fjriimjpu
muuslioiV,
J. QÏÏINTUS E. VERBTJRG, Uitgevers.
ABONNEMENTS-PRIJS.
Voor IJ jnar -3,00.
Voor con jaar - - - - - - - - - - - - 1,50.
Voor sea maanden - - - - - - - - - ],00.
Voor drie maanden - - -------- 0,50.
Allee volstrekt in vooruitbetaling.
JAARG. NO. 81.
KOTTO:
Do taal, die zalige ouders spraken,
Zal die eon deugdzaam kind verzaken?
Noen, BroedersLandgenooten neen f
Reeds snoeren ons de hechtsto banden.
Leest slechts de taal der Nederlanden,
Er niets rukt ooit dien band van een 1
DINGSDAG, 24 MEI 1853.
Verschijnt eenmaal per week.
PRIJS DER ADVF.RTENTIEN.
Voor een janr. niet boven de 5 regels - - - 5.(10.
Boven 8 tot 16 regels, voor de eorste plaatsing - 1,00.
Voor 8 regels of minder, dito - - - - - - - 0,50,
Voor elke volgende plaatsing ------- 0,25.
Brieven en ingo2onien stukken franco
NO. 177.
©enig orgaan i?cr SCeirerlnnöers in ftoorb ftmerika, aan Ijct nientos, ben taestanb cn bc belangen nan het <£>ube en üCicmoe llaberlanb getnijb
WARREN HOTEL.
Da ondorgeteekende recommandeert zijn voor Ileo-
ven en Dames wol ingerigt LOGEMENT, staande in
fcet levendigste godeolte' dezer plaats, in do gunst van
alle reizigers. WARREN HILL.
HOLLANDSCH LOGEMENT-
WrSCOxNSIN HUIS.
8ste straat Sheboygan.
V rendeljke bediening en billijke prijzen, verzekeren
mij de gunst mijner geeerdo bezoekers.
n 1
JOSEPH SCHRAGE.
LOUIS TEST WU 1 U E
Beveelt zijnen vrienden, als ook het gcëcido publiek,
zijn nieuw ingerigt Logement
liet Kossuth Huis,
staande in Centre Straat, Sheboygan. n. 18.
F. E. TOE WATER,
Consul bcr Kcbcrlanbcn.
Voor Iowa, Missouri et Illinois,
Belast zich met het opmaken van nlle stukken
Nederland, het incasseren aldaar of het overmaken van
gelden derwaarts.
Kantoor: z. o. book dor 2de straat en Washington
■"Planters Tobacco warehouse", St. Louis, Mo. GifiI5
HERMAN HERTEL,
Sta.ts-Commissnris tor bevordering on bescherming
der Landverhuizing naar Wisconsin,
Is Nieuw York.
Kantoor: No. 89, hoek van Greenwich en Rector Str.
Een trap hoog."20
OPENBAAR NOTARIS.
J. D. GIBBS van don Gouverneur van Wisconsin
•de benoeming van NOTARIS ontvangen hebbende,
beveelt-zich in do gunst der Hollandsche bevolking aan
lot hel schrijven van Deeds, Mortgages} Contracten,
enz. enz., en hot Legaliseren van allerhande stukken
die zulks vereischon. Komtiw hot Postkantoor.
Gilihsville, '37 nept. 1852.n g43
W- R G0RSLINE.
A'&frtfiaitft •en Rogts-Raadgever. KontoorSete straat
ShobdygOTi, -wis.
DOCTOR ALBERTI,
Genees-, Heel-, Verloskundige en Tandmeester,
Naast hel Wisconsin-Huis, Shoboygau, Wis,
W. W. KIN G.
Handelaar ïn het groot eVi kloin in
Ijzerwerk en IJzer, Glos, Spijkers,
iSmid's-, Timmerman's-, Jvuipor'-
I Metselnnris-, wngenmnker's- en t
[dere Gereedschappen,Zulk etfn goed
Assorteinent als in het westelijke Lam?
gevonden wordt
Shebovgnn, 10 Mei 1850.
