bekwaamheid ontwikkeld,cu terwijl wij gaarne huid ebo- wijzen aan de verdiensten van het genie, moeten wij te vens erkennen, dat ons ecne wonde geslagen is. toen op onze eigene wateren een Aiuerikaansch yaCht den prijs hoven alle anderen wegdroeg, en een Amerikaansche Stoomer ile snelste overtogi volhragt, ooit op den Atlan- tischen Oceaan afgelegd. Men kan niet 'do Yankees niet langer spotten, veel minder nog hen verachten. Dc nieuwe wereld ontwik kelt zich in hare grootheid, en gaat hand ovor hand dc oude voorbij, even als de "America" de yachten to Co- wes achter zich liet. To Cowes streek zij de sterren vlag voor Grootbritlanje's Koningschap; die belcel'dhoid is het kcntceken van meerderheid,en wijst ons den weg aan, waarop wij ons in don aanstaanden onvormijdhareu strijd om den voorraug hebben te houden. Amerika naarhaar eigen spreuk (is going ahead") "streeft voor waarts" eu gaat ons buiten twijfel voorbij, ten zij wij on zen spoed versnellen. Juin een Hollander, Zeeuw of Fries liet bovenstaande ronder schaamte lezen? Is hij niet vernederd, wanneer hij bodenkt,dat deA'oderlandscho naam in den kamp te Cowes niet eens geincld is en slechts herdacht wordt, wanneer er sprake is van hot lang vorledene? Waar zijn thaus de hooghallige Hollanders der 17de eeuw, die bij Sheerness in het gezigt van Londou den Brit niet slechts voorbijzeilden, maar zijne grootsche Ko- ningsvloot in weinige uren vernielden? Waar zijn de Brakels, do de Witten, do de Ruylers? Waar is dat heir van stoute onbekwame zeehelden, die nog hot llollandsch hart van aandoening en bewondering met warmte doen kloppen? Zijn zij weggevaagd en voor immer? Zal de Hollandsche Natie, dio aan de Zee do grootheid dankt, welke de geschiedenis haar toekeut, thans bij den kampstrijd tusschen Amerika, Grootbrittanjo en Frank rijk loom, laf eu werkeloos blijven toezien, bij een strijd op het element, hetwelk zij bij uitnemendheid hot hare noemt? "She must be rovsed!" Het is hior geeno overmagt, die van Superioriteit beslisu Het is'weteuschap eu be kwaamheid, die de palm wegdraagt. Aan men zich ook daarin niet met den vreemdeling meten? Slaapt het bestuur der Rouerdamsche en Arostcrdam- Bche yachtclub den doodslaap, of loont rcoóa de nuain het aan, dat zij zoo zeernaapenj ziju van vreemden bo dem, dat zij echt HoUandschiovcn missen? gunde in de bouwmeesters; wetenschap, kracht, vlug heid, energie iu de zeelieden waarborgen de overwin ning. Op! Hollanders van don echten stempel, toont wie ge zijt; de wereld heeft hel oog op den vieedzameu kamp gevestigd! Wat zijt gij, wat waart gij dit jaar op do wereld-ten toonstelling? Waar hoeft men met roem gewaagd van uwe "industrie, uwe wetenschap, uwen vooruitgang? Herstek u eu herneemt den rang, die u toekomt, ouder de volken; inspanning verhoogt do krachtenU we broeders hier ir het verre Amerikaansche Westen zullen zich verheugen eu met edel zelfgevool uwe verdiensten op de vleugelen der faam verbreiden Langzaam gaat zeker, zegt men. Neen! langzaamheid is loomheid, is stilstand, eu stilstand is achter uitgang; onze eeuw is eene eeuw van leven cn kracht! Wat is er van do veelbesproken stoomvaart tusschen Rotterdam on New-York, waarvoor da lü maanden ge leden de "Nieuwe Rotterdammer" de bazuin stak eu waarvoor een Prins van heiKoninglijkc Huis de bescher ming aanvaardde, geworden? Wclligi is mei do gan- scho onderneming nog goen aanvang gemaakt. Hier in dit nieuwe en jonge land brengt men het kapitaal te za- men eu voltooit den bouw van eenige prachtige stoomeis van het grootste charter binnen wei uiger weken, dan er maanden sedert de annonces in de "Nieuwe Rotterdam mer" verloopen zijn. Er bestaat geregelde stoomdienst tusschen havens der V. S. en Liverpool, Glasgow.Havre, Hamburg, Bremen, en weldra tusschen de V. S. eu Galway iu Ierland, Ge nua en misschien Antwerpen. Rotterdam en Amster dam