mmislioiV.
J. QUTNTUS E. VERBÏÏRG, Uitgevers.
ABONNEMEN'TS-PRIJS.
Voor li jaar5-0O.
Voor can jaar - 1.50.
Voor rcs maanden - -- -- -- -- - 1,00.
Voor drie maanden - -- -- -- -- - 0,50.
Allen volstrek', in vooruitbetaling.
4* JAARG. NO. 13.
MOTTO:
De taal, die zalige ouden spraken.
Zal die een deugdzaam kind vertaken?
Neen, Broeders Landgenooten neen
Reeds snoeren ons de hechtsta bandon,
Leest slechts de laai der Nederlanden,
Ea niets rukt ooit dien band van een
Verschijnt eenmaal per we«k.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor een jaar, niet boven de 5 rogeb - - - 5,00.
Boven 3 tot 16 regels, voor de eerste plaatsing - 1.00.
Voor 8 regeb of minder, dito ------- 0,50.
Voor allee volgende plaatsing - - - - - - - 0,25.
Brieven en ingezonden stukke» franco
DLNGSDAG, 29 MAART 1853.
NO. 169.
©enig orgaan bcr Xeöcrlanöcrs in Noorb Amerika, aan Ijct nienms, ben tocstanb en öc belangen nan bet (Dnbe en STiennje tiaberlaad gemijb
HOLLANDSCH L0GE2SENT-
WISCON'SIN' HUIS.
Rsio straat Sheboygan.
S'rondoljkc bediening en billijke pri zen. verzekeren
ij de gunst mijner gewsrtte bezoeki
t 1
JOSEPH SCHRAGE.
h«
WA RH MN HOTEL.
I>o onderget'rekende recommnnrlec-rt zijn voor Hee-
ii cn Dames wel ingerigl LOGEMENT, staande in
levendigste gedeelte dowr plaats, in de gunst van
.lie reizigers. WARREN HILL.
Dr. L. C. E- SCHÜS5LEE,
tö.Tarnemciib Consul bcr Xtbcrlnnbcn.
voor den Stout Wisconsin,
Harilnnd, wnukesha Countv, wis. hj 14
F. Fi. T0EW AT ER,
Cousnl bcr Nebcrlanücn.
Voor Joirn, Afissoitri Illinois,
IIp1 as; zich met het opmaken von alle stukken vc
*irdcrl nd. het incasseren aluaar of het overmaken v
Aaiuoor: No. 178 second stast. Louis. Mo.
~g..~ iwkïf ét*iirirt$s»
StaatscommissarR van Emigratie
voor Wisconsin".
K -ntoor, 110 Greenwich-sthuit, New-Ymk.
Open mil roonn-. 0 loi 'nfimiddg 5 ure.
tdelinge
De Arme Edelman.
Voor den Sheboygan Nieuwsbode bewerkt, door
N. W. A. van Catz Smallenbcrg.
Vervolg rati no. 12.
Vmi Vlierbeek* keurde terug in de kamer, zet
te zicli neder, vutte het hoofd tusschen do beide
luuideu, terwijl uil zijne burst een treurig zucht
ten steeg. Ec-ne puos bleef hij zoo stilzwijgend
en bewegingloos zitten, toen zijne handen als ont
zenuwd op de knie vielen. Zijn gelaat was met
et'tie diKxlelijke bleekheid bedektbij scheen in
wendig in den afgrond der smartelijkste gedach
ten verzonken; tlocli geene trekking, niet de min
ste beweging verTumble op zijn gelaat het lijden
zijns harten. Plotseling hoorde hij iets op de
zaal boven zijn hoofd. Hij ontwaakt uit zijne
bewusteloosheid, terwijl angst cn schrik hem
doen heven. Mijne arme Letiora, riep hij uit. Zij
k«'tut! Nog niet genoog heb ik geleden, ik moet
ouk bet hart mijner dochter breken, koelbloedi»
haar alle schoont» huop ontrukkenhare zotte
droutiien vernietigen; huar vuor mijneoogen door
kommer zien verw> Isen.
O, dat ik deze moeijelijbo opklaringen ontgaan
koude! Wat zal ik echter zeggen 'l Hoe zul ik
.mij uitdrukken? Ecu biltvr lachje opende zijne
lippen en hij zt-ide; Verberg uw eigen lijden en
heO moed. Terug met het gevoel der ontroering.
