mmislioiV. J. QUTNTUS E. VERBÏÏRG, Uitgevers. ABONNEMEN'TS-PRIJS. Voor li jaar5-0O. Voor can jaar - 1.50. Voor rcs maanden - -- -- -- -- - 1,00. Voor drie maanden - -- -- -- -- - 0,50. Allen volstrek', in vooruitbetaling. 4* JAARG. NO. 13. MOTTO: De taal, die zalige ouden spraken. Zal die een deugdzaam kind vertaken? Neen, Broeders Landgenooten neen Reeds snoeren ons de hechtsta bandon, Leest slechts de laai der Nederlanden, Ea niets rukt ooit dien band van een Verschijnt eenmaal per we«k. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor een jaar, niet boven de 5 rogeb - - - 5,00. Boven 3 tot 16 regels, voor de eerste plaatsing - 1.00. Voor 8 regeb of minder, dito ------- 0,50. Voor allee volgende plaatsing - - - - - - - 0,25. Brieven en ingezonden stukke» franco DLNGSDAG, 29 MAART 1853. NO. 169. ©enig orgaan bcr Xeöcrlanöcrs in Noorb Amerika, aan Ijct nienms, ben tocstanb en öc belangen nan bet (Dnbe en STiennje tiaberlaad gemijb HOLLANDSCH L0GE2SENT- WISCON'SIN' HUIS. Rsio straat Sheboygan. S'rondoljkc bediening en billijke pri zen. verzekeren ij de gunst mijner gewsrtte bezoeki t 1 JOSEPH SCHRAGE. h« WA RH MN HOTEL. I>o onderget'rekende recommnnrlec-rt zijn voor Hee- ii cn Dames wel ingerigl LOGEMENT, staande in levendigste gedeelte dowr plaats, in de gunst van .lie reizigers. WARREN HILL. Dr. L. C. E- SCHÜS5LEE, tö.Tarnemciib Consul bcr Xtbcrlnnbcn. voor den Stout Wisconsin, Harilnnd, wnukesha Countv, wis. hj 14 F. Fi. T0EW AT ER, Cousnl bcr Nebcrlanücn. Voor Joirn, Afissoitri Illinois, IIp1 as; zich met het opmaken von alle stukken vc *irdcrl nd. het incasseren aluaar of het overmaken v Aaiuoor: No. 178 second stast. Louis. Mo. ~g..~ iwkïf ét*iirirt$s» StaatscommissarR van Emigratie voor Wisconsin". K -ntoor, 110 Greenwich-sthuit, New-Ymk. Open mil roonn-. 0 loi 'nfimiddg 5 ure. tdelinge De Arme Edelman. Voor den Sheboygan Nieuwsbode bewerkt, door N. W. A. van Catz Smallenbcrg. Vervolg rati no. 12. Vmi Vlierbeek* keurde terug in de kamer, zet te zicli neder, vutte het hoofd tusschen do beide luuideu, terwijl uil zijne burst een treurig zucht ten steeg. Ec-ne puos bleef hij zoo stilzwijgend en bewegingloos zitten, toen zijne handen als ont zenuwd op de knie vielen. Zijn gelaat was met et'tie diKxlelijke bleekheid bedektbij scheen in wendig in den afgrond der smartelijkste gedach ten verzonken; tlocli geene trekking, niet de min ste beweging verTumble op zijn gelaat het lijden zijns harten. Plotseling hoorde hij iets op de zaal boven zijn hoofd. Hij ontwaakt uit zijne bewusteloosheid, terwijl angst cn schrik hem doen heven. Mijne arme Letiora, riep hij uit. Zij k«'tut! Nog niet genoog heb ik geleden, ik moet ouk bet hart mijner dochter breken, koelbloedi» haar alle schoont» huop ontrukkenhare zotte droutiien vernietigen; huar vuor mijneoogen door kommer zien verw> Isen. O, dat ik deze moeijelijbo opklaringen ontgaan koude! Wat zal ik echter zeggen 'l Hoe zul ik .mij uitdrukken? Ecu biltvr lachje opende zijne lippen en hij zt-ide; Verberg uw eigen lijden en heO moed. Terug met het gevoel der ontroering. Stil, stil, daar is uw kind! Welke moeite van OPESKffit NOTARIS. v. li. GiBIïri vaii uim) Gouverneur van AV oi ÏGioeminsr van NCTAltlS. éutvangon hj-hhende, lavfcéll zie!» in do ghristffer Hdlla'adsche bevolking