cliot)(|nn mmislioiV. J. QUINTUS E. VERBUBG, Uitgevers. ABONNEMENTSPRIJS. Voor IJ janr2.00. Voor eon jaar ----------- - 1,50, Voor zes maanden - 1,00. Voor drie maanden - 0,50. Alles volstrek: in vooruitbetaling. 3 JAARG. NO. 3. MOTTO: De taal, die zalige ouders spraken. Zal die een deugdzaam kind verzaken? Neen, Broeders Landgonooten f neen Reeds snoeren ons de hechtste banden. Leest slechts do taal der Nederlanden, En niets rokt ooit dien band van een DINGSDAG, 6 JANUARI J 1852. Verschijnt eenmaal per week. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor een jaar, niet boven de 5 regels 5,00. Boven 8 tot 16 regels, voor de eerste plaatsing - 1.00. Voor 3 regel* of tuiuder, dito- 0.51». Voor elko volgeudo plaatsing - - - - - - - ü^25. Brieven en ingezondan stukkon franco. NO. 107. Ccuig orgaan bcr Xcöcriaitbcrs in iXoorb Glmcrika, aan Ijet nicnas, ben tocstanï* cn bc belangen nan Ijct 0nbc en Xienme babcrlanb gemijb. KOSSUTH 1IEET.NG TE MLWAUKIE. Ovcrcenkomsli» de annonce van liet committee i werd op zaturdag avond, den 27 Dec., eenegroo- te vergadering te Milwauki'e gehouden, ten doel hebbende om een welkomst groet aan LodewijK| Kossuth uit te spraken. Ten 7 ure werde den Mayor, Aldermanneii, sprekers voor dien avond, heeran der drukpers en het committee, door de Militaire compagnien der stad naar het plein be geleid. Bij het openen der deuren vulde ccne ontelbare menigte onrniddelijk de openbare Zaal. Op het achtereinde der voor de sprekers bestemde gallerij was een wel gelijkend portret van Kos suth, boven hetwelk deze woorden stonden "Onze Na lie's Gast" Aan beide zijden hingen de vlaggen der Ver. Staten en Hongarije, Vooraan het gebouw was 'ook een stuk doek gespunncn op hetwelk de woorden: "Do door hot Congres vcrleunde hulp aan Kos suth, behoorde aan do lorscho patriottische ban nelingen te worden uitgestrekt." Do znamgeslroomdu menigte werd door Mayor Walkkic tot orde geroepen, die het doel der ver gadering mededeelde. Zij waren verzameld om een gevoel van vriendschap uit te drukken jegens "den gast onzer natie." Aanspraken waren gereed gemaakt aan Kos suth zeil', cu ook aan liet Congres, door tusschen- komst onzer daar zijnde vertegenwoordigers. liet adres anti Lode wijk Kossuth, Gouverneur van Hongarije, door den heer A. D. Smith ge schreven cn door den heer A. McAktcr voorge dragen, luidt volgens de Milwaukie Free Demo crat als volgt: Adres aan L0DEW1JK KOSSUTH, Gouverneur van Hongarije. Dc verwachte gebeurtenis uwer aankomst op onze kusten, is eone geschiedkundige bijzonder heid geworden. Niet eerder had de bliksems'raal de lijding tut ons in het Verre Westen overgebragt, of de harten onzer vrijmannen klopten sneller ii antwoord op de ontroering, welke «lie onzer IJ roe deren in hel Oosten doorstraalde. Wij verlangden om met hen te vereenigen in hel koorgezang van geestverrukking, hetwelk «Ie luent vervulde, en «■in den vlix'd van im-iu-'chelijk modelijden te doen rijzen,bestemd om vrijhe djegons de verdrukten en gevallenen van llungarije en Europa in den boe zem te dragen. Wij gevoelden eene onweder- stnanbnru begeerte, om onze stem van bemoedi ging niet andere te vereenigen, cu in liet welk' mm u deel te hebben ;opd:il gij en de wereld mogt zii-n, dat Anierika's welkom algemeen was: dat hier, wnar de irieiiscli sleclits c n broeder, doch evenwel