Stil, stil, daar is uw kind! Welke moeite van
OPESKffit NOTARIS.
v. li. GiBIïri vaii uim) Gouverneur van AV
oi ÏGioeminsr van NCTAltlS. éutvangon hj-hhende,
lavfcéll zie!» in do ghristffer Hdlla'adsche bevolking aan
int h"t scS'nivon vim lVc:nr, Mi>r\sȎrs. Contrnr.len,
'311'. fiz-.on het Lrz"li&?i'n \yi»> allerhande stukken
tlii. zulks vêrei-oKen. Komllnnèl Postkantoor.
Gibhsvilfc. ÜT sopt. léSi h
WRGÖRSLIÊE.
Advokaat en Regis-Raadgever. Xanlnor 8ste straat
Slteiinygarr, wis.
DOCTOR ALBEP.TI.
Genees-, Ree/-. Venpslainiligr,m Tmulmdciter.
Naast het Wisconsin-Ruïs,
Shehoygatr. Wis.
ER WORDT VERIAKC-D-
Koreu. HnVor. Rosse. sp"k. Aardappels, Dak^n-
tir-i. c'i7- enz.. "111 ruiling voor tenen «rooien voorraad
Nieuwe Gnrdcdsn. in mijn vroege»- winkel, U&cnover
A. I*. Lymon; tevens j pectie LAND. hetwelk ccnig-
zin* bebouwd is. Goederé» zeer iroedkoo" voor <-on-
„H. H. W. CHAMBERLAIN,
shebuygnn 6 Nov. 1853- tj"2
Lenora, Lenora, hoor mij! Wanneer gij u ra tot vrouw; ik zal hnar leren met al die vreug-1 bij zelve mei een lampje in zijn nachtelijk ver-
verwijdert, wanneer gij mij den troost weigert u 1 de vervullen, welke de liefde eens mans ooit eene
een laatst vaarwel le zeggen, zoo zal ik een verte- vrouw geschonken beeft, haar lot zal benijdens-
rend vuur in den boezem drngon. Ach Lenora, j waardig zijn. Wat denkt gij dat hij antwoorden
lij onze reine liefde, verstoot mij nietzal Met nedergeslagonc oogen nntwoordde Le-
Hoewel Lenora beefde, zoo straalde toch op nora: Gij kent zijne goedheid Gustmtf, mijn ge-
haar gelaat iets waardigs. j luk is zijn eenigst streven, hij zal u zegenen en
Zij antwoordde op vasten koelen toon: Uwe God danken. Niet waar Lenora, bij zal toestem-
stoutheid verwondert mij, Mijn Heer! Gij bezitmen. Gij ziet wel dat nog mot alles verloren is.
eenen sterken moed, op den Grinselhof te durven Nog verlicht eene heldere straal onze toekomst,
verschijnen, na den hoon die mijnen vader aan- Houdt dus hoop mijne geliefde. Ach ja, treur
blijf verdween.
Doch dat hij niet rustte, wist zijne dochter
maar al te wel; want daar de beklemdheid hasrs
gemoeds ook haren slaap verstoorde, zoo hoorde
zij niet zelden inden nacht do schreden Laars va
ders, en lag dan in haar bod bevond van ano-st
en droefheid.
Lenora had eenen buitengewonen moed, en
had door hare zeldzame opvoeding een bijna
mannelijke zielskracht gewonnen; zoo rees lan«*-
gedaan is. Nu ligt bij ziek ter neder; zijn ge-niet; laat mij de verzekering medenemen, dat I zamerhand in haar hart het stellig besluit op, ba-
mAoil Ïq nn/lar cmduiI hi.7ii-i.lrnn hi! hppfï ,l.i mi in vprtpniio-nn nn Grwlc rrnprllipïil mii Ipnif» Kin Vader tot nnnnlinrm.-. i-nn h..f „nhAt— A...
moed is onder den stnaad bezweken, bij heeft Je gij in vertrouwen op Gods goedheid mij terug
koorts.
