Ito. 460
Woensdag 25 Juli 1917
Orgaan voor Leger en Vloot.
J3ori0gsiietJws.__
Onder redactie van D. MANASSEN.
Be toestand in den reuzenstrijd.
Ons Oorlogsdagboek.
Vr©iswenm@ed.
DERDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIUSSTE. 109, AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT, ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWARTAAL
Voor Adverton'tiën wende men zich tot onze Administratie, Yaieriusstraat 109
Amsterdam. Prys der Advortentiën per repel 30 cent. Voor Ingezonden .Mede-
deelingea op do tweede, dorde ec vierde pagina dubbel tarief, liy ahoLtement
reductie.
Het gaat een oorlogsschip als ook een maxlstoomer, het kan voor een groote
reis niet genoeg kolen meenemen, en soms is het noodig, dat het midden op zee
zijtt voorraad aanvult. Gewoonlijk heeft de admiraliteit daar dan voor gezorgd en
óf uit eigen land óf uit een overzeesche haven een kolenschip tegemoet gezonden
aan het oorlogsvaartuig. Ons plaatje laat ons zoo'n kolenschip zien, waaruit het'
naderend oorlogsschip zijn brandstof overneemt.
Geen audiëntie.
Blijkens een bericht in de Staatscourant
wordt door den Minister van Oorlog deze
week geen audiëntie verleend.
Engelsche ministers hebben gesproken in
antwoord op de jongste crisis in Duitsch-
land, op de kanseliersrede. Carson, de
Iersche leider en benoemd lid van het oor
logskabinet, eerst en verder de minister
president Lloyd George, de sterke, de eerste
man in Engeland, kunnen we zeggen. Hun
antwoorden zijn duidelijker dan hetgeen de
nieuwe Duitsche rijkskanselier heeft ver
klaard, dit zal niemand kunnen ontkennen.
Zij geven. toer dat de laatste, evenals de
Rijksdag, den wensch naar vrede heeft uit
gesproken, maar' zij kom'en hierin overeen,
dat deze wensch nog te weifelend is om er
op in te gaan. Er is in Michaelis nog te
veel van Bethmann-Hollweg; hij wil als deze
de vriend worden van de democratische
linkerzijde, maar eveneens de vriend bljj ven
van de conservatieven, van de mannen die niet
willen afzien van annexaties en veroveringen.
Er is in Michaelis' rede nog altijd te veel van
den „slag-om-den-arm-jDolitiek". Carson zegt,
dat zij niet véél verschilt van vele anderen,
die hij vroeger gelezen heeft, en dat zij hol
klinkt. Volgens Lloyd George is de rijks-
kanseliersrede die van een man,- welke het
verloop der strategische gebeurtenissen af
wacht; voor het oogènblik beteekent zij,
dat de militaire partij in Dnitschland heeft
overwonnen.
De beide Engelsche ministers ontloopen
de vredesvraag niet in hun toespraken. En
onbevooroordeeld beschouwd schermen zij
hier niet met zulke groote woorden, zooals
zij wel eens deden. Zij willen geen ver
plettering van het Duitsche volk, zij willen
zelfs niet meer in dit volk een vijand zien
na den oorlog-. Wanneer de Duitschers vrede
wenschen, zegt Carson, zijn wij morgen be
reid te onderhandelen, niet echter met het
Pruisische militairisme, maar met het beste
deel der Duitsche natie. De Duitsche rijks
kanselier heeft gezegd, dat hij wachtte op
aanbieding van onderhandelingen der ge
allieerden, Carson zeide, dat de Duit
schers moesten uitkomen, dat zij om hun
Ons oorlogsdagboek.
155e. week.
Van 16 tot 23 Juli.
fff- Juli. De Finsche Landdag besluit met
groote meerderheid Finland zelf
standig te verklaren.
Het Amerikaans oho stoomschip
„Grace" wordt door oen onderzeeër
in den grond geboord.
IET M De koning van Engeland neemt
yoor zich en zijn geslacht, in plaats
van den naam „Saksen-Coburg-
Gotha" den naam van „Windsor"
aan.
Op het Oostelijk front ontruimen
de Russen Kaloetsj en gaan op den
oostelijken oever van de Lomnitza
tearug.
