2JAARG. IVO. 41. VRIJDAG 12 SEPTEMBER 1851. NO. 93. il> mmnnnna J. ÖÜiNtüS, Uitgever Redacteur. ABONNEMENTS-PRIJS. Voor IJ jaar2,00. Voor eon jaar - - -- -- -- -- - -1,50, Voor 70s maanden - -- -- -- -- - 1,00. Voor drie maanden - -- -- -- -- - 0,50. Alles volstrekt in vooruitbetaling. Verschijnt eenmaal per week. PRIJS DER ADVERTENTIES. Voor een jaar, niet boven de 5 regels - - - 5,00. Boven 8 tot 16 regels, voor de cersto plaatsing - 1,00. Voor 8 regels of minder, dito ------- 0,50. Voor elke volgende plaatsing ------- 0,25. Brieven cn ingezonden stukken franco. (Ectiig orgaan bar Xcbcrlanbcrs in Jïoorb ümcrika, aan l)ct nienms, ben toestanb en bc belangen «an l)Ct ©nbc en Nicmse linbcrlanb getoijb. THE SHEBOYGAN NIEUWSBODE, The only Datch (or Holland) paper in the United Stales IS publishkü kvf.rt frida at the rato of §1,50 per anaum or §1,00 for six months Payablo in advance. „%èZ Office: Nearly opposite the New-York Store. terms of advertising: Sixteen lines or less make a square Square, for I week §1,00 ,.2 weeks 1,25 Business Cards, of 5 lines or Iess,pcr an. 5,00 Square, 3:nonths 3,00 Square, 6 months §5,00 one year 8,00 Every subsequent sq. 4,00 One column,6 mo'ths 20,00 1 year 30,00 All casual advertisements must be paid for in advance Postmasters throughout the Union are politely re quested to act as agents for this paper. Letters and Communications to be prepaid. 111 kinds of blanks for sale AND Of even- description, in the English, Dutch, French and German languages, neatly and piompdy done at the office $f the NIEUWSBODE. J. QUINTUS. Sheboygan, Wisconsin. Publisher Editor. MENGELWERK. Brief van de Gravin de Bocarme, aan den Koning der Belgen. De algemeene belangstelling, waarmede men liet regtsgeding van den graaf de Bocarme steeds gevolgd heeft, doet ons den volgenden brief van de moeder des graven aan den Koning der Bel gen in zijn geheel mededeelen. Zoo als men zien zal, beklaagt de gravin zich daarin over den spoed waarmede de ministers het schavot voor haren zoon hebben doen oprigten, en zijn hoofd doen vallen, voordat zij den tijd gehad had hem voor het laatste te gaau omarmen. Haar schrijven luidt dus SireAlvorens dit Land te verlaten, dat voortaan voor mij eene woestenij is geworden, gevoel ik behoefte de laatste ontboezemingen mijns harten in het hart van Uwe Majesteit uit te storten. Ik twijfelde er niet aan of de Koning zou zich gelukkig geaeht hebben, ten opzigte van mijn ongelukkigen zoon gebruik te maken van liet schoonste prerogatief van het Koningschap, van het regt van gratie, dat regt, hetwelk de Ko ningen dezer wereld nader brengt tot den Koning der Koningen. In mijne eenzaamheid, in de tra nen des gebeds zeide ik tot mij zelveEr is een God die vergiffenis schenkt, er is een Christelijk Koning die zich het gebod van Christus zal her inneren, een Koning die niet 2al dulden dat het hoofd van een mensch -.onder de bijl van den beul valle, een Koning die niet zal gedoogen dat een naam, roemrijk geworden op zoo vele slagvelden en aan de edelste huizen van Belgie vermaagscnapt, dc schande van het schavot on derga En hoe zou ik die hoop niet hebben opgevat bij eene beschuldiging, welke geen anderen grond had dan de lafhartige en eigenbatige verklaring eener vrouw zonder gevoel Had ik geen regt alles te verwachten van dien gTOOtmoedigen Ko ning, die,nog onlangs in zijne teederste liefde ge troffen, gewis de zielskwellingen kende eener moeder, welke op liet pund stond haar kind te verliezen? Helaas! Sire! ik wist niet dat tus- schen de ingevingen van uw edel hart en het hoofd van mijnen zoon zich de medeteekening van een' minister moest komen plaatsen. Toen is een laatste stap beproefd door den vorst van Rheina-Wolbeek, den graaf de Lannoy en den heer advokaat de PaepeWaarom moes ten hunne pogiDgen tot het gruwzaamste bedrog aanleiding gevenEene ongehoorde overhaas ting, zoo groot dat zij aan onwettigheid grenst, bereidde het strafwerktuig op hetzelfde oogen- blik dat deze edelmoedige mannen terugkeerden van een langdurige onderhoud met den minister van binnenlandscbe zaken, die eeno onverklaar bare achterhoudendheid in acht namop hetzelf de oogenblik dat zij den minister