SHEBOYGAN NIEUWSBODE. le- Jaargang. Sheboygan, (Wis.) 96 February 1856. JYo. 17. Eïg. tmcT'imsioTdn5 tocnemiug vaQ riJkdom'?Td' voorroK7' "seLr r Hot cenigo Ilollandache Bind in Amorika verschijnt clken Dingsdag. ABONNEMENTS-PRIJS Voor con jaar - - - - - $1,50. Voor Z3s maanden - - - - $1,00. Voor drie maanden - - - - $0,50. ADVERTENTIE?? Voor ccn jaar, niet boven de 5 regels $5,00. Voor 8 regels of minder, voor de eerste plaatsing - 50. Doven 8 tot 16 regale, dito ------ Voor elke volgende plaatsing ------ 25. Alles volstrekt in vooruitbetaling. Brieven en ingezonden stukken franco. J. QUINTUS. Uitgever Redacteur. The Only Dutch (Holland) paper in America i. i.icod every Tuesday. TERMS For one Veer - - - For six Months - - For three Months - - - $1,50. - $1,00. - $0,50. ADVERTISEMENTS For one Year, not over 5 lines - $5,00. For 8 lines or leas, first insertion - - 50. Over 8 to 16 lines, do - - - - $1,00. For every subsequent insertion - - - 25. BUREAU: DEMOCRAT OFFICE. All must be paid in advance. Letters aud Communications prepaid. TEEKENEN VAN" ONDERGANG. Fit do London News. dat, hotteen wij hebban, wij met andoren lorvolknmeno wijze; do twee laatst» aijn verwachten sou, om de wet aan alle an- deelen; dat mannen van ons eigen bloed vn j vreemdolin—on hij A-ent dezelve niet. en'dero te geven De beschaving- is wel ver- Wi] zijn door hooger gezag geleerd, d atitaa^ mat on:ö kundigheden, onze nijverheid zal dezelve nimmer kennen zoolang als En-(plaatst maar niet vernietigd,"en dc genius er niets nieuws onder dc zonls dat hot-|en onzen on J.'roomings-zucht, tot aan de [geland hare plaats onder de naties bekleedt. ionzes volks kan zich zeiven zoo wol ont- gesn geweest is, weder kan komendat al- verste einden der aarde ziju doorgeguan; j Dit zijn nog de eenige gevaren niet welke j wikkelen aan de hoorders dor Ohio of der le dingen zich in een'van ouds bepaalden onze zonen nieuwe rijken hebben ge- ons bedreigen. Ofschoon ons land zich naar Mississippi, als aan die der Theems; en ro- cirkel "bewegen dat er zoowel voor Ko-jslickt, thans zoo schitterend, en voorde to--j het oosten en naar het westen, naar het noor-geren de wereld van het if kite House to ningrijken nis voor personen ecnen tijd van; komst nog schitterender beloven te zijn, jd;n en naar hst zuiden uitstrekt ofschoon i Washington, even zoo gemakkelijk als van bloei en ecnen tijd van verval is c-n datidan ons eigen ri.ik. wij onze handen in Azië, onze voeten in Af- j het paleis van St. Jatnes. noch dc incgtige, noch de zwakke de uitwer-Undien wij de toeneming der bevolking rekc- riki, onze armen in Amerika en de stille Wïj leven inderdaad in een' opmerkeBj- king der ónveranderlijke wet, welke eenejn.en»?allpn wij bevinden dat in vijftien of twin-Zuidzee hebben, ons eigen grondgebied inken tijd van de historie der wereld, eon tijd - straf voor elke overtreding bepaa:t enil'g jaren, of zelfa spoediger, Groot Brittaniej't bijzonder is slechts eene kleine vlek inperk in hef"—"- het!oenen afgelegenen hoek van E irop; ftwelk nieuwe rijken de plaats van Wij oude rijken met verwonderlijke snelheid in- krn de vroegere en latere «reschiedenis vanwerew, u:c ncn aa gcuoone gat, zijn moge. j do wereld gevende en wij werden zulks;len. Europa heeft inagt genol Groot Brittanie de uitwerking der oorzaken jCen rijk twintig, dertig of vijftig maal zoo j maar het wasten koste cener schuld van j zelve misbruikt, en de scepter van .Ie lrvw- unspsuren le, welke in de volheid dos t;jds|}?root" Pn