eens de emporiums der wereld, worden allengs on bekend. Herstelt u, koopsteden des Vadorlnnds Zendt mannen naar New-York, Philadelphia en naar de Brit- Bche wervenjlant hen daar den scheepsbouw be-tuderen voor stoom- en zeilvaartuigcn; brengt het beste van den vreemdeling in het vaderland over; laut het verlodcno u eene les zijn voor de toekomst; betracht wal deArchi- varius de Jonge u in de geschiedenis van het zeewo- zen, op ieder blad voorhoudt; toont op nieuw, dat de oceaan uw domein is; dat uwe schepen en zeelieden gelijk zijn aan do beste van andeio nation; cn dat nog 6teeds Hollandsche. trouw en naauwgezothcid dc veilig ste waarborgen opleveren voor do zekerheid der rijk ste ladingen. En waarom kunt gij aldus niet weder van een groot gedeelte der vrachtvaart voor de wereld, met al de voor- deelen en zegeningen er aan verbonden meester ma ken? De outboeijiug van den handel begunstigt de proefneming; vele buiteulandsche havens staan u op den voet van volkornone gelijkheid open; uwe uitga ven voor bemanning en provisie» zijn matiger welligt, dan van eonige andere zeebouwende natie! Vangt den wedstrijd aan, Nederlanders! Goed be gonnen is half gewonnen! Milwaukee, 18 Sept, 1851 Ingezonden ONS REISVERHAAL. Als iemand verre reizen doet, Dan kan hij wat verhalen. Deze -woorden van Juviaan zijn ten onzen op- zigte slechts betrekkelijk waar; want om te rei zen, zoodat men iets goeds kan mededeelen, be hoeft men tijd en geld, en deze ontbraken ons bijna beide. (Het gewone lot van redacteurs.) W\j willen echter verhalen wat wij op onze verre reis, indien een reisje naar Michigan van 300 mij len afetands "verre" mag genoemd worden en welligt hier in Amerika beter met den naam van uitstapje bestempeld wordt, zagen en ondervon den, en hopen ons hierin geene beschuldiging op den hals te halen van sommige dingen door een vergrootglas en andere door een bril beschouwd te hebben. Daar eene vaart op sommige der drijvende pa leizen, die de schoone meren en rivieren der nieu we wereld in alle rigtmgen doorkruisen,bijna door elk onzer lezers gesmaakt is in deze dagen in wel ke stoom aan den wil van het onderuemendste volk des aardbols ondergeschikt gemaakt wordt, zal men de beschrijving van zulk eene gebeurte nis misschien een oud liedje noemen, doch eene etoomboot-vaart levert den opmerkzamen zoo veel stof tot nadenken, hoeveel te meer de overtogt op acht waterpaleizen gedurende onze reis ge daan, dat wij het der moeite waardig achtten om minstens het leven op de eerste boot te be schrijven. In den avond van 30 Augustus, toen den wes telijken horizont met de schoonste kleuren ge- verwd werd, bevonden wij on6 op het dek van de stoomboot Detroit cn op reis naar Milwaukie. Het was eene dier bekoorlijke avondstonden, tlic het westen zoo scliaavsch aanbiedt; het majes tueuse meer Michigan was buitengewoon stil en een zacht windje suisde over hare uitgestrekte oppervlakte, Na eenen geruime n tijd in gedach ten verzonken geweest te zijn over de schoonhe den die zich littles en regts aan ons oog vertoon den, wanneer wij of hetzelve over den waterspie gel lieten weiden of de aangename boschschaadje langs TFisconsin's kust gadesloegen, begaven wij ons naar beneden en in de kajuit. Maar o, welk een treffend contrast! Daar zat een dikke, vro lijke oude gast, die zich onmogelijk onthouden kon van zijne grappen en vertelsels aan iemand te verhalen, al ware het maar alleen om met zich zeiven te lagchcn, en digt bij hem een ernstig gestemd persoon van ruim vijftig jaren, die er uitzag als of een glimlachje een vreemdeling om zijne lippen en een hartige lach eene onvergefelij ke zonde geweest ware! Daar was de rijk ge- kleedeen fopsche jongeling, een blijkbaar nutte loos bewoner van een prachtig huis, lusteloos den nectar eener roman inzuigende, en naast hem het verstandige, innig tevredene gelaat van hem, die ruime