Is dit de belooning mijner genegenheid voor u
Ach, gij beschuldigt mij Lenora; wat heb ik
gedaan Lenora, rif p de jongeling wanhopig. Er
bestaat geene gemtensohup meer tusschen ons,
voer het meisje voort. Zijn wij niet zoo rijk als
mijLenora stond spra-
De zachte en roerende aan
wacht Gedenk
keloos en weende,
spraak des jongelings had hnar geheel overwon
nen, niets bleef in haar over dan liefde en droef
heid. De jongeling bemerkte dat cn zeide: Ik
ga, Lenora,het is met volle en door uwe genegen
gij, zoo verdraagt toch het bloed, dat door onze j heid versterkte hoop, dat ik mijn vaderland en
aderen vloeit, geenen hoon. Sta op, verwijder u verlaat
u, ik mag u niet meer zien. Heb medelijden,) Nu kome wat wil, ik zal moedig zijn tegen
smeekte Gustaaf, de handen naar haar opheffen- kommer en droefheid. Lenora,gij wilt dagelijks
de, ik ben onschuldig Lenora. Het meisje ver- aan mij denken niet waar? Ach, ik heb mijnt
forvt neschrijvlngen vmi den staat •»-
leihelingen wit echte brópneii worden op h"-l von liet v liet beeKc nok aanwendde zijne angst te verber-
nt-t*«iiiur «nor .len Commissaris bereidwillig gen, hel gelukte llem dilinawl niet.
K'Üvw aan do. Landvfe^^vers medegedeeld.j Lvnoin oemerkte daarom Zeer spoedig, dat ee-
j 11e diepe smart hein ontrustte. Dewijl hij spra-
beltlus bleef begun zij te beveu en vraagde met
ougetluld:
isu? hoe is het, Vader? Ach mijn kind!
j zuclitlc de edelman, wij zijn niet gelukkig. God
beproeft ons door zware slagen, doch wij niuti-
<r43 j ten uüs gewillig buigeu voor Zijix-n almaglii
j wil.
Ach! wat moei ik vreezen, riep Lenora. Spreek
vader, ln-eft de Uom geweigerdJa, Lenora!
zeidu de cdeinum, dewijl hij niilliêeiien bezit, en
wij legem ter hein arme lieden zijn. Hei is al-
Zoo waarheid, Gustnuf is mij ontnomen, zonder
hm.p?
Zonder hoop, herhaalde de vader bedaard.
Een gil ontglipte 's meisjes borst; zij liep naar
de inlet, waarop zij onder In t storten van bittere
tranen hel hoofd ned rvallen liet. Hoorbaar
snikte zij en noemde van tijd tol tijd den naam
banrs vi lends op tien waidiopigsten toon.
Do edelman stond op en zag öenige oogenblik-
ken zijn lijdend kind aan. Een onuitsprekelijk
droevig iets was op zijn gelaat uitgedrukt: zijne
anders zoo vurige oogen waren mat, en onzeker
W. KING.
lmt eroot en k
ijzerwerk pi» IJzor. Glas. Spijkers, krampachtig wrong bij zich de handen: Lei
l*«-. fflliper's-. I...I, ivti.l n.lït O m.ili.i iiwu A
w.
Hnnilolaar 5»
Smiii'
Mctselaar's-, wauonmaücr's- en an
dere GereedicUaprx -.i,Zulk eeu cce>!
Amortoinent als ia het westelijke Land
gevonden wordi.
Siieboygan, 10 Mei 1850. all
S-ot
SHEBOYGAN
DROGISTERIJ BOEKWINKEL,
r.s Aggkmkkn 1>v:i "t os
P A T E N T M E D L C IJ N E N.
Arrniir. ren iceinig
i». t s Ihlt/L
De oiidergcteekendc roept roet aehting de attentie in
Van diegenen, welke Drogisterijen. Medicijnen, Patent
Medicijnen, Boeken, en#., behbevcn. Zijn assorteinent
is grooi. cn al do trrsebSk-ude artikelen zyn roet bijzon-
<!--n- zorg iiiitriochi. voor de behoeften è<i -r plaats. Hij
h-n-l'i veu groot nssorteineni Patent Medicijnen aan de
h uid, en vele vim de meest in gebruik wade, zyn te
«koop in het gioot en klein.
Sboboygim, 19 Nov. 18-19. LAING DAVIS.
TUD IS GELD-
Thans heb ik hei genoegen aan miine
geachte vrienden, 700 Hollanders als
Duit-ichers en Amerikanen, to annon
ceren, dat ik mij nlhier gsvesiigd heb als
H O n I. U O IE 31 A K E R.