een souverain is, de vrijheid heerschappij voert en hiuir rijk niet is verdeeld. Wij wenschen onze stem te verheffen, hoe jong en zwak zij ook zij. ten opzigte van mcnscltelijke vrijheid. Wij wenschen onzen Broederen te loo nei), geene wei kelooze aanschouweis te zijn van <lc gruotu zedelijke doodsangsten der bezwanger de mcnsclioiijklieiddat wij niet blind zijn voorde teekenen der tijden, overal rondom ons flikkeren de; dat wij als lieden eener groote zedelijke tele graaf. dun naderenden strijd ontwaren tusschcn Vrijheid en Despotisme, van hart tol hart hetge- .wiyl van toekomstige gebeurtenissen vermelden de en sprekende over linie toenemende grootte en levenskracht. Wij verlangen kenbaar te maken, dat wij, als vrijmannen, gereed zijn voor den gedachten aan vul, bereid om de stem 'der meusehhvid in ons binnenste te gehoorzamen, en aai) den kreet v humaniteit rondom ons gehoor te geven. Dat wij liet naderende uiteinde tusschcn Vrijheid Absolutisme, lussehen Mensch en Kmou ont dekken, en bereid zijn voor den groeten dag. van beproeving,hij kome als liij wil, maar hoe eer lioe heter. Wij-kunnen niet anders dan gevoelen, dat het volk van Europa en Amerika zijne krachten ver gadert voor den dag van vergelding, cn zieh zelve dobclitiu die zedelijke wapenrusting, unauwelijks min geducht dan de gevreesde wapenrusting van physischu strijd. Het moge eenen twist wezen van deze alleen, of van beide vereenigd, maar, wij houden ons verzekerd, dat de uitslag uict twijfel achtig zijn kan. Vrijheid is zoo stevig gegrondvest op liet be grip des menschen eu is zoo blijkbaar het regt vun elk en een ieder, dut de troo.ien van despoten wankelen en bezwijken, hunne kroonen in het vuur van ulgemecno wrauk smelten moeten, voor do vereei.igde magten der rede, des gewetens en der publieke opinie, en zij zelve moeten bukken, voor do majesteit van Regtvaardigheid en 'Waar heid. Wij gevoelen, een deel van dat groote logé? van vrijmannen uit te maken, in wezen geroepen door de stem des Orooicn Gods, die ons de Vrijheid schonk, om vast te staan in hare zaak, om getrouw te zijn nun hare banieren, waar ook ontrold, en ter barer verdediging, wanneer zij ooit in gev of verslagen mogten zijn, geroepen worden. Wij gevoelen, dat onze naasten onze Broeders zijn. Dat uit deze algemeenc broederschap een regt ontspringt van gelijke vrijheid. Dat, aan gezien vrijheid het algemeene erfdeel des meu- schen van zijnen Maker is, hare bescherming eene verpligting is, welke op de gehcele broederschap des menschcn gelijkelijk rust. Ofschoon gouvernementen verschillende plig- ten hebben en zij zich door onderlinge verwant schap en verpligtingen tot derzei ver getrouwe na- j held moest zijn, en dat een volk, hetwelk dus zij- koming gedwongen gevoelen mogen, stemmen j nen leidsman koude aanvuren, eene helden-natie geD, levensgeest en kracht als in een persoon voor te stellen, nadat die natie voor haren" overweldi ger gevallen en haren naam cn grondgebied haar ontwrongen was; kortom, om hare opstanding en haar leven te worden, terwijl zij aan de voe ten harer verdrukkers met hare doodskleederea omhangen geknield lag. Wij gevoelen daarom, dat hij, die dus de boeteling eener natie konde worden, gekromd onder ondragelijke lasten, wij hen gaarne toe; maar individuelen zijn niet zoo nnauw verbonden, en do zielen der rcgisclia- penen