De Russische regeering besluit een
speciaal secretariaat-generaal in te
stellen ter behandeling van de be
stuurszaken van de Oekraïne. Vier
ministers dienen vanwege de Oe-
kraine-quaestio hun ontslag in.
J8 In Petrograd is onder het deel der
bevolking dat onder den invloed
der maximalisten staat, een oproe
rige beweging uitgebroken. Straat
gevechten zijn aan de orde van den
dag. Men wenscht de macht geheel
te brengen in handen van de arbei
ders en soldatenraden.
19 He nieuwe rijkskanselier, dr. Mi
chaelis houdt in den Rijksdag een
redevoering, waarna de gemeen
schappelijke vredesresolutie met
£14 tegen, 116 pteamneR ien, ,17, pat-
oprechtheid te toonen, en blijk te geven,
dat zij geen gebiedsverovering wenschen,
noch anderen geweld willen aandoen, moeten
voorstellen om in onderhandelingen te treden
maar op voorwaarde, dat zij eerst hun
troepen achter den Rijn terugtrekken
Er is in de rede van Carson onmisken
baar eon verlangen naar den 'vrede, maar
naar een vrede, die de bezette landen weer
vrijmaakt, die. zoo scbijnt het, al staat het
er niet duidelijk, ook Elzas-Lotharingen ver
langt voor Frankrijk. Die zelfde toon weer
klinkt in Lloyds George's toespraak gehouden
ter gelegenheid van de herdenking der Bel
gische onafhankelijkheid te Londen, maar
het geluid is hier wat forscher, dringt nog
meer aan op volhouden in den strijd tegen het
Duitsche militairisme. Met de tegenwoordige
regeering te Berlijn, verklaarde de eerste
minister, kunnen de geallieerden geen vrede
sluiten zij die in Duitschland de leiding
in handen hebben, willen voor het oogènblik
nog den oorli-n •- jrtzetteu. In de -rrjkskan-
seliersrede is zelfs geen sprake van België,
en er kan geen' vrede gesloten worden, die
ons geen vrij, onafhankelijk België teruggeeft.
Twee-, driemaal zegt Lloyd George, heb
ik de rede van Michaelis gelezen, in
de verwachting er iets in te vinden, dat
ons hoop kan geven op een eipde van dezen
bloedigen strijd, en ik vond alleen een schijn-
onafbankelijkheid voor België, een schijn-
democratie voor Dnitschland, een schijn-vrede
voor Europa.
In da beide toespraken der Engelsche
ministers wordt dus de uit Berlijn toege
stoken hand weer geweigerd, en het schijnt,
dat de vrede weer verder is verwijderd.
Doch dat kan even goed niet meer dan
schijn wezen. Steeds duidelijker blijkt, dat
èn in de landen der Centralen, in Oos
tenrijk vooral niet minder dan in Duitsch
land,èn in die der Entente het verlangen
naar den vrede steeds grooter, de eischen
voor de onderhandelingen steeds geringer
worden. Er is dus toenadering, al wil men
dat aan den kant der geallieerden nog ver
bloemen. Maar nóg staan de vijandelijke
partijen te ver van elkander, en do schuld
daarvan ligt bij Duitschland, ligt bij de
weifelende, wankelende politiek, die daar
wordt gevoerd. Het verlossende woord,
waarop wij reeds zoolang wachten, moet van
Duitschland bomen, dat nog altijd aan de
fronten het sterkst staat, maar economisch
het zwakst ig, en dit woord is ook nu nog niet
gehoord te Berlijn, uit den mond van den
nieuwen rijkskanselier. Nog altijd is niet
duidelijk, wat de regeering daar wil, en
houdingen wordt aangenomen.
Kardinaal Mercier richt tot den
Duitschen gouverneur-generaal in
België een krachtig protest tegen
do administratieve scheiding, welke
de Duitschers gedecreteerd hebben.
De Amerikaansche regeering be
sluit de uitnoodiging tot een con
ferentie met de geallieerden te Pa
rijs af te wijzen, omdat zij het niet
noodzakelijk acht deel te nemen
aan bijeenkomsten, die niet direct
de deelneming aan den oorlog van
de Ver. Staten betreffen.
De Duitsche Rijksdag neemt in
derde lezing, zonder debat, de kre-
dietvoorstellen voor 15 milliard
aan; alleen de onafhankelijke socia
listen stemmen tegen.