«a wel rehoins over hel Wisconsin llnis. waar ik ten
allc-i tijde te vinden zal zijn ter roparering van l'nt-
tlnles, Klnkkm Hf Horlngimgedachtig nan de spreuk
•'Tijd is geld" en dus"aan niemand den waren tijd
zal kunnen geven znniler sr.til
Sheboygan. 15 Junij 1852.
P. soYjffrouw.
B0SCHLAND TE KOOP.
Tachtig akkers Goed Land. nog in zijnen
wilden natuurstaat.worden hierbij vooreenen
billijken priis te koop aangeboden; het7el-
tv ,lci» w„geveor4 mijlen .van Amsierdam, in de bloei-
jendè Hollandscbe nederzetting dcz.er County. Adres
aan den eigenanr J- QL'INTUS.
ve ligt
Wmcl-Rontoor,
V0nr Bttitcn- en. Bitménlandsehe wissels.
Wissels op zigt op New-York.
Ook gangbare wissels op de voornaamste Europesche
Steden.
Op Duil-aihland fc Nederland.
J. Langs. Sons. YVidon Co. Bremen,
Goll A Co.. Amsterdam.
J. Goll Zonen. Frankfort aan den Main,
Mendelssohn Bartholdy. Hamburg,
Mondelssobn Co.. Berlijn,
jten allen tijde te koon bij de endergeteekendon.
G'tvsn R-tems. Mich., BALL BABCOCK.
14 Angus. 1852. hjn!37
Bn'tten- en Binnenlnndsch Wisselkantoor
ei Spaarbank. Passage Biljetten van I.irernrol or, Hre-
roertokoop bij BALT, A BABCOCK
151 U Grand R-pids, Mich.
bvb incdelijiicn tnvl mij! O, matig uwe drocf-
li< id om inijnontwille. In dit t;-haai besprek met
den beer Uem-cker lieb ik al de kwalen doorge-
slaim, die hel hail eens edelmaus, het hart eens
vaders marU-Ien kutiuen: ik heb deu bitteren kelk
der schaamte in volle leugen gedronken, en het
glas der vernedering tot «p den bodem geledigd;
doch dit alles is niets bij het zien uwer smart.
(5, zie op, loon mij uw gelaat, laat mij troost
vinden in tttve gelatenheid. Lemma, ach mijn
kind. ik lijd grooto smart: Terwijl hij du zt'ide,
zonk hij afgemat doör lijden in eenen stoel neder.
Hel meisje rnderde haren vader en liet hel hoofd
op zijuen schouder rusten, terwijl zij zeideHem
manner wederzien, zijne liefde ontberen, niie ge
droomd geluk ontzeggenAch!
Eene diepe stille heerschte om vader en doch
ter. Beiden bleven huig met diep bedroefde har
ten tc zanten, totdat de overmatige kommer hun
ne zenuwen verslapl luid en hunne harten tot we-
derzijdscbe troost zich openden.
Er waren vier dagen verloopen, sedert de heer
Dcnecker hel huwelijk van Gustaaf met Lenora
afgeslagen had; toen omtrenl een half uur van
den Grinselhof verwijderd, eene huurkoets over
de heide reed en kort daarop in eenen eenzame»
zandweg staan bleef. Een jong heer steeg uit
bel rijtuig, wees den voorman in de verte eene
herberg; de paarden werden omgekeerd en de
koets keerde terug: terwijl de jongeling snel naar
do tegenovergestelde rigling liep. Hij scheen
van heftig ongeduld gedreven, en beefde somtijds
ids of zijne eigene gedachten hem verschrikten.
Zoodra de Grinselhof tusschen de boomen voor
hem ziglbnnr werd, ging hij mot voorzigtigheid
op bet bosch aan, en ging van de eene zijde des
weg» nunr den anderen, om dien te vervolgen,
waar bet dikste loof hem verbergen kondo.
