bekwaamheid ontwikkeld,cu terwijl wij gaarne huid ebo-
wijzen aan de verdiensten van het genie, moeten wij te
vens erkennen, dat ons ecne wonde geslagen is. toen op
onze eigene wateren een Aiuerikaansch yaCht den prijs
hoven alle anderen wegdroeg, en een Amerikaansche
Stoomer ile snelste overtogi volhragt, ooit op den Atlan-
tischen Oceaan afgelegd.
Men kan niet 'do Yankees niet langer spotten, veel
minder nog hen verachten. Dc nieuwe wereld ontwik
kelt zich in hare grootheid, en gaat hand ovor hand dc
oude voorbij, even als de "America" de yachten to Co-
wes achter zich liet. To Cowes streek zij de sterren vlag
voor Grootbritlanje's Koningschap; die belcel'dhoid is
het kcntceken van meerderheid,en wijst ons den weg
aan, waarop wij ons in don aanstaanden onvormijdhareu
strijd om den voorraug hebben te houden. Amerika
naarhaar eigen spreuk (is going ahead") "streeft voor
waarts" eu gaat ons buiten twijfel voorbij, ten zij wij on
zen spoed versnellen.
Juin een Hollander, Zeeuw of Fries liet bovenstaande
ronder schaamte lezen? Is hij niet vernederd, wanneer
hij bodenkt,dat deA'oderlandscho naam in den kamp te
Cowes niet eens geincld is en slechts herdacht wordt,
wanneer er sprake is van hot lang vorledene?
Waar zijn thaus de hooghallige Hollanders der 17de
eeuw, die bij Sheerness in het gezigt van Londou den
Brit niet slechts voorbijzeilden, maar zijne grootsche Ko-
ningsvloot in weinige uren vernielden? Waar zijn de
Brakels, do de Witten, do de Ruylers? Waar is dat heir
van stoute onbekwame zeehelden, die nog hot llollandsch
hart van aandoening en bewondering met warmte doen
kloppen? Zijn zij weggevaagd en voor immer?
Zal de Hollandsche Natie, dio aan de Zee do grootheid
dankt, welke de geschiedenis haar toekeut, thans bij den
kampstrijd tusschen Amerika, Grootbrittanjo en Frank
rijk loom, laf eu werkeloos blijven toezien, bij een strijd
op het element, hetwelk zij bij uitnemendheid hot hare
noemt?
"She must be rovsed!" Het is hior geeno overmagt,
die van Superioriteit beslisu Het is'weteuschap eu be
kwaamheid, die de palm wegdraagt. Aan men zich ook
daarin niet met den vreemdeling meten?
Slaapt het bestuur der Rouerdamsche en Arostcrdam-
Bche yachtclub den doodslaap, of loont rcoóa de nuain
het aan, dat zij zoo zeernaapenj ziju van vreemden bo
dem, dat zij echt HoUandschiovcn missen?
gunde in de bouwmeesters; wetenschap, kracht, vlug
heid, energie iu de zeelieden waarborgen de overwin
ning. Op! Hollanders van don echten stempel, toont
wie ge zijt; de wereld heeft hel oog op den vieedzameu
kamp gevestigd!
Wat zijt gij, wat waart gij dit jaar op do wereld-ten
toonstelling? Waar hoeft men met roem gewaagd van
uwe "industrie, uwe wetenschap, uwen vooruitgang?
Herstek u eu herneemt den rang, die u toekomt, ouder de
volken; inspanning verhoogt do krachtenU we broeders
hier ir het verre Amerikaansche Westen zullen zich
verheugen eu met edel zelfgevool uwe verdiensten op de
vleugelen der faam verbreiden
Langzaam gaat zeker, zegt men. Neen! langzaamheid
is loomheid, is stilstand, eu stilstand is achter uitgang;
onze eeuw is eene eeuw van leven cn kracht!