De besturen der socialistische
partij in Frankrijk keuren in be
ginsel b6t deelnemen aan de confe
rentie te Stockholm, bijeengeroe
pen door de Soviet en het Skandi-
navisch-Nedorlandsch comité, goed.
In Rusland neemt de minister
van justitie Pereverzof ontslag in
verhand met de onthullingen over
Lenin en Korlovsky, die beschul
digd worden agenten van Duitsch
land te zijn.
Minister-president, prins Lwof,
treedt uit het Russische kabinet.
In zijn plaats wordt Kerenski be
noemd, die echter voorloopig ook de
portefeuille van oorlog behoudt.
Tseretelli wordt minister van bin-
nenlandsehe zaken, en in de plaats
van prins Sjakowsky zal gravin
padin aan feet hoofd yan het de
waarheid is, dat dr. Michaelis zich in geen
enkel opzicht noch over België, noch óver
't bezette gebied in Frankrijk, noch over
den Balkan of de veroverde Russische pro
vinciën heeft uitgesproken. Daarentegen
komen or wel weer de frazen in voor, dat
Duitschland economisch sterk moet blijven,
en dat de levensvoorwaarden voor een krach
tig en veilig Duitsch volk moeten worden
vervuld, wat zeer goed kan beteekenen, dat
België, schoon het weer wordt vrij verklaard,
toch in economisch opzicht tot op zekere
hoogte afhankelijk zou blijven van Duitsch
land.
Zoo ligt het dus aan de aarzelende houding
der leidende mannen in Dqitschland, dat de
oorlog voorloopig nog voortduurt. Maar des
ondanks gelooven we, dat wij op den weg
des vredes vorderen. De crisis in Dnitsch
land heeft duidelijk gemaakt, dat een groot
deel des volks daar het einde van den bloedi
gen strijd wil, en de leiders zullen door dit ver
langen worden meegesleept. En nietalleen daar,
ook in de vijandelijke landen. Ondanks de
groote woorden, die men overal hoort, wordt
het den onpartijdigen beoordeelaar sfeeds dui
delijker, dat aan de fronten geen beslissing
zal vallen. In de Entente-landen mag men
hopen op het meedoen van Amerika, maar
'"t zal lang duren voor maar één millioen
Amerikaansche soldaten in Europa voet aan
land zet; het transport is moeilijk en ge
vaarlijk; en zelfs een millioen nieuwe krijgers
zouden nog niet zeker de overwinning bren
gen. Op Rusland moet al minder worden
gerekend, 'dat hebben de gebeurtenissen aan
de fronten, maar ook de revolutionaire be
wegingen der laatste dagen bewezen - Kerenski
en zijn regeering mogen de beweging hebben
bedwongen, het is duidelijk, dat het Rus
sische volk en de Russische soldaten naar
den vrede verlangen, en dat de Russische
regeèring dien noodig heeft om in eigen
land dó baas te blijven. De toestand in
Rusland is rijp voor vele en groote verras
singen, maar dat het Russische leger het
Duitsche zal terugdrijven, lijkt al heel weinig
waarschijnlijk, en het is de vraag, of het de
opdringende Duitschers en Oostenrijkers kani
tegenhouden.
Wel zal Kerenski, die nu almachtig schijnt
in zijn land, de centrale legers bezighouden
in 't Oosten, maar hij kan niet anders dan
tevens met alle kracht streven naar een
algemeenen Vrede, zijn partij drijft hem
daarheen, evenals de wil van 't leger en
't grootste deel des volks, en hiermee
zullen de geallieerden toch rekening moeten
houden.
Daarom, gelooven wij, ondanks alle rede
voeringen, dat de vrede op weg is, al
zal hij niet zoo spoedig komen als verwacht
en gehoopt word. De conferentie te Stock
holm gaat stil haar gang; de groote alge-
meene bijeenkomst is uitgesteld tot 1 Sep
tember, omdat de Fransche socialisten dat
wenschten, omdat zij vooraf een conferentie
van geallieerde socialisten wenschten bij te
wonen te Londen, waar reeds Russen zijn
aangekomen, en deze laatsten willen mede
werken met de ceDtralen te Stockholm aan
het -herstel van den vrede. Dat wordt allengs
een sterke macht, die haar invloed zal laten
gelden, zoo niet op do regeoringen, dan op
de volken, die smachten naar de bevrijding
uit de oorlogsellende.