SHEBOYGAN
DROGISTERIJ BOEKWINKEL,
es Aigkhkv.n Dki ot van
PATENT MEDICIJNEN.
Noordzijde van Pennsylvania Avenue, een weinig
van het Merchant 's Hotel.
De ondergotoekendo roept met achting do attentie i)
■van diegenen, welke Drogisterijen, Medicijnen, Pateut
Medicijnen, Boeken, enz, behoeven. Zijn atwortomorit
is groot, en al dé verschillende artikelen zyn niet/bijzon.
dere zorg uitgezocht voor de behoeften dezer plaats. Hij
heeft een groot assortement Patent Medicijnen aan de
hand, en vele van de meest in gobruik zyn do, zyn
koop in het groot en klein.
Sheboygan, 19 Nov. 1849. LAING DAVIS.
TIJD IS GELD
Thans heb ik hot gonoegen aan mijne
geachte vrienden, zoo Hollanders als
S Duitschers en Amerikanen, to annon-
«eren, dat ik mij alhier gevestigd heb als
'aOR L O G FE MA KER,
•en wel schaias'over het Wisconsin Huis, waar ik ten
allen tijde te vinden zal zijn ter reparering van Pen
dules, Kto/ihen Sr Horlagien. gedachtig aan de spreuk
Tijd lis gèld" en dus nan niomaud den waron tijd
zal kunnen geven zonder geld.
Sheboygan, 15 Jttuij 1852.
SOUFFROUW.
Bankiers,
210 Oost Water Straat, Milicaukie, Wis.,
Zenden geld naar alle doelen vau Europa en betalen
«Ik bedrog van geld, bij hen gedeponeerd wordende, óver
door tussehenkomst van «oliede bankiers-huizen in Hol
land. Zij geven 6 procent intorest per jnnr op bij hen
gedeponeerde gelden, indien dezolvo eene niannd of lan
goren tijd blijven stann. jnl66
Wi'mei- Kantoor,
Voor Buiten- en Binnenlnndeche wissels.
Wissels op zigt op New-York.
Ook gangbare wissels op de voornaamste Eüropesche
«leden.
Op Duitschlnnd Nederland.
J. Langs, Sons, Widon &Co. Bremen,
Goll *te Go.. Amsterdnin.
J. Goll Zonen. Frankfort nan den Main,
Mendelssohn Bnrtholdy, Hamburg,
Mendelssohn Co., Berlijn,
ten allen tijde te koop bij de ondergetekenden.
Grand Ramus. Slich., BALL BABCOCK.
14 Augns. 1852.i h j n 137
Buiten- en Binnenlandsch Wisselkantoor
en Spnarbank, Passage Biljetten van Liverpool en Bre
men te koop bij BAL L BABCOCK,
ISO te Grnpd Rapids. Mich.
Geld wardt Hetaald r>oor
TARWE, ROGGE. INDIAANSCH KOREN en
HAVER door H. W. CHAMBERLAIN.
Benoodigd.
200 M. SHINGLES en 200 CORDS HOUT.
Sheboygan, 10 Jan. 1853. 3
DE MORMONEN, Z00 ALS ZU ZUN.
Deze sokte die, zoo als bekend is, van dag tot dag
mot ongekende snelheid toeneemt, en zoo wel Chris
ten alt wereldling verbaasd doet staan, vindt helaas!
zoo weinig tegenstand, dat men zich onwillokourig af
vragen moet: Slapen de Christenen dor negentien-
of nemen zij de teekenen des tijds niet in
mmerking?"
Zal den meer dan Mahomedoanschcn ijver dor Mor
monen, onbedochtzamen door hunno schoonschijnende
•oorden en bedriegelijke voorstellingen van aardscl»
genot in den afgrond te storten, ongestoord voortgaan?
Zal deze ijver door den Snauwen strijd des Chris
tens nog meer worden aangevuurd?