teugen uit de fontein van nuttige weten schap had ingezwolgen. Hier zat de vlugge, vergenoegde burger der stad, met een vriendelijk altijd-te-huis gelaat, en daar de stugge en eerlijke boer, met rustcloozu handen en uitgestrekte beenen.zoo dat men iu 't voorbij gaan eene rondte moest maken om zijne uitersten te vermijden. Daar was de afgozwoegde koopman cn de te vredene, vrolijke handwerker; beide een uiter lijk voorkomen dragende van aard cn beroep. (job was het vrouwelijke gedeelte van ons gezel schap niet zonder verscheidenheid. Er was eene vreemde mengeling van schoonheid en leclijk- lieid beschaving en onbeschaafdheid ver stand en domheid. Het oog rustte op sommige gedaanten met vermaak en op anderen met me- delijdendcn afkeer. En waarom dit verschil? Eenig en alleen omdat het gelaat van de eene klasse een edel en blijmoedig hart kenmerkte, te- wijl de andere geheel zielloos was, of wat nog er ger is, onbetwistbare voorwerpen waren van hoog moed, nijd en aardsche ijdelheid. Doch genoog; de bel luidt en wij zijn tc Mil- waukie. Dra begaven wij ons te bed en verlie ten dit 's morgens na eenen wel doorgebragten nacht, om de boot met eene andere te verwisselen. Om 1 ure voeren wij per stoomboot Sam- Ward naar Chicago, oenen afstand van 100 mijlen, en landden 's namiddags om 3 ure behouden in die stad aan. TFij namen de gelegenheid waar om verscheidene aldaar wonende landgenooten, maar vooral onzen vriend II. v. d. k. te bezoeken, dien wij al spoedig in den besten welstand aantroffen. Hei getal der //bilanders te Chicago is niet zeer groot, echter vernamen wij tot onze blijdschap van velen, dat zij er tamelijk goed hun bestaan vinden als ambachts-of werklieden. In den avond van den volgenden dag verlieten wij per stoomboot Generaal Harrison deze kouten stad, welken naam zij met regt verdient wegens hare menigte houten huizen en straten, en bevonden ons weldra andermaal op het breede meer. Onze reis was steeds door het schoonste weder begun stigd en dit maakte de overvaart des te aangena mer. In den namiddag van den volgenden dag voeren wijna eenige uren te voren ook aan den mond der Kalamazoo rivier (aan de Michigan kust) te hebben aangelegd en alwaar eenige //bi landers wonen, de schoone Grand Rivier op, en landden binnen weinige minuten te Grand JI&- ven. Hier woont een aanzienlijk aantal Neder landers; sommigen zeggen ongeveer 200, onder welke eene kerkelijke gemeente is opgerigt die 50 leden telt. Er zijn hier 8 stoom en I water zaagmolen die, benevens 1 leerlooijerij, aan vele landgenooten bestendig werk verschaffen. Daar enboven is er van deze plaats veel vaart op Chi cago, uithoofde van den grooten handel welke zij drijft in timmerhout, bast en dabspanen en waar toe nog voor een aantal jaren eenen genocgzamen voorraad boscklamlin den omtrek van Grand /7a- ven gevonden wordt Tot landbouw is de grond hier minder geschikt, weshalve de inwoners uit sluitend in den handel en scheepvaart hun bestaan moeten vinden. Van hier vaart eiken morgen eene stoomboot de Grand Rivier op naar Grand Rapids, 4-4 mijlen van eerstgenoemde plaats ge legen, en eiken avond komt ook hier eene boot van laatstgenoemde plaats aanJDes anderendaags hadden wij op eene dezer booten,de Algoma, het genoegen om gezegde rivier te bevaren naar Grand Rapids, hetwelk de aangenaamste vaart was die wij in langen tijd smaakten en menigma- len zouden wij ons op de Maas gewaand hebben, indien niet het gezigt van eenen Indiaan in zijne canoe ons herinnerd had, dat wij iu het land van Columbus waren. Na eene korte en genoegelijke vaart kwamen wij in het landstadje Grand Rapids, aan de Grand rivier gelegen, aan. Dit,is eene lie ve, bloeijendo plaats, telt ruim 4000 zielen, van welke minstens 1000 Nederlanders ziju, die daar over 't algemeen rijkelijk hun brood verdienen, als ambachtslieden of daglooners. Zij hebben een groot