Je SolriatencQuranf behouden. 434 Vrijdag 25 Mq\ 1917 Orgaan Leger en Vloot. Kameraden! Oorlogsnieuws. Onder redactie van D, MANASSEN. Da plaatsvervanger. Lendstorm tOQO en Militie !1 DERDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT GÏÏE BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS 1.50 P.KWARTAAL Voor Adverteutiën wende men zich tot onze Administratie, Valcritrcstraat 1W) Amsterdam. Prtfs der Ad verte r.t Rn j or regel 80 cent. Voor Ingezonden jjede- déeh'ncèn op de tweede, derde en vierde pagina dubbel tarief. Bij abosmemoc reductie. Dö vloten hebben, den blokkadedienst uitgezonderd, in dezen oorlog betrekkelijk weinig te doen, en voor dien blokkadedienst worden voornamelijk de snellere en lichtere vaartuigen als snelvarende kruisers, torpedobootenen vooral onderzeeërs gebruikt. Toch treden ook hier en daar de slagschepen en slagkruisers op en hierboven zien we een flottielje van deze zware gepantserde schepen, die uitzien naar een mogelijken vijand. Een trotsch gezicht levert zoo'n eskader van groote schepen steeds op. Dringend verzoek. Dringend verzoeken wij bij correspondentie rrtef or.s of bij toezending van postwissels, steeds duidelijk het volledige militaire adres van den afzender te willen vermelden. Een woord van hulde voor den oud-Minister van Oorlog. De heer Staal wijdde in de Eerste Kamer een woord van afscheid aan den af getreden Minister van Oorlog. Spr. zooi er nooit zijn jnedewerking toe hebben verleend de regeering te dwingen tot het doen of nalaten van een militairen maatregel, daar cle Kamer niet het recht boeit tot mede- regeeren. Minister Bosboom heeft in moeilijk© lijden gearbeid. Hij had tijdens d© mobili satie te maken met allerlei economische ©n andere belangen, waarvoor hij in tijd van oorlog geen oog behoefde t© (hebben. Minis ter Bosboom heeft zich met volle kracht van zijn taak gekweten. Een woord van ll.ulde komt hem daarvoor toe. (Teeko non van instemming). Minister Bosboom verdedigd. In de Tweede Kamer, bij de behandeling der interpellatie-Marchant, zeide de Minister van Marine Rambonnet, Minister van Oorlog ad interim, jl. Dinsdag het volgende Minister Bosboom heeft elk billijk oordeel duidelijk gemaakt,- dat het vervroegen der op roeping van de lichting 1918 niet mogelijk was. Maar al ware zo mogelijk geweest, dan zou spreker het niet gedaan hebben. Waarom niet? vraagt men. Omdat het de schuld der Kamer is dat zeer vele ongeoefenden in het leger zijn gekomen en het dus noodig is te zor gen, dat do geoefendheid wordt, opgevoerd. Dat' kan gemakkelijker met eene kleine lichting landstormers dan met een groote lichting van jongelieden. De heer de Montó ver Loren wees bij de Vorige gelegenheid op het kadervraagstuk. [Maar het ging toen niet om het oproepen van een lichting, maar om het oproepen van de eerste ploeg van een jaarklasse landstorm. Een verkeerde weg wordt bewandeld door heb stopzetten van-de oproeping van den land storm. De Kamer heeft in 1915 van de land stormwet een aflossingswet gemaakt. Daardoor heeft de Regeering de bevoegd heid gekregen om aille mannen die nog geen 30 jaren waren onder de wapenen te roepen als de omstandigheden dit noodzakelijk maakten-. De oproepng van tussehen' de 30- en 40-jarigen zon nader door de wet moeten worden gere geld. Ten slotte nog een enkel woord over de groo te moeilijkheden waarvoor de Minister van Oorlog stond. Deze had te maken met sociale-, economische- en militaire eischen. Wat de so ciale eischen betreft, er is steeds naar gestreefd om daaraan zooveel mogelijk te