Wat is er van do veelbesproken stoomvaart tusschen
Rotterdam on New-York, waarvoor da lü maanden ge
leden de "Nieuwe Rotterdammer" de bazuin stak eu
waarvoor een Prins van heiKoninglijkc Huis de bescher
ming aanvaardde, geworden? Wclligi is mei do gan-
scho onderneming nog goen aanvang gemaakt. Hier in
dit nieuwe en jonge land brengt men het kapitaal te za-
men eu voltooit den bouw van eenige prachtige stoomeis
van het grootste charter binnen wei uiger weken, dan er
maanden sedert de annonces in de "Nieuwe Rotterdam
mer" verloopen zijn.
Er bestaat geregelde stoomdienst tusschen havens der
V. S. en Liverpool, Glasgow.Havre, Hamburg, Bremen,
en weldra tusschen de V. S. eu Galway iu Ierland, Ge
nua en misschien Antwerpen. Rotterdam en Amster
dam eens de emporiums der wereld, worden allengs on
bekend. Herstelt u, koopsteden des Vadorlnnds Zendt
mannen naar New-York, Philadelphia en naar de Brit-
Bche wervenjlant hen daar den scheepsbouw be-tuderen
voor stoom- en zeilvaartuigcn; brengt het beste van den
vreemdeling in het vaderland over; laut het verlodcno u
eene les zijn voor de toekomst; betracht wal deArchi-
varius de Jonge u in de geschiedenis van het zeewo-
zen, op ieder blad voorhoudt; toont op nieuw, dat de
oceaan uw domein is; dat uwe schepen en zeelieden
gelijk zijn aan do beste van andeio nation; cn dat nog
6teeds Hollandsche. trouw en naauwgezothcid dc veilig
ste waarborgen opleveren voor do zekerheid der rijk
ste ladingen.
En waarom kunt gij aldus niet weder van een groot
gedeelte der vrachtvaart voor de wereld, met al de voor-
deelen en zegeningen er aan verbonden meester ma
ken? De outboeijiug van den handel begunstigt de
proefneming; vele buiteulandsche havens staan u op
den voet van volkornone gelijkheid open; uwe uitga
ven voor bemanning en provisie» zijn matiger welligt,
dan van eonige andere zeebouwende natie!
Vangt den wedstrijd aan, Nederlanders! Goed be
gonnen is half gewonnen!
Milwaukee, 18 Sept, 1851 Ingezonden
ONS REISVERHAAL.
Als iemand verre reizen doet,
Dan kan hij wat verhalen.
Deze -woorden van Juviaan zijn ten onzen op-
zigte slechts betrekkelijk waar; want om te rei
zen, zoodat men iets goeds kan mededeelen, be
hoeft men tijd en geld, en deze ontbraken ons
bijna beide. (Het gewone lot van redacteurs.)
W\j willen echter verhalen wat wij op onze verre
reis, indien een reisje naar Michigan van 300 mij
len afetands "verre" mag genoemd worden en
welligt hier in Amerika beter met den naam van
uitstapje bestempeld wordt, zagen en ondervon
den, en hopen ons hierin geene beschuldiging op
den hals te halen van sommige dingen door een
vergrootglas en andere door een bril beschouwd
te hebben.
Daar eene vaart op sommige der drijvende pa
leizen, die de schoone meren en rivieren der nieu
we wereld in alle rigtmgen doorkruisen,bijna door
elk onzer lezers gesmaakt is in deze dagen in wel
ke stoom aan den wil van het onderuemendste
volk des aardbols ondergeschikt gemaakt wordt,
zal men de beschrijving van zulk eene gebeurte
nis misschien een oud liedje noemen, doch eene
etoomboot-vaart levert den opmerkzamen zoo veel
stof tot nadenken, hoeveel te meer de overtogt
op acht waterpaleizen gedurende onze reis ge
daan, dat wij het der moeite waardig achtten
om minstens het leven op de eerste boot te be
schrijven.
In den avond van 30 Augustus, toen den wes
telijken horizont met de schoonste kleuren ge-
verwd werd, bevonden wij on6 op het dek van de
stoomboot Detroit cn op reis naar Milwaukie.