zoo rijk als het onze, is reeds uan! acht honderd miUiuen ponden sterlings, dat schappij der wereld is haar uit de han i ge- hari-ü val voortbrengen, heeft eene levendi- (is andere zijde des Atlantiacheu O'ceaans beneemt de kracht onzer bevolking, en drukt (rukt. De beschaving volgt als van oud*, den trc teekening geschetst vaneen' Nieuw-i verrezen, om het beste bloed, dat ons over- j gelijk eeue onophoudelijke en duode lijkei loop der zon, en de beschikkingen der belander, ojT eene vervallene boog van Lon-Blijft, naar deszelfs boezem te lukken. zwaarte op alie kiassen. Behalve dit verba-1 menschheid zullen zich zelre uil werken 'lonbridgo ou in gedachten verzonken over De jongen, de stoutmoediger:, ds volhar-zend kwaad, deelen wij iu dc versletenheidl op een nieuw veld en op eene grootere liet lot van het eenmaal magtige Koning-idenden onzes lands en van alle 'andcu itr van geheel Liropn. I schaal. Do woreld is als het ware op nieuw rijk zittende, hetzelve zoo zeer erna voorbij Europa, die onder do zwaarte der schuld,, Er ;s slechts een rijk binnen dc Europa-'begonnen, en zulks van sen gunstiger ba- guunde zaak ziet worden, als Rome, Grio-!011'^e,r nioeijelijkheden en van eene overbs-.scj19 grenzen, dat niet afgesleten en ver-!ë'n"l>u,|t" Do vriend der menschheid kan kenland en Assyrie. Maar wanneer wij dojvo^king zuchten, en die niet tot hars so-!.irnvj j3 j00(. gehuld of buitensporigheid: hopen, dat do nieuwe beschaving, volgende welsprekende regelen lezen, glim- peggen kunnen, zoo als de Nieuwe j.|at rijk is Rusland; en zij is de vijand van ^olke moge ontwaken, van de dwalingen iagchen wij op de voorspelling des tchrij- erelu doet, dat elke man een mm is, euja[ j,, overige én wenscht te rijzen op hun-! ^cr 0U(^e zalleeren; en dat in den achtoruit- Wij kunnen niet gelooven datBa-!om zijne mannelijke jaren welkom isaan>ne puhjhoonen. Beschikking schijnt haar £ai,S en val der rijken, de mensch zelve bij w- .J „,l, in schooneren luister, vreedzamer en gods- en zooveel doen, om de komst te bespoedigen, ucii i ijnuuiu, uo uuudiHHHuij,;;-,- - <=-- - - - - mei uo iisercn ie zijn der grooterofineer „iiei voik nunne zwaarden in ploeg den onversaagden moed, de naarstigheid,j inderdaad de val van Groot Brittame. Al|en schoonero erfenis van Amerika én Aus-i 'ïzers en hunne speren in snoeimessen zal den ijver en de godsvrucht harcr zonen.—do ongelukkige omstandigheden die ons ten trajie> Vv'at bekomt in «\it 1 SVaWlfr{nëerTegeTTTietVandèra'volk'zal od- njïtakÜT^E'SSfïl Ro. êtot zijn de mond,n'°w^ke tó. «*k «or& ilenogen «tata, welke Gr et en Ro J teJword de 00t2akcn „n onJor-!$f ca Overheden dor wereld-uit de .n do eener hoscha- BanS* Bij hen h. elke meerdere innndL^e.on ca zem„a harer eonen en oJ vin^vprrp verhpve^ boven die ooit in de °0^ twee handen meer, en ieder paar han- voiger3 herschapen op eenen nieuwen! verbeelden ons, dat er in al deze dingen magl CQ ,nUoedj t genietende, van welke hunne voor- kiemen van bestendigheid en vooruitgang Laat ons onze m.lhoenen in hci groote,vaderen uitgesloten waren, zijn, welko in de toekomst zullen opgroei- Mississippi dal brengen en het ,zal .lenallej Laten z.j, dio van een altijddurend Bnt-j jen cn bloeiien, wee dragende don naam en bevatten cn voeden, al ware hun getal vier- tame droomen, over doze dingen denken, roem, de maVcn eer van Groot Britlanie voudig. Zoodanig is onzegroote mededin- Do teekenen van achteruitgang zxjn rond-, t«» Jon Hp viLtP klachten. ger in het Westen. In het zuiden is