Vredesvooruitzichten. Binnenland. Marinezaken. Correspondentie. DE SOIiDATENCOORANT vttii Woensdag QO Mei 1917 Op twoe manieren kan men helpen, dat Engeland de overwinning behaalt, zoo wordt dikwijle verzekerd in Engelsche officieele kringen, nl. door dienst te nemen in hot le^er, dat aan het front vecht, of door in het vaderland te zorgen, dat het dan strijders aan hot front aan niets ontbreekt, allerminst aan het aller- noodigste om den vijand te vernielen: de ammunitie. Voor die ammunitie zorgen talrijke en ontzaglijke fabrieken. We zien er op ons plaatje zoo een voor ons: een zaal' vol granaten, enorme projectielen, zooals men ziet, op het oogenblik dat koning George V er een bezoek brengt met zijn gevolg. Al die vornielingwekkeude granaten maken een overweldigenden indruk, als men ze in werkelijkheid ziet. De strijd aan do Flondar-ünio. - S.tefani seint, dat de Flohdar-linie, ■welke heb "e Italiaansche legercorps tus schen het Jamiano-dal en Lokavac inge drukt en doorbroken heeft, was de tweede verdedigingslinie der Oostenrijkers op het K&rstplateau. De positio was zoer bèlang- rijk. Er was geruimen tijd aan gewerkt en zij was voortdurend verbeterd. Zij week jvan de eerste linie af en liep naar het Zui den langs de westelijke hellingen van de hoogten 23S en 235, daalde vervolgens in het Jamiano-dal, steeg weder lange de hel lingen van hoogte 146 een uitlooper van de Monte Chermada tot aan den zoom van Flondar en splitste zich even tgn Z. van dit gehucht in tweeën. Een tak liep langs Lokavac en San Gio vanni raar de zee en de andere boog langs de westelijke en zuid-westelijke uitlooper van den Monte Hermada naar Duino. Thans begint de opmarsch naar de derde Oostenrijhsché stelling op den Monte Her- mada, die krachtig versterkt is met artille rie, goede waarnemingsposten heeft en de gheele vlakte van de Beneden-Isonzo en het arstplateau "bestrijkt. De Italianen maakten 4000 gevangenen. De buit is enorm. TURKIJE» Palestina een 'Joodsche staat. Op een overvolle meeting te Manchester, be legd door do Zionistisch-Socialistisclie Arbei derspartij, werd, naar „De Joodsche Wachter" meldt, mei algemeene stemmen een motie aan genomen, die, de Russische Revolutie en de vrijheid der Russische Joden begroetend, als de overtuiging der partij uitspreekt de noodzake lijkheid van het herstel dei- Joden als één natie in Palestina. De voorzitter der Britsche Mijmverkersfode- 'ratie en de algemeene secretaris der Transport- arbeidersbond spraken iu warme woorden voor de motie. Naar hetzelfde blad mededeelt, liecft James de Rothschild dé kroonprins in liet ïïans'cko huis der Rothschilds, zoon van Baron Edmond, den man der Joodsche koloniën in Palestina, «an een „Toekomst-van-Palestina-maalfcijd" van de Lyceum-club te Londen een rede gehou den, waarin hij zei de, door het bijwonen van het Paaschfeest in dr. Weiznian's huis. tot het Zionistisch ideaal te zijn gekomen. Hij meendo dat Engeland, dat ©ol$ voor België het zwaard getrokken had, er voor zou strijden dat een klein volk als het Joodsche in zijn eigen land. Palestina, hersteld zou worden. ZWEDEN. Een vakvereenigingsccngres. Op 8 Juni zal te Stockholm een internatio nale* conferentie van vakvereenigingen plaats hebben. Volgens de ,,lnt. Korr. der Gewerk- schaften" is het eenige punt van do agenda: Vakvcreenigingseischen ten aanzien van 't vre desverdrag. Men wil streven naar een interna tionale sociale hervorming. In de eerste plaats zal men recht van vrij verkeer eischen; alge meene landverhuizingsverboden of algemeene immigratieverboden moeten in het vredesver drag ontoelaatbaar worden vprklaard. Daaren tegen moeten de staten het recht vorkrijgen bij ongunstigen economisch on toestand do immi gratie tijdelijk te beperken en zekere minï- mumeischen te stellen aan do ontwikkeling der immigranten, bijv. de kennis van lezen en schrijven. In de tweede plaats zullen de oischen betreffen het coafitiereclit en vorder do sociale verzekering. VEKEENIGDE STATEN. Financieels steun aan do geallieerden. WASHINGTON. De Vereen igde Staten Lebben Engeland opnieuw 75 milliocn dollar gehand, zoo dat het totaal der gezamenlijke koningen thane S 400.000.000 bedraagt. Aian Italië hebben do Vereenigdo Staten S 75.000.000 uitbetaaldzijndo een deel van da leening van 100.000.000, waaromtrent reeds bericht is geworden. Italië had reeds eerder 25.000.000 ontvangen. De „Batjan" en da Duilscfie onderzeeboot. Omtrent de aanhouding van het t.u>omschip „Batjan" op de reis van New-York naar Amsterdam met graan voor dc Ncdorlandsoho Regeering, werden ons da volgende inededoe- lingen verstrekt: Nadat 's morgens vroeg van den lGen Mei de Far-Oer eilanden waren gepasseerd, werd koers gesteld, benoorden het door Duitschland