Van de oorlogsterreinen komt betrekkelijk
niet veel nieuws, al wordt er op verschil
lende fronten gevochten. De belangrijkste
gebeurtenissen zijn wel die aan het Ooster
front; daar worden in de buurr. van Tarno-
pol, in Galicië, de Russen teruggeworpen;
de centrale troepen staan thans voor ge
noemde stad, die iu brand zou zijn gescho
ten. De Russische troepen zijn onwillig om
te vechten, naar het schijnt, althans in deze
streek. De minister van oorlog Kerenski
zou naar dit gedeelte van 't front zijn ver
trokken. Daarentegen vallen Russische
troepen aan 't noordelijk deel van 't Rus
sische front, bijv. bij het Narodzmeer, zeer
krachtig aan. Aan het Westelijk front in
de laatste dagen o.a. ernstige aanvallen der
Duitschers in Champagne en aan de Maas,
naar 't schijnt zonder veel succes. De Oos
partement. voor socialen arbeid ko
men te staan.
In Galicië bereiken de Duitsche
troepen over 40 K.M. breedte! den
straatweg ZloczowTarnopol en
overschrijden aan beide zijden de
Jezrerna.
Iu een van die stille momenten, die on
vermijdelijk aan elk diner voorkomen, kan
een woord of een zinnetje, los daarheen
geworpen, liet gesprek weer levendig doen
wordenZoo was 't ook dien avond ten
huizo van de familie Ludgate. Ik herinner
me, dat de stilte kwam tijdens het rond
dienen yau het wildbraad. Miss Carrol
maakte toen een opmerking over moed,
speciaal van de vrouw. Alle dames vielen
haar bij., doch de meeste lieeren lachten
er cm, in 't bijzonder een jonge luitenant,
die kort- geleden uit Engeland was aan
gekomen
Majoor Leighton beweerde, dat moed
tot iemands karakter behoorde en 't dus
eeu vaak van overerving was. „Ik zie
daarom niet in, Maxon, waarom vrouwen
niet even goed als mannen moed kunnen
bezitten!" „Maar majoor, dat is toch dui
delijk!" antwoordde de aangesprokene,
„onze vrouwen hebben geslacht op ge
slacht reeds zoo 'n rustig veilig leventje
geleid, dat lichamelijke moed bij haar
niet meer te pas is gekomen, en dan heeft
de overerving geen invloed meer
'Mwrgu® JUudgafeej, die aan, pinde yan
tenrijkers hebben Zondagnacht een hevigen
aanval gedaan aan het Italiaansch front bij
Malga Val Pra, doch die zou mislukt zijn.
Over 't geheel verandert de toestand aan de
fronten maar heel weinig.
QUiTSCHLAND.
De bijeenkomst op het ministerie van
bïnnenlandsche zaken.
BERLIJN. De Keizer begaf zich Vrij
dagavond te half zes naar de woning van
den minister van binnenlandsche zaken
Helfferich, die verschillende leiders had uit-
genoodigd, en waar de rijkskanselier
reeds aanwezig was. De ■stemhebbende
gevolmachtigden bij den Bondsraad, de
leden van het Pruisische ministerie, de
staatssecretarissen, het presidium van den
Rijksdag, de leiders der Rijksdagfracties en
genoodigden bleven in de zalen van het
ministerie tot omstreeks negen uur in ge
animeerde gesprekken, waaraan de keizer
zoo ongedwongen mogelijk deelnam.
ENGELAND.
Een rede van Lloyd Ceorge.
De Engelsche eerste minister Lloyd George
heeft in Queens Hall te Londen, waar de
Onafhankelijksdag van België werd gevierd,
een rede gehouden. Hij besprak, behalve
den toestand, vooral de rede van den
Duitschen rijkskanselier in den Rijksdag
en deze niet het minst in verband met
België.