Wel yer vau vervolging, van welken aard ook, te
gen hen te doen ontbranden, zoo is het echter niet moor
pligt, dat wij hun huichelachtig bodrog op
allo mogelijke wijzon aan onze landgenooten békend
zoeken te mnken, te meer, daar wij vorzeltord zijn,
dat de Mopnóuen alkier al bunnc krachten inspannen,
Hollanders te hek term, ten einde hen als afgezanten
n.mr Nederland te kunnen gebruiken, en waarin zij
helaas! maar al te spoedig zijn geslaagd.
Wij hadden voor ecnigo dagen het genoegen, mot
een' gelooftvaardigen Hollander, de boer v. n. VV. in
kennis te gerakon, die de Mormonen zoowel in Enge
land als hier, zeer nnnmvkeurig heeft gade geslagen,
terwijl hij met meer dan drie honderd heiligen do reis
m Livorpoo! naar Nieuw Orleans hooft gemaakt.
Toen zij nog in Engeland waren, gedroegen zij zich
buiten mate zedig, en men zoude hen oppervlakkig nis-
voorbeelden der Christenheid hebben beschouwd.—
Doch naautéelijks was men in zeo, of het masker bun-
nor heiligheid 'verdween als de morgenmist voor d(
stralen der zon, en hun gedrag werd zoo losbandig oil
liederlijk, dat een verhaal, in de zachtste kleuren ge
schilderd, onoorbaar zoude <yn
ln een der vórige nommers dor Nieuwsbode berigtte
men uit St. Loiiis. dal er vele personen waren, die zich,
einde goedkoop herwaarts te komen, aan.do Mór-
'iiióVréii hadden ao'ngr&ölori. Dit is echter nfeC'Wn
daar de stelligste bewijzen voorhaudon zijn, dat zij;
plaats van goedkoop hier te komen, op allo mogolij-
vijzen zijn afgezet.Er bevonden zich velen, waar
lijk bravo menschen onder hen, die op de reis de treu
rige ondervinding smaakten, dot zij, dio zich voor Gods
gezanten uitgaven, zich aan do ewartsto schanddaden
.schuldig maakten.
Dit was de oorzaak, dat zoo velen berouw over hun-
non genomen slap hadden, en, niettegenstaande zij
rèeds 40 p st. 2Ü0J in Engeland voor hftnnc reis
•er de vlakte hadden gestort, liever dit geld wildon
verliezen, dan mét hen, waarop de volgonllë woorden
des Apostels zoo toepasselijk zijn, medo te reizen:
Deze zijn het, die zich. zelcen a/scheiilen, natuurlijke
menschen, den geest Gods niet hebbende." (Zuudb. v.
Judas 19.)
De behandeling die do ouderlingen eenigo .Mormo
nen, die bij bon niet al to goed stonden opgctcokond,
of die namelijk te veel in don bijbel lazen oh zich to
stork nnu dat oude boek liicldon, aandeden, was. bij
schillende gelegenheden schandelijk, daar zij (oonigeu
dubbel van levensmiddelen voorzagen, terwijl anderen
bijna verhongerden.
Onder de vele God onteerendo stollingen, die zij
m boord openlijk verkondigden, belmoren dp volgou-
Joseph Smith, de heiligo martelaar, is naast God
op den troon gezeten, en heeft du or zijne prediking
meer menschen tot de zaligheid geroepup, dan Jozus
Christus."
Hier zijn des Apostels woorden wedorom zoo vol-
en bewaarheid, als hij zegt:
Maar geliefden,! gedenkt gij dor woorden, die voor
zegd zijn van do Apostelen van onzen Meer Jezus
Christus: Dat zij u gezegd hebben, dat er in den laat-
sten tijd spotters zullen ziju, die naar hunuo goddo-,
looze begcerlijkhoden wandelen zullou." (idem vi
18.)
Het is niet meer dan pligt," zeggen zij, de ge
noegens dezos levens na te jagen, hetgeen hun goloof
zeo opbeurend en aangouaain maakt Zij dio liior
beneden het grootste aantal vrouwen en kinderen
Ion gehad hebben, zijn deswege de grootste oor en heer
lijkheid hier namaals wachtende." liet woord des
dorliugs is het woord Gods, onfeilbaar on zoo standvas
tig als Gods wet, iots, dat door do Morinouou voor w
wordt gehoudeu, hetgeen men uit hunno slunl'sclio t
derwerping duidelijk kan opmaken.