en vrijen mogen hunne sympathie uitstorten en al hun zedelijk wapentuig aangorden, voor welk gewaad welbedacht overleg cn vernuftige diplomatie zoo krachteloos zijn zullen, als het gras voor den feilen storm welke over onze vlakten Ons medegevoel kan niet gekluisterd of gesmoord worden. Het is de uitstorting onzer zielen, uitgestort voor U cn uwe lundgcuootcn, ve broederen en onze broederen. Wij heeten u derhalve welkom, als do Gouvej- neur van Hongarije. Wij orkenne n uw gevallen Hongarije als eene natie van en door regt; als een volk, groot en edelmoedig in zijno worstelingen voor nationaliteitmaar nog grooter en nog edel- jediger in zijnen val. Omdat het viel, roepende om algemeenc Vrij heid! Omdat zij in hunnen val het groote begin sel des menschcn vasthielden, dit met de tranen der smnvtc heiligden en hetzelve in hun lnirte- bloed doopten. De natie rees op voor Hongarije, voor Hongarije vocht én bloedde zij, maar voor de zaak des mviischeu, voor het hoogste, heiligste regt des menschcn, voor de algemeene vrijheid des menschdoms, viel zij! liet onbedorvone menscliengeslncht erkent haar aldus, groot in ha ren val, een verslagen martelaar in hare zaak ;het ziet en gevoelt, dat in dus te vallen, vrije mannen en vrije beginselen'niet haar vielen. Het ziet naar de.ouuaak en gelegenheid van haren val, cn-het ontdekt, dat de Russisch* despoot zijne legioenen en zijn goud niet uitstorte op het rijk van Honga rije alleenlijk om Hongarije van het boek d< tien urt te wisschen, nuiur om den geest van vrij heid te onderdrukken, welken Hongarije verkon digd had, en om den voortgang van vrije beginse len te stuiten, welke Hongarije verklaard en ge tracht luid te vestigen. Wij erkennen uw land derhalve als met regt eene natie, en wij venvel- knninw-u U als harén wettigen Gouverneur, door hare vrije stem meL de waardigheden vnn haar bestuur bekleed. Wij heeten u als onzen Broeder welkom. De zelfde groote Maker, die onz.-n Washington voort- brngt iu Anierika's duisteren dag van gewold en oproer, heeft n geroepen, om do gids en ster der hope uwer land: van hen, maar Wij zijn alle kinderen vnn oenen Vader. Wij heb ben cone gelijke aanspraak op hot erfgoed dat God genadiglijk aan a! zijne kinderen gegeven heeftliet erfgoed der Vrijheid.' Het is van regtswogu liet uwe. Het is van 1 roglswegc hot onze. Het is u en dc uwen ont wrongen, d"or do onmeedoógènde hand des roo- vers, en wij gevoelen, dut di- roover het huisge-1 zin onzes Vaders aangerand en onze broederen vun hun erfgoed beroofd heeft. Wij nemen daar om in u, als in onzen broeder deel,en wenschen u geluk op uwe pogingen om den heiligsclienneuden indringer uit het gezin té verdrijven en alle leden van het gezin onzes Vaders ia hunne regtun en genoegens te herstellen. Wij vcrwelkommen u als do Held van dezen lijd en der groote gebeurtenis dezer eeuw, zoowel voor onze bewondering uwer bekwaamheden, in de aanvoering uwer legers ten toon gespreid, als die mm den dag gelegd in het kabinet en iu de gevan genis. Omdat, Mijnheer, wanneer gij zegt in uwen per soon 'dc als tot een punt zituni getrokkeno ellende van miHioeiicn gedragen te hebben, wij niet falen kunnen to ontdekken, dat gij ook in uwen persoon den wcnsch uwer natie gudnigen hebt. Toen de trotsche overweldigers over uw vonnis in ecnu Turksche gevangenis de bazuin opstaken, waren