Lloyd George was over deze rede niet
best te spreken. Voor het oogènblik, zei
hij, beteekent zij, dat in Duitschland de
militaire partij heeft gewonnen op de
democratie. In verband daarmee besprak
hij natuurlijk de vredesquaestie. Het be
langrijkste, wat hij daarvan zeide, nemen
we hier over:
„Het staat volkomen aan het Duitsche
volk, den regeeringsvorm te kiezen, die het
den besten achtmaar onze taak is het te
bepalen met welke 6cert regeering wij vrede
willen sluiten. (Toej.) De democratie
vindt niet den waarborg voor den vrede,
dien zij wenscht. (Toej.) En als die in
Duitschland niet te vinden mocht zijn, dan
moeten wij ons andere waarborgon daarvoor
in de plaats verschaffen. (Toej.) De rede
van den Duitschen kanselier bewijst naar
mijn oordeel, dat zij die in Duitschland de
zaken leiden, voc-r het oogeniblk nog den
oorlog willen voortzetten. Er is in die rede
geen hoop voor België. Dit land wordt er
zelfs niet in genoemd.
De bewoordingen, waarin de rede vervat
is, maakt haar tot een bedreiging voor Bel
gië. Op grond daarvan zullen ook Luik en
het .bestuur in Antwerpen vermeesterd wor
den. Dit is geen aangenaam of gunstig voor-
toeken voor België, maar vloeit slechts
voort uit de noodzakelijkheid om Duitscli-
lands economische belangen te verzekeren.
Het beteekent dat zelfs zoo zij België terug
geven, di9 teruggave tot een schande zal
gemaakt worden.
Het is het vaste besluit der geallieerden,
dat Beglië moet hersteld worden als ©en
vrij, 'ènafhankelijk land. (Luide toej.)
België moet e&n volk, en geen protectoraat
worden. Wij willen niet esn België, dat door
het Duitsche zwaard uiteen geslagen is.
(Toej.). De soepter moet Belgisch zijn,
het zwaard moet Belgisch zijn, de scheëde
moet Belgisch zijn en de ziel moet Belgisch
zijn. (Luide toej.).
Ik heb Michaelis' redevoering gelezen,
omdat dat mijn plicht is. Ik heb die twee-,
driemaal gelezen, zoekend naar iets dat ons
lioop kon geven op het einde van dezen
bloedigen strijd en ik vind er slechts een
schijn-onafhankelijkheid voor België, een
schijn-demoeratie voor Duitschland en een
schijn-vrede voor Europa in. En ik zeg, das
Europa niet millicenen dappere zonen heeft
opgeofferd, om op den door hun bloed ge-
wijden grond een heiligdom voor den schijn
op te richten. (Luide t oo j.).
Lloyd George besprak verder nog den
de tafel zat, terwijl ze mij bij afwezigheid
van haar man als oudsten gast aan 't
hoofd van den disch had geplaatst, vroeg
vriendelijk: „Kunnen wij, arme vrouwen,
dan niet een weinig moed hebben over
geërfd van onze vaders V'
Terwijl om die leuke opmerking, iedereen
lachend naar den blozenden jongen offi
cier keek, meende ik op 't gelaat van de
gastvrouw een buitengewone aandoening
te merken, ofschoon haar lippen nog glim
lachen. Zij klapte zachtjes in de handen,
waarop onmiddellijk een inlandsche be
diende verscheen.
In zijn taal gaf zij een bevelde jongen
snelde weg, om dadelijk terug te komen
met een kom melk. Ik verbleekte. Een
lichte handbeweging een paar zacht uitge
sproken woorden en de bediende plaatste
de kom zoowat een vier voet van mevrouw
Ludgate af.
Het gesprek over moed was nog iu vol
len gang en niemand had iets opgemerkt.
De gastvrouw glimlachte nog steeds, maar
haar oogen waren met een smeekende uit
drukking op mij gericht.
Van 't. oogènblik af, dat de jongen de
rnelk had binnengebracht, begreep ik, dat
er een slang ergens in 't vertrek moest
wezen; en een slang in dat gedeelte van
Iudië moest een cobra zijn, wiens beet
den dood beteekent. Ik keek overal rond,
rechts, links van me, in. alle hoeken, en
toen was 't, alsof mijn hart. stil stond, want
ik begreep, dat. het reptiel onder de tafel
moest wezen.
In mijn verbeelding zag ik het monster
op het tapijt tusschen onze voeten, zijn
venijnigea kop omhoog, gereed om te bijten,
algemeenen toestand en meende, dat de
gealliëerden de toekomst rustig konden
inzien, en dat zij niet zouden wijken.