Tot do beschrijving hunner levonswijzo dient het
volgendo:
Tegen don avond spelen zij eerst kaarten, tot on
geveer 8 uur; dau leggen zij dezolvo naast zich neder
on maken met biilden een' aanvang. Na dit
hen zoo onteerend gobed, worden alle hedonkelijko mu
ziek Instrumonieu te berdo gobrngt: de opostolon on
ouderlingen zoekon zich de schoonste moisjos uit;
do haan wordt geruimd, ei» jong on ond govou
hun' danslust vrijen 'teugel.—Dit zoude waarschijnlijk
tot na middernacht duren, indien niet dio Heiilenscke
kapitein dc genoegens dor Hüiliguu, deer .hun hel dau-
sen na 10 uren te verbieden, deed ophouden.
De Mormonen zien bier echter geen kwaad in, daar
Gods apostelen hen in alles voorgaan. Deze hobben
op hunne beurt Joseph Smith, flirom zijn brooder,
Brigham Young, enz., als bewijzen, dot door de bo-
geerten des vleesches na te jagen, zij geeno zonde be
gaan. 2ij roemen er op, dat deze hunne voorgnngore
met de beste dansers der wereld kunnen wedijveren,
en hot schouwspel dat Brigham Young, wanneer hij
met zijne negentien vrouwen de danszaal betreedt, moet
volgens hun zeggen verrukkend wezen, iloovaardig
op deze hunno ontuchtigheden, zijn zij zoo als de Apos
tel te regt aanmerkt:
Wildo baren der zee, hunne eigene schande op-
schuimende, dwalondo sterren, dowelken de donker
heid dor duisternis in eeuwigheid bowaard wordt."
(Zendb. Judas vrs. 13J
Een der voornaamste hunner afgezanten, de hoor
Spencer, die zich de eer toekent, deze laatste schoepsla-
ding Mormonen uit de zondige wereld te hebben uit
geleid, hield voor eeDige dagen eeno predikatie.
Na op eene uiterst vernederde wijze zijno deugdon
i de door hora uitgestane vervolgingen te hebben bo-
senrevou, werd zijn Eerw. zoo met het verheven ambt,
dnt hij in de kerk bekleedde, ontroerd, dat hij do aan
wezigen verzocht, hem niet als iets buitengewoons te
beschouwen, maar als een incusch, die ook nu en dan
eens dwaalde.
Voor hot overigo behelsde zijne rede niets nieuws,
alleen haalde hij het volgonde verscheidene malen anti:
Alle Mormonen, die liior in de stad wcuschton to
blijven, en in Engeland voor hunne reis over do vink -
to reeds veertig p. st- hadden hotonld, [waarvoor zij
van do Apostelen kaartjes bekwamen] dat zulke kaart
jes. wanneer verkochi, voor don kooper geeno waarde
zouden bezitten."
een hunner schelmenstreken, waarmede zij
deze menschen goheol tegen hunnen wcnsch nood
zaken, mot hen naar do bergen le reizen. Hot tafe
reel dnt zij in Engeland van Salt Lake voorde nieuws
gierige menigte ten toon spreiden, is zooschoon en heer
lijk, dat zij naar een nardsch Paradijs denken te trekken.
Do hoofden weten bij ondervinding, dal, wanneer zi
hen niet in Engeland het geld voor do reis over do woes
te Prairies benondigd, <!#on storteu, zij weinig Mormo
nen in Utah zouden brengen.
Toen do ouderlingen het afvallen van vclon, niettegen
staande de bnvougenoomdo voorzorg, vernamen, wistei
zij. door valscho stukjes in do couranten te plaatsen, het
publiek in den waan te brengen, dnt deze afvalligen,
zij goedkoop waren ovorgebrngt, hun geloof verlioloii.