zij onbekwaam om der wereld het denkbeeld in te prenten, dat dat het einde van Hongarije was. Do wereld zag dat niet slechts Loduwijk Kossuth toen gevangen zat, maar dat Kossuth, Hongnrije's Gouverneur daar zat niet de ellenden van Honga rije op hem' geladen. Dat Hongarije met zijn bran dend, bloedend hartzeor daar wasdat Honga rije daar was met al zijne hoop; dat al zijne ge beden daar te zamen vereenigd warendat ook daar do verschrikkelijke wrauk des Almagtigen Gods zAmcnpakte, om eenmaal met brandende woede over do lasteraars van God's regtvaardig heid los to barsten, voor het vertreden van de heiligste regten zijns volks. Deze hebben natiën ten strijd en tot roem gevoerdgene zijn marte laren geworden voor de zaak van vaderland en vrijheid, een* edelen heldenmoed ten toon sprei dende te middeu ran nederlaag en wanhoop. Maar het was tot op dezen tijd bewaard, om de nooit gehoorde znnïc van een gevallen en on derdrukt volk Wederom in kracht te zien verrij zen, en zijne zelfstandigheid en bestaan in den persoon vnn zijn verkozen aanvoerder te vereeu wigen; Het was voor u bewaard om het bestier eener natie, zijn aanzijn, geest, wetten, verrigtin- wezen moest. Maar mijnheer, het is de room der vrijheid om aldus hare uitverkorene zonen te vormen. Het is de roem der vrijen om hen te begroeten en te eeron. Al zoo begroeten en ver- Welkommen wij u, uitverkorene onder Hongarije'» heldeneersteling onder de patriotten der we reld vereerd door .alle natiën cn tongen, en be mind door allo harten, slechts die van tyrannen uitgezonderd. Welkom dan, groote apostel van Vrijheid, wel kom, driewerf welkom, iu dit land der vrijen! Niet als een banneling, want gij voert uw vader land met u, behalve deszulfe bergen cn dalen, deszclfs velden en bossclien. Gij hebt zijne ge schiedenis; de geesten zijner beroemde afgestor venen sporeu u aan tot de voltooijing van het groote werk. De zielen zijner levende helden gloeijen in uw binnenste. "De schaduwen zijner martelaren gnnn u voor." Hunne weeklngtcn zijn altijd in uw oor, hun ongelijk is altijd voor uwe oogen. (Jij zijt de nieusch-wovding hunner instellingen en wetten. Zijne ving waait zelfs nu boven uw hoofd, hare kleuren zachtkens met de sterren en strepen ver mengende. als een liefelijk zinnebeeld van toeko mende alliantie, gij hebt al zijné hoop in uw bin nenste besloten, en gij beschouwt zijue toekomst gelukkig en vrij, trolsch en roemrijk, eene grens paal tegen de aanmatigingen van hel despotis- mus, zijne bergen als de vrijheid's wallen, zijno zonen de gunstelingen des Czure van do hooge plaatsen nederstortende, en het volk tot de her neming hunner regten opwekkende, door uwe triomf-zangen en vrijheids-feesten. Neen. niet als een banneling, maar als uwe na- tie.om haar ongelijk voor uwe broederen te bren gen en hunne hulp in te roepon; dat ook zij uwe ellenden kennen en hunnen last verligten mogen; dat ook zij den geest uws volks zien cn in al zijne pogingen mogen deelnemendat ook zij iets mo gen zien van die roemvolle toekomst, weiko voor immer in onze gedachten wonen moot. En be nevens ons welkom betuigen wij u en uwe Innd- genooten ons opragt innigst medelijden. Wij stellen ons zeiven verantwoordelijk voor alle ou- regt, hetwelk wij eene wettige magt hebben te komen. Wij wenschen onze sympathie Wie bedoek de heiligs schrijver