versperd verklaard gebied om, naar de Noor- echo kust, naar het eiland Udsire, waar, even eens volgens Duitsch voorschrift, dicht langs meest worden gestoomd. Het was mooi heldor neder met N.O. wind, toen op don 17on Mei 's morgens 4 uur ongeveer plotseling een schot gehoord werd, welk schot bleek to zijn afge vuurd door een onderzeeboot, aan stuurboordzij gp pl.m. 3 a 4 mijl zichtbaar. Ite granaat sloeg op eenigen afstand van het Éichip in hot'water. Onmiddellijk werd gestopt en met de stoomfluit drio stoeten gegeven, om aan do duikboot te laten zien, dar geen poging tot ontvluchten werd gedaan. Tegelijker tijd werden boven de brug de vier seinvlaggen opgezet, het zoogenaamde naamsein, waaruit kon blijken welk schip het was en waar het schip thuis behoorde. Er werd «venwel doorgegaan met voren, de granaten vielen dichterbij cn vlogen over het schip heen, zoodat aile3 in gereedheid werd gebracht om met de doepan het schip te verlaten. De onderzeeboot dook nu evenwel onder, zoodat mei hek uitzetten .der .hooien nog werd gewacht. Een verdediging van mr. Troelstra. „Het Volk" publiceert een brief van mr. Troelstra uit Stockholm. Daarin wordt mede gedeeld, waarom de Hollandsoho delegatie van van de Internationale er toe kwam de conferen tie te organiscereu. In Januari j.l. kwam van de Amerikaansche partij een schrijven, dat wan neer er niet vóór Maart een algemeene zitting van het Internationaal Bureau werd gohouden, de Amerikanen dit? zelf zouden orgauisceren in Juni 1917. Verder verdedigt mr. Troelstra zich als volgt tegen verschillende verdachtmakingen en bewe ringen „Men ziet dat het, om ous initiatief te ver klaren, volstrekt ónnoodig is, naar allerlei ge zochte argumenten te zockofi, om het aan iets anders dan aan onzen eigen socialistischen vredeswil, aan ons plichtbesef tegenover de In ternationale toe te schrijven. Het voor mij zelf gepubliceerde feit, dat ik (toen optreden bij den Duitscbe gezant in Den Haag tot geen defini tief resultaat bleek te kunnen leiden) peraoon- lijk bij den minister van Buiienlandscho Zaken te Berlijn stappen heb gedaan, om passen voor de Duitscbe socialistische minderheid te ver krijgen, kan zeer zeker dienen als bewijs, hoe veel er mij aan gelegen was, niet slechts de meer regeeringsvriendelijke Duitscbe meerder heid, doch ook do tegen haar in oppositie staande minderheid te Stockholm aanwezig te zien. De aanwezigheid der minderheden m de oorlogvoerende lauden was, blijkens ons eerste communiqué, direct door ons al3 eeno onvoor waardelijke noodzakelijkheid gevoeld. Wat is er tegen, dat een neutraal socialist die de zaak wil doen gelukken, zich hiervoor wendt tot de betrokken regeoring? Vólgt daaruit, zooals Hyndman beweert, dat ik „instructies" heb ge kregen? Tegenover die verdachtmaking kau ilc niet anders dan eenvoudig verklaren, dat ik vrij man ben en blijf, mijn positie laat bepalen door niets anders dan door mijn zucht, om het beetje kracht en invloed, waarover ik beschik, te gebruiken uitsluitend voor het herstel dor Internationale en voor niets anders werk dan voor de herleving der sociaal-democratie, de tot standkoming, zoo spoedig mogelijk, van een al- gemeenen vrede, die niet den imperialisten, van welk land ook, ïuaar slechts het streven naar vrede, vrijheid der volkeren, verdere opleving en verheffing der arbeidende klasse, het socia lisme ton goede komt". De Conferentio te Stockhelm. STOCKHOLM. Vau uit Stockholm werd tot den secretaris van buiten'andscha zaken der Vereenigde Staten, den heer Lansing, een telegram gericht, onderteekend door dr. Karl Frees, internationaal secretaris voor den vrede, Karl Lindhagen, burgemeester van Stockholm, en James Eads How, afge vaardigde van den bond van vakvereenigin gen in Amerika. Het telegram, luidt als volgt: Vernomen hebbende, dat de Ver eenigde Staten dengenen die aan de inter nationale conferentie, welke hier gehouden wordt, willen deelnemen, de passen gewei gerd hebben, zénden wij dit telegram om op vriendschappelijke wijze tegen dezen maatregel te protesteéren, indien onze in lichtingen inderdaad juist zijn. We verzoe ken u dan tevens zoo vriendelijk te willen zijn om het manifest to lezen, dat de con ferentie gisteren verspreidde en dat het breed©, internationale standpunt der bij eenkomst aantoont. STOCKHOLM. Haase en andere leden van de Duitsche^ minderheidspartij worden na den 29en Mei te Stockholm verwacht. De gemeenschappelijke oorlogsdoeleinden. De correspondent van de „Vossische Ztg." te Stockholm meldt aan zijn blad, dat de verwachtingen in zako het congres van de verschillende Russische arbeiders- en sol- datenraden, dat half Juni te Petrograd gehouden wordt, buitengewoon hoog zijn gespannen. Dit congres toch wil niet alleen het Rus sische oorlogsdoel definitief vastleggen, maar ook <le overige leden der Entente dwingen hunne oischen bij die van de Rus sische democratie te doen aanpassen. Omtrent de aanleidende oorzaak tot het Het schip was toen op Noordcr Breedte 61Q26' en Ooster Lengte 1036'. Na de beschieting werd afgewacht tot do onderzeeboot boven zou kom e» en toen werd bemerkt dat dezo het sein A.B.