WEDEROPBOUW IN DEN WAREN ZIN.
Voor God, Koningin en Vaderland
EDITIE VOOR ZEELAND
DE FILM.
JAPAN BOUWT HOUTEN
TANKSCHEPEN.
Prijs uitsluitend per week f 0.30
Redactie s Oostkade 16,
Sas van Gent
Administratie
Dubbelpoort 7, Hulst
Uitgave t „De Stem"
Drukker t
G. de Mul, Sas van Gent
DE STEM
No 13. Maandag 11 Dec. 1944
Directeur t
J. A. H. M. v. Schijndel
Hoofdredacteur
J. J. H. A. Bruna
Redact, voor het gewest
A. J. v. d. Meer
Een zwaar juk is van ons weggenomen. Wij
zijn vrij! Vrij van den bezetter die ons vier
jaar lang heeft geknecht en vernederd. Vrij
om te spreken over zaken, waar wij vier jaren
lang alleen over denken mochten. Vrij om te
oordeelen en te veroordeelen, datgene wat wij
als redelijke vrije menschen mogen en kunnen
beoordeelen. Dit laatste is echter iets waar
velen een onnut gebruik van maken. Maar
hierover willen wij het hier echter niet hebben.
Onze vrije „Stem" willen wij gebruiken om te
spreken over een aangelegenheid van het
grootste belang.
Toen de geallieerden onze steden en dorpen
in Z.-Vaanderen hadden bevrijd was het eerste
en grootste probleem de voedselvoorziening.
Met groote inspanning, dank zij ook de hulp
van onze geallieerde vrienden, werd bereikt,
dat wij nu een toestand hebben die tot dank
baarheid stemt. Wij willen hier onze Regee
ring dank zeggen voor de vele „pakketten"
die wij reeds ontvingen en nog zullen ontvan
gen.
Wij mogen ook dankbaar zijn voor de
groote hoeveelheden voedsel, die uit eigen
bodem komen en die direct of via onze eigen
fabrieken ons ten aoede komen. Onze dank
baarheid kunnen wij het best toonen door eens
gezind mee te werken aan den wederopbouw.
Jammer is het echter, dat velen dit woord niet
schijnen te verstaan. Zooals reeds zoo dikwijls
gezegd werd. bestaat wederopbouw niet alleen
in het opbouwen van huizen, dorpen en steden,
maar beteekent het evengoed het opbouwen
van een nieuwe en betere toekomst. Het be
houden van hetgeen goed is en het voorkomen
van mistoestanden. Het zal daarom ook niet
mogen voorkomen, dat onze boeren zonder
arbeidskrachten komen, omdat de arbeiders
liever anderen arbeid willen verrichten. Zou
het geen schande zijn, wanneer de Overheid
hier maatregelen moest gaan toepassen, die
noodgedwongen zouden gaan lijken op de
dwangmaatregelen van onze vroegere bezet
ters?? Uitvluchten van te weinig „krachtvoer"
helpen niet, want ook hierin is door invoering
van levensmiddelenkaarten voor zwaren ar
beid reeds voorzien. Waar moet het naar toe,
wanneer het land, waar ons voedsel vandaan
komt, niet bewerkt kan worden voor het ko
mende jaar. Wordt er dan alleen maar gepraat
over de ellende van onze medeburgers in on-
bevrijd Nederland, zonder dat de hand uit de
mouw wordt gestoken om hen te helpen zoo
dra dit mogelijk zal zijn. Maar zal dit mogelijk
zijn wanneer de gronden door het ontbreken,
van arbeidskrachten braak blijven? Wij be
grijpen te goed, dat ieder dit inziet, om er nog
verder op door te gaan. Wel willen wij ook de
boeren nog wijzen op de nood in West-Z.-
Vlaanderen waar in letterlijken zin de hand
aan den ploeg moet worden geslagen. Niet al
leen finantieele hulp is daar noodig maar voor
al materieele hulp in den vorm van paarden
en wagens. Zendt deze met eigen personeel,
dan weet U ook, dat Uw materiaal in goede
orde kan terugkeeren.
Ieder die op het land arbeiden kan, zal dit
in het belang van het algemeen ook zeker doen
en hierdoor begrip toonen voor den waren
wederopbouw van ons dierbaar vaderland.