aan int h"t scS'nivon vim lVc:nr, Mi>r\s»érs. Contrnr.len, '311'. fiz-.on het Lrz"li&?i'n \yi»> allerhande stukken tlii. zulks vêrei-oKen. Komllnnèl Postkantoor. Gibhsvilfc. ÜT sopt. léSi h WRGÖRSLIÊE. Advokaat en Regis-Raadgever. Xanlnor 8ste straat Slteiinygarr, wis. DOCTOR ALBEP.TI. Genees-, Ree/-. Venpslainiligr,m Tmulmdciter. Naast het Wisconsin-Ruïs, Shehoygatr. Wis. ER WORDT VERIAKC-D- Koreu. HnVor. Rosse. sp"k. Aardappels, Dak^n- tir-i. c'i7- enz.. "111 ruiling voor tenen «rooien voorraad Nieuwe Gnrdcdsn. in mijn vroege»- winkel, U&cnover A. I*. Lymon; tevens j pectie LAND. hetwelk ccnig- zin* bebouwd is. Goederé» zeer iroedkoo" voor <-on- „H. H. W. CHAMBERLAIN, shebuygnn 6 Nov. 1853- tj"2 Lenora, Lenora, hoor mij! Wanneer gij u ra tot vrouw; ik zal hnar leren met al die vreug-1 bij zelve mei een lampje in zijn nachtelijk ver- verwijdert, wanneer gij mij den troost weigert u 1 de vervullen, welke de liefde eens mans ooit eene een laatst vaarwel le zeggen, zoo zal ik een verte- vrouw geschonken beeft, haar lot zal benijdens- rend vuur in den boezem drngon. Ach Lenora, j waardig zijn. Wat denkt gij dat hij antwoorden lij onze reine liefde, verstoot mij nietzal Met nedergeslagonc oogen nntwoordde Le- Hoewel Lenora beefde, zoo straalde toch op nora: Gij kent zijne goedheid Gustmtf, mijn ge- haar gelaat iets waardigs. j luk is zijn eenigst streven, hij zal u zegenen en Zij antwoordde op vasten koelen toon: Uwe God danken. Niet waar Lenora, bij zal toestem- stoutheid verwondert mij, Mijn Heer! Gij bezitmen. Gij ziet wel dat nog mot alles verloren is. eenen sterken moed, op den Grinselhof te durven Nog verlicht eene heldere straal onze toekomst, verschijnen, na den hoon die mijnen vader aan- Houdt dus hoop mijne geliefde. Ach ja, treur blijf verdween. Doch dat hij niet rustte, wist zijne dochter maar al te wel; want daar de beklemdheid hasrs gemoeds ook haren slaap verstoorde, zoo hoorde zij niet zelden inden nacht do schreden Laars va ders, en lag dan in haar bod bevond van ano-st en droefheid. Lenora had eenen buitengewonen moed, en had door hare zeldzame opvoeding een bijna mannelijke zielskracht gewonnen; zoo rees lan«*- gedaan is. Nu ligt bij ziek ter neder; zijn ge-niet; laat mij de verzekering medenemen, dat I zamerhand in haar hart het stellig besluit op, ba- mAoil Ïq nn/lar cmduiI hi.7ii-i.lrnn hi! hppfï ,l.i mi in vprtpniio-nn nn Grwlc rrnprllipïil mii Ipnif» Kin Vader tot nnnnlinrm.-. i-nn h..f „nhAt— A... moed is onder den stnaad bezweken, bij heeft Je gij in vertrouwen op Gods goedheid mij terug koorts. Is dit de belooning mijner genegenheid voor u Ach, gij beschuldigt mij Lenora; wat heb ik gedaan Lenora, rif p de jongeling wanhopig. Er bestaat geene gemtensohup meer tusschen ons, voer het meisje voort. Zijn wij niet zoo rijk als mijLenora stond spra- De zachte en roerende aan wacht Gedenk keloos en weende, spraak des jongelings had hnar geheel overwon nen, niets bleef in haar over dan liefde en droef heid. De jongeling bemerkte dat cn zeide: Ik ga, Lenora,het is met volle en door uwe genegen gij, zoo verdraagt toch het bloed, dat door onze j heid versterkte hoop, dat ik mijn vaderland en aderen vloeit, geenen hoon. Sta op, verwijder u verlaat u, ik mag u niet meer zien. Heb medelijden,) Nu kome wat