Dit. hier zijn Wij grondig van overtuigd, is geenszins
zoo. Zij allen verlieten Engeland in de veronderstel
ling, dat de 'eer von Joseph Smith de waro leer Gods
was, on waren ton stelligste voorgenomen naar de val
lei door te reizen. Doch zoo als reeds is aangemerkt,
werden zij eerst op reis van hunuo droevige dwaling over
tuigd, en velen zijn nu even sterk tegen als zij vrooger
coor do Mormonen waren, en houden niet nf, zoo wel
hier als elders, geroet! staande rciiigors te waarschuw
Hot bovenstaande is in geener mato door nijd of ver-
volgingszucht geschreven; maar bevat zuivero waarheid
niets dan aarheid. Het is tijd. dat de Nederlanders
Amerika wel acht op de teekenen des tijds slaan, en
zich op alle mogelijke wijze met de dwalingen eener
leer bekend zoeken te maken, dio "rondgaat als een'
brieschenden leeuw, zoekende te verslinden."
St, Louis, den 4 Mei 1853.
JOHN M. HUYSKAMP.
Dc Arme Edrtnian.
Voor den Shoboygnn Nieuwsbode bewerkt, door
N. W. A. vak Cat?, Sm.vt.lenburg
Vervolg van no. 19.
Do betooverende lente heeft reeds lang het
treurige win terkleed van de narde weggenomen,
de gausche schepping tot nieuwe kracht en
een nieuw leven geroepen. Ook de Grinselhöf
praalt weder met de volle pracht zijner wilde en
vrije Natuur. De statige eiken ontvouwen hun
eugdig bladeren loof: de roos staat in vollen
>loei; de seringen vervullen de lucht met hunne
liefelijke geuten; de vogels zingen vim lust en
liefde; de bijen spelen ett brommen onder het
beukenloof, en de jeugdige zon werpt haar vuur
in milde stroomun over de zacht gekleurde bos-
suhen.
Op den Grinselhöf schijnt niets veranderd
even zoo eenzaam zijn deszelfs padenev
il uister is dc stilte, die tusschen hel bludanverk
der lanen heersclit, doch rondom dc woning is
meer leven en beweging.
Daar ziet men twee bedienden een fraai rijtuig
met water begieten en reinigenmen hoort het
getrappel van paarden in de stallen.
Kt-n jong dienstmeisje staat in do deur en lacht
en praat met de jjjedienden. Plotseling klinkt
van binnen den helderen klank eontr zilveren
tafelbel; het meisje loopt binnen, torwij) zij v
schrikt zegt: "Mijnheer verlangt zijn ontbijt
het is nog niet gereedDoch kort daarna stijgt
zijde trappen op naar boven, eti draagt liet eten
op een zilveren blad, waar zij in eene kaïuer
treedt en stilzwijgend het blad eenen persoon
voorzet, die, bet hoofd door beidt- handen onder
steund, nadenkend aan eene tafel zit. Evenzoo
sprakeloos verlaat zij dc kamer weder. De heer
ontwaakt uit zijno mijmering, en gebruikt ziju
ontbijt met zigtbare verstrooidheid van gedach
ten; hij schijnt-niet tc weten wat hij doet. Het
huisraad, dnt deze kamer versiert, is zonderling;
terwijl eenige dingen door rijkdom en fijnheid
der vormen glanzen, en als bewijzen van den
nieuwsten smaak zijn aan te zien, staan er ook
stoeien en kasten welker donkere verwon en
plomp gesnedene vormen eeneu hoogen ouder
dom aanduidenja er zijn zelfs zaken, die voor
zekér twee en drie honderd jaren de aanvallen des
tijds wederstaan hebben. Aan de wanden han
gen vele berookte schilderijen, welker vergulde
verloren hebben. Er zijn portretten yan krijgs
lieden, staatsmannen en hooge geestelijken. De
ze bceldtcnisscn dragen het wapenschild der hoe
ren van Vlierbeeke; andere stukken van het
huisraad zijn mede met dit stamwnpen gestem
peld. En toch weet ieder, dat men eens eene
openlijke verkooping op den Grinselhöf hield,
waar alles, wat den heer van Vlierbeeke toebe
hoord had, aan verschillende lieden verkocht was.