oen,om ons aan alle rilden. In onzen val zul-: andere mededingor bijna even zoo geducht, len wij weinige vrienden hebben. In voor-' i even zoo schoon, op dezelfde wijze uit ou-spoed hebben wij ons zeiven zoo nederig- j Yau mijne Eandgeuootou. andere zijde der schilderij beschouwen, en;-- - m, zeiven meer bednnrd afvragen, of ons ingewanden gevoed en dagohjk.ch op honingrijk inderdaad zoo onbeweeglijk «taalj onzen ondergang rijzende. Wiozal de gron- zoo°bemind bij de wereld door deszelfa zen van toekomenden voorspoed van hst -ï Li: regtvaardigheid, menschlievendheid en mild dadigheidzoo onderschraagd door deszelfs eigen opregtheid—zoo zeer verwijderd van alle mogelijkheid tot mededinging, als om do werken van verval en ondergang uit te dagen en tot in de verste tijden te staan, als de Koningin en het voorbeeld der Naties. De schildering is niet zoo schoon als men haar dus beschouwt. Het gouden af beeldsel is bevonden aarden voeten te heb ben. De echoone perzik der voorspoed heeft eenen worm van binnen en van bui ten. Wij zien, dat wij geen uitsluitend regt hebben tot de aanmatiging der goede hoedanigheden, welko ons tot de booge plaat?, die wij bekleeden. hebben opgevoerd; .Eagelsman geniet d? twee cer3te aroote Australiesche werelddeel bepalen? Terwijl in dit oude land de arme als eene plant groeit of sterft, veracht van het lan i dat hom voortbragt, in dat nieuwe land wordt de arme een werkman; hij leidt gïf-n planten leven meer, maar leeft; en indien hij lang genoeg leeft, moge hij een patri arch worden, zittende onder de schaduw van zijn' eigen vijgenboom, en tellende bij dui zanden en tien luizenden zijne kudden en herderseen nieuwe Job in een land van overvloed. Vruchtbare grond, gezond luchtsgestel, vrije ruimte en vrijheid van belastingen-—de ze zijn de zegeningen des Australiërs. De lijk niet gedragen,om in de zekere verwach-j ting te zijn van sympathy of hulp van eenigj gedeelte. Onze eigene grootheid heeft onsj vijanden gemaakt, en onze baldadigheid en begeerlijkheid hebben de naties tegen ons vervreemd. Wij mogen de aarde bevolkt; hebben; wij mogen onzo kunsten en wa-j penen, onzen koophandel cn onze be6cha-| ving wijd on zijd versproid hebben, maar' wij hebben geene blijvende plaats voor on ze eigene regten gehad. Gebeurtenissen zijn magtigor dan wij zijn —Wij moeten vroeger of later onze plaats afstaan aan de meer voorzigtige, do minder verlegono en de meer stoute afstammelingen van ons ras en toestemmen om den gemakkelijken ze tel onzer oudheid to beklimm-ui. Daar is ook niets in to beklagen. Wat is er in p erne onzen hosk der aarde, dat het voor altiid Vergeet uwe afkomst, o, Bataven En staat den grond der Vadren af; Daar liggen zij met eer begraven, Wier fierheid u dit erfdeel gaf. Lang sloeg Euroop wangunstige oogan Op uwe ontelbro zegebogen, Weleer door reuzen trotsch gesticht; En de Oceaan zag op zijn stranden Die zuilen, door geen raenschenhanden, Maar halve goden opgerigt! Da Schelde, Maas en Waal hospoeldou Do zoomen vt#i uw' vruchtbren grond, Waar gij, wen hooge vloeden woelden, Der stroomen moedwil tegen stond. Hoo juichten vaak die blijde boorden, Wanneer zij Ruiters donders hoorden' En zagen Nassau's legervaau! Hoe bloeiden uwe vrije landen; De Ganges bood zijne offeranden, En de Amazone u schatten aan? Maar, och! waar zijn die gou len dagen! Geboeid ligt gij verachtlijk neer! Wie zou zich aan uw redJing wagen? Uw wimpel zift geen zeeenrnwr'

Krantenbank Zeeland

Sheboygan Nieuwsbode | 1850 | | pagina 1