„verlaat het schip zoo spoedig mogelijk" hecsch. Aan boord van de Batjan'' werd alles gereed gemaakt om het schip te verlaten. De lo officier ging op bevel van den gezag voerder in één der sloepen met descheepspa pieren, een consulaire verklaring dat de lading vóór liet uitbreken van den oorlogstoestand tusschen Duitschland cn Amerika was aange kocht en met do kaart waarop genavigeerd was naar do onderzeeboot. Toen de sloep de onderzeeboot, die op vrij grooten afstand was gebleven, naderde, werd er gepraaid: „1st der Kapit&n im Boot?" De lste officier antwoorddo: „Neen, de le offi cier". Er werd toen geroepen „Haben Sie die Papiere?" De lo officier antwoordde bevesti gend, waarop gewenkt.werd naderbij te komen. Rij het langszij komen werd op onaangename en geïrriteerde wijze bevolen vlug de scheeps papieren af tc geven. Do le officier sprong op de onderzeeboot over en ging met de papieren naar den com- mamlotorcn. Toen bij daar kwam. voegde de commandant hen» zeer kort too „Sic sind iin Sperrgebiet, das Schijf wird versenkt". De le officier merkte op dat liet schip er buiten was, maar kreeg daarop kortweg ten antwoord: „Sio sind vier Meilen darin" en hem werd bevolen direct naar boneden to gaan. ■Hij hoorde onmiddellijk daarna het .commando congres verneemt de correspondent van de „Voeaiseho" de volgende bijzonderheden: Reeds tijdens de onderhandelingen over het deelnemen van de afgevaardigden van den arbeiders- en soldaten-raad aan de re geering, hadden dezo laatsten als één der voornaamste voorwaarden gesteld, dat een nieuw te vorpien kabinet van alle bondge- nooten een herziening van de oorlogsdoel einden zou eiechen. Men zegt, dat do arbeidersraad thans zijn göèdkeuring aan de benoeming van Teresj- tsjenko tot minister van buitenlandsche za ken heeft gehecht, nadat hij zich met dézen eisch homogeen had verklaard. Op den dag van zijn benoeming bracht de nieuwe minister de quaestie reeds ter 6prake op een conferentie met den Fran- schen minister van munitie Thomas en met de Entente-diplomaten, Buchanan, Carlotti en Franics. De arbeidersraad van zijn kant moet be loofd hebben met het. bijeenroepen van een tweede conferentie te Stockholm te zullen wachten tot in zake de oorlogsdoeleinden overeenstemming met alle bondgenooten was verkregen. Particuliere berichten te Stockholm ont vangen, zeggen, dat de westelijke bondge nooten, naar zij de regeering te Petrograd mededeelden, bereid zijn hst vraagstuk aan gaande de revisie van de oorlogsdoeleinden in een begin Juni ad hoe te houden confe rentie onder de oogen te zien. Vóór 10 Juni zou men de resultaten dier bijeenkomst dan mededeelen. Wanneer het arbeiders- en soldaten-con gres op 14 Juni bijeenkomt, zal men dus van de vredesvoorwaarden der westelijke bondgenooten op de hoogte zijn en zich daarnaar kunnen richten. De arbeidersraad zou vervolgens te Stock holm de gemeenschappelijke oorlogsdoel einden van de geheele Entente bekend kun nen maken, aangenomen dan, dat men tot een overeenstemming' kan geraken, „Wij dorsten naar vrede". Volgens een bericht uit Stockholm aan. de „Voss. Ztg." zou op een te Kief gehouden cönT gres van gedelegeerden van de Zuid-Russische afdeeUng van den Raad van Arbeiders en Sol daten do woordvoerders van de sol datengedele geerden o.a. hebben gezegd: „De kameraden uit de loopgraven reiken u hier de hand. Vol moed stierven zij en sterven ze nog voor het vaderland, ma3r allen dorsten naar vrede en smeeken u met de overbodige menschenslach- ting op te houden". Luide toejuichingen weer klonken op deze woorden. OP ZEE. S.s. „Westland" op een mijn geloopen. Volgens te Rotterdam ontvangen bericht is het stoomschip „Westland", van de Scheepvaart en Steehkolenmaatschappij, op weg van Londen, naar Havre, in den mond, van de Theems op een mijn geloopen en gezonken. Van do opvarenden zouden vier zwaar en vier lichtgewond zijn. (De „Westland" had een bruto tonnen inhoud van 1283 ton en was gebouwd in 1906.) De „Caledonia". Het Nedorlandsche stoomschip „Caledonia" hetwelk 10 December van het vorig jaar naar Zeebruggo werd opgebracht en dezor dagen ia losgelaten, arriveerde behouden in den Nieuwen Waterweg. Cerequiraerde schepen. Van de krachtens do Sohepenvorderingswet gerequireerde stoomschepen zijn reeds de „Leersum", „Alkaid" en „Larenberg" van IJmuiden naar Amerika vertrokken. Buiten