Voor du Inan der pluals eteeg eene onderdruk
te vreugderoep uit zijne borst,de poort stond
open. Hij trad dozelve binnen; naauwelijks had
hij eeltige schreden in den tuin gedaan, toen hij
siuderend slaan bleef. Onder den kastanjeboom
zat Lenora, met het hoofd op den rand der tafel
rustende. De jongeling naderde met ligte voet
stappen; doch hoe stil zijne bewegingen ook wa
ren. zoo hief het meisje plotseling het hoofd op,
terwijl het woord Gnstnnf! als een angst geschrei
uil huren mond ontglipte, en doorliet hout galm
de. Zij wilde weggann, doch voor zij eene
schrede doen kondo viel do jongeling voor haar
neder en sprak in koortsachtige beweging, terwijl
Lij hare handen vasthield:
bergde de tranen, die uit hare oogen opwoldon,
en beerde zich om om te gaan.
O, deze bardheid, kermde de jongeling. Gij
verlaat mij voor immer, zonder vaarwel, zonder
troost? Gij blijft doof voor mijne woord« n, ge
voelloos voor mijne smart. Goed. Ik zal mijn
lot dragen. Gij hebt het gwild. Hij sprong op,
terwijl hij onder het storten van bittere tranen
uitriepLenora, vriendin, gij veroordeelt mij ter
dood! Ik vergeef u, zijt gelukkig zonder mij.
Leef wel voor immer!
Toen hij deze woorden geuit had ging bij wee-
nend zitten.
Lenora had slechts weinige schreden gedaan
ora zich te verwijderen. Op hnar gelaat was
een' strijd tusschen pligt en liefde zigtbaar.
Eindelijk Scheen haar hart in den kamp te be
zwijken, tranen braken weder in stroomenden
vloed uit hare oogen. Zij naderde langzaam den
jongeling, ratte een zijner handen en zeide tee-
tleriijkGustaaf, arme vriend, wij zijn zeer on
gelukkig. niet waar?
Bij deze toespraak, op den liefderijken toon de
zer stem, ontwaakte de jongeling; hij zag met
een onuitsprekelijk gevoel de jongvrouw in de
oogen en zeide half verward door vreugde: Le
nora, dierbare Lenora, gij zijt tot mij terugge
keerd? Gij hebt irrodelijden met mijn leed?
Gij baat mij dus niet?
Vergeet On Ze liefde Gustaaf zeide het meisje
zuchtend. O neen, neen, riep de jongeling, zij
blijft immer.
Immer niet waar Lenora? Onuilwischbanr,
zoo lang ons het hart in den hoezen slaat De
i jongvrouw hoog het hoofd en sloeg de oogen ne-
de. Zij nfltwoordde op plegtigen toon: Geloof
niet Gustaaf, dat onze scheiding mij minder leed
kosl, dan u; wanneer echter de standvastigheid
mijner liefde u troosten kan, zoo wees sterk en
moedig; ik zal u gedenken in mijn treurig ge
moed, u beminnen, totdat bet graf den afgrond
vuil die tusschen ons voor immer bestaat: O,
gij bedriegt u Lenora, riep Gustaaf in vreugde
uit. Er is nog hoop. Mijn oom is niet onverbid
delijk, hij zal toegeven uit medelijden, met mijne
wanhoop. Dat kan zijn, doch mijn vader's
gc-voel is onbuigzaam, sprak het meisje met
trotscbheid; Gij moet gaan, Gustaaf! te lang
reeds was ik hier alleen met een jongeling, die
nimmer de mijne worden kan. Verlaat mij;
wanneer iemand ons bemerkte, zoude mijn vader
toornig zijnO goede, lieve Lenora, nog een
oogenblik. Hoor naar datgene wat ik u zeggen
wil. Mijn oom heeft mij uwe hand geweigerd,
en niets kan hem van zijn besluit afbrengen; ik
heb mij tegen hem verzet, hem als een ondank
bar» bedreigd en dingen gezegd, die mij eenen
afkeer van mij zeiven gaven, tot dat de eerste
opwelling mij verliet. Ik verzucht hem nader
hand om verontschuldiging, mijn oom is goed
van harte; hij vergaf ntij, met beding, dat ik on-
middelijk en zonder wederstand met hero eene
reeds lang voorgenomen reis naar Italië onder
nemen zoude. Hij hoopt dat ik u vergeten zul.