steenen kerkgebouw, dat echter nog niet voltooid is en van hetwelk alleen het bene den gedeelte voor openbare godsdienstoefening gebruikt wordt, daarin voorgegaan door een der gemeenteleden. Eene zoodanige vergadering in welke F. van Driel naar aanleiding van Lukas 18 vs. 13 voor eene schare van minstens 300 menscben als leeraar optrad, woonden wij des zondags bij, en vernamen toen, dat men eerlang eeu leeraar uit Nederland verwachtte, die in de Hollandsche en Engelsche talen het woord van God onder hen verkondigen zal. Den volgenden morgen voeren wij met de nette stoomboot Empire 0 mijlen de riv ier af en stapten te Grand- ville aan wal, om die streek te gaan bezoeken .wit meer bepaald de Hollandsche Kolonie genoemd wordt. Nu eerst nam het moeijelijke onzer reis eenen aanvang, daar wij eene landreis ol liever gezegd eene boschreis van 18 mijlen voor ons hadden, wilden wij niet 's avonds onder het geboomte eene legerstede zoeken. Hoewel aan geene boscb-. wandelingen gewoon, kwamen wij toch na tne- nigen druppel zweet gelaten te hebben, (het was dien dag brandend heet) 's avonds om 9 uur in het dorp Zeeland en werden zeer vriendelijk en gastvri] ontvangen door onzen landgenoot J. van den jioek. Zeeland is een zeer net dorpje, (in aanmerking genomen dat voor weinige jaren op die plaats niets dan boomen te vindèii was eu dezelve den jagtgrond der wilde indianen uit maakte telt ruim 100 huizen en eene bevol king van ongeveer 500 inwoners; hetzelve heeft eene goede kerk geheel van cederhout gebouwd,, met den wel eerw. heer Vermeulen tot leeraar, met wien wij aangename kennis maakten en aan wiens vriendelijk onthaal wij het te dunken had den, dat wij ons aan eenige keurige groenten konden te goeddoen. ZEw.'s tuin levert die in menigte op en hij zelf weet zijnen diseh up de smakelijkste wijze te kruiden, bij wijze van een gul en vrolijk gesprek. Men vindt er ook eene Engelsche cn eene //oilandsche school en eene leerlooijerij. //et meerendéel der bevolking*"vindt zijn bestaan in landbouw, die er alle ''wel' bij varen, echter is het land niet van die hoedanig heid zoo a!s men het in het drie mijien van daar gelegene Friesland en Drenthe (ouder den naam van Ölaatslaud doorgaande) aantreft, dat gezegd wordt aldaar uitmuntend te zijn. De wahdöïing van den vorigen dag zat ons echter nog zoo sterk in de boenen, dat wij Staatsland eu Overijssel niet bezoeken konden en toefden dus des te lan ger op Zeeland. Met regt draagt het dorpje dezen naam, aangezien hetzelve-meest uit Zeeu wen bestaat en het deed ons het harte goed zoo vele vrienden en bekenden daar zoo wel gezeten te vinden. Indien wij goed opgelet hebben, dan vindt men cr alle soorten van ambachten; terwijl eenigen het vak van winkelier .uitoefenen, waarbij allen zich gelukkig en te vreden gevoelen.Uit hare ligging zijn er echter slechts twee wegen langs welke het dorpje zich verder kan ontwikkelen en waarbij deszell's inwoners op meer voorspoed ho pen kunnen en deze zijn afhankelijk van het na- naburige Holland te blijven,zooals hetzelve thans is wat den in-en uitvoer van goéderen betreft, en te wachten tot dat de mond der Black Rivier (bij //olland) geopend is, of zich door middel van eenen goeden weg, dien het thans mist, oenen beteren uitweg door het bosch, door hetwelk het zelve voor mijlen in den omtrek omrit g«l is, te banen naar Grand Rapids, en in welk geval //ol land ten deele afhankelijk van Zeeland gemaakt wordt Na alles in oogenschouw genomen te hebben, wandelden wij in den avondstond naar het 4 mijlen van Zeekind cn aanden weg naar //olland gelegene Groningen, in hare nabij heid bezochten wij den bestrijder van den vriend van waarheid, den onzen lezers bekenden landge noot J.KoLvuoitD.en vonden ons weinige minuien daarna te Groningen onder liet gastvrije dak van den schoolonderwijzer J. A. Z/illkeraxds, //ol land's (in deze