hJaargang
Sheboygan, I# 7.v.) 23 April 1850.
liet ccJiige Hollnndseho ftlitd in Amerika verschijnt
eiken l>iiig?(Iug.
A P.O.WYF.M L.NT.S-I'R MS
Vuur een jaar ----- §1,50.
Voor zos nvumtlen - - - - $1,00.
Voor drie maanden - - - - $0, i0i
ADVKUTEiNTIEN:
Voor een jaar, niet boven de 5 regels $5,03.
Voor 3 regeli- of minder, voor de eerste plaatsing - 50.
Raven f! tot li» regels, dito - - - - - -
Vaar elke volgende plaatsing ------ ga.
Alles volstrekt in vooruitbetaling.
Uneven en ingezonden stukken franco.
J. QUINTUS.
Uitgever Redacteur.
BUREAU: DEMOCRAT OFFICE.
The only Dutch [Ibdland) paper in America i< issued
every Tuesday.
T li U 3l(i
For one Year - - - - - - - $1.50.
For sit Months ------ $i,ijn.
I'or three Months ------ $0.51).
AI >VKRTISKMESTS
One sr;i;nro'(15 linos) one insertion - - - I,fin
On-; square two insertions 1.
One flipinre three riionih* -------
One square nit months - -- -- -- - 5,011
On» square one year - -- -- -- -- R.IHI
Business Cards, 5 lines or tinder ----- 5,03
One column one year - -- -- -- - 25,01)
[TV All advertisomenis will be charged for until ordered
out.Letters and Communication» to be prepaid.
o. 2?^.
lO.erde oawproulcelljke bjivjujrs van j lCele.n of kamers gedeeld, door palen ia den (soop gekookt. Dj schotels of schalen waar-'
ASEKIit.V, grond te slaan en dezelve met matwerk te in het eten opgedisehc wrrdt, zijn uit de
U ll i Cl 11 C 11 i bedekken. Ondor hot dak bevinden zich de [kwastachtige aanwassen des ahornbooms
0- ahornbooms
voorraad kamers, waar zij hunne levensmid- gemaakt; in het zuiden echter worden in
iJelen op palen bewaren,welke door hot in.stukken gesnedene Kalabassen daarvoor
ihet midden der hut brandende vuur en den .gebruikt.
'steeds opstijgenden rook, voor bederf be- Hunne lepels zijn van hout on sierlijk
waard zijn. liet huisraad der Indianen be-1gesneden, dikwijls eten zij echter met de
Zij houden hunne droomen en gezigten staat of in tafels en banken of stoelen, of handen. De vrouwen vervaardigen vele
nr ingevingen van don grooteu Geest en '-'j bedienen zich van matten wanneer zij [soorten van koraalwerken en weverijen, als:
.1 viste geloof daaraan, verleent hun eenejl'unno maaltijden op den grond houden.Bij j hangmatten, gordels, jagtzakken. netten en
De
Modcjjeilcold door
X. W. A. VAN CAT/. SMALT.tnucui;.
(vervolg van nommer 21. J
meer deze zucht zigtbaur on da neiging naar
uitstekende kleuren algemeen is.Do vroegere
bedekking .110* dicrenvtrllon, dio tegenwoor
dig slechta bij de verst verwijderde stammen
van Westen St Noorden voorkomt, was naar
het zeggen der Indianen niet alleen warmer,
maar ook duurzamer, als eenig wollen bloe
ding stuk, wat zij sedert van do blanken in-
koopen. De Indianen verstaan de kunst do
huiden op eene bijzondere wijze zacht to
maken: zij leggen de huid van eenen buffel-
imligen loopbaan bestemd, menigeen ©r-j dienon, en noordelijk wonende stammen sla-
iwt eerst door zijne droomen, dat hij ge-| pon opveilen, voornamelijk op beerenhni-
«iheer of ioii» anders in hbt burgerlijk [den, die naust elkander op den grond uitgc-
:t?n worden most. j strekt zijn. Wanneer deze echter niet groot
i)u eigennamen wc-lke de Indianen voeren, genoeg vooral de loden der familie is, dan
"iH&melijk willekeurig en worden Iicrn 'A'ordt eene soort van stelling eenige voeten
zijne jeugd gewoonlijk naar dieren van'hoog gemaakt, voor de jonge kinderen. Het
OKchillendon uard gegeven, anderen voe-'"teest vindt inen dit bij de Canadasche In
dook namen overeenstemmende met hunne jdianen en die van het Noordwesten. Tot
effjwnlijke eigenschappen, of zinspelende 'hunne woonplaatsen kiezen de Indianen ge-
hun uiterlijk, en nog andoren wordenwoonlijk zulke oorden, waar hout en water
«m :oo als gezegd is° van de inwijding,'m de nabijheid en laag land tot het planten
"sgovoegd, waarvan de ineesten echter] vnn Turksch koren is. Daarom vindt men
ene Indiaansche namen zijn. Zijcbebou-| hunne dorpen gewoontij.t bij meren, rivie-
"niet immer don eerst aangenomen naam, ron of beken, doch immer zoo, dat zij bij
nar nomen gewoonlijk na ontvangene wij-
'mg of wanneer zij mannen geworden zijn.