Het was eene dier bekoorlijke avondstonden, tlic
het westen zoo scliaavsch aanbiedt; het majes
tueuse meer Michigan was buitengewoon stil en
een zacht windje suisde over hare uitgestrekte
oppervlakte, Na eenen geruime n tijd in gedach
ten verzonken geweest te zijn over de schoonhe
den die zich littles en regts aan ons oog vertoon
den, wanneer wij of hetzelve over den waterspie
gel lieten weiden of de aangename boschschaadje
langs TFisconsin's kust gadesloegen, begaven wij
ons naar beneden en in de kajuit. Maar o, welk
een treffend contrast! Daar zat een dikke, vro
lijke oude gast, die zich onmogelijk onthouden
kon van zijne grappen en vertelsels aan iemand
te verhalen, al ware het maar alleen om met zich
zeiven te lagchcn, en digt bij hem een ernstig
gestemd persoon van ruim vijftig jaren, die er
uitzag als of een glimlachje een vreemdeling om
zijne lippen en een hartige lach eene onvergefelij
ke zonde geweest ware! Daar was de rijk ge-
kleedeen fopsche jongeling, een blijkbaar nutte
loos bewoner van een prachtig huis, lusteloos den
nectar eener roman inzuigende, en naast hem het
verstandige, innig tevredene gelaat van hem, die
ruime teugen uit de fontein van nuttige weten
schap had ingezwolgen.
Hier zat de vlugge, vergenoegde burger der
stad, met een vriendelijk altijd-te-huis gelaat, en
daar de stugge en eerlijke boer, met rustcloozu
handen en uitgestrekte beenen.zoo dat men iu 't
voorbij gaan eene rondte moest maken om zijne
uitersten te vermijden.
Daar was de afgozwoegde koopman cn de te
vredene, vrolijke handwerker; beide een uiter
lijk voorkomen dragende van aard cn beroep.
(job was het vrouwelijke gedeelte van ons gezel
schap niet zonder verscheidenheid. Er was eene
vreemde mengeling van schoonheid en leclijk-
lieid beschaving en onbeschaafdheid ver
stand en domheid. Het oog rustte op sommige
gedaanten met vermaak en op anderen met me-
delijdendcn afkeer. En waarom dit verschil?
Eenig en alleen omdat het gelaat van de eene
klasse een edel en blijmoedig hart kenmerkte, te-
wijl de andere geheel zielloos was, of wat nog er
ger is, onbetwistbare voorwerpen waren van hoog
moed, nijd en aardsche ijdelheid.
Doch genoog; de bel luidt en wij zijn tc Mil-
waukie. Dra begaven wij ons te bed en verlie
ten dit 's morgens na eenen wel doorgebragten
nacht, om de boot met eene andere te verwisselen.
Om 1 ure voeren wij per stoomboot Sam- Ward
naar Chicago, oenen afstand van 100 mijlen, en
landden 's namiddags om 3 ure behouden in die
stad aan. TFij namen de gelegenheid waar om
verscheidene aldaar wonende landgenooten, maar
vooral onzen vriend II. v. d. k. te bezoeken, dien
wij al spoedig in den besten welstand aantroffen.