met de verstrooiden geest op den dag der toekomst geweest, daa zoude hi; d« Ponto, Galatien. enz. I Pet. 11 1 Bedoelt hij do dingen die (nsscbeii bcr jaar 26 en thans geschied zijn. kinderen Abrahams in een natuurlijken zin? Dat zij verre. Hij bedoelt het geloovig Israel in een' gees telijken zie. Hij bedoelt ook iedere pelgrim onzer da gen. die zijno schreden rigt naar den berg Sions. Be denk dat Petras slechts een instrument was. in de hand Gods. Hij schreef zijne brieven niet als mensch, zie 2 Tim. 3: 16. Iu Joh. S vinden wij, dat de Heiland zegt totsommige Joden: "gij ajt uit den vader den duivel." Xogthans zij waren Abrahams zaad na den vlccscho, cn in Matt 15 vinden wij dat do Cananni- tischo vrouw (eene heidin) door den Heiland geholpen werd. door het geloof in Hein. Dringt dit ons niet to besluiten, dat zij toen tot hel zaad Abraham's bc- hoordo Zeer zeker dankt mij. Ik bedoel in een gees telijken zin. Do Apostel bevestigt doze veronderstel ling in Gal. 3: 29. Ende indien gij Christi (d. i. Christus eigendom) zijt, zoo zijt gij dan Abraham's zaad, ende ua de Lcloftcnisse orfgenonieil." Zoo zijn ook wij dan geene heidenen en ons zeiven ccne wet, nuffen wij iu Christus geloovon. Hieruit 2iot ir.cn duidelijk dat Monteba's stuk eene verkeer de strekking beeft, want de geest van hetzelve is, dal wij in liet tijdvak na do wét" dol is, na do ontbin ding dor wot loven, en daarom mot dezelve niet te doen hobhen. Ik zal eonigo tolsvicn hier tegen inbren gen. Mali. 5: 1? lezen wij, dat de Heiland zegt: "Meent niet dot ik gekomen ben, om do wet ofte de Froplie- ton .o ontbinden. "En gijlieden beweert dal de wol door ilcsiclls vervulling ombonden is. Dan is ook de Heer gekomen o:u de wet te ontbinden. Gij mankt Ilern dan tot een leugenaar. Paulus had ecu vermaak in do wel Gods naar deu inwendige» mensch. Kom. 7: 22. Hoc kon hij ccn vermaak ia de wet Gods hebben, zoo dc- zelvo opgehouden had to benaau? Rom. 3: 31 zegt hij: Doen wij dan de wol te nicte door bel geloof? dat zij vorre. Maar wij bevestigen de wet." De brief ana de Romeinen werd goschroren iu liet jnnr 60, derhalve na de nicutre huishouding volgeus do stelling van Mot) te ba, Hand. 2: 16 17, tvaar do weu- liuishouding.Jicgi hij, to: tea vindt kwam. Maar, zal icmnnti vragen, :al men dau regtvaardig heid verwerven door de werken der wet? Dat xn ver re. Maar nogihans zal ik u trachten te overtuigen, dat do wet on ous ede a rast. Bij do wet is dc keu- nivjo der zoude." Re:n. 'J: 20. Dus de oubekccrde moet dzar door, zai bij iiimur tol bebeering komen. ■o dan de wet is on: in'niet alleen I jjdele klank te zijn. Wij hopen dat zij levendig, rdrukten aller natiën. werkzaam, vol energie zijn mognzoo mogelijk toereikend voor de dringende noodzakelijkheid welke het vereischt. Het is voor u, edele Magyar, om het te geleiden oil to besturen, en wees ver zekerd dat wij alleen gelukkig zullen zijn. indien 'wij hierna gevoelen mogen ecniger mate te hebben bijgedragen tot de uitvoering van het groote en jlorierijke werk, voor hetwelk wij u achten be stemd te zijn. Het committee. bokecring uiet noodzake- a lachiraeesier lot Christus," cl is het middel om ons tot luuuud met Hem verzoend, •ster; want de wet 7: 22. Ps. 12. cikcud oiu mijne Antwoord aan BIONIEBA en STOKDLfK, aangaande het Sabbat Vieren, door OSINGA. Cod luat zich niet