Hoe is het dan gekomen, dat deze beeldtenis-
sen weder gekeerd zijn op de plaats, die zij voor
immer schenen verlaten tc hebben De heer
rigt zich, nog immer vmstrooid, van zijnen stoel
op; hij wandelt met langzame schreden door
het vertrek, biijft staan, beziet de beeldtenissen
met droevigon blik, gaat weder voort, houdt de
hand voor de oogen, om nog dieper te denken,
en nadert een ouderwet9ch kistje, dat op een hoek
tafeltje stond. Hij opent het, en haalt eenige ju-
wMen v"" geringe waarde daaruit, een paar
gouden oorklokken en een halssnoer van roede
koralen. Hij ziet deze zaken langen tijd meteun
zacht, droevig lachje aan; eene zucht ontsnapt
zijne borst, hij slaat zijne oogen klagend ten he
mel en legt de kleinodiën weder op zijne plaats
neder. Dan rigt hij zijne schreden naar buiten
en begeeft zich in den hof.
Zijne knechten en meiden groeten hem in het
voorbij gaanhij neigt sprakeloos het hoofd en
verdwijnt in de donkerste paden des tuins.
Aan den voet eens wilden knstaujebooms blijft
hij staan en slaat de armen gekruist over zijne
borst; zijne lippen prevelden onverstaanbare
woorden, doch langzaam wordt zijne Slem hoor
baar; bij zucht op treurige» toon:
Hier is het. waar voorde eerste maal de pleg-
tigo bekentenis haren buezem ontglipte. Het
rood der verlegenheid verwde haar voorhoofd,
haar blik zonk beschaamd ten bodem, hare zoete
stem fluisterde het woord der liefde—en ik, bui
len mijn zeiven van vreugde, zwemmende in den
atroom. van oneindig geluk, ik stond sprakeloos
naast haar en beefde, als of dc onmetelijkheid van
mijn geluk mij sidderen liet. O, gij wieus bla
deren zoo dikwijls den toon harer liefelijke stem
opgenomen hebt, gij getuige harer uitboezemin-
g.-n, nu heeft andermaal de lente uwen kroon
niet jeugdig groen gesierd, doch ik vind geeue
vrougde, geeiu-n troost meer aan uwen voet.
De klagende zuchten van een minnend hart
stijgen alleen tot uw loofdak omhoog; alles is
treurig en dood; want zij, die door hare ver
schijning uwe eenzaamheid leven schonk.is heen.
Wij hebben haar verloren, haai, die troost en
genoegen om zich verbreidde als eene zon vau
licht eii levensvreugde. Niets, niets is meer ove-
dan de heriunering.
Na een oogenblik zwijgens trad hij een ander
>nd iu en ging al verder en verder door liet
;osch.
Van tijd tot tijd bleef hij staan bij de plaat
sen, die als getuigen van vroegere heriimeringet:
ïem dierbaar waren. Zoo dwaalde hij van d<
lelie plaats naar de andere, tot dat hij, einde
lijk vermoeid, zich onder den kastanjeboom i e-
derzette. Eeuigen tijd zat hij reeds daar in treu
righeid verzonken, toen de pachters vrouw met
oen boek in de hand lot hem kwam en verheugd
zetel*
Mijnheer, hier is een boek, waarin jufvrouw
Lcnora veel laa Mijn man heeft gisteren op de
nrkt den boer aan eirolfen die het gekocht had,
on is met hem naar huis gegaan om hel te halen.
Terwijl de piiolucrin deze woorden in
•prak, had de heer hol boek met innig,
tangenomen, en doorbladerde het, zonder naar
het scheen acht te geven op dal wat de pachte-
rin zeide. Eindelijk hief hij het hoofd omhoog
en sprak niet een vriendelijk lachje: Ik dank
u voor uwe vriendelijke bezorging, vrouw Jans;
gij kuntniet gelooven hoe zeer het mij verheugt,
wanneer ik iets wedervind dat uwe meesteres
toebehoord heeft.