wil, ik zal moedig zijn tegen smeekte Gustaaf, de handen naar haar opheffen- kommer en droefheid. Lenora,gij wilt dagelijks de, ik ben onschuldig Lenora. Het meisje ver- aan mij denken niet waar? Ach, ik heb mijnt forvt neschrijvlngen vmi den staat •»- leihelingen wit echte brópneii worden op h"-l von liet v liet beeKc nok aanwendde zijne angst te verber- nt-t*«iiiur «nor .len Commissaris bereidwillig gen, hel gelukte llem dilinawl niet. K'Üvw aan do. Landvfe^^vers medegedeeld.j Lvnoin oemerkte daarom Zeer spoedig, dat ee- j 11e diepe smart hein ontrustte. Dewijl hij spra- beltlus bleef begun zij te beveu en vraagde met ougetluld: isu? hoe is het, Vader? Ach mijn kind! j zuclitlc de edelman, wij zijn niet gelukkig. God beproeft ons door zware slagen, doch wij niuti- <r43 j ten uüs gewillig buigeu voor Zijix-n almaglii j wil. Ach! wat moei ik vreezen, riep Lenora. Spreek vader, ln-eft de Uom geweigerdJa, Lenora! zeidu de cdeinum, dewijl hij niilliêeiien bezit, en wij legem ter hein arme lieden zijn. Hei is al- Zoo waarheid, Gustnuf is mij ontnomen, zonder hm.p? Zonder hoop, herhaalde de vader bedaard. Een gil ontglipte 's meisjes borst; zij liep naar de inlet, waarop zij onder In t storten van bittere tranen hel hoofd ned rvallen liet. Hoorbaar snikte zij en noemde van tijd tol tijd den naam banrs vi lends op tien waidiopigsten toon. Do edelman stond op en zag öenige oogenblik- ken zijn lijdend kind aan. Een onuitsprekelijk droevig iets was op zijn gelaat uitgedrukt: zijne anders zoo vurige oogen waren mat, en onzeker W. KING. lmt eroot en k ijzerwerk pi» IJzor. Glas. Spijkers, krampachtig wrong bij zich de handen: Lei l*«-. fflliper's-. I...I, ivti.l n.lït O m.ili.i iiwu A w. Hnnilolaar 5» Smiii' Mctselaar's-, wauonmaücr's- en an dere GereedicUaprx -.i,Zulk eeu cce>! Amortoinent als ia het westelijke Land gevonden wordi. Siieboygan, 10 Mei 1850. all S-ot SHEBOYGAN DROGISTERIJ BOEKWINKEL, r.s Aggkmkkn 1>v:i "t os P A T E N T M E D L C IJ N E N. Arrniir. ren iceinig i». t s Ihlt/L De oiidergcteekendc roept roet aehting de attentie in Van diegenen, welke Drogisterijen. Medicijnen, Patent Medicijnen, Boeken, en#., behbevcn. Zijn assorteinent is grooi. cn al do trrsebSk-ude artikelen zyn roet bijzon- <!--n- zorg iiiitriochi. voor de behoeften è<i -r plaats. Hij h-n-l'i veu groot nssorteineni Patent Medicijnen aan de h uid, en vele vim de meest in gebruik wade, zyn te «koop in het gioot en klein. Sboboygim, 19 Nov. 18-19. LAING DAVIS. TUD IS GELD- Thans heb ik hei genoegen aan miine geachte vrienden, 700 Hollanders als Duit-ichers en Amerikanen, to annon ceren, dat ik mij nlhier gsvesiigd heb als H O n I. U O IE 31 A K E R. «a wel rehoins over hel Wisconsin llnis. waar ik ten allc-i tijde te vinden zal zijn ter roparering van l'nt- tlnles, Klnkkm Hf Horlngimgedachtig nan de spreuk •'Tijd is geld" en dus"aan niemand den waren tijd zal kunnen geven znniler sr.til Sheboygan. 