gemoet te ko men. En nu kan spreker den heer Merchant Onze oude grootmoeder leerde ons al vroeg een wijze spreuk: „Kinderen", zeide zij, ,,lcei/ maar niet al te veel; als je veel kent, moot je ook veel doen, terwijl van een domkop niets Verlangd wordt". Zij was een verstandig© vrouwmaar tegen het noodlot kan niemand jp vrijwaren. Wie mij op den 15eü December 's morgens voospeld had, dat ik de onmuzikaalste mensch onder de zon dien avond in het or kest van de Koninklijke Opera te K. de ba zuin zou blazen, dien zou ik schouderophalend voor krankzinnig verklaard hebben. En toch begaf ik mij op dien avond naar het operagebouw om een instrument te bespelen, dat ik van te voren zelfs nooit opmerkzaam had hekeken. Dat kw,am zoo: Ik zit 's middags bij mijn kop koffie wat te doezelen, toen mijn vriend Wolfram, bazuin blazer bij het orkest mot zóó'n haast kwam binnenstormen, dat ik er iets van opschrik. „Hé, bedaar wat!" zeg ik een beetje ver- Wijtend. „Maar kerel!...." schreeuwt hij en schudt me zoo, dat hoeren en zien me vergaat (dat schreeuwen heeft hij zich zeker rloor dat vele blazen op zijn ba-znin aangewend 1) „ik hen gelukkig! ik hem zalig! Maar jij kunt me tot den nllergelukkigsten mensoh van dc wereld maken!" ,.Ik vraag ilc, terwijl ik uit leuter verba- hiipa mijn, sigarenetojnpje iftsl.ik. antwoorden dat van de landweer die nu in haar geheel is afgelost, twee derden van de sterkte is afgelost door den landstorm. Er is echter ook afgelost door militie en daardoor werd de gemiddelde leeftijd verkleind. Deze aflossing is gegaan met telkens grooter snel heid en de Minister van Oorlog is tot het uiter ste gegaan dat vereenigbaax was met de waar de van het leger. Wanneer nog onverhoopt iets gebeurt en het leger onvoldoende geoofend blijktzal men een onmeedoogend vonnis vellen over'den Minister van Oorlog, En het zal diens vonnis niet ver lichten als hij zich op een wensch dei- Kamer beroept. Na het vonnis zal evenwel de geschiedenis een oordeel uitspreken en dan zullen alle moei lijkheden waarmede de Minister te maken had in de schaal worden gelegd. Dan zal het oor deel milder zijn. Voor den Minister moet gel den, dat hij weet te hébben gedaan wat hij kon doen om te hebben geluisterd naar de stem van het Eeuwige, dat recht zal doen over zijn ge- heele optreden. Spreker hoopt, zoolang hij op deze plaats staat, aa,v die voorwaarden te voldoen.'! Bij de interpellatie-Marchant, jl. Dinsdag in de Tweede Kamer gehouden stelde d!e intcr- pellant de volgende vragen: lo. Wat is de reden waarom de Regeering ecn voorloopige oplossing gegeven heeft aan do crisis zonder rekening te houden met het her haalde votum van do Tweede Kamer en dat terwijl de tijdelijke voorzitter van den Minis terraad noch op 4, noch op 10 Mei in de ver gadering van de Kamer van zijn gevoelen deed blijken 2e. Had de Regeering de zekerheid dat de crisis niet zou zijn opgelost voordat de Land stormklasse 1908 moest opkomen en liet het landsbelang niet toe daarmee te wachten totdat de crisis definitief zou zijn opgelost? en zoo neen, waarom niet? 3e. Welke zijn de gronden waarop do oproe ping van de landstormkiasse werd gehandhaafd door den (Minister van Oorlog ad interim? 