van justitie ver lieten, na een gesprek van twee uren, zoo niet in de zekerheid, ten minste met de wettige hoop dat de dood van mijnen zoon nog niet onherroe pelijk pepaald was. Een woord echter uit den mond dezer mi nisters, een woord dat mij berigtte, hoe, volgens een reeds van hen uitgegaan bevel, de mensche- lijke geregtigheid den volgenden dag moest vol daan worden, en ik zou naar Bergen gevlogen zijn om aan het gemoed van mijnen zoon den laatsten troost der moederlijke liefde te schen ken en zijn laatst vaarwel te ontvangen. '•Dat woord, Sire! is niet geuit! Was het ee ne voorbijgaande wroeging? Want het nood lottig besluit was door hen genomen. Was het de laf hartigste, de zonderlingste dubbelzinnig heid Ik laat u daarover oordeelen. Sire. Ik beroep mij deswege op de regtbank van de openbare meening,op het oordeel van Europa en de gehee- le Wereld. Men moest de waarheid, de geheele waarheid gezegd hebben aan die achtenswaardige mannen, die handdelen in naam eener moeder,aan welke de toegang tot haren zoon gedurende vier maanden geheel was ontzegd en wier laatste troost, wier laatste pligt het was zijnen moed te schragen en hem te omarmen met den vinger naar het kruis geheven. Sire, het zal voor mij eene eeuwigdurende bitterheid zijn dien pligt niet te hebben kunnen vervullen. Deze troost, welken men de moeder van den laagsten misdadiger niet weigert, is de moeder van den graaf de Bocarme ontzegd Ik, die hem ter wereld had gebragt, had het regt zijnen dood te heiligenik haakte naar mij ne plaats bij deze droevige toebereidselen te mid, den van de dienaren GodsIk moest mijnen zoon zeggen hoe men als Christen en zijn geslacht waardig sterft. Men was dan wel begeerig dat hoofd op het plaviesel der openbare markt te doen val len! En evenwel Sir! de meeDing, welke men de de volksmeening noemt, eischte dat hoofd niet, en zij, die het ten offer bragten aan mij onbeken de onwaardige driften, bedrogen zich schromelijk, ongetwijfeld meenende dat dit bloed het wan kelende voetstuk van hun gezag zou bevestigen- Ik verfoei die gevoellooze sophisten met al de kracht mijner ziel. Als vrouw, protesteer ik tegen een zoodanig misbruik van het onbeschofte geweld, Als moeder, was ik aan de nagedachtenis van dien ongelukkige, die mij aan den voet van het schavot wachtte en die misschien aan mijne teederheid twijfelde, was ik aan zijne beu len dezen vloek verschuldigd, welke mijne pen verbrijzelt en mijnen rouw doet aanvangen Ik breng aan de voeten van Uwe Majesteit de hnlde van den diepsten eerbied, waarmede ik de eer heb te zijn, Sire, Uwer Majesteit zeer ne derige en ontroostbare dienares, de gravin Ida de Bocarme. Brussel, 21 Julij 1851." jöcriglcn Dan (Dttropa. NEDERLAND, 's Hertogenbosch, 30 Julij. Gisteren barstte over de gemeenten Esch, Boekei, Schijndel, Din- tel en welligt nog onderscheidene gemeenten, (van welke wij nog niets gehoord hebben), een allerhevigst onweder los, vergezeld van een ster ken wind, zwaren regen en eene hagelbui, waar van de oudste bewoners dier gemeenten zich geen weerga kunnen herinneren. De schade, aan al de te veld staande vruchten toegebragt, is niet te berekenen. De rogge ligt als het wave gedorscht op de ak kers.De boekweit is totaal vernield.De aard appelen zijn van hun loof beroofd.De vrucht- boomen zijn genoegzaam zonder vruchten, ter wijl, de nog overgeblevene vruchten gekneusd en gebarsten aan de boomen hangen.Een 6tal dik ke eikenboomen zijn met den wortel uit den grond geruktDe huizen waren met lakken van hoo rnen en met alle soorten van vruchten overdekt Onnoemelijk is de schade aan de huizen, voor namelijk door het verbrijzelen van glazen, het afwaaijen van schoorsteenen, enz. toegebragt; in een woord de verwoesting is niet te beschrijven. Gendrjngen, 30 Julij. Gisteren na den mid dag omstreeks half drie ure brak boven deze ge meente een lievig onweder los, vergezeld van stormwind en hagelslag, welko binnen vijftien minuten tijds over eene lengte uit het West Noord Westen tot het 2uid Oost ten Oosten, van twee uren gaans, van af Elten berijden Terborg over Ulft en Gendrmgen tot het einde der buurt schap Voorst beoosten Anholt, en op eene breed te van -J- uur tussehen