SHEBOYGAN NiEUWSBOUt.
1° Jaargang. Sheboygan, (JFis.) 12 Jflaart 1850. J\mo. 19.
Hot eenigo Ilollandsclie Bind in Amerika verschijnt
eiken Dingstlag.
ABOXNEMENTS-PRIJS
Voor oen jaar ----- §1,50.
Voor zos maanden - - - §1.00.
Voor drie maanden - - - - §0,50
J. QUINTUS.
Uitgever Redacteur.
The only Dutch (Holland) pa "or in America is issued
every Tuesday.
ADVEIiTENTIEN:
Voor een jaar, niet hoven-do 5 regels $5,00.
Voor 8 regels of minder, voor de cersto plaatsing - 50.
Boven 8 tot 10 regels, dito ----- -~$1,U0.
Voor elke volgende plaatsing ------ 25.
Alles volstrekt in vooruitbetaling.
Brieven en ingezonden stukken franco:
TERMS
For one Vrar - - -
Kor six .Months - -
For three Months - -
- $1,50.
- §1.00.
- $0,50.
ADVERTISEMENTS:
For one Year, not over 5 lines - $5,00.
For 8 lines or less, first insertion - - 50.
Over 8 to Ifi lines, do - - - - $1,00.
For every subsequent insertion - - - 25.
BUREAU: DEMOCRAT OFFICE.
All must be poid in advance.
Letters and Communications prepaid.
Over de geringe waarde
van de uiterlijke
voorregten dezes levens
Doon J. Eerman
Wanneer ik, het ruime veld der geschie
denis betredende, of in den omgang met
menschen, iemand aantref, die de goederen
derer aarde en de uiterlijke voorregten de
zes levens naar derzelver juiste waarde weet
te schatten, en zijn hart van te groote ge
hechtheid aan dezelve heeft los gemaakt,
dun roep ik, met grooter regt en reiner ge-
noegen, dan Archimedes, uit: „Ik heb hem
gevonden, den groolen geest, dien ikzoeke!"
Be grootheid toch van een denkend en voor.
de eeuwigheid geschapen wezen bestaat
daarin, dat hij zijnen toestand in deszelfs
gcheclen omvang inziet en doorgrond; alle
dingen naar derzelver juiste waarde schat;
die goederen op hooger prijs stelt, die in
vloed oefeuen op do gelukzaligheid van zijn
voortdurend aanzijn, dan dio, welke hem
l slechts voor weinige jaren een verganklij/c
genot verschaffen, cn die dat gene, wat aan
liet geluk zijns volgenden levens niets kan
1 toebrengen, aanmerkt ais dingen van gerin
ge waarde; zich op dezelve niet verhoo-
vuardigt, wanneer hij zo bezit, en niet tnis-
troostig of ontevreden is, wanneer hij dezel-
4 ve ontbeert. Hoe algemeener de vooringc-
nomenhcid is der menschen met de uiter
lijke geluksgoederen dezes levens; hoe meer
zij naar dezelve jagen en streven, en hoe
schitterender deze voorregten zijn; des te
grooter is de ziel, die zich boven dezelve kan
verhellen en die goederen, die hij met den
(Jood niet achterlaat, beter kent en waardeert,
dan de groote hoop,en do zoodanige ver
smaadt, die in zijn laatste levensuur zijn ge
luk niet verhoogen, al waren aan dezelve,
gedurendo zijn leven, ook vele genoogons
verbonden.
Ik verheug mij, zoo dikwijls ik in de ge
schiedenis lees, wat Saladin, de groote ver-
i overaar van Egypte, kort voor zijnon dood,
deed. De ijdelheid des roems inziende, dien
hij zicb door vele gewonnen veldslagen en
veroveringen verworven had, liet hij, weini
ge oogenblikken voor sijn verscheiden, zijn
wapenkoning bij zich komen, die in alle
veldslagen zijne banier voor hem uitgedra
gen had, eu beval hem, een stuk van zijn
doodkleed, waarin hij weldra zou gewik
keld worden, op eene lans te stoken, het
zelve voor zijne legerinagt in de hoogte te
heffen, en daarbij uittero?pen: Ziet, dat
n is alles, wat de groote Saladin van zijne
veroveringen, zegeteekenen en van al zijn'
roem medeneemtDe geheele wereld
juicht bij den roem eens overwinnaars
en noemt hem groot; maar niemand ver
heft met lof den man, die in stilte eon
geheel^ volk ten zegen en der menschheid
ten sieraad verstrekt. En Saladin was
niet eer waarlijk groot, voor hij, aan de
grens des levens, de ijdelheid des roems
arkende en dezelve opentlijk liet prediken.
Zoo weerde een beroemd Christen Wijs
geer, vier dagen voor zijnen dood, alle ge
leerdheid van zijue sponde, en zeide, dal
hij, dio daarover met hem spreken wilde,
zijn misnoegen op zich laden zou. Dit ge
zegde van eenen stervenden Christen Wijs
geer, dio ongetwijfeld al het genot en de
voorregten der geleerdheid bij ervaring
Arende, is indrukwekkend. Zekerlijk behoort
do geleerdheid onder de beste, duurzaamste
goederen dezer wereld, en, indien het ge
oorloofd ware, zich op iels te verhoovaar-
digen, dan, voorwaar, mogt men trotsch
zijn op eene veel omvattondo kennis, die
men door vlijt en oefening verkregen heeft.