bespotten. Ik zal trachten mot korto woorden uiijuo lautste m - gumenten door middel vun dit blad voor lo bruugtu om- trom ouzo SabOui kwestie. De bewijspuuton die ik vroeger voor gobragt hob, zijn uog nimmer wcderlegd gowoidon; dit geeft mij do overtuiging dut men zulks niet doen keu. Out to zeg gen dat buieekoiit dut of dut niet, is gucn wederleg- geu. Ik.zul dun nu niet nmlcrs to doen hebben, dunde stukken, dio tcgou mij inkomen, vnn doszells vorgift te zuiveren; [bier onder reken ik niot het stuk l'hilaletes.vnit Michigan, ids rij tule dor attentie ten c male onwaardig; cchtur ziju do boleedigiugen, wal mij betreft, vergeven.J lk wil dan oensl Montoba's stuk eens nazien. Do eerste tekst die M. aanhaalt is Rom. 2: 14, waar hij zegt dat de heidenen zich zelvo eene wet zijn. De sleutel van zijn gonscho stuk is, dat wij nis Heidenen thans gccne wel hebben, als ik wel venna, en zoo tracht hij den bijbel naar zijue dwaalbegrippen te wringen. Het is waar dat Paulus zegt in Rom. 2: 1-1, dat do Heidenen rich zelve eene wet zijn, maar als wij het gansche vers lezen, dan wordt het ons duidelijk de Apostel gemeend heeft. "Want wanneer de Hei denen, die de wot uiet hebben, von nature do dingen doen die der wet rijn, deze de wot niet hebbende, zij» haarzelvou eene wel." Let wél: die de wet niet hebben. De blindste volkereu der wereld hebbeu de wet op hunne harten geschreveu; dit leeit ons den Bijbel. Maar te beweren dat wij geene wet hebben, of ons zet- ven eene wet zijn, b verrtgaaude dwaasheid. Zie wat Petrus zegt iu rijn' tweeden brief kap. 1: 19. "Ende wij hebben bet Prophetisch woord datseer vast is: ende gij doet we), dal gij daar op acht hebt, als op een Kcht, schijnende in eene duistere plaatse, totdat de dag aanlichte, ende de morgenstarre opga uwe harten." Verg. Openb. 22:16. Petrus keurt gansch niet aI, dat de verstrooide Isnieliten deze dingen on derzocht bsdden. "Gij doel wel," tegt hij. "Want waar geca< Ito:::, -t: 15. l»an lijk. Gak 3: 24, dat ie Christus tc brongen, dan is hij niet meer ouder dc ti is hem oou vermaak gevrordei Ps. 119: 97-Zim deus teksten i stelling lo bcvestigaa? Wanneer v.'i: het N. Testament bo«tuderen. dan wordt het ens duidelijk wol het karakter was Tan den Messias; het was gehoorzaamheid aan den Vader eu wat verlangt Hij al» ccne eerste vcreischte van Zijue leerlingen? Zie Joh. 15: 10. "Indien gij mijne geboden bewaart, zoo zult gij in mijno UolUo.bUjvcu: gelijkerwijsik de geboden mijns Vaders bewaard hobbe, cudo blijve in Zijne liefde." Wij Icoron den ganscheu.Bijbc! door dat dit het kar-k- tor der heiligen was, en ziet, wal do H. Geest aangaande hen, die dit karakter nipt hebbeu, getuigd, door de band des Apostels, ltoin. 8:9. Jniuaar, zegt M., do gansche wet is hierin begrepen: 'Gij zult uwen naasten liefhebben als invzetveu." Do Crost vun het X. Testament plaatst hier nog een artikel vooraan. "God boven alles."' De vraag is liior, wutis het. God lief te heblxui? Do wt-odc persoon in do II. Drieëenhoid heeft ons dit op ver- leliillendo piuatsóh naugotooud; ouder nnderon wruir Hij zegt: "indien gij mij lief hobt. bowonrt mijne geboden." Joh. 14: 15. "Ende watifocirit gij mij Heero, Hpcro, endo doet niot lietgvne dor ik reyge.Lukas 6: 46 "Niot eon ijcc<'lijk.(io4toi mij zcgtlleere, llcoic, zal ingaan in koningrijk der hemelen, maar dio daar doet deu wille Ijii* Vaders, dio iu de hemelen is. Matlh. 