Hei getal der //bilanders te Chicago is niet zeer
groot, echter vernamen wij tot onze blijdschap
van velen, dat zij er tamelijk goed hun bestaan
vinden als ambachts-of werklieden. In den
avond van den volgenden dag verlieten wij per
stoomboot Generaal Harrison deze kouten stad,
welken naam zij met regt verdient wegens hare
menigte houten huizen en straten, en bevonden
ons weldra andermaal op het breede meer. Onze
reis was steeds door het schoonste weder begun
stigd en dit maakte de overvaart des te aangena
mer. In den namiddag van den volgenden dag
voeren wijna eenige uren te voren ook aan den
mond der Kalamazoo rivier (aan de Michigan
kust) te hebben aangelegd en alwaar eenige //bi
landers wonen, de schoone Grand Rivier op, en
landden binnen weinige minuten te Grand JI&-
ven. Hier woont een aanzienlijk aantal Neder
landers; sommigen zeggen ongeveer 200, onder
welke eene kerkelijke gemeente is opgerigt die 50
leden telt. Er zijn hier 8 stoom en I water
zaagmolen die, benevens 1 leerlooijerij, aan vele
landgenooten bestendig werk verschaffen. Daar
enboven is er van deze plaats veel vaart op Chi
cago, uithoofde van den grooten handel welke zij
drijft in timmerhout, bast en dabspanen en waar
toe nog voor een aantal jaren eenen genocgzamen
voorraad boscklamlin den omtrek van Grand /7a-
ven gevonden wordt Tot landbouw is de grond
hier minder geschikt, weshalve de inwoners uit
sluitend in den handel en scheepvaart hun bestaan
moeten vinden. Van hier vaart eiken morgen
eene stoomboot de Grand Rivier op naar Grand
Rapids, 4-4 mijlen van eerstgenoemde plaats ge
legen, en eiken avond komt ook hier eene boot
van laatstgenoemde plaats aanJDes anderendaags
hadden wij op eene dezer booten,de Algoma, het
genoegen om gezegde rivier te bevaren naar
Grand Rapids, hetwelk de aangenaamste vaart
was die wij in langen tijd smaakten en menigma-
len zouden wij ons op de Maas gewaand hebben,
indien niet het gezigt van eenen Indiaan in zijne
canoe ons herinnerd had, dat wij iu het land van
Columbus waren. Na eene korte en genoegelijke
vaart kwamen wij in het landstadje Grand Rapids,
aan de Grand rivier gelegen, aan. Dit,is eene lie
ve, bloeijendo plaats, telt ruim 4000 zielen, van
welke minstens 1000 Nederlanders ziju, die daar
over 't algemeen rijkelijk hun brood verdienen,
als ambachtslieden of daglooners. Zij hebben
een groot steenen kerkgebouw, dat echter nog
niet voltooid is en van hetwelk alleen het bene
den gedeelte voor openbare godsdienstoefening
gebruikt wordt, daarin voorgegaan door een der
gemeenteleden. Eene zoodanige vergadering in
welke F. van Driel naar aanleiding van Lukas
18 vs. 13 voor eene schare van minstens 300
menscben als leeraar optrad, woonden wij des
zondags bij, en vernamen toen, dat men eerlang
eeu leeraar uit Nederland verwachtte, die in de
Hollandsche en Engelsche talen het woord van
God onder hen verkondigen zal. Den volgenden
morgen voeren wij met de nette stoomboot
Empire 0 mijlen de riv ier af en stapten te Grand-
ville aan wal, om die streek te gaan bezoeken .wit
meer bepaald de Hollandsche Kolonie genoemd
wordt.
Nu eerst nam het moeijelijke onzer reis eenen
aanvang, daar wij eene landreis ol liever gezegd
eene boschreis van 18 mijlen voor ons hadden,
wilden wij niet 's avonds onder het geboomte
eene legerstede zoeken. Hoewel aan geene boscb-.