eenen nieuwen aan. Vele namen zijn zin
spelingen op zedelijke gedragingen, of
wJienstvolle daden, en worden, hoewel zij
1:1 de vertaling eenen gansch nnderon zin
geven, gewoonlijk in een cenig woord uit-
gecrukt, in welke zamenstelling de India
na een buitengewoon vernuft kenmerken.
de gewone voorjaar» ovcratroomingen bui
ten gevaar zijn. Bij vele stammen wordt
een huis door vele bevriende familien be
woond; onder de Delawaren heeft echter
gaarne ieder Indiaan zijn eigen huis, waar
door dezelve ook gewoonlijk zeer klein zijn.
Bij de aanlegging hunner dorpen volgen
de Indianen geen geregeld plan, maar ie
der bouwt waar het hem goeddunkt. Eeni-
Onhaatzuchtigheid is een hoofdkarakter-,ge huizen of hutten maken cene stad of
f/j er V)d'anen» en gastvrijhoid is onder; dorp, en is dit door ecne verschansing van
l'de Indiaansche stammen in Noord-Arne-j Palissaden omgeven, dan noemen zij het
ilia iets zeer gewoonlijks. Vesting-. Zelden echter hebben deze dorpen
'■'J *ijn zeer eenvoudig in hunne be- meer als vijftig huizen, dio nagenoeg alten,
boplton, woning cn kleeding. Ivan kleine tuinen omgeven zijn. De da
lle hutten der tegenwoordige Indianeniken hebben alle, voor den ingang des hui-
n "0"rd-Amcrika hebben gedeeltelijk den zes een afdak, om ouder hetzelve in de
orm van het geringste 6oort der Europe-
'cll° ^'pshuizen, deels zijn zij rond, en
jaar het klimaat open en slechts met een
,'Voor-ien, of met leem, palen en boora-
auken gesloten. De hutten of Wigwams
Pr Indianen, welke geene vaste woonplaats
"«den noch dorpen hebben, en steeds van
5 pene plaats naar de andere tre&ken, zijn
loogst eenvoudig en laten zich ligt np-
doan. Zij steken kleino buigzame staken
n den grond en buigen die zoo, dat zij _.rf_ _r <l
'0Ven te zamen komen on eenen halven koken. De vrouwen bereiden bij andere
schaduw tc kunnen zitten. Huisraad geeft
het zeer weinig en zeer eenvoudig. De
werktuigen waarvan men zich bedient om
het tc vervaardigen zijn zoo gebrekkig, dat
het niet mogelijk is zonder buitengewone
moeite iets goeds daarmede te maken. ïn
ieder huis vindt men echter ijzeren ketels
en messen. D& Oltowa's en Chippawa's ver
vaardigen steenen potten, zoo hard, dat zij
geheel tegen het vuur bestand en daardoor
geschikt zijn alle soorten van spijzen te
lü0U maken, hier binden zij dezelve te za-
"i", cn bedekken deze staken met matten
1 mot berkentakken, die zij op hunno vaar-
i bestendig in hunne kaaoes of kleine
'a«rtuigen medenemen.
«eze hutten hebben noch schoorsteenen
vensters, maar slechts eene kleine
Pining midden in het dak, door welke de
Sian kan; dit wordt echter bij regen
sneeuw toegestopt, waardoor alsdan de
oi£ het oponthoud in de hut zeer onaan-
t aam maakt Het inwendige der wonin-
n in do dorpen wordt grootendeels, wan-
cr de familie talrijk is, in verschillende
stammen ocno soort van kruiken, schotels
en wijdhalzïge flesschen, die zij door in
snijdingen versieren, waarbij zij dikwijls
eenen goeden smaak ontwikkelen. In hun
ne huizen vindt men eene menigte zelf ver
vaardigde «arden potten,schotels en borden
of zij gebruiken uitgeholde bakken. Tot
het koken bedienen deze zich gewoonlijk
van ijzeren ketels of potten, om te braden,
echter gebruikt men eeu stuk zeer hard
hout, waarvan de einden op vorkachtige
palen liggen, en doorgaans kunnen draai-
jen. Visch wordt gewoonlijk op kolen ge
roosterd,bij sommige stammen ook tot dikke
dreven in deze werkzaamheden.
De wapens der Indianen bestaan uit pijl
en boog, tomahawks, lansen, strijdkolven
en scnlpeerinessen. Pijlen en bogen wor
den van hard hout gemaakt, de pijlen zijn
van 3 tot 4 somtijds zelfs G voot lang,
aan het onder einde gespleten en mot ve
deren versierd, de spits is :eer scherpen
of mot weerhaken voorzien of zeer puntig.