15 Junij 1852. P. soYjffrouw. B0SCHLAND TE KOOP. Tachtig akkers Goed Land. nog in zijnen wilden natuurstaat.worden hierbij vooreenen billijken priis te koop aangeboden; het7el- tv ,lci» w„geveor4 mijlen .van Amsierdam, in de bloei- jendè Hollandscbe nederzetting dcz.er County. Adres aan den eigenanr J- QL'INTUS. ve ligt Wmcl-Rontoor, V0nr Bttitcn- en. Bitménlandsehe wissels. Wissels op zigt op New-York. Ook gangbare wissels op de voornaamste Europesche Steden. Op Duil-aihland fc Nederland. J. Langs. Sons. YVidon Co. Bremen, Goll A Co.. Amsterdam. J. Goll Zonen. Frankfort aan den Main, Mendelssohn Bartholdy. Hamburg, Mondelssobn Co.. Berlijn, jten allen tijde te koon bij de endergeteekendon. G'tvsn R-tems. Mich., BALL BABCOCK. 14 Angus. 1852. hjn!37 Bn'tten- en Binnenlnndsch Wisselkantoor ei Spaarbank. Passage Biljetten van I.irernrol or, Hre- roertokoop bij BALT, A BABCOCK 151 U Grand R-pids, Mich. bvb incdelijiicn tnvl mij! O, matig uwe drocf- li< id om inijnontwille. In dit t;-haai besprek met den beer Uem-cker lieb ik al de kwalen doorge- slaim, die hel hail eens edelmaus, het hart eens vaders marU-Ien kutiuen: ik heb deu bitteren kelk der schaamte in volle leugen gedronken, en het glas der vernedering tot «p den bodem geledigd; doch dit alles is niets bij het zien uwer smart. (5, zie op, loon mij uw gelaat, laat mij troost vinden in tttve gelatenheid. Lemma, ach mijn kind. ik lijd grooto smart: Terwijl hij du zt'ide, zonk hij afgemat doör lijden in eenen stoel neder. Hel meisje rnderde haren vader en liet hel hoofd op zijuen schouder rusten, terwijl zij zeideHem manner wederzien, zijne liefde ontberen, niie ge droomd geluk ontzeggenAch! Eene diepe stille heerschte om vader en doch ter. Beiden bleven huig met diep bedroefde har ten tc zanten, totdat de overmatige kommer hun ne zenuwen verslapl luid en hunne harten tot we- derzijdscbe troost zich openden. Er waren vier dagen verloopen, sedert de heer Dcnecker hel huwelijk van Gustaaf met Lenora afgeslagen had; toen omtrenl een half uur van den Grinselhof verwijderd, eene huurkoets over de heide reed en kort daarop in eenen eenzame» zandweg staan bleef. Een jong heer steeg uit bel rijtuig, wees den voorman in de verte eene herberg; de paarden werden omgekeerd en de koets keerde terug: terwijl de jongeling snel naar do tegenovergestelde rigling liep. Hij scheen van heftig ongeduld gedreven, en beefde somtijds ids of zijne eigene gedachten hem verschrikten. Zoodra de Grinselhof tusschen de boomen voor hem ziglbnnr werd, ging hij mot voorzigtigheid op bet bosch aan, en ging van de eene zijde des weg» nunr den anderen, om dien te vervolgen, waar bet dikste loof hem verbergen kondo. Voor du Inan der pluals eteeg eene onderdruk te vreugderoep uit zijne borst,de poort stond open. Hij trad dozelve binnen; naauwelijks had hij eeltige schreden in den tuin gedaan, toen hij siuderend slaan bleef. Onder den kastanjeboom zat Lenora, met het hoofd op den rand der tafel rustende. De jongeling naderde met ligte voet stappen; doch hoe stil zijne bewegingen ook wa ren. zoo hief het meisje plotseling het hoofd op, terwijl het woord Gnstnnf! als een angst geschrei uil huren mond ontglipte, en doorliet hout galm de. Zij wilde weggann, doch voor zij eene schrede doen kondo viel do jongeling voor haar neder en sprak in koortsachtige beweging, terwijl Lij hare handen vasthield: bergde de tranen, die uit hare oogen opwoldon, en beerde zich om om te gaan. O, deze bardheid, kermde de jongeling. Gij verlaat mij voor immer, zonder vaarwel, zonder troost? Gij blijft doof voor mijne woord« n, ge voelloos voor mijne smart. Goed. Ik zal mijn lot dragen. Gij