U vergeten, Lenoru Doch ik heb deze reis
met geheime vreugde aangenomen. Ik zal als
dan maanden lang met mijnen oom te znmen
zijn; ik zal hem met liefde en zorgvuldigheid
geven; hem door ontelbare diensten tot zacht
heid stemmenhem onophoudelijk ora zijne toe
stemming verzoeken; hem eindelijk overhalen
en gelukkig wederkeeren om u mijne hand te
bieden. Etn helder lachje straalde op het gelaat
der jongvrouw, hnre oogen vonkelden van vreug
de bij de schoono schildering van een nog moge
lijk geluk, doch spoedig verliet haar dit spel der
verbeelding, Zij antwoordde met stille smart
Arme vriend, het is gruwzaam ook deze Inatste
hoop uit uwen hoezrm te moeten rukken; uw
oom kan welligt toegeven, maar mijn vader? Uw
vader, Lenora, hij "zal alles vergeven en mij in
zijne armen ontvangen als een wedergeTondon
zoon. Neen, neen, geloof dit niet Gustnaf, men
heeft hem in zijne eer getrapt; uls Christen zal
hij vergeven, als edelman echter den smaad r.iet
vergelen. Ach Lenora, gij doet uwen vader on-
regt Wanneer ik met de volle toestemming van
mijnen oom wederkeer cn hem zeg: hier ben ik,
vader beloofd dat ik u vergeten zal, zuchtte het
meisje verschrikt. Mij vergeten Gij zoudt u
geweld aaudoen, mij tc vergeten? Ach neen,
Gustaaf, was het stille antwoord, ik zal mij voor
d'eerste maal jegens mijnen vader nan ongehoor
zaamheid schuldig maken; want ik gevoel mijne
onmagt; ik moet mijne belofte verbreken, waut
vergeten kan ik u nietik moet u beminnen, zoo
lang ik leef, dit is mijn lot op aarde.
O dank, dank Lenora, riep Gustaaf met vreug
de. Uwe liefderijke woorden wapenen mij tegen
het noodlot. Dat God u behoede, mijne gelief
de! Uw bveld zal mij volgen, het zal daar staan
voor mijn gelaat in vreugde en leed, bij dag en
bij nacht, immer zal ik u voor mij zien. Mijn
hart breekt bij bet afscheid, doch de pligt ge
biedt, ik gevoel dat ik gaan moet. Vaarwel,
vaarwel.
Bevend drukte hij nog hare handen en ver
wijderde zich tusschen het hout.
Gustaaf, Gustaaf, vaarwel, zuchtte Lenorn.
Zij scheen buiten zich zelve en voelde met hare
bevende hand naar den stoel. Te gelijk viel zij
krachteloos op denzelven neder, terwijl de tra
nen over haro wangen liepen.
Lenora had haren vader mat het laatste be
zoek des jongelings bekend gemaakt, en pogingen
aangewend om de zoete hoop op eene betere toe
komst in zijn bart plaats te gevendoch van
Vlierbeeke had als gevoelloos en met oen bitter
lachje op het gelaat, haar verhaal aangehoord,
zonder het geven van een duidelijk antwoord.
Sedert dezen dag was de Grinselhof nog een
zamer en treuriger dan te voren. De edelman
zigtbaar door een geheim leed gekweld, zat mo-
nigmaal met het hoofd in de handen, nadenkend
den blik op den grond vestigende. Gewis spiegel
de zich voor zijne oogen de onheilvolle verval
dag des schuldbrief», die dreigend en onafwend
baar naderde, om den ongelukkigen vadtr met
zijn kind in den poel der openbare ellende te stor
ten. Lenora verbergde hare eigene smarten, om
den onverklaarbaren kommer inmrs vaders niot
door hare treurigheid te vergrooten.
Hoewel haar hart van droevige gedachten ver
vuld was, zoo vertoonde zij zich evenwel wel te
moede en opgeruimd. Alles wat haar minnend
hart haar ingaf, deed of zeide zij, om het uit zijne
duistere gedachten te wekken. Vruchteloos ble
ven echter hare pogingenwel beloonde de vader
haar met een lachje, of met een toeder, vleijend
woord, doch zijn lagchen was treurig en bitter, en
zijne woorden mat t n god wongen.
Vroeg Lenora dikwijls met tranen in de oogen
nanr de oorzaak van haurs vaders smart, zoo wist
hij alle opheldering dienaangaande te ontwijken.