Zij toch houdt den geest steeds*nuttig bo
zig; verschaft der ziel een harer waardig
genot, en steint met de natuur van een den
kend wezen ten volle overeen.
En toch erkende de Christelijke Wijs
geer, even als de Koning Israels, aan de
grens des levens, do ijdelheid eoner omvat
tende kennis, die geen invloed oefent op zij
ne toekomstige gelukzaligheid.
Niets', dan de wijsheid des Kruises trok
zijne opmerkzaamheid.
Wanneer ik lees, hoedanig vele heiden-
schc Wijsgeeren over de waardij dor uiter
lijke voorregten dezes levens gedacht, on hoe
zij do wereldsche goederen, in opzigt tot
don dood, aangemerkt hebben, dan moet ik
mij diep over die Christenen schamen, die
hieromtrent een volledig onderrigt erlangd,
en met oneindig krachtiger beweeggron
den ondersteund werden, om de ijdelheid
van de dingen dezer wereld to erkennen,
en dat, wat hen voor de eeuwigheid geluk
kig maakt, tot hun hoogste doel te stellen;
doch die, dos niet to min, ih een Chris
telijk kleed weinig meer, dan een hci-
denscli hart bezitten. Ik herinner mij eene
plaats uit Plato, die zoo schoon 'li; dat,
wanneer vele CKriotoiior» Kunno goilaohtcn
onbewimpeld over do waarde der tijdelij
ke goederen tor noderstelden,en deze vergele
ken werden met die der Heidensche Wijsgee
ren; men, niet wetende, wie beide geschre
ven hadden, de denkbeelden der Heidenen
aan de Christenen, en die van dezen aan
de Heidenen zou toeschrijven.
Die plaats uit Plato is te vindon in een
van zijne gesprekken onder den naam van
Gorgias.-^Socrates voert daarin het woord,
eu geeft aan zijne vrienden onderrigt om
trent den oorsprong des gcrigts over de
zielen na den dood, en luidt aldus:
Jupiter, JVeptunus en Pluto hadden het
rijk hunnes Vaders Saturnus onder eikan
deren verdeeld. Onder de regering des laatst
genoemden was de verordening gemaakt,
die nog door alle de Goden werd nageleefd,
dat do menschen, die een' regtvaardigon on
heiligen wandel geloid hadden, na hunnen
dood zouden komen in de eilanden der za
ligen, .en aldaar, bevrijd van alle rampen, in
eeneu gelukkigen staat zouden leven; doch,
wie slecht en goddeloos geleefd had, moest
daarvoor gebillijkte straf ondergaan, en zich
in eene gevangenis begeven, welke men den
Tartarus noemt. Onder de regering van
Saturnus, en in den aanvang van die van
Jupiter, werd, op denzelfden dag, waarop
de menschen sterven moesten, door andere,
nog levende, menschen gerigt over hen ge
houden. Daarbij had echter veel onregt
plaats. Daarom begaf zich Pluto, die het
gebied over het land der zaligen voerde,
naar Jupilcr, en bezwoer hem, dat op bei
de plaatsen menschen kwamen, die het niet
verdienden. Jupiter beloofde,<lut kwaad to
zullen tegengaan eu een einde aan dat on
regt te maken. De menschen, zeide hij,
zijn vermomd, wanneer zij levend te regt
staan. Velen, dio eene zwarte ziel hebben,
bedekt een schoon ligchaam, of adel des
geslacht», of aanzien en rijkdom. Wanneer
hot gerigt gehouden wordt, treden er vele
getuigen op, die hunne deugd en regtvaar-
(ligheid roemen. Daardoor Iaat de regter
zich misleiden, en zulks te moer, omdat
hunne oogen en ooren, en alzoo hunne ziel
zolve, als ware hot, met een' sluijer bedekt
is. Daarom is hot noodig, dat zij'voortaan
den dag huns doods niet weten. Daar
enboven moeten zij geheel naakt, en, ge-
volgelijk, na hunnen dood voor h^t gerigt
verschijnen. Do rogter moet onbekend en
goon van de levenden zijn, opdat hij onkel
met zijne ziel de ziel dos gestorvenen, wien
goene aanverwanten meer mogen omrin
gen, en allo voorregten op do wereld moet
achtergelaten hebben,naar haron waren toe
stand beoordeclen, en ten eeuomale onpar
tijdig rigten kunne.
„Daar ik dit alles nu overwogen heb, zoo
heb ik mijne eigeno zonen tot regters be
noemd: Twee uit Azie, te weten, Minos en
Rhadavutntus, en een' uit Europa, Aeacus.
