DE POSITIE DER ILLEGALITEIT IN NEDERLAND. Voor God, Koningin en Vaderland EDITIE VOOR ZEELAND Prijs uitsluitend per week f 0.30 No 9. Woensdag 6 Dec. 1944 Redactie t Oostkade 16, Sas van Gent Administratie Dubbelpoort 7, Hulst Uitgave„De Stem" Drukker G. de Mul, Sas van Gent DE STEM Directeur J. A. H. M. v. Schijndel Hoofdredacteur J. J. H. A. Bruna Redact, voor het gewest A. J. v. d. Meer Aangezien het boven twijfel verheven is, dat aan de „illegale werkers" een belangrijke plaats in Nederland zal toekomen, zooals on langs nog door Radio Oranje werd gesugge reerd, en omdat ons blad, zelf illegaal van oor sprong, veel „ondergrondsche" menschen on der zijn lezers telt, willen wij gaarne de ont wikkeling in die richting nagaan. „Het zou immers ondemocratisch zijn", aldus het door Radio Oranje voorgelezen artikel, deze men schen niet van meet af aan hun kans te gun nen". Door militair gezag is zulks reeds in ruime mate gedaan. In het laatste nummer van de welbekende „Kroniek van de week", thans opgegaan in „de Vrije Zeeuw" (zoo wordt in het blaadje medegedeeld), lezen wij volgend artikel. Van zelfsprekend laten wij het geheel voor ver antwoordelijkheid van den schrijver en nemen wij slechts een en ander op om de huidige stroomingen te registreeren. De „Kroniek van de Week" vertegenwoordigde namelijk een niet onbelangrijke groep illegale werkers. Red. De „ondergrondsche" Natuurlijk hebt U in de afgeloopen jaren wel eens van de „ondergrondsche" gehoord. U hoorde van illegale tijdschriften, die regel matig verschenen, U hoorde van onderduikers die weg geholpen werden en van achter ge bleven gezinnen, die resp. hun bonkaarten en steun op tijd kregen. U hoorde van tientallen andere middelen die door de „ondergrondsche" werden gebruikt om de strijd tegen onze on derdrukkers te voeren. Nóg is heel Nederland niet bevrijd! Dus nog altijd kunnen we U niet uitvoerig mededeelen wat de „ondergrondsche" zooal gedaan heeft. Behalve de „ondergrondsche" werkers, die hun tijd voor illegaal werk broodnoodig had den, zijn er natuurlijk ook andere groepen ge weest die te voren de bestuursfuncties in over gangstijd regelden (O.D.). En nu wij die over gang meemaken zijn de oude „ondergrondsche" werkers zooals U die bedoelt, even wat op den achtergrond geraakt. Het gevaarlijke werk, HET „ONDERgrondsche" werk is immers NU afgeloopen. De risico's zijn weg en alles kan weer „boven den grond" gebeuren. Nu durft iedereen wel, en de man die nooit een onder duiker herbergde en amper een illegaal blad durfde lezen, die loopt nu met één of meer banden om den arm en bekleedt vaak een leidende functie. Ende „stille onder grondsche werkers" dreigen op zij geschoven te worden door de groote stroom van boven- grondsche waardigheidsbekleeders. Natuurlijk mag het feit, dat men „ondergrondsche strij der" was, nooit reden zijn tot „baantjesjagerij". De ondergrondsche strijder toonde in het ver leden de rechte man op de juiste plaats te zijn, en wil ook in de toekomst alleen die taak ver vullen, die hij tot heil van ons volk VOL KOMEN vervullen kan. Vanzelfsprekend zullen er stappen onder nomen worden om de ECHTE „ondergrond sche" strijders, die hun leven voor het vader land veil hadden, straks ook een bouwende taak te geven in het Nieuwe Nederland. Kroniek van de Week, 13 Nov. 1944. O. P. De Stem - Filosoof. Iets over circuleren en draaien. Als denker wikt en weegt Filosoof wat hij hoort en ziet. En er is tegenwoordig veel te zien en te hooren. Een tijdje terug zelfs zoo veel, dat hooren en zien verging! Maar Filosoof is niet alleen als denker. Er zijn er