Gansche dagen lang dwaalde hij eenzaam in
treurige gedachten verzonken, door de donkere
lanen der plaats, en scheen zelfs het bijzijn zijner
dochter te mijden. Zag Lenora hem ongemerkt,
dan bespeurde zij zonderlinge blikken der wan
hoop op zijn gelaat, terwijl zijne handen zich
krampachtig bewogen.
Naderde zij hem, om door ^ewijzen van kinder
lijke liefde zijne smart te verminderen, zoo ant
woordde hij naauwelijks op hare liefderijke vra
gen, en verliet haar om iu zijne woning een een
zaam verblijf te zoeken.
Zoo verliep eene gansche maand, eene maand
van diepe droefheid en stil lijdeu. Lenora be
merkte met zwijgend medelijden, hoe snel ltaais
vaders nnngezigt verviel en in bleekheid toenam
hoe zijne oogen haren glans verloren, uls of eene
verterende kwaal zijn leven ondermijnde. Om
dezen tijd echter begon cone vcrandoring in hums
vaders gedrag haar te overtuigen, dut een droe
vig en welligt schrikkelijk geheim op zijn hart
drukte. Sedert eene week hadden zijne oogen
weder met een helder vuur gegloeid, alsof eene
bestendige koorts hem bijbleef; zijne woorden,
zijne gebaarden, zijne dntlen. alles aan bem be
wees ongeduld eu spanning.
Buitendien reed hij iedere wcok twee- of drie
maal met de oude koets naar de stad, zonder dal
zij het minste vermoeden konde, wat hij daar te
doen had.
LiihI in den avond keerde hij dan terug en
zette zich droevig vo>»r hel avondeten neder, tot-
ren vader tot openbaring van bet geheim, dat
zoo zigtbaar hem verteerde, te dwingen. Hoezeer
ook de achting, die zij voor hem gevoelde, haar
dit afraadde, spoorde toch hare bekommerde lief
de toch dagelijks haren moed aanMeermalen
reeds had zij haren vader opgezocht met het oog
merk haar voornemen uit te voeren, doch zijnen
doordringenden blik eu de uitdruk zijns geiaais
hadden haar telkens teruggehouden. Zij zag dat
baar vader haar voornemun raaJde. en alsof hij
voor hare vragen scheen ie vreezen, in haar bij
zijn beefde. Op eenen morgen was de heer van
Vlierbeeke wederom vroeg naar de stad gere
den.
Reeds was het uur vnn hut middagmaal voor
bij. Lenora wandelde eenzaam en verzonken in
bittere gedachten duor de doodstille vertrekken
harer woning. Zij scheen in zich zelvon te spre
ken, bleef staan, strekte de hand uit, en wischte
zich eeneo traan uit het oog. Verstrooid en zon
der te weten waarom, opende zij de lade der ta
fel op welke haar vader gewoon was lu schrijven,
Welligt dreef de begeerte het geheim haars va
ders te doorgronden, haar tot deze daad.
Daar vond zij in de lade een openliggend pa
pier. Naauwelijks had zij hare oogen daarop ge
vestigd, of eene dood olijke bleekheid bedekte
haar gelaat, en beveod vernam zij den inhoud
des blads. Verschrikt deed zij Je ludo weder toe.
en verliet de kamer met langzame schreden, alsof
zijdoor eenen stroom van bittere gedachten w. in
gevoerd werd. In de voorkamer gekomen zefta
zij zich neder, bleef eenige oogenblikkcn stil op
deu groud blikken eD zeide toen zuchtendDen
Grinselhof vorkoopenwaarom Mijnheer Do-
neeker heeft mijnen vader gehoond, omdat w ij
Diet rijk genoeg waron. Zonden wij werkelijk
I i-ï Hit frf*li,.im W..IL-
arra zijn Van welken aard is dit geheim Welk
een lichtHemel, dat is nlzoo hot raadselwoord
van het lijden mijns vadersZij verviel weder in
somber nudenken. Wordt Vervolgd.)
Geschiedkundige Schets van St. Louis,
(Jit NicoleVs Report door J. 31. II,
Vervolg van no. 12
Lotlewijk do XIV had zich echter iu ooi» nionw trak
taat begeven, waarin hij aan Spanje alle overige be
zittingen ui Noord Amerika nfstond. Dit verdrag, dut
de maat dor Fransche verliezen cn vernederiugen vul
de, was een jaar lang verborgen gehouden. liet offi
ciële nieuws hiervan was eerst deu disten April 1761
omvangen, en tijdingen hiervan kwauien toen spoedig iu
Opper Louisiana aan.