Deze zullen voortaan, na der menschen
dood, op een weiland, en wel aan het oord,
welks eeno weg naar het land der zaligen,
en de andere naar don Tartarus leidt, ge-
rigto houden; Rhadamanlus over do inwo
ners van Azie, en.Aeacus over de Europea
nen. Doen .Minos zal uitspraak doen, wan
neer een' hunner do zaak niet klaar genoeg
voorkomt, opdat den doode, zonder krenking
dor geregtigheid, den weg gewezen worde,
dion hij "gaan moet." Na dit verhaal zeide
Socrates tot Callicles: „Wanneer do ziel
van het ligchaam gescheiden wordt, wordt
het Arleed, waarmede zij bedekt was, wegge
nomen. Haro gansche natuur, hare harts-
togten, neigingen, driften en werkzaamhe
den zijn dan duidelijk zigtbaar. Dan ziet de
Regterde ziel, zonder te weten, in welk
mensch zij gehuisd heeft. Soms heeft hij de
ziel van den grooten Koning van Persie, of
die eens anderen Vorst voor zich. Hij vindt,
in dezelve niet alleen niets goeds, maar ver
vuld van striemen en likteokenon van mein
eed en onragtvaardigheid, en misvormd
door leugen en trots; en daar zij zieb niet
heoft laten besturen door waarheid, maar
door geweld, door wellust en gierigheid, zoo
ziet zij er slecht, wanstaltig en hatelijk uit.
Daarop zendt de Rigter haar naar de gevan
genis, waar zij dc verdiende 6traf moet on
dergaan. Maar, ziet de Regtor eeno ziel,
vorsierd mot geregtigheid en heiligheid,
dan verheugt hij zich#n zendt haar naar
het eiland der zaligen. .Ik, mijn Callicles!
bon van de zaak overtuigd: daarom laat ik
den menschen gaarne de uiterlijke voorreg
ten, streef uaar de waarheid en bevlijtig
mij, om wol te leven en gelukkig te kunnen
•terven; terwijl ik, zoo veel ia mij ie, andere
j menschen daartoe opwek en voorbereid voor
eenen strijd, welken ik voor den schoonsten
houde. Laat gij u ook overhalen, om mijne
lessen to volgen, en dien weg te betreden,
waarop gij volmaakt gelukzalig zult wor
den 1"
De groote man hoe gezond on juist
oordeelt hij! en toch, hij was een heiden'.
Hxj dacht, zoo als velen,die met het licht dor
Openbaring bestraald zijn, in hun laatBte lo-
vensuur, zullen wenschen gedacht te heb
ben! Slechts de ziel, die mot heiligheid en
geregtigheid voisierd ie. zal de woningen
der zaligheid binnentreden.
Vervolg hierna.
Holland en de Hollanders,"
Was het onderwerp eener belangrijke re
devoering door Rev. Dr. Betuü.ve, voor do
Mercantile Library Association indoTro-
mont Tomple te Boston op den 6 Februa-
rij, in welke hij eon verslag van den oor
sprong en bloei dezer natie gaf en het ka^
raktor der Hollanders verdedigde. Hij
zeide," zegt de Puritan Recorder, dat zij
oorspronkelijk de Sloot-gravcnde, Haring-
zoutende, Vrijheid-lieveuae Hollanders ge
naamd werden. Zij eischten bijna hun ge
heel grondgebied van den oceaan terug, on
vonden gaiuehelijk hun bestaan door vis-
scherij en koophandel.
I)o bevolking was onder do noodzake
lijkheid van bestendig te werken; van daar
was er nimmer eenigen adel onder hen.
Het gansche volk /coesterde eene vurige
liefde voor vrijheid. Dit legde don grond
voor hunnen vrijen regerings-vorm. Gods
dienst vrijheid werd lang in Holland ge
noten, voor het onder eenigc andere natio
in Europa bekend was. Hier vonden do
Hugenoot, de Verbondmaker en do Puritein
eene schuilplaats en werden toegestaan om
hunne godsdienst uit te oefenen. Hier ver
toefden Robinson en zijn gezelschap tien
jaren voor zij naar Plymouth kwamen.
De Mayflower on de Speedwell zeilden
van Holland, slechts in Engeland stoppen
de, om meer passagiers in te nemen. En
geland stond nimmer godsdienst'vrijheid
toe, voor dat zij een' Hollandschen Koning
op haren troon had. De wereld is Holland
dank verschuldigd voor de uitvinding dor
boekdrukkunst. Holland heeft beroemde
dichters opgeleverd, niettegenstaande zij
geene berg-gezigtcn, ruischende beekjes of
trotsche pijnboomen hoert. Onder hare
letterkundige mannen telt zij Erasmus,
Hugo de Groot, Anninius en eanc reeka
van anderen. Goene natie in Europa heelt
eene bevolking die zoo goed is opgevoed.
Geene natie heeft zoo weinig armen. In
eene bevolking van tusschen de drie en
vier millioen, heeft zij minder dan drie
honderd armen. (Dit gelooven wij eeo
abuiff j
Twee eeuwen geleden bezat Holland
meer Bchepen dan Engeland. Hot is nu
minder voorspoedig dan vroeger, doch het
heeft toch nog oenen aanzienlijken Aroop-
handel. Do redenaar schreef haren afne-
mendea koophandel aan de monopolie van
de Oost- en West-Indische Compagnies toe.