zelfs die zooveel moeten denken, dat er geen tijd voor werken overblijft. Waar die allemaal over peinzen? Wel, ze hebben iets over geld gehoord uit België. Dat was niet leuk. En ze hebben aanplakbrieven gezien over „Circulatie". En nu moeten ze zwaar denken over een en ander, en het gevolg is, dat ze het toch wel willen laten circuleeren en niet zoetjes ook. Trouwens, het is heele- maal een cirkel geval. Vanwege hun zorgen over de circulatie werken ze niet. En omdat ze niet werken is er geen eten (dat scheelt tenminste nogal wat). En omdat er weer geen eten is laten ze het circuleeren (het geld), om het beetje eten, dat er is, tusschen hun kiezen te kunnen laten circuleeren. Gevolg: nog minder eten, nóg meer circulatie in hun por tefeuilles. Heelemaal geen tijd meer om te werken. Lezer, wordt U er draaierig van? Maar, sapristi, als de boel in ons landje moet blijven draaien, dat zult U met mij eens zijn, dan zal het daarop moeten uitdraaien, dat deze raddraaiers, vergeef mij mijn hard heid. „den bak indraaien". Of «anders moeten wij allemaal voor hun gedrag opdraaien. Ja, ik stop er mee. Ik heb het nu gezegd Het zal verder mijn zorg niet meer wezen. Evenmin of de Nederlandsche Banki nog zal gaan draaien. Bankbiljetten bedoel ik. Dat zal men immers best zonder mij af kunnen. Dat heeft Rost hen daar wel geleerd. J. B. De eenheid in praktijk. Uit de officieele mededeelingen van het se cretariaat voor K. A. nemen wij het volgende over: Nu reeds kan worden medegedeeld, dat de eene Nationale Jeugdbeweging door alle na tionale leidingen van de jeugdorganisaties wordt gewenscht, mits volledige veiligstelling van het godsdienstig beginsel en van de (voor hun werk noodzakelijke) zelfstandigheid der jeugdstandsorganisaties. (Herrijzend Neder land meldde reeds de" hergeboorte- van de „Jonge Werkman"). Overeengekomen is reeds tusschen de „Jonge Wacht", „De Katholieke Verkenners" en de „Kruisvaart", dat in de toekomst één nationale beweging zal worden gevormd, die het „Spel van Verkennen" als methode aan vaardt en daarbij grootere aandacht zal be- besteden aan de c.ultureele en sociale vorming van leiders en jongens. Tot nader order kan de plaatselijke toestand blijven zooals die is. Doch voor het geheele bisdom Breda is reeds tot een voorloopige ge meenschappelijke leiding, een gemeenschappe lijk orgaan en Secretariaat besloten. (Ginne- kenweg 275, Breda). Onmiddellijk beginnen leiderscursussen, ge bouwd op het „Spel van Verkennen". Van zelfsprekend zullen deze voornamelijk door den cursusstaf der Kath. Verkenners gegeven worden, met hulp van andere ervaren leiders. De redactie van „De Stem" heeft voorts uit goede bron vernomen, dat deze Katholieke jeugdorganisatie met de andere Nederlandsche padvinders en de internationale Scoutscentrale in Engeland wil verbonden blijven. Bravo! BIJ DEN HORLOGEMAKER. Overal klokken, wekkers, veertjes en schroefjes. Een vernietigende blik. En een kleine gasvlam. „We nemen geen werk meer aan". Bij wijze van groet. Rrring! zei de wekker, die niet af wou loo- pen. „Ehum", kuchten wij, „we zijn gestuurd door uw vriend meneer Jansen Hij trok een pincet uit het gasvlammetje, was verrast. „Zoo, kijk, door Jan Jansen?" „Natuurlijk, de zoon van den ouwe Jansen". „Hoe is het met zijn abces?" ,,'t Was geen abces, 't was maar een holle kies". „Nou, 't is geweldig druk, maar wat kan ik voor U doen?" „Een beetje vuur a.u.b. We hadden geen lucifers en zagen buiten uw gasvlam Nog altijd voel ik zijn oogen in mijn rug booren. (Sunday Dispatch).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1944 | | pagina 1