wandelingen gewoon, kwamen wij toch na tne-
nigen druppel zweet gelaten te hebben, (het was
dien dag brandend heet) 's avonds om 9 uur in
het dorp Zeeland en werden zeer vriendelijk en
gastvri] ontvangen door onzen landgenoot J. van
den jioek. Zeeland is een zeer net dorpje, (in
aanmerking genomen dat voor weinige jaren op
die plaats niets dan boomen te vindèii was eu
dezelve den jagtgrond der wilde indianen uit
maakte telt ruim 100 huizen en eene bevol
king van ongeveer 500 inwoners; hetzelve heeft
eene goede kerk geheel van cederhout gebouwd,,
met den wel eerw. heer Vermeulen tot leeraar,
met wien wij aangename kennis maakten en aan
wiens vriendelijk onthaal wij het te dunken had
den, dat wij ons aan eenige keurige groenten
konden te goeddoen. ZEw.'s tuin levert die in
menigte op en hij zelf weet zijnen diseh up de
smakelijkste wijze te kruiden, bij wijze van een
gul en vrolijk gesprek. Men vindt er ook eene
Engelsche cn eene //oilandsche school en eene
leerlooijerij. //et meerendéel der bevolking*"vindt
zijn bestaan in landbouw, die er alle ''wel' bij
varen, echter is het land niet van die hoedanig
heid zoo a!s men het in het drie mijien van daar
gelegene Friesland en Drenthe (ouder den naam
van Ölaatslaud doorgaande) aantreft, dat gezegd
wordt aldaar uitmuntend te zijn. De wahdöïing
van den vorigen dag zat ons echter nog zoo sterk
in de boenen, dat wij Staatsland eu Overijssel
niet bezoeken konden en toefden dus des te lan
ger op Zeeland. Met regt draagt het dorpje
dezen naam, aangezien hetzelve-meest uit Zeeu
wen bestaat en het deed ons het harte goed zoo
vele vrienden en bekenden daar zoo wel gezeten
te vinden. Indien wij goed opgelet hebben, dan
vindt men cr alle soorten van ambachten; terwijl
eenigen het vak van winkelier .uitoefenen, waarbij
allen zich gelukkig en te vreden gevoelen.Uit hare
ligging zijn er echter slechts twee wegen langs
welke het dorpje zich verder kan ontwikkelen en
waarbij deszell's inwoners op meer voorspoed ho
pen kunnen en deze zijn afhankelijk van het na-
naburige Holland te blijven,zooals hetzelve thans
is wat den in-en uitvoer van goéderen betreft, en
te wachten tot dat de mond der Black Rivier
(bij //olland) geopend is, of zich door middel van
eenen goeden weg, dien het thans mist, oenen
beteren uitweg door het bosch, door hetwelk het
zelve voor mijlen in den omtrek omrit g«l is, te
banen naar Grand Rapids, en in welk geval //ol
land ten deele afhankelijk van Zeeland gemaakt
wordt Na alles in oogenschouw genomen te
hebben, wandelden wij in den avondstond naar
het 4 mijlen van Zeekind cn aanden weg naar
//olland gelegene Groningen, in hare nabij
heid bezochten wij den bestrijder van den vriend
van waarheid, den onzen lezers bekenden landge
noot J.KoLvuoitD.en vonden ons weinige minuien
daarna te Groningen onder liet gastvrije dak van
den schoolonderwijzer J. A. Z/illkeraxds, //ol
land's (in deze county) toekomstigeu kinder
vriend.
Hier staan slechts ettelijke huizen door Ne
derlanders bewoond, met eene bevolking vim on
geveer 100 zielen. Men vindt er eeu zaagmolen,
korenmolen en steenbakkerij, die Verscheidene
handen bezig houden, doch de plaats -zelve is van
weinig beteekenis. Na eenige aangename uren
met Mr. 11. en een paar vrienden van den
Nieuwsbode, en dus ook onze vrienden gesleten
te hebben, wandelden wij 'smorgens naar de 3
mijlen verder gelegene stad, dat is, naar de plaats
welke de stad worden moot, genaamd Holland.