hebt het gwild. Hij sprong op, terwijl hij onder het storten van bittere tranen uitriepLenora, vriendin, gij veroordeelt mij ter dood! Ik vergeef u, zijt gelukkig zonder mij. Leef wel voor immer! Toen hij deze woorden geuit had ging bij wee- nend zitten. Lenora had slechts weinige schreden gedaan ora zich te verwijderen. Op hnar gelaat was een' strijd tusschen pligt en liefde zigtbaar. Eindelijk Scheen haar hart in den kamp te be zwijken, tranen braken weder in stroomenden vloed uit hare oogen. Zij naderde langzaam den jongeling, ratte een zijner handen en zeide tee- tleriijkGustaaf, arme vriend, wij zijn zeer on gelukkig. niet waar? Bij deze toespraak, op den liefderijken toon de zer stem, ontwaakte de jongeling; hij zag met een onuitsprekelijk gevoel de jongvrouw in de oogen en zeide half verward door vreugde: Le nora, dierbare Lenora, gij zijt tot mij terugge keerd? Gij hebt irrodelijden met mijn leed? Gij baat mij dus niet? Vergeet On Ze liefde Gustaaf zeide het meisje zuchtend. O neen, neen, riep de jongeling, zij blijft immer. Immer niet waar Lenora? Onuilwischbanr, zoo lang ons het hart in den hoezen slaat De i jongvrouw hoog het hoofd en sloeg de oogen ne- de. Zij nfltwoordde op plegtigen toon: Geloof niet Gustaaf, dat onze scheiding mij minder leed kosl, dan u; wanneer echter de standvastigheid mijner liefde u troosten kan, zoo wees sterk en moedig; ik zal u gedenken in mijn treurig ge moed, u beminnen, totdat bet graf den afgrond vuil die tusschen ons voor immer bestaat: O, gij bedriegt u Lenora, riep Gustaaf in vreugde uit. Er is nog hoop. Mijn oom is niet onverbid delijk, hij zal toegeven uit medelijden, met mijne wanhoop. Dat kan zijn, doch mijn vader's gc-voel is onbuigzaam, sprak het meisje met trotscbheid; Gij moet gaan, Gustaaf! te lang reeds was ik hier alleen met een jongeling, die nimmer de mijne worden kan. Verlaat mij; wanneer iemand ons bemerkte, zoude mijn vader toornig zijnO goede, lieve Lenora, nog een oogenblik. Hoor naar datgene wat ik u zeggen wil. Mijn oom heeft mij uwe hand geweigerd, en niets kan hem van zijn besluit afbrengen; ik heb mij tegen hem verzet, hem als een ondank bar» bedreigd en dingen gezegd, die mij eenen afkeer van mij zeiven gaven, tot dat de eerste opwelling mij verliet. Ik verzucht hem nader hand om verontschuldiging, mijn oom is goed van harte; hij vergaf ntij, met beding, dat ik on- middelijk en zonder wederstand met hero eene reeds lang voorgenomen reis naar Italië onder nemen zoude. Hij hoopt dat ik u vergeten zul. U vergeten, Lenoru Doch ik heb deze reis met geheime vreugde aangenomen. Ik zal als dan maanden lang met mijnen oom te znmen zijn; ik zal hem met liefde en zorgvuldigheid geven; hem door ontelbare diensten tot zacht heid stemmenhem onophoudelijk ora zijne toe stemming verzoeken; hem eindelijk overhalen en gelukkig wederkeeren om u mijne hand te bieden. Etn helder lachje straalde op het gelaat der jongvrouw, hnre oogen vonkelden van vreug de bij de schoono schildering van een nog moge lijk geluk, doch spoedig verliet haar dit spel der verbeelding, Zij antwoordde met stille smart Arme vriend, het is gruwzaam ook deze Inatste hoop uit uwen hoezrm te moeten rukken; uw oom kan welligt toegeven, maar mijn vader? Uw vader, Lenora, hij "zal alles vergeven en