Sillevolde en de buurt schap Megchelen, in den volsten zin des woords, alle veldgewassen, tuin-en boomvruchten en plan ten verpletterde, eene menigte vrucht-en andere boomen ontwortelde en verbrijzelde, glazen en daken vernielde, enz. De oudste lieden herinneren zicli geen zulk noodweder,naauwelijks weder buitenshuis dur vende komen, wenschten zich buren en magen geluk met het levensbehoud, doch vertoonde ach ook het tooneel der verwoesting in volle kracht aan hun oog, niets dan verwoesting, jammerkfag- ten van menschen en dieren;indrukwekkend was het getier van het vee op de dorpsweide gaande dat, te vergeefs naar schuilplaatsen zoe kende, bij menigte verwond werd; de aardbodem nog even te voren met de schoonste vruchten be zet en eenen rijken oogst belovende, was nu be dekt met eene laag ter dikte van twee palmen, ronde en hoekige ijssteenen, van twee a vier dui men omvang en zoude een volstrekt wintergezigt hebben opgeleverd, had niet het zomergroen der afgeslagen bladeren en takken van de boomen en planten een zonderbaar contrast aangebragt; geen plantje, geen gewas is ongedeerd gebleven, wat door den wind en de ijssteenen te bereiken was; evenmin zomer- als wintervruchten zijn voor menschen noch vee in deze streken overgebleven, en voelt men thans reeds algemeene derzelver gemis, veel meer zal dit vooral bij den minderen stand, gedurende den aanstaanden winter het geval zijn. De aangerigte schade is onberekenbaar en niets was tegen hagelslag verzekerd, terwijl be halve het ingeoogstc koolzaad slechts een gering gedeelte vroege rogge was ingehaald. A. C.) 's Hertogenbosch, 7 Aug. Het water wast hier sterk, zoodat reeds de lage landerijen in den omtrek overstroomd zijn. Waaraan deze hooge hooge waterstand in het midden van den zomer is toe te schrijven, weten wij niet. Dit echter weten wij, dat do aanwas van het water thans meerder schade aanbrengt, dan al de verwoestin gen door den laatsten hagelslag. De weg van onze stad naar Pettelaar staat weder onder wa ter, en daardoor is de communicatie op eenen weg weder belemmerd. Wanneer zal deze zorg wekkende toestand ophouden? Wanneer zullen er maatregelen genomen worden om Noord-Bra bant tegen herhaalde overstroomingen te bevei ligen? Men heeft trotsche plannen in het hoofd, welker tenuitvoerlegging wij ten volle beamen, maar nog niet zien gebeuren. Ook de Provin ciale Staten hebben hierover gunstig aan den mi nister van Binnenlaudsche Zaken geadviseerd, maar er is sprake over eene door Noord-Brabant te geven bijdrage van 3 a 4 millioen guldens. God helpe hierin, want hij die Noord-Brabant kent, en daarbij weet welke tegenstrijdige belan gen sommige streken dezer provincie in een uit- waterings kanaal hebben,ziet geen middel om de ze millioenen schats geind te krijgen. A. C.) Tilburg, 1 Aug. Eenige dagen geleden be speurde men op enkele akkers wederom zoo als in do laatst voorgaande jaren zwarte vlekken aan het loof der aardappelen, hetwelk als een begin der ziekte aan (He plant werd beschouwd. Se dert 3 of 4 dagen, waarschijnlijk tengevolge van den zwaren regen en de drukkende warmte, is die ziekte aan het loof der aardappelen merkelijk toegenomen, en geeft hetzelve een dusdanigen stank van zich, dat men zeer betwijfelt of dezelve zich niet aan de knol zal mededeelen, die evenwel, voor zoover men nu nog ontwaart, zuiver en goed van smaak en alzoo niet door de ziekte aangetast. Men kan niet zeggen, dat de ziekte algemeen is, maar zij wordt op den vetten en sterk bemesten grond het meest bespeurd. (UB.) Zwolle, 1 Aug. Men meldt ons uit Hatteiu, dat aldaar eene opschudding heeft plaats gehad, die veel naar oproer geleek, en wel ten gevolge dat men bij een, kleinen slagter een gedood var ken, dat reeds gezouten was, uit het huis heeft gehaald. De publieke verkoop daarvan werd door eene dreigende menigte verhinderd en de be trekkelijke ambtenaren konden zich ter naauwer- nood door een overhaasten vlugt van geweldda digheden vrijwaren. Men vreest, dat de gewa pende magt zal moeten worden ingeroepen, om die groote gisting in het kleine stadje tot beda ren te brengen. O.) Maastricht, 6 Aug. In den vroegen morgen yan den Sden U. greep er, in een, onder