Belangrijk lijkt nog de volgende zinsnede
Ik voorspel en het is zelfs in vredes-
tijd gevaarlijk zich aan voorspellingen to
wagen, maar des te gevaarlijker in oorlogs
tijd, wanneer de wijzigingen een cycloon
achtig karakter dragen ik voorspel, dat
Michaelis, als hij aan het bewind blijft,
spoedigeen heel andore ineening zal toe
gedaan zijn en een heel andere rede zal
houden en dat is de rede waarop wij wachten
en waarvoor wij strijden. (T o c j.)
Over de rede van Lloyd Coorge.
LONDEN. Do „Observer" meent, dat
dè rede van Lloyd George een ver
pletterend antwoord was aan den Duitschen
kanselier. De oorlog zal ccn lange vm-sdijko
worsteling zijn Duitschland en zijn bondgenoo-
ten kunnen alleen verwonnen worden door ge
vechtskracht t© lande en in do ludit. Zes, acht
maanden lang, tot do Veroenigdo Etaten ge
reed zijn als eerste klasse militaire mogendheid,
moet Groot-Britaunio den grootsten last van
den oorlog dragen. Er is geen pleisterplaats
tusschen overgave of overwinning. Wij moeten
er om strijden. Maar Michaelis heeft, ons een
grooten dienst bewezen door het duidelijk te
maken, dat Duitschland geen waarborgen zal
geven van teruggave en herstel eer het met de
wapens is verslagen.
Do „Sunday Times" meent o.a. dat als de
eenheid onder de geallieerden bewaard blijft
Michaelis weet dat er slechts één eïndo kan
zijn, n.l. dat van volkomen onderwerping van do
centrale mogendheden en hun bedrogenen.
Minister Carson naar aanleiding van do rede
van den Duitschen rijkskanselier.
LONDEN. Sir Edward Carsonf het nieu
we lid van het oorlogskabinet, zeide in een
redevoering, die hij te Belfast hield: „Ik
heb zooeveu de rede.van den nieuwen Duit
schen rijkskanselier gelezenZij onderscheidt
zich niet bijzonder van vele andere, die ik
vroeger heb gelezen; zij klinkt hol. Wanneer
de Duitschers den vrede willen, zijn wij be
reid morgen te onderhandelen, niet echter
mot het Pruissianisme, maar met de besten
van do Duitsche natie. Als inleiding tot
zulke onderhandelingen zeggen wij den
Duitscher voor den dag to komen en „als
een onderpand voor hun oprechtheid en als
bewijs, dat zij geen verovering van grond
gebied of geweld jegens andere willen" aan
te bieden in onderhandelingen to treden
onder voorwaarde, dat zij eerst hunne troe
pen zullen terugtrekken tot achter den
Rijn.
Wanneer zij iets, dat op berouw gelijkt,
zullen hebben betoond voor het onrecht en
de wandaden jegens de menschheid, die zij
hebben bedreven aan bet kleine België, in
Noord-Frankrijk, Servië en de andere stre
ken. die zij noodeloos met bloed hebben go-
drenkt, dan zouden wij, vredelievend volk
als wij zijn. in onderhandelingen willen
treden, om de wereld voor good te redden en
haar te bevrijden van d© verschrikkingen
der wapens.
Wij verlangen naar vrede teneinde onze
mannen terug te kunnen brengen, maar zij,
dio wij niet terug kunnen brengen, leggen
ons de verplichting op, dat de vrede een
werkelijke vrede zal zijn en dat hunne op
offeringen niet tevergeefs zullen zijn ge
weest.
Luchtaanval.
LONDEN. Officieel Een eskader
van 15 a 20 vijandelijke vliegtuigen
raderde Zaterdagmorgen Folixtowe en
Harwich. Er werden bommen geworpen,
maar het hevige vuur van ons afweerge
schut dwong den vijand zijn formatie te
verbreken en zeewaarts terug te keeren. Hij
werd vervolgd door onze vliegers, die met
hem slaags raakteu. Nevel belemmerde de
waarneming.