gaats zouden zij zich bij eënige inmiddels uit den Waterweg vertrokken schepen voegen, ten einde de reis gezamenlijk af te leggen. De „Transsylvania", LONDEN. Geredde passagiers van de „Transsylvania" vertellen, dat de gezag voerder, nadab de eerste torpedo afgescho ten was, den mcnschen aanmaande kalm te blijven. Deze raad was echter overbodig. Alle opvarenden gedroegen zich voortreffe lijk. De mannen stenden op hun post als gold het oen parade. De booten werden vlug neergelaten. „Eerst do vrouwen! Waar zijn de dames?" riep de gezagvoerder. De vrouwen werden in de booten gelaten en toen men ze wegroeide wuifden zo met zakdoeken naar de achter- blijvenden, die daarop hunne plaatsen in namen. Ten gevolge van de onstuimige zee en de gevaarlijke positie, waarin dé boot zich bevond, kon een troep van ongeveer 150 soldaten niet gered worden. Toen het sqhip zonk stonden zij in .de houding. e japansche en de Engelsche vloot. TOKIO. Sedert het uitbreken van den oorlog heeft do Japansche vloot samenge werkt met de Engelsche ter bescherming van den handel en de wateren in het Oosten ge zuiverd vau vijandelijke schepen. Op verzook van de Engelsche regeering werken Japansche kruisers en torpedojagers mede iu den Indischen Oceaan. Een eskader, onder bevel van admiraal Sato, is dezer dagen naar de Middellandscho Zee gezonden', een ander opereert thans in het zuiden van den Atlantischen Oceaan. Do Japansche vloot doet al het mogelijke om de vloten der bondgenooten te steunen. Z. K. H. de Prins en de Padvinders. Men meldde ons Zondag Z. K. H. de Prins is voornemens den 2en Pinksterdag een bezoek te brengen aan het Padvinderskamp te Soesterberg. De Minister van Oorlog a.l. Minister Rambonneb is Vrijdag tot na Pinksteren met een kort verlof vertrokken, datvliij te tWijhe zal doorbrengen. Zeppelin boven Deventer. (O f fici'eel.) Het ministerie van Buitenl. Zaken deelt het volgende mee: Nadat in den nacht van 7 op 8 Mei j.l. bo ven Deventer een Zeppelin was waargenomen, heeft de Nederl. rqgeering bij de Duitsche regeering ernstig doen protesteeren tegen deze nieuwe schennis van het Nederlandsohe lucht gebied. De Duitsche regeering heeft thans haar diep leedwezen en dat van den chef van den generalen staf der Duitsche strijdkrachten over dit betreurenswaardig incident doen be tuigen. Het gebeurde wordt» toegeschreven aan het feit, dat het luchtschip zijn koers was kwijtgeraakt ten gevolge van een zware wolk- laag eu andere atmosferische invloeden. Aan de betuiging van leedwezen werd de mededeeling toegevoegd, dat de Duitsche re georing alle mogelijke maatregelen neemt om dergelijke incidenten te voorkomen en zich voortdurend beijvert om de moeilijkheden, welke aan de volmaking der luchtvaart nog steeds in den weg staan, te overwinnen. Zij heeft zich desgelijks verontschuldigd bij de vroegere opeenvolgende gevallen van schonding van het Nederlandsohe luchtgebied door Duit sche luchtschepen of vliegtuigen, laatstelijk bij dat van 3 Mei j.l., toen een luchtschip zich boven Delfzijl bewoog. Huurcommissiewet Bij Kon. Besluit van 26 Mei („St.bl."- 445) is bepaald dat de Huurconimissiewet in werking treedt op 1 Juni 1917. („st.et.") Gep. majoor A. A. C. O, Hartingf Te 's-Gravenhage is overleden de gep. majoor ran de militaire administratie van het O.-I. leger A. A. C. O. Ha r t i n g. De teraardebestelling zal geschieden Dinsdag a.s. te 2 uur paar Oud-Eik-en-Duinen. India Weerbaar. "Wij vernemen, dat "Woensdag 30 dezer des namiddags te 3 uur in het gebouw der Neder- landsche Handel-Maatschappij te Amsterdam het comité hetwelk een Polytechnische 'School in Ned.-Indië wenscht tot stand te brengen, daarvan officieel kennis zal geven aan de depu tatie der Vereeniging Indio Weerbaar. Het comité wil daartoe reeds thans overgaan in verband met het op handen zijndo vertrek van de deputatie, niettegenstaande de gelegen heid nog ontbroken heeft alle bekende belang hebbenden en belangstellenden in Indiö tot financieelen steun op te wekken. Intusschen zijn het comité bereids zeer groote bediagen toegezegd. Degenen, van wie toezeggingen zijn ontvan gen, werden uitgonoodïgd tot genoemde plech tigheid, terwijl deze tevens door eenige officieele personen zal worden bijgewoond. De leden van het comité zijn: de heeren O. J. K. van Aalst, voorzitterJ. B. A. Jonckheor, penningmeester: H. Go lijn, H orbert öremer, AV. F. van H u- kelom, N. H. ter Kuile, R. van LorC- nep, jhr. H. Loudon, J. W. Mao Do- nald, A. C. Mees, Pli, J. Koost- gaarde Bisschop, B. E. Ruys, mr. G. Vissering en J. W. IJ z 0 r m 11. n. Lederzaken. „schnell tauchon". Een der officieren bracht hem naar een kajuit, waar hij do papieren over gaf en verklaring aflegde van plaats van af vaart en bestemming, c-n