7: 21. Met dezo ko-te win wij-ring meen ik duidelijk genoeg .ngetonndto hebben'; dat des (Icoron wet uog dezelfde is als immer. Wat M. zegt in betrekking tol do wet, dal Paulus geen diot'uar'is der letter, 2 Cor. 3: 6. daar bedoelt do Apostel, dal hij geene regtvaardigheid predikt door de wet, maar door liet geloof iu Christus. Evenwel r looft hij nimmer dot iemand de wet ovrrtrcdou zal. Hij predikt de ganscho wet in zijne verschillende brieven, op plaats tcgeu algodcrij, op eene andere te; de ei rerij, op een drrdo tegen dieverij, op eea andore wederom tegon begeerlijkheid, enz.—cu aangaande den Christcfij- ken Sabbat heoftbij ongetwijfeld zijn voorbeeld gegeven, door denzetren te vieren; 1 Cor. 16: 1 2 geeft daarom trent cenigo inlichting. Wat AI. verder zegt met betrekking tot feestdagen, spijs en drank, enz. Col. 2: dit ziet op de cereuiouieclo wet. dit heb ik vroeger bewezen, hij heeft mij dit uiet we- derlegd. Nu aangaande do verdeeling van de 6000 Jaren, en de Zevende duizend jareu eenen Sabbat, vergeleken i dagen dor Schepping; dit iseeno fantasie: dit kan uit deu Bijbel niet bewezen worden; deze dingen lijn penbaard; Zie wat er Petrus van zegt: 2 TeL S~ 10. "Maar do dag des Ileeren zal komen als een dief in den nacht." Die dit daarom gelooflomdat M. het legt, dwaalt zoo hard als hij. Nu aangaande Openb: I; 10 geloof ik, dat Johannes in den geeet was op deu eersten dag der week. op Zondag, en niet op den dag der toekomst. Want had hij in den gezien of voorspold hebben. Het is belagchelijk lo veronderstellen, dat de Apostel ia den geest zon zijn op het vrederijk, wanneer lasten, en rampen, en moeijelijk - heden voorbij zullen zijn, en dal hij dan nog dezelve ia groote male zoude propheteren. Snligzijixse die zijne geboden doen," kap. 22: 14. ATaar er staat uiet dat zij zalig ziju,'die de inspraak van htm bedorven harte volgen. Znlks schijnt mij toe dat ie mand veronderstelt, die zegt: acht iemand do eene dag boven don anderen,gocd.cen andvracht alle dagen gelijk, ook gcèT. Ik beschouw dit uiteen gansch ander oogpunt, en heb daaromtrent mijne niceniiig vroeger medegedeeld. Hiermede houd ik Monteba's stuk voor afgehandeld en wederlcgd; Iaat de goedgunstige lezer oordcelen. Ik zal het kort hier cn daar] eene aanmerking maken op het stuk van Stokdijlr. verwondert zich, dat iemand uit de Heidenen Exo dus 3115, 16 kan aanhalen. Indien wij ia Christus getooven dan rijn wij Abraham's zaad, cn hebben met al do Christenen een vermaak in do wet Gods. Gclooven wij niet in Christus dan zouden wij regtvaardigheid moeten zoeken door de wet. En waren wij blinde heidenen, dan zou de wet op onze harten ge schreven staan; derhalve wij kuoiion'or in het gehci l niot zonder. Deze verwondering derhalve is ongegrond. S- vindt in E.xodu» 16 dat de Israëlieten toen voor hot eerst Sabbat hielden. Dit was voor de wetgeving op Si nai. hot is een bewijs d it dezelve wen bestond. De Sab bat heeft bestaan van do Schepping, want dezelve was gemaakt voor den mensch. Mark. 2: 27. Sta mij too vragen, Slokdijk, zijt gij een mensch Gij znlt dit on getwijfeld met Ja beantwoorden. Weina, dan is de Sab bat voor u gemaakt: vier en heilig dezelve uwen Alaker ten gevalle, eu gij aultcr wel bij varen. Hetzelfde raad ik allen ernstig aan, die met n gelijk denken; want door deze tc versmaden, zullen allen, diedo wil dos Ileercu geweten hebben, een verschrikkelijk oor deel op hun zelveu laden. Als gij Exodus 20 opslunt. dan zult gij vinden dat do wet uiet alleen den joden betrof, zie het lUo vors: "Noch uwe vreemdeling, die in nwe puer iel! is."