mij in zijne armen ontvangen als een wedergeTondon zoon. Neen, neen, geloof dit niet Gustnaf, men heeft hem in zijne eer getrapt; uls Christen zal hij vergeven, als edelman echter den smaad r.iet vergelen. Ach Lenora, gij doet uwen vader on- regt Wanneer ik met de volle toestemming van mijnen oom wederkeer cn hem zeg: hier ben ik, vader beloofd dat ik u vergeten zal, zuchtte het meisje verschrikt. Mij vergeten Gij zoudt u geweld aaudoen, mij tc vergeten? Ach neen, Gustaaf, was het stille antwoord, ik zal mij voor d'eerste maal jegens mijnen vader nan ongehoor zaamheid schuldig maken; want ik gevoel mijne onmagt; ik moet mijne belofte verbreken, waut vergeten kan ik u nietik moet u beminnen, zoo lang ik leef, dit is mijn lot op aarde. O dank, dank Lenora, riep Gustaaf met vreug de. Uwe liefderijke woorden wapenen mij tegen het noodlot. Dat God u behoede, mijne gelief de! Uw bveld zal mij volgen, het zal daar staan voor mijn gelaat in vreugde en leed, bij dag en bij nacht, immer zal ik u voor mij zien. Mijn hart breekt bij bet afscheid, doch de pligt ge biedt, ik gevoel dat ik gaan moet. Vaarwel, vaarwel. Bevend drukte hij nog hare handen en ver wijderde zich tusschen het hout. Gustaaf, Gustaaf, vaarwel, zuchtte Lenorn. Zij scheen buiten zich zelve en voelde met hare bevende hand naar den stoel. Te gelijk viel zij krachteloos op denzelven neder, terwijl de tra nen over haro wangen liepen. Lenora had haren vader mat het laatste be zoek des jongelings bekend gemaakt, en pogingen aangewend om de zoete hoop op eene betere toe komst in zijn bart plaats te gevendoch van Vlierbeeke had als gevoelloos en met oen bitter lachje op het gelaat, haar verhaal aangehoord, zonder het geven van een duidelijk antwoord. Sedert dezen dag was de Grinselhof nog een zamer en treuriger dan te voren. De edelman zigtbaar door een geheim leed gekweld, zat mo- nigmaal met het hoofd in de handen, nadenkend den blik op den grond vestigende. Gewis spiegel de zich voor zijne oogen de onheilvolle verval dag des schuldbrief», die dreigend en onafwend baar naderde, om den ongelukkigen vadtr met zijn kind in den poel der openbare ellende te stor ten. Lenora verbergde hare eigene smarten, om den onverklaarbaren kommer inmrs vaders niot door hare treurigheid te vergrooten. Hoewel haar hart van droevige gedachten ver vuld was, zoo vertoonde zij zich evenwel wel te moede en opgeruimd. Alles wat haar minnend hart haar ingaf, deed of zeide zij, om het uit zijne duistere gedachten te wekken. Vruchteloos ble ven echter hare pogingenwel beloonde de vader haar met een lachje, of met een toeder, vleijend woord, doch zijn lagchen was treurig en bitter, en zijne woorden mat t n god wongen. Vroeg Lenora dikwijls met tranen in de oogen nanr de oorzaak van haurs vaders smart, zoo wist hij alle opheldering dienaangaande te ontwijken. Gansche dagen lang dwaalde hij eenzaam in treurige gedachten verzonken, door de donkere lanen der plaats, en scheen zelfs het bijzijn zijner dochter te mijden. Zag Lenora hem ongemerkt, dan bespeurde zij zonderlinge blikken der wan hoop op zijn gelaat, terwijl zijne handen zich krampachtig bewogen. Naderde zij hem, om door ^ewijzen van kinder lijke liefde zijne smart te verminderen, zoo ant woordde hij naauwelijks op hare liefderijke vra gen, en