Zijt verzekerd, dat ik uwe dienstvaardigheid
niet vergoten zal. Na deze dankbetuiging wierp
hij wed-r den blik op het boek en scheen met
aandacht daarin te lezen. De pnohterin ver
wijderde zich echter niet, doch sprak op droe
vigon toon: Mijnheer, durf ik wel zoo vrij zijn,
u te vragen, of m>g geen berigt van den Heer
van Vlierbeeke en zijne dochter ontvangen is
De heer schudde het hoofd en zeide:
Nog niet het minste. Alle moeite blijft vruch
teloos. Het is toch inderdaad ongelukkig, klaag
de de vrouw. Wie weet waar zij nu zijn
wat zij lijden. De jonkvrouw zeide mij bij hare
afreize, dat zij voor haren vader werken wilde;
doch om zich met zijne handeu het dagelijkseh
onderhoud te verdienen, moet men van jongs af
aan daaraan gewend zijn. Ach, wanneer ik daar
aan denk, doet mij het harte leed. Onze goede
jonkvrouw, die wciiigt na andere menscLeu die
nen moet en als meid zich voor ecu weinig moet
af kwellen. Ik heb ook gediend mijnheer en ik
weet wat het is, van den vroegen morgen tot
den avond voor anderen te arbeiden. En zij
wits zoo schoon, zoo geleerd, zoo liefelijk, zoo
menschlievend. Het is toch hard, ik kan mijne
tranen niet weerhouden, wanneer ik over haar
droevig lot nadenk. Zij ving werkelijk aan te
weenun en wischte de tranen uit de oogen. Do
gevestigdde vrouw nam echter het gesprek we
der op: En nu, nu zij zoo gelukkig 2ijn konde,
nu zij weder feon.Je gebieden op den Grinselhöf,
waar zij geboren en opgegroeid is: nu mijnheer
van Vlierbeeke zonder kommer hier zijne oude
dagen doorbrengen koode, nu dwalen zij door
de wereld, nu zijn zij arm, ziek welligt en ver
laten van iedereen. Ach mijnheer, het is toeh
regt bitter, wanneer men van zijne weidoeners
weet dat zij ongelukkig zijn, en niets doen k;»u
hen te helpen, dan God te bidden en op Zijne
barmhartigheid te hopen.
Zonder het te vermoeden, had de eenvoudige
vrouw in het hart baars nieuwen -hoeren de ge
voeligste snaar aangeroerd, nu eerst, bemerkte zij,
dat stille tranen zijne oogen ontvloten en zijne
vingers zich krampachtig bewogen. Met angst
zeide zij:
Vergeef mij, mijnheer, dat ik u zoo bedroef!
gemaakt heb; mijn lmrt is zoo vol daarvan, dat
ik er van spreek zonder het le weien. Heb ik
oDregt gedaan, zoo wees zoo goed h-t mij niet
kwalijk te nemen, dat ik jonkvrouw L'-.noni lief
heb en over haar ongeluk treur. Heeft mijnheer
ons niets te bevelen V Zij wilde naar hem toegaan
duch de heer hief zijn hoofd op, cn terwijl hij zij
ne tranen bedwong, zeide hij diep geroerdIk
zoude het u kwalijk nemen vrouw jans. dat uwe
genegenheid voor de arme Lcnora zich lucht
geeft
O neen! mijn hart dankt u daarvoor. Zij doen
mij goed. de tranen, die gij uit mijne oógeu
roept, want vrouw, ik lijd veel en ben ongelukkig,
liet loven wordt mij ten last, en wilde dc goeiio
Gud mij van deze aarde mepen, ik zoude met
vreda sterven. Alle hoop haar op deze wereld
weder te zien, verdwijnt uit mijnen boezem; wel-
ligt verwacht Lenurn mij reeds daar boven in tien
Hemel.
Ach mijnheer, wat zegt gij daar, riep de boerin
verschrikt uit. Zonder hoop kunt gij toch niet
zijn.