county) toekomstigeu kinder vriend. Hier staan slechts ettelijke huizen door Ne derlanders bewoond, met eene bevolking vim on geveer 100 zielen. Men vindt er eeu zaagmolen, korenmolen en steenbakkerij, die Verscheidene handen bezig houden, doch de plaats -zelve is van weinig beteekenis. Na eenige aangename uren met Mr. 11. en een paar vrienden van den Nieuwsbode, en dus ook onze vrienden gesleten te hebben, wandelden wij 'smorgens naar de 3 mijlen verder gelegene stad, dat is, naar de plaats welke de stad worden moot, genaamd Holland. Haiverweg evenwel trok eene groote bedrijvig heid en wij mogen wel zeggen zeldzaamheid in die streek zoo zeer onze aandacht, dat wij ons niet onthouden konden om een eu ander nader te onderzoeken, en ziedaar, wat vinden wij? Onzen landgenoot A. Steketee, Cz. aau het bouwen van liet eerste steenen huis in de kolonie! Al de huizen die wij tot dus verre'gezien hadden zijn wel netjes afgewerkt en vrij watfraaijer als de loghui- zen met welke de meesten zich alhier in town //olland behelpen, (ofschoon daarom niet te slech ter) maar een steenen huis is iets extra. Na hem nog een lang leven in zijn nieuw huis te hebben toegewenscht, gingen wij wijder, denkende hoe menig Nederlander zich ook in deze streek be vindt, die om der dierbare vrijheid wille, zoo voor het maatschappelijke als voor het godsdienstige, het zich getroost heeft om hetzij in jongeren of op gevorderden leeftijd het moederland té verla ten, een»- reeks van opofferingen en ontberingen, ja eene ontelbare hoeveelheid moeite en teleur stellingen te ondergaan, die alléén een taai geduld en een vertrouwend oog op de Goddelijke voor zienigheid konden te boven komen, eer dat hij zeggen kou zich waarlijk in zijne nieuwe woon stede op vreemden bodem en in een ander we relddeel te huis te gevoelen. Zoo mijmerende be reikten wij ongemerkt Holland, doch vonden gee ne stad, lieve lezer,maar alleen een net aangelegd dorp, gelegen aan de Black Lake Ma-ca-la-ica in hel iudiaunsob) en welks rivier zich 9 mijlen boven deze plaats in het meer Michigan ontlast. Hier staan ongeveer honderd huizen, tellende eene bevolking van misschien 500 menscben, be nevens een stoomzaagrnolon, toobeboorende aan den heer van der Sluis, cn een windzaagmolen; ook nog ecne zcepziederij, potasch-en salcratus fabriek, eene scheepstimmerwerf en twee leerlooi- jerijen, waarvan eene, aan de heeren P. F. Pfan j kj'huil «fc Co. toébchoprende, op vrij groote schaal is ingciigt ongoede zaken maakt. Tevens 'heelt men er al de benoodigde ambachtslieden en een vrij groot aantal winkeliers, die meest al hun ne goederen van Chicago ontbieden én waartoe de stoomboot Gen. Harrison bij elke vaart tus schen Grand Haven en Chicago aan den mond der rivier aanlegt, waarna de goederen door mid del van platbopton de rivier op en huiswaarts ge voerd worden. Hut hotel van den heer J. Binnenkant, het eenige in die plaats, verdient allezins aanbeveling, en is g rooier dan dat van den heer Naaije te Zeeland. De ligging van Holland is allerliefst en wij wenschen met onze daar wonende landgenooten, dat hunne bede aau 't congres om eene geldelijke ondersteuning van 10,000 ter opening van den mond der rivier te erlangen, spoedig moge ver hoord worden. Dit moet en ook dit alleen kan Holland eene stad maken van eenigen naam, ter wijl er anders weinig meer van kan verwacht worden dan een eenvoudig landstadje, hoeveel de natuur haar ook geschonken heeft om hetzelve tot eene der eej-stc steden aan dc westelijke kust van Michigan te maken. Wij vernemen dat eeni gen en wel vooral du gebroeders Woltman en Öchaddelee ziek op du vischvangst beginnen toe le leggen en aanvankelijk goed slagen. Het land hier eu in den omtrek is niet van de beste hoeda nigheid voor huidbouw, als zijnde voor het mee- rendeel begroeid met hemlock en pine boomen, die, zoo ais bekend is, op schrale