Haiverweg evenwel trok eene groote bedrijvig
heid en wij mogen wel zeggen zeldzaamheid in
die streek zoo zeer onze aandacht, dat wij ons
niet onthouden konden om een eu ander nader te
onderzoeken, en ziedaar, wat vinden wij? Onzen
landgenoot A. Steketee, Cz. aau het bouwen
van liet eerste steenen huis in de kolonie! Al de
huizen die wij tot dus verre'gezien hadden zijn wel
netjes afgewerkt en vrij watfraaijer als de loghui-
zen met welke de meesten zich alhier in town
//olland behelpen, (ofschoon daarom niet te slech
ter) maar een steenen huis is iets extra. Na hem
nog een lang leven in zijn nieuw huis te hebben
toegewenscht, gingen wij wijder, denkende hoe
menig Nederlander zich ook in deze streek be
vindt, die om der dierbare vrijheid wille, zoo voor
het maatschappelijke als voor het godsdienstige,
het zich getroost heeft om hetzij in jongeren of
op gevorderden leeftijd het moederland té verla
ten, een»- reeks van opofferingen en ontberingen,
ja eene ontelbare hoeveelheid moeite en teleur
stellingen te ondergaan, die alléén een taai geduld
en een vertrouwend oog op de Goddelijke voor
zienigheid konden te boven komen, eer dat hij
zeggen kou zich waarlijk in zijne nieuwe woon
stede op vreemden bodem en in een ander we
relddeel te huis te gevoelen. Zoo mijmerende be
reikten wij ongemerkt Holland, doch vonden gee
ne stad, lieve lezer,maar alleen een net aangelegd
dorp, gelegen aan de Black Lake Ma-ca-la-ica
in hel iudiaunsob) en welks rivier zich 9 mijlen
boven deze plaats in het meer Michigan ontlast.
Hier staan ongeveer honderd huizen, tellende
eene bevolking van misschien 500 menscben, be
nevens een stoomzaagrnolon, toobeboorende aan
den heer van der Sluis, cn een windzaagmolen;
ook nog ecne zcepziederij, potasch-en salcratus
fabriek, eene scheepstimmerwerf en twee leerlooi-
jerijen, waarvan eene, aan de heeren P. F. Pfan
j kj'huil «fc Co. toébchoprende, op vrij groote
schaal is ingciigt ongoede zaken maakt. Tevens
'heelt men er al de benoodigde ambachtslieden en
een vrij groot aantal winkeliers, die meest al hun
ne goederen van Chicago ontbieden én waartoe
de stoomboot Gen. Harrison bij elke vaart tus
schen Grand Haven en Chicago aan den mond
der rivier aanlegt, waarna de goederen door mid
del van platbopton de rivier op en huiswaarts ge
voerd worden.
Hut hotel van den heer J. Binnenkant, het
eenige in die plaats, verdient allezins aanbeveling,
en is g rooier dan dat van den heer Naaije te
Zeeland.
De ligging van Holland is allerliefst en wij
wenschen met onze daar wonende landgenooten,
dat hunne bede aau 't congres om eene geldelijke
ondersteuning van 10,000 ter opening van den
mond der rivier te erlangen, spoedig moge ver
hoord worden. Dit moet en ook dit alleen kan
Holland eene stad maken van eenigen naam, ter
wijl er anders weinig meer van kan verwacht
worden dan een eenvoudig landstadje, hoeveel de
natuur haar ook geschonken heeft om hetzelve
tot eene der eej-stc steden aan dc westelijke kust
van Michigan te maken. Wij vernemen dat eeni
gen en wel vooral du gebroeders Woltman en
Öchaddelee ziek op du vischvangst beginnen toe
le leggen en aanvankelijk goed slagen. Het land
hier eu in den omtrek is niet van de beste hoeda
nigheid voor huidbouw, als zijnde voor het mee-
rendeel begroeid met hemlock en pine boomen,
die, zoo ais bekend is, op schrale en zandige gron
den het weligst tierenevenwel hebben die boo
men voor de inwoners der kolonie eene bron ge
opend, waardoor zij dezen zomer reeds voor de
zeer aanzienlijke som an tusschen de zes en ze
ven duizend dollars aan bast en dakspanen naar
Chicago hebben uitgevoerd. Dit zegt veel in
zulk eenen korten tijd, maar het is geene blijven
de bron, en wanneer zij uitgeput is,hetwelk toch
eenmaal moet plaats hebben, dan moeten of den
grond of scheepvaart het gemis vergoeden kun
nen, terwijl nog daarenboven bet tweede van het
eerste afhaDgt, aangenomen dat landbouw bet
hoofd-orgaau van het wel gedijen eener kolonie
is. Wij maakten ook nog eene korte visite bij
den wel eerw. heer van Kaalte, die aan den in
gang van het dorp woont, van Zeeland afkomen
de. ZEw. woont daar, zoo wij gèlooven, regt ge-
noegelijk, als een vrijheer op zijn uitgestrekt do
mein, hetwelk wij echter niet in zijn geheel kon
den opnemen,uit vrecze hem in zijne werkzaam
heden als redacteur van The Hollander,in welke
collega van Kaalte ter dier tijd drukgeetigageerd
was, verder te storen.