den koers benoorden Far-Oer eilanden. Na eenigen tijd kwam de commandant eveneens in de kajuit en vroeg: „Wo batten Sie liingehen wollen?" De le offi cier antwoordde: „Naar Amsterdam". I)e commandant informeerde naar plaats van af vaart, de lading en de bestemming en herhaalde zijn woorden, dat het schip vier mijlen in het versperde gebied was en daarom tot zinken zou worden gebracht. Do le officier verzocht toen beleefd het standpunt to mogen verklaren, waarop de kapi tein van bet s.s. „Batjan" zich meende te moeten stollen en legde uit: lo. Dat bij het geheel neutraal zijn van schip, lading cn bestemming, terwijl bovendien de bewijzen aan boord waren, dat de lading vóór 6 April (don datum van het bestaan van den oorlogstoestand tusschen Duitschland en Amerika) was gekocht, het krankzinnig zou zijn geweest zicli in het versperde gebied te wagtn tegen de nadrukkelijke orders der directie in 2o. dat hij do kaart had medegebracht, waar op van af hot penseelden der Far-Oer eilanden was genavigeerd. Hier werd hij door den com mandant in do rede gevallen met: „Ja, Fair Insel(n)", op ennigszins onduidelijke wijze uit gesproken, zoodat het veel had van Far- Oer eii. De lc officier ontkende dit onmiddellijk en De functi8 van overste Ten Bosch. De kennisgeving aan militaire autoriteiten van de tewerkstelling van overste Ten Boeoh, is, naar de „Niéuwe Courant" meldt, vervat in de volgende termen: „dat de luit.-kol. van den gen. staf J. L. ten Bosch met ingang van heden (24 Mei') door den minister van Oorlog en den Opperbevel hebber van land- en zeemacht is 'belast met de functie van hoofdofficier in algemeenen dienst, toegevoegd aan den M. v. O. en den Opp. vay L. en Z." Wetboek van Militair Strafrecht. 's-G ravenhage, 25 Mei. Verschenen is het rapport van de Commissie voor de invoe ring van het Wetboek van Militair Strafrecht en de wet op de Krijgstucht, inge&teld bij mi nisterieel besluit van 7 October 1912. In dit rapport biedt de commissie bet resul taat van haren arbeid aan in den vorm van een reeks ontwerpen van wet, algemeenen maatre gel van bestuur of Koninklijk besluit, met do daarbij behoorendo memoriën van toelichting. In hot rapport ziju nevens liet ontwerp-lu- vocringswot in concept opgenomen alle uitvoe ringsvoorschriften, welke door het Wetboek van Militair Strafrecht of de Wet op de Krijgs tucht uitdrukkelijk worden gevorderd, evenals liet ontwerp tot een door de Regeering in 1903 herhaaldelijk toegezegd reglement betreffende de krijgstucht. Jn liet rapport zijn daarentegen uiet opge nomen concept-wijzigingen van reglementen vau inwendigen dienst en van andere bestaande voorschriften van militair administraticven aard. In het rapport zijn evenmin opgenomen ont werpen tot uitvoeringsregelingen, welke te eeni- ger tijd wel gewenscht zullen blijken. De commissie hoopt, dat haar rapport voor den wetgevenden arbeid van invoering en uit voering van het nieuwe militaire straf- en tucht recht een betrouwbaren grondslag zal leveren. Do materie, welke door den heer Van dei- Hoeven over do wetsvoorstellen was verdeeld, is door de commissie op het voetspoor van de ministers Loeff, Ellis en Bergausius in één wetsontwerp samengevat. Na een uitvoerige toelichting der artikelen herhaalde dat de „Batjan" bij de Far-Oer eilanden was langs gekomen. De commandant beweerde toen dat de „Batjan" volgens den koers, dien het schip voorlag, van de Shetlands- eilanden vandaan kwam, wat door den len ofiicier eveneens als onjuist werd aangetoond. (Een eu ander in verband met de ligging van Fair-Island tusschen de Orkneys en Shetlands Isl.) Verder dat uit bet bijgehouden bestek in do kaart onweerlegbaar blijken moest, dat. do navigatie geheel buiten het versperde gebied had plaats gehad 3o. dat door een looding op do HW.wacht gedaan c-n door een zonshoogte juist genomen, nu do „Batjan" gestopt log to wachten, nog werd bewezen, dat het schip zich werkelijk buiten heb versperde gebied bevond. Do commandant ontving nu juist van het draadloos station aan boord van de duikboot het opgevangen S.O.S. sein van de „Batjan" naar het s.s. „Schiedijk" en geraakte hierdoor zeer opgewonden, hield "het den len officier voor en riep: „Wat dit dan was, dat de „Batjan" hulp inriep cn bezig was hem te verraden". De le officier antwoordde hem, dat dit beslist huiten- gesloten was, want dat hij zelf tot op het oogenblik dat hij hgt schip verliet, den gezag voerder aan den Marconist aile gebruik van het toestel had hooren verbieden en dit dus moest zijn oen sein voor het lijfsbehoud in de sloepen hier midden in de Noordzee. Do commandant vroeg, op hoeveel afstand hij meendo dat het scnip buiten liet gebied wss. Do lo officier antwoorddo minstens 10 a 12 mul, waarop, de