de ge meente Schaesberg gelegen, gehucht, het volgen de deerniswaardig ongeluk plaats: De linie- commiesen B. en JL, aldaar gestationneerd, zagen twee smokkelaars met goederen (jenever) aanko men, en vermoedelijk om hen schrik aan te jagen, vond B. goed om de haan van zijne karabijn te spannen, welke verrigting echter het ongelukkig gevolg had, dat het schot afging en rijnen colle ga A. zoodanig in den rug trof, dat hij eenige uren daarna aan de gevolgen overleed. De jus titie Leeft den commies JS. voorlooping in ver zekerde bewaring gesteld. De berigten omtrent de orersfroomino'en blijven treurig. In Wurtemberg wordt de scha de op 1000 millioen guldens begroot; een ge deelte der stad Munchen stond onderwater; men vreesde voor Wurtzburg en Bamberg. Op verscheiden plaatsen is de dienst der spoorwegen gestaakt, vele personen zijn omgekomen. Den 7 Aug was de Rijn voor Mainz nog wassende, en had het water op den middag de in dezeu tijd ongekende hoogte van 15 voeten en drie duimen bereikt. Het lage gedeelte van de stad Spiers is over stroomd, en voorbij die stad zag men eergisteren nog verdronken vee, huisraad en graan den vloed afdrijven. Na den afloop der zonsverduistering heeft in Duitschland een zeer gunstige verandering in de weergesteldheid plaats gegrepen. De hitte was gisteren buitengewoon grootindien dezelve blijft aanhouden, is er hoop dat het graan en de wijnstok, die in sommige gedeelten van Zuid- Duitsckland nog zeer achterlijk zijn, nog een vrij goeden oogst zullen opleveren. Vele speculan ten beginnen reeds te verkoopen. Intusschen rigt de hagelslag bij voortduring vele verwoestingen, bijzonder in het Badensche, aan. Een tweede hagelslag, die den 27sten al daar plaats bad, heeft in de omstreken van Mann heim, Heidelberg, "Wiebelingen en elders een groot gedeelte van den te velde staanden tabak verwoest. Ook het graan heeft op vele plaatsen geleden. De schade wordt op meer dan f 200, 000 geschat Dit verlies is voor de landbouwers des te gevoeliger, naar mate velen in dit gewest niet tegen den hagel verzekerd zijn. (Fr. Cu) Uit Smirna meldt men, dat den 19den Julij de Nederlandsche viee-eoneul, de Heer Richard J. van Zennep, in den vroegen ochtend zich naar zijn buitenverblijf te Serdikoi hebbende begeven, om zijne familie aldaar te bezoeken, bij eene wan deling met tweo zijner jengdige kinderen en den tuinman, op naauwelijks 100 schreden van zijne woning door 5 roovers werd overvallen, die hem dadelijk vastbonden. De kinderen met den tuin man vloden ijlings naar het dorp terug. De roo vers verlangden een losgeld van 50,000 piasters, onder bedreiging, dat, indien hij ze niet binnen 24 uren voldeed of wanneer men hen gewapen derhand trachtte te overvallen, zij hem aanstonds zouden nederschieten. Een der roovers werd naar de stad gezonden en op het schrijven van den Heer v. Zennep, welke men intusschen ge durende 36 uren in het gebergte medegevoerd had, is werkelijk de gevraagde som uitbetaald, waarop dc gevangene in vrijheid werd gesteld, In berigten uit Konstantinopel van den 15 Julij jl. door den Parijschen Constitntionnel ont vangen, leest men onder anderen het volgende: Een Grieksch geleerde, de Heer Simonides vermeent, bij zijne nasporingen in de arehiven der Grieksche kloosters, de zekerheid te hebben bekomen, dat op het eilandje Antigone, een der Prinses-eilanden aan den ingang der zee van Mar mora, het oorspronkelijke handschrift van do Handelingen der Apostelen begraven ligt Hij heeft door tusschenkomst vau den gezant van Sardinië, van de Porte vergunning gevraagd, om in een bepaald gedeelte van dat eiland opgravin gen te doen, en verlangt dat alle geleeraen van Konstantinopel daarbij tegenwoordig zijn, zelfs ook eenigo geologen, ten einde deze zouden kun nen uitmaken dat de grond op de door hem be doelde plek sedert eeuwen niet geroerd is. Men verzekert dat de Grieksche patriarch, uit vrees dat eene zoo belangrijke ontdekking nieuwe scheuringen zou kunnen doen ontstaan, de Porte verzocht heoft de gevraagde vergunning te wei geren men meent echter dat rij verleend zal worden en dat de opgravingen zullen plaats hebben.

Krantenbank Zeeland

Sheboygan Nieuwsbode | 1851 | | pagina 1