeren zin offi cieel erkend als een correctie op al te straffe reglementeeringen. En dan hoorden we ook van gevallen, dat er „zwarte" voorraden zijn vergaard, met gevaar voor vrijheid en leven, door ze aan de Duitsche oorlogsindustrie te onttrekken en in een Nederlandsch bedrijf voor andere doeleinden te bezigen. Dit laatste zijn gevallen, waarin 't woord „straffeloosheid" zelfs misplaatst is, omdat men zoo iets toch kwalijk kan straffen. Nu echter vergt het op-gang-brengen van het economisch lEven in Nederland, dat geen waarden slapend blijven, dat alles aangesleept wordt om den molen onzer welvaart- weer aan het draaien te brengen. De moeilijkheid is op de eerste plaats: Hoe hoog zullen die goederen voor de betrokkenen gewaardeerd worden? Kan men, voor wat het bonafide „zwart" aangaat, toch rigoureus de prijzen van Mei 1940 aan houden? Doet men dat, dan zullen nog wel heel wat voorraden ondergedoken blijven zit-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1945 | | pagina 1