commandant hem tegen van het wetsontwerp tot do „Invoeringswet militair straf- en tuchtrecht" volgen iu bet rapport als bijlagen outwerps-besluiten o. m. .tot vaststelling der regelen, in acht to nemcfi bij do aanwijzing der plaatsen aan boord van een oorlogsvaartuig, waar door onderofficieren dio geen hut bewonen en door mindere mili tairen het verzwaard arrest en het streng ar rest buiten de cel wordt ondergaan; idem tot vaststelling der regelen voor liet in liet belang van dep gestrafte brengen van wijziging in do plaats, waar en do wijze, waarop hot verzwaard of het streng arrest wordt ondergaau; idem houdende vaststelling der régelen, naar welke aap do met licht of mot verzwaard arrest ge strafte militairen kan worden toegestaan gods dienstoefeningen bij to wonen, bedoeld bij art. 14 van de Wet op de Krijgstucht; idem tot vast stelling van een algemeenen maatregel vau be stuur ingevolge art." 25, laatste lid, van de Wet op de Krijgstuchtidem tot vaststelling van don algemeenen maatregel van bestuur, bedoeld in art. 53 der Wet op do Krijgstucht, betreffende het verleenen van vrijstelling van opgolegde krijgstuchtelijko straffen, en idem, houdende vaststelling der regelen, naar welke de militair, die zich over een hem gegeven order of over eeno uitspraak, waarin hij als strafoplegger is be trokken geweest, bezwaard acht. bevoegd is des wege zijn beklante doen. bedoeld bij art. 71 van de Wet op de Krijgstucht; allo ontwerp-beslui- ten, vergezeld van daarbij behoorendo toelich tingen. Do nieuwe tuchtinrichting zal in hoofdzaak moeten zijn een leerschool voor militaire onder geschiktheid een school, waar stijfhoofdigen en onwilligen tot hun plicht gebracht worden, waar de gestraften moreel opgeheven en tot eene re gelmatige, goede levenswijze worden gebracht; één inrichting voor do straf- en tuchtklassen afzonderlijke inrichting voor do landmacht en voor de zeemacht; voor do zeemacht geen straf- schip, doch een inrichting aan den wal; een gebouw voor de inrichting van de landmacht; ondergaan van straf- en tuchtklas'se aan boord straf- en tuchtklassen in Nedorl.-Indië. Als plaats van vestiging van die inrichting komt in aanmprking Den Holder. De commissie bestond uit de heerenmr. H. O. Dresselhuij's, thans lid van do Tweede Ka mer, lid en voorzitter; mr. J. V. van Dyclc, thans raad-advisour bij het departement vac Justitie, lid, tevens secretaris, en voorts leden P. P. O. Collette, thans generaal-majoor, lid van het Hoog Militair Gerechtshof; jhr. mr. B. de Jong van Beek en Donk, eervol ontslagen referendaris bij het departement van Justitie; dr. R. E. Kramer, thans referendaris hij dab departement; mr. W. F. van Meurs, auditeur militair in het tweede arrondissement; N. J. J. van Rijn van Alkemade, hoofdofficier van admi nistratie der le kl„ lid van het Hoog Militair Gerechtshof; terwijl als adjunct-secretaris werd toegevoegdmr. W. C'. Wendelaar, thans hoofd commies bij het departement van Justitie. (Tel.), Uit de Staatscourant. De Min. r. Koloniën brengt ter kennis van gep. officieren en onderluits. van het Ned.-In. leger, die als reserve- of landweerofficier bij het leger hier te lande zijn ingedeeld en ten gevolge van hunne indeeling bij het leger te lande bui ten hunne raste woonplaats vertooven en daardoor de gebruikelijke attestatie de vita in den aanvang van Juni niet kunnen he komen, dab in hun pensioen over het tweede kwartaal 1917 kunnen laten ontvangen door een daartoe door hen aan to wijzen gemachtigde. Hiertoe zullen zij tusschen 1 en 10 Juni a,. s. aan de achtste afd. v. h. dep. v. Kol. eene door hen geteekende opgave hebben in te dienen, inhoudende: lo. plaats en dagteekeuing van ver zending der opgave; 2o. naam en voorletters, benevens vroegeren rang van den gepension- neerde; 3o. vaste woonplaats; 4o. naam cn voor letters, woonplaats en nauwkeurig adres van do(n) gemachtigde; 5o. handteokoning van-den gepensionneerde. Aan de gemachtigden zal alsdan vanwege het dep. v. Kol. eene kaart worden gezonden, togon afgifte waarvan zij bij den betrokken betaal meester of "Rijksontv. in hunno 'woouplaats het pensioen kunnen ontvangen, na voor ontvangst en kwijting te hebben geteekend. Inlichtingen. De Minister van Oorlog a. i. heeft inlichtin gen verstrekt op het adres van D. H. M. Come, milicien-sergeant van liet regiment gre nadiers te Waalsdorp, betreffende zijne niefe- bevordering tot reserve-tweede-luitenant. Deze nict-benoeming stond aanvankelijk in verband met het ingekomen bericht, dat Corue betrekkingen onderhield met een van spionnage verdacht persoon. Zijne rol daarbij diende onderzocht te worden. Inmiddels werd op zijn doen en laten gelet en jiog was eene beslissing in deze aangelegenheid niet gevallen