verliet haar om iu zijne woning een een zaam verblijf te zoeken. Zoo verliep eene gansche maand, eene maand van diepe droefheid en stil lijdeu. Lenora be merkte met zwijgend medelijden, hoe snel ltaais vaders nnngezigt verviel en in bleekheid toenam hoe zijne oogen haren glans verloren, uls of eene verterende kwaal zijn leven ondermijnde. Om dezen tijd echter begon cone vcrandoring in hums vaders gedrag haar te overtuigen, dut een droe vig en welligt schrikkelijk geheim op zijn hart drukte. Sedert eene week hadden zijne oogen weder met een helder vuur gegloeid, alsof eene bestendige koorts hem bijbleef; zijne woorden, zijne gebaarden, zijne dntlen. alles aan bem be wees ongeduld eu spanning. Buitendien reed hij iedere wcok twee- of drie maal met de oude koets naar de stad, zonder dal zij het minste vermoeden konde, wat hij daar te doen had. LiihI in den avond keerde hij dan terug en zette zich droevig vo>»r hel avondeten neder, tot- ren vader tot openbaring van bet geheim, dat zoo zigtbaar hem verteerde, te dwingen. Hoezeer ook de achting, die zij voor hem gevoelde, haar dit afraadde, spoorde toch hare bekommerde lief de toch dagelijks haren moed aanMeermalen reeds had zij haren vader opgezocht met het oog merk haar voornemen uit te voeren, doch zijnen doordringenden blik eu de uitdruk zijns geiaais hadden haar telkens teruggehouden. Zij zag dat baar vader haar voornemun raaJde. en alsof hij voor hare vragen scheen ie vreezen, in haar bij zijn beefde. Op eenen morgen was de heer van Vlierbeeke wederom vroeg naar de stad gere den. Reeds was het uur vnn hut middagmaal voor bij. Lenora wandelde eenzaam en verzonken in bittere gedachten duor de doodstille vertrekken harer woning. Zij scheen in zich zelvon te spre ken, bleef staan, strekte de hand uit, en wischte zich eeneo traan uit het oog. Verstrooid en zon der te weten waarom, opende zij de lade der ta fel op welke haar vader gewoon was lu schrijven, Welligt dreef de begeerte het geheim haars va ders te doorgronden, haar tot deze daad. Daar vond zij in de lade een openliggend pa pier. Naauwelijks had zij hare oogen daarop ge vestigd, of eene dood olijke bleekheid bedekte haar gelaat, en beveod vernam zij den inhoud des blads. Verschrikt deed zij Je ludo weder toe. en verliet de kamer met langzame schreden, alsof zijdoor eenen stroom van bittere gedachten w. in gevoerd werd. In de voorkamer gekomen zefta zij zich neder, bleef eenige oogenblikkcn stil op deu groud blikken eD zeide toen zuchtendDen Grinselhof vorkoopenwaarom Mijnheer Do- neeker heeft mijnen vader gehoond, omdat w ij Diet rijk genoeg waron. Zonden wij werkelijk I i-ï Hit frf*li,.im W..IL- arra zijn Van welken aard is dit geheim Welk een lichtHemel, dat is nlzoo hot raadselwoord van het lijden mijns vadersZij verviel weder in somber nudenken. Wordt Vervolgd.) Geschiedkundige Schets van St. Louis, (Jit NicoleVs Report door J. 31. II, Vervolg van no. 12 Lotlewijk do XIV had zich echter iu ooi» nionw trak taat begeven, waarin hij aan Spanje alle overige be zittingen ui Noord Amerika nfstond. Dit verdrag, dut de maat dor Fransche verliezen cn vernederiugen vul de, was een jaar lang verborgen gehouden. liet offi ciële nieuws hiervan was eerst deu disten April 1761 omvangen, en tijdingen hiervan kwauien toen