4e. Hoeveel landstormers zijn er volgens de wet van 31 Juli 1915 ondor de wapenen? Hoe veel landweermannen zijn door hen afgelost? Hoeveel landweermannen zijn er nog af te lossen Do MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN, de heer CORT VAN DER LINDEN, kan zich met de motieven van den interpeï- lant wel vereenigon en hegrijpen, dat hij zich tot spr. richtte. Voor de beslissing door den Minister van Oorlog a.i. heeft het geheelo" ka binet de verantwoordelijkheid aanvaard. De eerste vraag bevat eigenlijk drie vragen: le. waarom is aan de crisis een tijdelijke en geen definitieve oplossing gegeven? Een defi nitieve oplossing eisclrt overweging van vra gen van politieken en militairen aard, die in korten tijd niet tot een einde konden worden gebracht. Waarom heeft spr. op 4 cn 10 Mol niet van zijn gevoelen doen blijken P Op 4 Mei is niet gebleken van zoodanig verschil van ge voelen tussehen minister Bosboom en de Ka mer, dat daarvan aftreding het gevolg moest zijn. Dit was roods hierom niet aan te ,,Ja!.,. jij, beste, edelste, gezegendste aller vriendenantwoordde hij, terwijl hij -en wa ren roffel op mijn rug trommelde. „Luister Wolfram!" zeg ik, nadat ik een weinig bekomen ben, „kom, gedraag je nou toch als een verstandig mensch, anders zeg ik dadelijk neen; hoeveel heb je noodig?" Maar toen kwam hij met zijn verzoek voor den dag. Geld had hij niet bedoeld; maar hij zou en moest absoluut met den volgenden trein vertrekken, naar het heette voor een jubileum van een erfoom natuurlijk begreep ik wel dat er een liefdeshistorie achter zat! om kort te gaan, Wolfram wilde in elk geval vertrek ken al zou zijn leven er mee gemoeid zijn! Maar do orkest-directeur gaf zoo kort vóór de voorstelling nooit verlof, en daar Wolfram eerst sedert drio weken lid van het orkest en in de stad nog geheel onbekend was, wist hij niemand die hem zou kunnen vervangen. Daar om kwam hij' nu bij mij... Ik, die nog nooit iets anders dan warme soep of koffie geblazen had, moest nu in zijn plaats op de bazuin blazen! „Maar Wolfram, lioe verzin je het?... Ik die op zijn best weet hoe zoo'n ding er uit ziet!" „Je hebt er mij toch nl een .paar maal op zien spelen, nietwaar?.... Nou je gaat eenvou dig op mijn plaats zitten, en neemt de bazuin in jé handen.... verder heb je niets anders te doen, dan nauwkeurig op te letten, wat je buurman, de andere bazuinblazer doet. Je moet dan precies dezelfde bewegingen, die bii maakt nadoen, natuurlijk zonder to blazen. In dat groote orkest is het onmogelijk te hooren, of er één J—-ee bftziunen .geblazen„warden. H omdat de Regeering had mogen verwachten, dat de Kamer eerder van haar mecning had moeten doen blijken. Op 10 Mei kon de Kamer niet in twijfel zijn wat de gevolgen van de aanneming der tweede motie hadden moeten zijn. Voor het stellen der kabinetsquacstie om dén Minister van Oorlog te dekken, was geen reden. Dat zou niet in het belang van het land geweest zijn. Dat is een zaak van pro portie. Tegenover do groote taak die het Mi nisterie heeft te vervullen is de oproeping van den Landstorm van ondergeschikte beteekenïs. De Minister van Oorlog voelde dab zijn gezag ondermijnd werd. Alleen een votum der Kamer, zijn eigen beleid betreffende, kon do toestand ophelderen, zijn gezag herstellen. De crisis had reeds lang een latent bestaan. Die kon alleen worden opgelost door een votum van vertrou wen of een van wantrouwen. Een mededëeling omtrent do oproeping van den Landstorm achtte de Regeering overbodig. Zulk een maatregel wordt niet door den Minis ter van Oorlog alleen genomen. Had men de vraag gesteld, dan zou spr. geantwoord hebben, dat cle Min. v. Oorlog de toestemming er vdor had van den Ministerraad. Als men aan den Minister zou hebben gevraagd vóér de stemming wat zijn gedragslijn zou zijn geweest na de stemming, dat zou geweest zijn gebrek aan deferentie voor de Kamer. Do Reg. heeft dan