L. J.
Tijdens de bezetting hebben onze geëerbie
digde Bisschoppen dikwijls gewaarschuwd te
gen het noodlottig filmbezoek. Velen van onze
geloofsgenoten hebben dan ook uit gehoor
zaamheid en om principiëele redenen afgezien
van deze ontspanning en onder dezen mogen
wij met eere vermelden de propagandisten van
de Katholieke Actie, mannen en vrouwen, jon
gens en meisjes, die mede ook uit welbegrepen
apostolaat hun plicht op dit terrein hebben
gedaan.
Helaas konden vele andere Katholieken niet
komen tot hetzelfde edelmoedig besluit. Toch
was het iedereen bekend, dat het hier een
propagandamiddel betrof, dat in dienst stond
van het Nationaal-Socialisme, terwijl ook op
het gebied der zeden de christelijke geboden
niet werden geëerbiedigd.
Het is goed dit op deze plaats eens openlijk
te vermelden, omdat hier zoowel om gods
dienstige alsook om vaderlandsche motieven
wel heel duidelijk te- herkennen was, hoe de
levenshouding van al onze Katholieken had
moeten zijn.
Dat in de bezettingsjaren vooral de nadruk
gelegd werd op de godsdienstige zijde van het
vraagstuk, was vanzelfsprekend, vooreerst, om
dat natuurlijk het belang der zedelijkheid bo
ven iedere andere zaak uitgaat, en verder,
omdat het niet opportuun was ook op het
terrein van de film de strijd tegen het Nat.-
Socialisme op de spits te drijven.
Na deze uitweiding over de tijd van de be
zetting dringt zich echter thans de vraag op,
hoe onze houding moet zijn tegenover de film
in deze tijd, nu de bevrijding ons deel is ge
worden.
Het is niet de bedoeling hier een officieele
uitspraak te doen omtrent het filmbezoek. Ter
gelegener tijd zal deze ongetwijfeld komen, of
wel van bevoegde Katholieke instanties die na
mens de Bisschoppen handelen.
Het is echter niet moeilijk onze houding te
bepalen, als we nagaan hoe de toestand op
het oogenblik is.
De films, welke nu draaien, worden vanuit
Brussel verstrekt, nadat zij van Regeerings-
wege gekeurd zijn. Dit is dus een landelijke
censuur die noodzakelijk een algemeen karak
ter heeft, om aan de opvattingen van het volk
in z'n geheel te kunnen beantwoorden.
Een verdere nakeuring, afgestemd op een
bevolkingsgroep in 't bijzonder, zooals in dit
geval voor het Katholieke volksdeel, bestaat er
niet. Er wordt wel naar gestreefd om deze te
verkrijgen, maar zoolang wij nog niet zoover
zijn is de consequentie aangaande het film
bezoek duidelijk. Zonder een Katholieke film
keuring moeten wij afwijzend staan tegenover
ieder bezoek.
Dit kan hard klinken in dagen van bevrij
ding, maar het is niet moeilijk om het te be
grijpen. De gunstige ervaring, die sommigen
intusschen opdoen door te gaan zien, ver
andert daar niets aan.
Het parool voor onze Katholieken is dus:
wachten op een eigen filmkeuring.
Wij hopen deze spoedig te kunnen aan
kondigen!
J. VAN BOXEL,
Directeur K. A. in Z.-Vl.
Melbourne, 28 Oct. (ANEP-ANETA).
Volgens een mededeeling van Domei d.d.
23 October uit Tokio worden er tankschepen
van hout gebouwd, hetgeen op een zeer
ernstig gebrek aan staal wijst.
Blijkbaar is men in Japan daar reeds ge-
ruimen tijd over bezig geweest, aangezien
volgens Domei reeds in Augustus van dit jaar
een technische commissie in Japan werd inge
steld, die een bezoek aan verschillende Ja-
pansche scheepswerven voor den bouw van
houten schepen gebracht heeft om „gezien de
toenemende vraag, een systeem voor het bou
wen van gestroomlijnde houten schepen voor
te bereiden".
Thans is een tweede technische commissie
uit Tokio vertrokken met het doel „haar aan
dacht te concentreeren op een verhoogir.g van
de kwaliteit der houten tankschepen".