Gij treurt vrouw, gij vergiet menigmaal tranen
over haar, voer Deuccker voort, zonder op hare
uitroepingen acht te geven. Doch begrijpt gij
dan niet, hoe ik onder dat alles zijn moet. i Le
geoa oogenblik voorbij gaat, dut niet op nieuw
mijn hart doorknaagt. Ach, maanden lang. «Is
de hoogste gunst van den Hemel gesmeekt te
hebben baar te mogen wederzien; alle hinderpa
len te overwinnen, baar mijne bruid te noemen
met ongeduld en ongewone snelheid naar, miju
vaderland te ijlen, en in plaats van troost, slechts
eene schrikwekkende eenzaamheid te viuden; lo
weten, dat zij arm is. en weliigt van schaam ie en
gebrek bezwijkt; te weten, dat mijne geliefde,
de edele Lenura gebrek lijdt, en buiten stunt te
zijn haar in bare vernedering te helpende dagen
hilars iijdens in raagtelooze vertwijfeling te moe
ten tellen, en ach! niet eenmaal zeker te zijn dat
de smart haar niet gedood heeft?
Een oogenblik van diepe stilte volgde op deze
droevige klngt; de puchlerin stond daar, met ge
bogen hoofd, innig aangedaan. Na eenige oo-
genblikken zeide zij op vertroostenden toon
Ach mijnheer, ik begrijp uw bitter lijden wel,
doch waarom zouden wij wanhopen? Wie weet
of nog niet eenmaal geheel onverwachts eenig
narigt van hen komt. God is zoo goed; Hij zal
onze gebeden verhoeren, en dan zal de vreugde
j ovur hunne terugkomst ons allen kommer doen
vergeten.
Moge hot zoo zijn, vrouw; doch reeds zijn hot
ig uit- zeven maanden dat zij vertrokken zijn; reeds drio
;tlo maanden hebben hondorde personen last, naar
hen te vernemen, en in alle plaatsen navorschin-
geu in het werk te stellen om hen te ontdekken,
en nog hobben wij geen berigt, ni<-t liet minste
bewijs dat zij nog leven. Mijn verstand zegt mij
ook, dal ik niet behoef te wanhopen; doch njija
ongeduldig hart laat mij van ongeluk droomeu eu
roept mij immer toe, dat zij voor mij verloren is.
Hij stond op, voornemens deze plaats te verla
ten, om zich va» de pachter jn to ver wijder,én
doch plotseling hief hij verwonderd de oogen op
en zeide, terwijl hij met den vinger aaar den
straatweg wees:
Hoort gij niets? liet, is eon dravend, paard,
antwoordde du vrouw, zonder te begrijpen Ijoo
dit goruisoh zoo magtig op haren heer werken
kon. Arme gedaehte! riep hij mét een treurig
lachje, wat helpt mij een voorbij dravend paanl
Ziet, ziet, hut komt do poort van de» Griösulhof
in, riep de boerin mot stijgende opgewondenheid.
De bode brengt gewis tijding. Moge het evna
gelukkige ziju! Inderdaad reed de ruiter in vol
len draf de plaats op, en hield zijn paard aan,
zoodra hij den heer eu de boerin naar hem zag
toekomen. Hij steeg af, nam eenen brief uit zij
nen rokzak, overhandigde bom dien en zeide:
Mijnheer Donccker, ik kom in last van den
■rooi Noiolio, dio mij uovuieu tn-eü «oo snei,moge
lijk te rijden, om u dezen brief te brengen.
Na deze woorden leidde hij zijn paard, drui
pende van zweet naar don stal. Met boyoudo
hauden verbrak Deneoker het zegel, terwijl ..de
pachlerin, van hoop glimlagchend en met wijd
geopende oogen op zijne bewegingen staarde.
Bij hot lezen der eerste regelen verbleekte De
uccker vreesso.lijk; naar uiate hij verder las, .be
gon hij ovor zijn geheel ligchaam to eiddofen.
hoor, door den diep bedroefden toon barer stem I totdat eindelijk een lachja van vreugde op ziju
lijsten, met slof eu vliegen(J«k^9dekt,alleuglrti)s|gf)roerfl, zat bewegingloos, den blik op de tafel
(Zie verdiT