Zoo groot was de verslagenheid, waarmede dit bij de
gohecle Fransche bevolking word ontvangen, dat 't ver
driet dat hetzelve aan Gouverneur d'Abadio veroorzaakte
zijn' dood ten gevolge had, m Aubri, zijn opvolger, had
den afstand aan het volk te verkoudigou. Du beden
kelijke onaangenaamheden, dio door den afstand to
Nieuw Orleans, onder den 8paanschen Kapitein Gene
raal Don Antonio d' Ultoa. waren veroorzaakt, bene
vens de treurige gebeurtenissen dio onder zijnen op
volger, de bloeddorstige Generaal Oreitlv, plaats han
den, deden do regering van Oppor Louisiana verschei
dene jaren in haiiden dor Frauschei» berusten. Het was
eerst op den lldon Augustus I7ü8, dat do Spaausche
troepen St. Louis ia bezit namen.
Deze troepen waren echter elf maanden daarna deer
bovengenoemde omstandigheden genoodzaakt hot bind
to verlaten. De rust ton laatste in Beneden Louisi
ana hersteld zijnde, keerden de Spanjaarden iu 1771)
terug en namen loeu degelijk van Su Louis bezit. De
Heer St. Auge was locu een bejaard uiau. Hij ver
koos in St. Louis te blijven, alwaar hij in 1772 in deu
ouderdom van 76 jaren ovorlced. Vooreen gcniinien
tijd had hij de post van Vinccnnes aan do Wnba«h gc-
komniandeerd. alvorens hij uaar Fort Cbartres was be
vorderd, en daar hij door de bevolking hoog geacht ou
bemind werd, zoo werd zijn dood diep betreurd.
Toen de heer Laclede hier aankwam, waren er geen
Indianen op do plaats wunr St. Louis nu staat, zelfs
mot in d» gohecle streek tusschen do Mississippi on
wat nu hot zuidelijke gedeelte vuti don Staat Missou
ri uitmaakt. De Illinois Indianen staken <lc rivier nim
mer over; zoodat de nieuwe kolonisten slecht* door do
Missourie- en Osage-ladiauon werden boiocht on dan
altijd als vrienden. De Missouriers waren gemeenzaam
geworden en hadden de geivooute hunne-zomers ouder
breogei». Zij zakten de rivier in
hunne kanoe's af, brengende hunne wigwam» met hen.
vestigden zij zich nabij St. Louis, terwijl Imnne vrou
wen de kolonisten in hunne landelijke bemghoden en
in het bouwen hunner huizon behulpzaam weren. Do
Ozages bezochten dezo plants drie of vier mnnl's janrs,
echter niet in voreeiiiging. Hot duurde niet lmg. of
olla noordoostelijke nation namen dezo gowuonleii nou,
ou zeljs kwamen de Sax» en Foxes, nadat zij de llli-
nois-Natie ve»woest en de Peorin» verdreven hadden,
herwaarts, ten einde hun "uiaple-suikcr, Pekou-noicu.
euz., t« verrnilon.
De Peorias verkozen, nadat zij van lntn dorp ver
dreven waren, Kaskaskia al» hun tocvlngt* oord. Na
derhand namen zij de vlugtop de plaats waar nu het ar
senaal gelegen is. Ofschoon Illinois nog n u» de E»>-
felschea behoorde, zoo hadden zij toch geen bfzetting in
'ort Charlrcs. hetgeen deze Indianen bewoog zich nog
maals derwaarts te begeven, alwaar zij hunne jagi-
gronden ouder het Amerikaunsche gouvernement in de
nabijheid van St. Genevieve hadden.
Het was echter op de Prairies. Jat zij door hum
vijanden en het gebruik van sterken drank werden ve -
woest. De laatste aanval op heu, door de Saxs en Fo
xes, benevens «enige andere verboudonostammon n
uw kind gelukkig te makengeef mij Lcno- dat bij Lenora naar bare slaapkamer liet gaan cn ongeveer tu*»chen ISOO cu 18W Lebben plaats gehad.