LONDEN. Officieel wordt meege
deeld dat de verliezen bij den lucht
aanval van Zaterdag elf dooden en
26 gewonden bed ragenDe 'schade is ön-
beteokenend. Onze vliogtuigon ontmoetten
oenige vijandelijke vliegtuigen, dio terug
koerden. Een werd op zee bij de kust neer
geschoten.
zijn gespleten tong in voortdurende be
weging.
Welke van de negen paar enkels zou
den doodolijken steek voelen Er was
rr.r-ar één uitweg, n.l. die achttien onkels
onbeweeglijk stil te houden. Indien één
vcet zich bewoog, dan waren de gevol
gen niet te overzien. Ik hield me aan liet
laatste redmiddel en begon op vrij luiden
toon voor iedereen verstaanbaar: „Dames
er lioaren, met belangstelling bob ik uw
gesprók over moed gevolgd en ik wil een
kleine proef voorstellen. Laat iedereen
gedurende vijf minuten zich doodstil hou
den, ik bedoel niet alleen uw tongen, maar
ook uw lichaam en in de eerste plaats uw
'voeten. Ik wensch, dat iedereen blijft zit
ten, zooals hij of zij op 't oogènblik zit..
Ik zal alles verklaren na afloop van dio
vijf minuten!"
Allen stemden toe en we wachtten.
De stilte na het voorafgaande drukke
gesprek was spookachtig. Men hoorde in
't vertrek geen ander geluid dan het regel
matig zwaaien der punka's boven onze
hoofden. Achter mevrouw Ludgate zag ik
den bediende gehurkt achter ©en gordijn,
terwijl hij de oogen strak gericht hield op
hét. tapijt onder onze voeten. Ik koek mijn
gastvrouw aan en de dankbar© uitdrukking
van haar bleek gelaat beloonde mij ruim
schoots voor mijn hulp.
Het geselschap begon intusschcn het
spannende van het geval te voelen, of
schoon niemand iets wist. Miss Carrol
had blijkbaar alle moeite, om haar lachen
te houdeninden zij zich niet langer kon
bedwingen, zou do spanning verbroken
worden en zou iemand zich waarschijn
De Engelsche handelsmarino. a
LONDEN. Wij vernomen van gozagheb-
bende zijde, dat de Britscbn liandclx-
riiaririi! van liet begin van don oorloc.
af acht millioen manschappen en tic-n
liocn ton oorlogsmateriaal heft overgebracht.j
In zes maanden van liet afgeloopen jaar wi-.j
don van de 21,000 schepen, dio de Dove r-"
patrouille passeerden, slechts 21 vernietigd of
ernstig bcp.ciiadigd, d. i. dus één op dc duizend.
Wat den transportdienst naar Frankrijk bi-'*
treft, daarbij ging geen enkel mensckenleven
verloren.
Kr werden een millioen zieken ©n gewonden
getransporteerd; 50 millioen gallons petroleum,0
meer dan een millioen paarden en muildieren,
100 millioen centenaars tarwo, zeven millioen
ton ijzererts en voor een wa&rdo van .000 mil
lioen p. St. gfcëxportoord.
x Engeland heeft aan'Frankrijk ongeveer C00L
schepen geloond en 400 aun Italië.
J)rio duizend van de 3600 visschersraartuigen
beboeren thans tot do marine.
Sedert Aug. 1914 tot Maart 1917 hebben.
7000 leren dienst genome» bij do i
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Oorlogsterroin,
Het Engelsch-Franschs offensief.
LONDEN. Officieel. Gunstig voor one>i
verloopende patrouillegevecht-en op Zondag
nacht ten noordwesten van' St. Quentin e--l
ten zuiden van Lens. Onze linies werden oen*
weinig vooruitgebracht ten zuidoosten van1
Mouehy le Preux. Des nachts was do vijan-"
delijke artillerie actief, in de buurt vanj
Lens, Armentieres «n bij de kust.
LONDEN. Officieel. Sir Doubles Haig;1
meldt: Een aanval ten O. van Levcr-
guier werd afgeslagen. Dikke mist be--'
lette de lucht-a/rt.ie, tot den avond. Daar
na werden eenige gevechten geleverd. Twee
Duiteche toestellen werden neergeschoten
vier anderen uit ihet gezicht gedreven. Eén
ander toestel wordt vermist.