Vervolgens bezochten wij Zuid Holland, de
plaats waar Ds. Iv. van der Schuur, en Graaf- i
schap waar Ds. Klijn, het leeraarsambt bekleed
hebben, doch aangezien deze gehuchten slechts
als onderdeden van Holland te beschouwen zijn,
gaan wij, na vermelding van eenige genoegelijke
uren bij Ds. van der Öchcgr, town Holland's
(in deze county) toekomstigeu leeraar, dourge- i
bragt te hebben, dezelve stilzwijgend voorbij»
//aast zouden wij vergeten te zeggen dat wij
ook eene blijde ontmoeting hadden met "den
vriend van maarheid." In hoeverre ZEd. in zij
ne artikelen betrekkelijk de kolouie waarheid ge
schreven hebbe, zouden wij niet gaarne beslissen,
daar hij de Kolonie bij nacht gezien heeften met
het innerlijke goed tchijnt bekend te wezen, ter
wijl wij er daarentegen bij dagzijn doorgereisd en
ons met eeu oppen lakkig overzigt van het uiter
lijke moesten vergenoegen. Dit willen wij ech-
ter zeggen, dat ons uit vele monden gulhartig is
toegestemd,dat hij wel waarheid geschreven,doch 1
zaken vermeld heeft, die beter hadden verawc- 1
gen geworden, eu de eenige reden die er bestaat
dat men ons niet met tegen bedenkingen en weder- j
leggingen bestormd heeft, is, omdat men bang
was den mond van den vriend van waarheid nog
verder open te breken, in welken de meesten nog
veel zagen opgesloten.
Voor dat wij afscheid van de Kolonie nemen,
wenschen wij nog een woord in 't midden te bren
gen aangaande do geruchten welke wijd en zijd
verspreid worden, alsof er veel armoede en boos
aardige ziekten onder onzö landgenooten zouden
heeischen. In betrekking tot het eerste kunuen
wij naar waarheid berigtcu, dat men ja ook daar,
eten als elders, klaagt over de scha'arsclihéid van
geld, doch armoede zoo als velen dit wenschen
verstaan te hebben,.hebben wij, Gode zij dank!
bij niemand gevonden, integendeel, de men
scben zijn alle dankbaar en tevreden en zien hoop
vol eene blijde toekomst te gemoet; elk gezin
heeft meer dan het behoeft eu zoo lang men dat
zeggen kan is er stof tot dankzegging. Men
moet zich inderdaad verwonderen hoe zij het in
weinige jaren zoo verre gebragt hebben,om eene
volstrekte wildernis in eene bebouwde en volkrijke
landstreek te hei-scheppen. Wel is waar hebben
sommigen drukkende tijden gezien, doch wan
neer, zoo als b. v. op zekeren tijd te Zeeland, twin
tig timmerlieden op een klein dorp wonen dan
kan het slecht anders wezen. Van ziekte heb
ben wij niet het minste spoor vernomen, maar
dat er in het begin ongesteldheden goheerscht
hebben is uit de vermoeijenissen en ontberingen
aan het ontginnen van nieuwe gronden verbon
den, gemakkelijk af te leiden. Dit heeft echter
thans grooten deels opgehouden, en misschien ook
wel daarom is dio landstreek nu zoo gezond als
eenige andere.