en zandige gron den het weligst tierenevenwel hebben die boo men voor de inwoners der kolonie eene bron ge opend, waardoor zij dezen zomer reeds voor de zeer aanzienlijke som an tusschen de zes en ze ven duizend dollars aan bast en dakspanen naar Chicago hebben uitgevoerd. Dit zegt veel in zulk eenen korten tijd, maar het is geene blijven de bron, en wanneer zij uitgeput is,hetwelk toch eenmaal moet plaats hebben, dan moeten of den grond of scheepvaart het gemis vergoeden kun nen, terwijl nog daarenboven bet tweede van het eerste afhaDgt, aangenomen dat landbouw bet hoofd-orgaau van het wel gedijen eener kolonie is. Wij maakten ook nog eene korte visite bij den wel eerw. heer van Kaalte, die aan den in gang van het dorp woont, van Zeeland afkomen de. ZEw. woont daar, zoo wij gèlooven, regt ge- noegelijk, als een vrijheer op zijn uitgestrekt do mein, hetwelk wij echter niet in zijn geheel kon den opnemen,uit vrecze hem in zijne werkzaam heden als redacteur van The Hollander,in welke collega van Kaalte ter dier tijd drukgeetigageerd was, verder te storen. Vervolgens bezochten wij Zuid Holland, de plaats waar Ds. Iv. van der Schuur, en Graaf- i schap waar Ds. Klijn, het leeraarsambt bekleed hebben, doch aangezien deze gehuchten slechts als onderdeden van Holland te beschouwen zijn, gaan wij, na vermelding van eenige genoegelijke uren bij Ds. van der Öchcgr, town Holland's (in deze county) toekomstigeu leeraar, dourge- i bragt te hebben, dezelve stilzwijgend voorbij» //aast zouden wij vergeten te zeggen dat wij ook eene blijde ontmoeting hadden met "den vriend van maarheid." In hoeverre ZEd. in zij ne artikelen betrekkelijk de kolouie waarheid ge schreven hebbe, zouden wij niet gaarne beslissen, daar hij de Kolonie bij nacht gezien heeften met het innerlijke goed tchijnt bekend te wezen, ter wijl wij er daarentegen bij dagzijn doorgereisd en ons met eeu oppen lakkig overzigt van het uiter lijke moesten vergenoegen. Dit willen wij ech- ter zeggen, dat ons uit vele monden gulhartig is toegestemd,dat hij wel waarheid geschreven,doch 1 zaken vermeld heeft, die beter hadden verawc- 1 gen geworden, eu de eenige reden die er bestaat dat men ons niet met tegen bedenkingen en weder- j leggingen bestormd heeft, is, omdat men bang was den mond van den vriend van waarheid nog verder open te breken, in welken de meesten nog veel zagen opgesloten. Voor dat wij afscheid van de Kolonie nemen, wenschen wij nog een woord in 't midden te bren gen aangaande do geruchten welke wijd en zijd verspreid worden, alsof er veel armoede en boos aardige ziekten onder onzö landgenooten zouden heeischen. In betrekking tot het eerste kunuen wij naar waarheid berigtcu, dat men ja ook daar, eten als elders, klaagt over de scha'arsclihéid van geld, doch armoede zoo als velen dit wenschen verstaan te hebben,.hebben wij, Gode zij dank! bij niemand gevonden, integendeel, de men scben zijn alle dankbaar en tevreden en zien hoop vol eene blijde toekomst te gemoet; elk gezin heeft meer dan het behoeft eu zoo lang men dat zeggen kan is er stof tot dankzegging. Men moet zich inderdaad verwonderen hoe zij het in weinige jaren zoo verre gebragt hebben,om eene volstrekte wildernis in eene bebouwde en volkrijke landstreek te hei-scheppen. Wel is waar hebben sommigen drukkende tijden gezien, doch wan neer, zoo als b. v. op zekeren tijd te Zeeland, twin tig timmerlieden op een klein dorp wonen dan kan het slecht anders wezen. Van ziekte heb ben wij niet het minste spoor vernomen, maar dat er in het begin ongesteldheden goheerscht hebben is uit de vermoeijenissen en ontberingen aan het ontginnen van nieuwe gronden verbon den, gemakkelijk af te leiden. Dit heeft echter thans grooten deels opgehouden, en misschien ook wel daarom is dio landstreek nu zoo gezond als eenige andere.

Krantenbank Zeeland

Sheboygan Nieuwsbode | 1851 | | pagina 2