BERLIJN. Officieel. Legergrocp-Jtup-
precht: De gevechtsactie van den vijand
was Zaterdag minder dan de vorige
degen, slechte in enkele sectoren van het j
Vlaamsche slagfront was ze sterk. Zon^
dag nam ze algemeen weer toe. In- Ar-
tois hield een levendig vuur aan van het La
Ba3sée-kanaal tot ten zuiden van Lens.
Legergroep Kroonprins. Aan den Clie-
min des Dames hadden bij Braye en Ccrny
inbraken in de FranSche stellingen volledig
succes. De beproefde We-stfaalsclie en Oost-
Pruisische aanvalstroepen haalden daar bij
verkenningen een verbetering va? de eigen
linies tal van gevangenen uit de vijandcfljko
loopgraven en weerden hevige tegenaanval
len af.
Legergroep 'Albrccht. Verkonningsge-
vechten in den Sundgau brachten winst aan
gevangenen en buit.
Aan het Fransche front.
PARIJS, 22 Juli. (Huat.) De lievige
gevechten aan den Cliemin des Dames werden
voortgezet, zonder cenig succe-; voor dc aan
vallers. Dczo herhaalde aanvallen in een be-
perkten sector sedert drie maanden, waarbij
de Duitschers hun rnensehenmatcriual opoflc- 1
ren doen een vergelijking maken tusschen
deze operaties en die voor Verdun. Hot
ennige onderscheid bestaat hierin, dat
thans eiken dag over een grooter front
wordt aangevallen, terwijl toen do operatics
steeds met eenige dagen tusschen ruim to plaats
vonden*
Op schitterende wijze en met succes bieden de
Franscha troepen weerstand aan dc numeriek
sterke en op besliste wijze aanvallende ma.vsn's,
die daarbij worden ondersteund door Bijzonder J
krachtig materiaal Dat gec-ft de zekerheid,
da» dc groepen, ondanks de vasthoudendheid
van den vijand, do binnon enkele degen ver
overde s.tclhngen zullen behouden.
Do gevechten In Vlaanderen.
BERLIJN. Den 2lsi©n Juli werden
hoofdzakelijk onze stellingen in de buurt
van DixmuidcO, Steen stran ie, TJpeeen en
Holleboke nu ccn* aker, dan weder ster
ker onder vuur gendmen.
JV.irouilicgevi Lten in den nacht van 20 op
21 Juli ondernomen, hadden voor ons een gun
stig verloop en leverden krijgsgevangen en
In den vroegen ochtend van den 21stcn Juii j
lijk onwillekeurig bewegen. Ik keek haar 1
ernstig aan, maar hoe zou zo ïnij kunnen
begrijpen. Luitenant Maxon was een tweede
gevaar; elk oogènblik verwachtte ik, dat
hij iets zou zeggen en ik kon niets anders
doen dan kijken en wachten. Hoelang 't
geduurd heeft, weet ik niet, maar 'b scheen
alsof de tijd stil stond. Eindelijk meende ik
in 't gelaat van mijn gastvrouw ©en ont
spanning te merken een lichte kleur verving
haar bleekheid en haar oogen leken
grooter. Zij alleen wist., waar de cobra was.
Het gevaar ging voorbij 'k, was melk
of enkels, en de melk had gewonnen. In
't volgende ©ogenblik zag ik den bedien
de opstaan met een rijzweep in de hand.
Maar plotseling begon luitenant Maxon te
spreken, hij bewoog zich, keek opeens
naar den vloer en sprong met een wilden
gil op den stoel- Ik vloog op, maar do
bediende was mij voor en sloeg het rep
tiel dood met de zweep. Maxon stond nog
te dansen op zijn stoel met starende oogen
en zoo bleek als de muur. „Groote hemel!"
riep hij uit, „dat monster kroop onder
mijn stoel door!"
Toen majoor Leighton zijn jongeren
collega wat meer kleur lia£ doen krijgen
door eeu glaasje krachtigen wijn, vroeg
ik, luid genoeg, dat allen 't hooren zou
den „Mevrouw Ludgate, vertel ons nu
eenshoe u wist, waar de cobra wastoen u
den bediende melk liet brengen, terwijl wij
't zoodruk hadden over vrouwenmoed
Onze gastvrouw glimlachte met eau
schuinschen blik naar den jongen officier
„De slang was toen om mijn linkerenkel."