of een nader bericht schreef hem het voornemen toe om ter zake van zijn niet bevordering een van zijn chefs te mishandelen. De aard van deze berichten wijst er reeds op, dat zij kwamen van organen, welke, hoe nood zakelijk oolï in omstandigheden als do tegen woordige, toch het nadeel hebben van veelal niet anders te kunnen werken dan langs ge heime wegen en met niet altijd vertrouwbare hulpmiddelen en werktuigen. Op die berichten kan dus niet zonder meer worden afgegaan zoodat 's Ministers ambts voorganger voor de moeilijkheid stond hiermede rekening te moeten houden, terwijl het aan den anderen kant onmogelijk was de benoeming van Corne te bevorderen, indien do berichten inder daad waarheid mochten blijken te bevatten. Onder dio omstandigheden werd een volledig onderzoek van dezo gchcelo zaak opgedragen aan en onpartijdig, hoogstaand man, den gc- pensionneerden luitenant-generaal Do Yla- mingh. In verband met heb boven medegedeelde is zijA rapport niet voor overlegging vatbaar. Naar aanleiding er van kan de Minister echter mede deelen, dat de beschuldiging van spionnago of van medeplichtigheid daaraan niet als bewezen is aangenomen. Op grond van getuigenverkla ringen moest echter Corne's voornemen om een officier to slaan of to doen slaan beschouwd worden als inderdaad bestaan to hebben. Niet temin heeft in verband met da wijze, waarop men tot de wetenschap van dit voornemen was gekomen, 's Ministers ambtsvoorganger ge meend ook dit punt niet ten nadcele van Corno te moeten doen komen, weshalve geen discipli- nairo bestraffing is gevolgd. Maar hij mocht wierp, dat hem op do zeevaartschool reeds moest zijn geleerd, dat een bestek niet binnen een 8 mijl nauwkeurig was aan te govcn en de „Batjan" binnen het versperde gebied was. De lo officier heeft hierop opgemerkt, dat do stand der tijdmeters steeds 011 ook nog den voorgaanden dag met het draadloos tijdsein van Parijs was gecontroleerd en dus absoluut betrouwbaar was en do zonshoogte dus ook absoluut vertrouwen verdiende. Hij vroeg nog maals dringend de kaart te mogen toonen cn navigatie en standplaats' to mogen verklaren. Op zeer geïrriteerde wijze werd den len offi cier gevraagd waar dio kaart dun was on op zijn antwoord, dat hij dezo in. do boot had mede gebracht, werd hem op dezelfde wijze gevraagd waarom hij'dio kaart niet bij zich had. Hij ant woordde, bij do nadrukkelijke wijze waarop hem was gelast, dadelijk de papieren to geven, daarvoor geen tijd te nebben gehad. De commandant gaf order weder op te stij- fen en liet, boven gekomen, den len officier e sloep wenken. Do onderzeeboot was op on geveer de helft van den afstand gekomen waarop hij zich aanvankelijk van de „Batjan bevond. De 6loep kwam en de lo officier nam de kaart over en toonde opnieuw aan dat liet schip buiten de verboden zone was genavigeerd en zich daarbuiten bevond. Do commandant scheen na eenigen tijd eenigszins overtuigd, maar verweet de „Batjan", dat het 6chip op den rand van de zone navigeerde en beter deed daar een twintig mijl buiten te blijven, en dat hij als gevolg daarvan liet schip bad moeten beschieten en ook dat .toep onmiddellijkhet. zijn© oogen niet sluiten voor betgeen in het volmaakt onpartijdig onderzoek van den heer Do Vlamingh is gebleken. Bij dat onderzoek heeft Corne lo. tegengesproken eeno tc voren door hem zelf onderteekendo verklaring; 2o. ontkend een brief to hebben ontvangen, aangevende plaats, dag en uur van eene samen komst, terwijl hij niettemin op dio samenkomst is geweest, cn vaststaat, dat hij op geen andere wijze plaats, dag en uur daarvan zou weten 3o. ontkend, dat hij over het voornemen óm zijn chef to mishandelen gesproken zou hebben (het werkelijk bestaan van dit voornemen blijft bier buiten beschouwing) terwijl door getuigen verklaringen hot tegendeel is vastgesteld.0 Deze feiten leveren het bewijs van gebrek aan waarheidszin, eeno eigenschap welke in den toekomstigen officjer niet mag wordëu gemijt. Hot moge voor Corne to betreuren zijn dat dit gebrek aan den dag is getreden lij een onder zoek, dat voor een ander doel werd ingesteld, toen het bleek aanwezig te zijn, kon het bij do vraag of hij do tereisehto geschiktheid voor dc-n officiersrang bezat, niet worden voorbij gezien. Kon. Mil. Academie. Op 9 Juni e. k. zullen aan de Kon. Mil. Academie de eind-examens voor het Hla studiejaar (officiers-examens) een aanvang nemen. Aan deze examens wordt deelgenomen door 23 cadetten der infahterie, 6 cadetten der cavalerie 22 artillerie en 7 cadetten der Genie, allen pier te lande en voor den dienst in Ned.