Deels gebruiken zij daartoe in het vuur
gehard hout, deels scherpe steenen cn an
dere harde materialen. Do bogen worden
veelal uit hickory en andere harde buig
zame houtsoorten gemaakt; de pees be
staat uit dierlijke bestanddeelen; in Mexico,
Guatiroata en bij do Karaiben uit de ve
zelen eener plant, Broinelia genaamd. De
schacht des pijls maakt men dikwijls uit
hard riet. De strijdbijlen of Tomahawks
zijn tegenwoordig kleine bijlen van gepo
lijst staal,welke van voren de gedaante eener
bijl en van achter die eens hamers hebben,
om den vijand daarmede te kunnen neder-
staan;vroeger bestondon dezelve uit zwartach
tige steen. De lansen zijn 8 of 10 voet lang
en met scherpe punten voorzien; hiervan
bedienen zich de Indianen voornamelijk te
paard, in de westelijko doelen der Veree-
nigde Staten en in do Noordelijkste ge
deelten van Mexico. De strijdlcolvou heb
ben eene lengte van 2A voet, zijn aan hei
eene einde van eene ronde kolf voorzien,
en bij de Noordelijke Indianen, die met de
blanken in verbinding staan, met spijkers
of scherpe ijzeren platen beslagen. Vele
westelijke stammen, vooral de Cumanche's
cn Osagen gebruiken ook schilden van hard
bufièlleder; daar echter algemeen do be-
dekking des ligchaams in den strijd voor
vrees gorekend wordt, zoo is dit gebruik
grootendeels weder nagelaten. Vele stam
men, voornamelijk do Cumanche's,Pawnee's
en bijzonder die van Cioux, munten als
zeer geschikte en koene ruiters uit. Zij
houden wedronnen, en jngeo op hunne bij
na ongetemde, vurige, edele rossen met eene
kunst en snelheid die den besten Europe-
schen ruiter in verwondering brengt.
Ten lijdo der ontdekking van Amerika
bestond de kleeding der Indianen van het
Noorden grootendeels in heiden van dieren
en vederen,en die der West-Indien enMexi-
co in katoenen stoffen en vederen; reeds
toon bemerkte men bij alle volksstammen
Amerika 's eene buitengewone geneigdheid
tot verschillende kleuren in hunnen opschik.
Hoe meer do strengheid van bot ilimaat
de bedekking des tigchaums vordert, hoe
wordt voornamelijk door de vrouwen ver-
rigt, en wanneer zij daarmede gereed zijn,
wordende huiden met zenuwen afgenaaid,
en op verschillende wijzen bevorwd en ver
sierd. De reehuiden vorderen ccno eenigzins
langere toebereiding: men Icerll deze met
het scalpeermes of een breed ribbenbeoo, en
wrijft hierop de over het vuur gesmoltene
hersens des diers zoo lang in do huid, tot
dat de poriën volkomen gesloten zijn. Hier
op wordt een klein gat in den grond ge
maakt, een langzaam vuur in hetzelve ge
houden, en de huid zoo lang daarover ge
spannen, tot dat het geheel en al van rook
doordrongen is. Deze beide manieren
maakt iedere huid zelfs die van den buffel
zoo zacht en lenig, dat zij tot kledingstuk
ken verwerkt kan worden, en eene goede
bedekking van buffel of bcerenvellen dient
meerdere jaren zonder veel af te slijten.
Ook de Indiaanscho mantels van bever en
raccoonvellen zijn zacht, warm en duurzaam,
en zorgvuldig naar den loop der haren toe-
genaaid waardoor de ragen er afloopt.
Bij het dragen van dezon pelsmantel rig-
ten zij zich geheel naar het wedor: bij kou
de cn droogte de raauwe zijde naar binnen,
bij warm of nat weder koeren zij echter den
horigen kant naar buiten heen.
Buffalo, Maart 1850.
BARMHARTIGHEID.
Barmhartigheid is goedheid, deelne
ming in eens anders tranen of verdriet.
Goedheid, is minzaamheid jegens de goeden.
Barmhartigheid, is minzaamheid of goedwil
ligheid jegens de kwaden. Goedheid strekt
eene helpende hand uit naar hem,die aireed®
kan wandelen. Barmhartigheid naar hem,
dio uitgestrekt nederligt en zelfs niet kan
opstaan. Goedheid maakt goed© menschen
uit niets. Barmhartigheid maakt goedo men
schen van slechto menschen. Goedheid
plaatst levende menschen in een' schoenen
lusthof en beveelt hun dien te bebouwen.
Barmhartigheid rigt een kruis op en bevoelt
stervendo menschen daarop te zien, opdat
zij leven mogen. Goedheid geeft aan dan
jongsten zoon het gedeelte des goeds dat
hem toekomt; barmhartigheid ziet den ver
kwister op verren afstand op den weg,
en heeft medelijden met hem, en loopt, en
valt hem om den hals, en kust hem. Hij die
goodheid ligt of gering acht, zondigt; hij dio
barmhartigheid .ligt of gering acht of
miskent is dubbel DOEMWAARDIG.
(Uit het Eogelsch.)
Chicago, 111. II. v. d. K.