spoedig iu Opper Louisiana aan. Zoo groot was de verslagenheid, waarmede dit bij de gohecle Fransche bevolking word ontvangen, dat 't ver driet dat hetzelve aan Gouverneur d'Abadio veroorzaakte zijn' dood ten gevolge had, m Aubri, zijn opvolger, had den afstand aan het volk te verkoudigou. Du beden kelijke onaangenaamheden, dio door den afstand to Nieuw Orleans, onder den 8paanschen Kapitein Gene raal Don Antonio d' Ultoa. waren veroorzaakt, bene vens de treurige gebeurtenissen dio onder zijnen op volger, de bloeddorstige Generaal Oreitlv, plaats han den, deden do regering van Oppor Louisiana verschei dene jaren in haiiden dor Frauschei» berusten. Het was eerst op den lldon Augustus I7ü8, dat do Spaausche troepen St. Louis ia bezit namen. Deze troepen waren echter elf maanden daarna deer bovengenoemde omstandigheden genoodzaakt hot bind to verlaten. De rust ton laatste in Beneden Louisi ana hersteld zijnde, keerden de Spanjaarden iu 1771) terug en namen loeu degelijk van Su Louis bezit. De Heer St. Auge was locu een bejaard uiau. Hij ver koos in St. Louis te blijven, alwaar hij in 1772 in deu ouderdom van 76 jaren ovorlced. Vooreen gcniinien tijd had hij de post van Vinccnnes aan do Wnba«h gc- komniandeerd. alvorens hij uaar Fort Cbartres was be vorderd, en daar hij door de bevolking hoog geacht ou bemind werd, zoo werd zijn dood diep betreurd. Toen de heer Laclede hier aankwam, waren er geen Indianen op do plaats wunr St. Louis nu staat, zelfs mot in d» gohecle streek tusschen do Mississippi on wat nu hot zuidelijke gedeelte vuti don Staat Missou ri uitmaakt. De Illinois Indianen staken <lc rivier nim mer over; zoodat de nieuwe kolonisten slecht* door do Missourie- en Osage-ladiauon werden boiocht on dan altijd als vrienden. De Missouriers waren gemeenzaam geworden en hadden de geivooute hunne-zomers ouder breogei». Zij zakten de rivier in hunne kanoe's af, brengende hunne wigwam» met hen. vestigden zij zich nabij St. Louis, terwijl Imnne vrou wen de kolonisten in hunne landelijke bemghoden en in het bouwen hunner huizon behulpzaam weren. Do Ozages bezochten dezo plants drie of vier mnnl's janrs, echter niet in voreeiiiging. Hot duurde niet lmg. of olla noordoostelijke nation namen dezo gowuonleii nou, ou zeljs kwamen de Sax» en Foxes, nadat zij de llli- nois-Natie ve»woest en de Peorin» verdreven hadden, herwaarts, ten einde hun "uiaple-suikcr, Pekou-noicu. euz., t« verrnilon. De Peorias verkozen, nadat zij van lntn dorp ver dreven waren, Kaskaskia al» hun tocvlngt* oord. Na derhand namen zij de vlugtop de plaats waar nu het ar senaal gelegen is. Ofschoon Illinois nog n u» de E»>- felschea behoorde, zoo hadden zij toch geen bfzetting in 'ort Charlrcs. hetgeen deze Indianen bewoog zich nog maals derwaarts te begeven, alwaar zij hunne jagi- gronden ouder het Amerikaunsche gouvernement in de nabijheid van St. Genevieve hadden. Het was echter op de Prairies. Jat zij door hum vijanden en het gebruik van sterken drank werden ve - woest. De laatste aanval op heu, door de Saxs en Fo xes, benevens «enige andere verboudonostammon n uw kind gelukkig te makengeef mij Lcno- dat bij Lenora naar bare slaapkamer liet gaan cn ongeveer tu*»chen ISOO cu 18W Lebben plaats gehad.

Krantenbank Zeeland

Sheboygan Nieuwsbode | 1853 | | pagina 1