—Lees Jcsajali 56. dit is alleen meer dan genoeg om uwo stelling omver te werpen. De Opperheer mankt daar bijzonder melding van Zijnen Sabbat: lees met bij zondere aandacht lie l 8e vers, en bedenk wie de lieer be doelt. Is het met duidelijk dat de Heer hier de heidenen bedoel;? Zeg. durft gij nog uwo stelling volhouden na de inzage vau uil kapittel/" Zekerlijk uiet. Het zoude mij ten minsto verwonderen. Dwaal ik echter bij deze ge voelens. wees zoo goed mij dan te bewijzen dat de Sah- niot voor den mensch gemaakt is; dat zijne natuur niet vcreWcht. of er geene behoefte aan heeft, of dat hij niot geschikt is voor dezelve. is het zeer begeerlijk, naar uw! inzien, dat alle men- tchen zouden denken zoo als gijl?Ik voor luij durf dit van mijne stelling te zeggen. En raad u daarom ernstig aan dezelve te omhelzen; niet voor mijn voordeel, m -ar voor uw eigen. Nog eene aomucrkiug cu ik heb gedaan, en ik bid u deuk dezelve tor harte: "Kusset den So- ne, opdat Hij niet en toornc. ende gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar eea weinig zoude tbraudcu." Xarigt. Vergun mij verschooning te vr-gen. zoo gij hier cn uaar eens ecua echerpo uitdrukking gevonden hebt: dc aard dor zaak bragt zulks oiede. Is hob geeno bedoeling gehad om nliedvu te belcedigen, maar wel om uwo dwaalleer iu ecu hatolijk daglicht tc stellen. Vaart VAN ALLES Y7AT. Eene regtbank in 't Westen Iieeft beslist, dut een man zijne vrouw mag slaan voor 1, een meisje kan kussen voor 5 en zijn buurman's neus mug afbijten voor 10. Zekere John Robert kocht dezer dagen te Cincinnati eenen visch, iu weikeu men bij' de ope ning eene 3 noot vond. De beer Townseud, de vermaarde New- York Snrsaparilla man, zegt, dat zijne boeken eene opoffering van 800,OuO, zegge acht hon derd duizend dollars, aan ad verten Uen iu vijfja ren nnntooncn. Hij betuigt gedurende zes maan den liet adverteren te hebben nagelaten,, bij tvelk. verzuim bij drie honderd duizend Hollars ver speelde. Een predikant,president van een matigheids genootschap, werd hij eene avondmaals-viering op do woorden "dil is bet bloed onzes Heilands," door een avondmaalganger in do rade gevallen mot de uitdrukking"Domenie, het is geen wijn, bet is sterken drank." Anderen bevestigden dit. De leeraar antwoordde hierop"Ziet gij, kinderen der zonde, zoo verandert op uwe las tertongen de gewijde wijn in een duivolsoh gift" •Vervolgens proefde hij zelf eu murmelde ver stoord: "Dat heeft die Eva weder gedaan!" Hij meende zijne vrouw, die den drank gezonden en per abuis eene ftesch fransehe brandewijn uit den kelder gehaald had. De zweedsehe nachtegaal heeft bekend ge maakt, dat zij baar laatste concert den 12 Janu ari] in Tripier Hall, New-York, geven zal. Do jongt) vogel vliegt met ruim een kwart milhoen dollars been en laat het ons over ora te bedenken hoeved nut zij daarvoor gesticht heeft. Een nieuw postkantoor is gevestigd in town Abbott, Adcll genaamd, en een in town Kingham, beide in Sheboygan County.

Krantenbank Zeeland

Sheboygan Nieuwsbode | 1852 | | pagina 1