-Indië door 33 cadetten der infanterie, 2 der cavalerie, 6 der artillerie en 4 der Genie Onderzoek verlofgangers. Bij Kon. Besl. van 16 Mei No. 20 is be paald dat het onderzoek .Vermeld in art. 92 der Militiewet, dit jaar achterwege wordt ge'atem. (Si. Ct.) De duurtetoeslag voor rijkswcrklieden. Don 21sten Mei j.l. heeft het CJomité uit de organisaties van rijkswerklieden aan bet Minis terie van Oorlog gevraagd een voorschot op den duurtetoeslag uit to keeren. Naar aanleiding daarvan heeft genoemd Comité thans eon schrijven van het Departe ment van Oorlog ontvangen, waarin namens den Minister van Oorlog ad interim wordt medegedeeld, dat aan de directie der artiljerie- inrichtingen, aan do hoofden der Centrale Magazijnen van militaire kleeding en aan de administratie der militaire bakkerijen telegra- phisch is medegedeeld, dat aan gehuwden, die voor een duurtebijslag in aanmerking komen, een voorschot van f 25 kan worden verleend op den eersten termijn. oor het overige onder het Departement van Oorlog réssorteerende personeel, daaromtrent was reeds met de uitbetaling der duurtetoesla- gen begonnen alvorens het schrijven waarop de ministerieele missive berust, aan het Departe ment was ontvangen. Verlof verleend. Do le-luit. der infanterie O.-I. leger, H. W. L. van Meeuwen, is van godet. uit Curacao, bij de Kol. Reserve teruggekeerdhem is ver lof verleend in afwachting van nadere be- scliikking. Uit de Staatscourant. Bij besch. v. d. Min. v. Marine zijn met 1 Juli gepl.: luits. t. z. 2o kl. J. C. A.'So hol te, G. T. J. Roorda, J. F. L. Goed hart en W. H. C. Hoog, b. d. draadl. tol. ta Amsterdam ;P. F. W. M 0 ut on a.b, „Kon. Emma"- J. F. A. Blö t e a. 4>. „Holland"; A. M. E. van Dishoeck a. b. „Heems- kerek"G. G. Bozuwa en J. C. Fanoy a. b. „Ivortenaer" off.-mach. 2e kl. H. van der Linde, a. b. „Noordbra/bant"id. lo kl. H. J. Schreudor, to Amsterdam met 1 Juli overgeplante naar Ylissingen. Onderscheidingen. In de directie der Marine te Hellevoetsluis is toegekend de gouden medaille voor 36-j. dienst aan den opperschipper W. G. H. Jautze, en opperschrijver A. van der H a g e, den 6ergeantikonstabel N. v. d. Blom en den sergeant-kok J. Adams. Van plaatsing verwisselen. Met 1 Juni zullen onderling van plaatsing verwisselen, de machinist C. van Drim- melen, dienend© aan boord „Schorpioen", en do machinist mar. res. J. P. van Rose, velt, dienende aan boord „Heemskerck". Examen officier-machinist. Bij het te Dordrecht gehouden examen voor den rang van officier-machinist 3e kl. is ge slaagd 'de machinist W. J. Dalinghaus, dienen de a/b van do ..Holland." Een pensioen-quaestie. Bij Kon. Besluit van 2 Mei (St.bl. 3S2) is rt. verzoek van do heeren I. Mauritz, B. J. ten Bruggeen J. C. G. Grasó, oud-leeraren bij do opleiding van ndsp.-administrateurs bij do Kon, Marino to Amsterdam, om toekenning van pensioen, voor inwilliging niet vatbaar verklaard, op grond dat liet de bedoeling is ge weest hun benoeming eoïi tijdelijke te doen zijn. De Raad van Stato bad geadviseerd hun een jaarlijksch pensioen toe to kennen van f 119 Do redenon .dio den Raad van State tot zijn advies en don Minister van Financiën tot het hiervan afwijkend besluit hebben geleld, zijn uitvoerig omsdiroven in St.-Ct. 121. .ONZE CORRESPONDENTIERUBRIEK Per brief wordt niets ceantwoord. Alle vragen worden regelmatig en zoo spoedig mo gelijk en geheel kosteloos door ons cp de beurt afgsdaan, zoodat hot overbodig is nog weder eens bij nader schrijven antwoord te ver zoeken. Wie bij zijn vraag 3 cent postzegels insluit schip had moeten zijn verlaten en vooral on middellijk een boot had moeten worden uitge zet toen op do „Batjan" gevuurd word. De le officier antwoorddo hierop, dat do „Batjan" in November 1916 nabij do Haaks was aangehouden door eon Duitselie onderzee boot en dezo was boven gekomenoen fluit signaal gevend en het vlagsein „Draai bij of ik schiet" cn daarna oveneens met vlaggeseincn had gelast de scheepspapieren te zenden eD dac hij naar aanleiding daarvan den kapitein op do tegenwoordige reis, welko nog nooit een aan houding had medegemaakt, had geadviseerd niets te doen, daar do onderzeeboot wel 'boven zou komen en om de scheepspapieren seinen. Ten sWtto gaf do commandant toe het schip voor deze in aal vrij te zullen laten, onder waarschuwing en gelastend over te steken naar de Noorsehe kust en op grooten afstand van de gevaarlijke zonq to blijven. De le officier begaf zi'ih in de sloep en toen dezo wegroeide werd hem nageroepen, dat aan boord komende dadelijk moest worden geseind dat de „Batjan" niet meer in gevaar was. Hieraan is gevolg gegeven." De indruk- dien do le officier van den c°™- mandant kreeg, was dat liet een jong officier was, zeer gejaagd cn onhoffelijk in zi)n °P" treden, zoodat het zeer moeilijk word too een verklaring der feiten tö geraken.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1917 | | pagina 2