ook na het votum der Kamer overwogenN of 's lands belang toeliet met het votum der Kamer rekening te houden. Dat bewijst het officieuse communiqué in de dagbladen, dat de Landstormers moesten worden gewaarschuwd, doch dat slechts een negatieve beteekenis had. Toen overwoog de Regeering dus nog of zij-met het gevoelen der Kamer rekening kon houden, geen rekening Waarom heeft de Regeer mg geen rekening gehouden met den herhaaldelijk uitgesproken wensch der Kamer? Omdat 's land3 belang niet toeliet overeenkomstig den wensch der Kamer te handelen. De motieven die daartoe geleid hebben zijn van technischen «m mili tairen aard en zullen door den Min. van Ma rine namens de Regeering worden uiteengezet. De heer SCHAPER„Nu weet hij wel wat!" Do MINISTER: „Het spreekt vanzelf dat do Regeering rekening heeft te houden met den uitgesproken wensch der Kamer. Maar dit houdt volstrekt niet in, dat de Regeering zich steeds naar zulk een uitspraak heeft te gedra gen. Deed zij dit tegen haar overtuiging in, dan zou zij ophouden regecring te zijn. (Juist! Volkomen juist!) Meent zij dit niet te doen, dan is het aan de Kamer of het onderdeel waar het om gaat van groot gewicht genoeg is om de Regeering haar ver trouwen te onthouden. Spreker komt nu tob de tweede vraag van den heer Marchant. Om technische reden kan de oproeping niet worden afgelost. De interimaire oplosing der crisis kon hier in geen verandering brengen. Wie ook be noemd wordt, de nieuwe Minister zal zich hebben te schikken naar het ir.zicL.i- der regeering. De termijn was voorts veel te kort. Was de Landstorm opgeroepen vóór het optreden van den nieuwen Minister, dan was do zaak van geen belang. Do landstormers moeten weten waaT het om ging en aan de onzekerheid moet dus een einde worden ge maakt. De MINISTER VAN MARINE, Minister van Oorlog a. i„ de heer RAMBONNET heeft zich oprecht verheugd over deze interpellatie Spr. houdt van klaarheid, wil niets liever don de Kamer overtuigen. Spr. wist na zijn optreden a. i., dat hij bezwaarlijk uitvoering kon geven aan het ten tweede male gevallen votum. Dat votum hield geen reke ning met de waarheid, dat dienstplicht ge makkelijker wordt gedragen, naarmate deze felijkmatig wordt verdeeld. Het hield geen re- en'ing met den aan den Minister van Oorlog gestelaen eiseh, dat hij zeker.moet zijn onder alle omstandigheden gehoorzaamd te worden. Den volgenden ochtend vroeg spr. aan den tij- del ij ken voorzitter van den1 Ministerraad, of on voorwaardelijke gehoorzaamheid plicht was. Toen hij een ontkennend antwoord kreeg, had spr. geen bezwaar tegen een optreden ad in terim, Hangende het K. B., waailbij spr. werd belast met de waarneming van het departe ment van Oorlog, kon spr. geen beslissing ne men. Spr. zet dan de bezwaren tegen het niet opkomen van de jaarklasse 1908 uiteen. Het onvermijdelijke gevolg zou zijn geweest, dat de aflossing van de ondor de wapenen zijnde zou worden vertraagd. Het leger, dat onder de wapenen staat, moet dekken de tweede mobi lisatie, en de ondervinding leert, dat men niet alleen heel jonge mannen in het vuur kan bréngen, maar dat men het vooral hebben moet van mannen van omstreeks 30 jaar. De heer DTJYMAER VAN TWIST: Die oudere mannen krijgt u hij de tweede mobili satie. De MINISTER: Dan heeft u mijn opmerking niet begrepen. Reeds meer dan 95,000 man die ouder dan deze mannen zijn, hebben reeds ja ren onder de wapenen gestaan. Kan men het met het gevoel van rechtvaardigheid overeen brengen, de oproeping van deze mannen, die „Och onzin! geen maren. Lehmaun, de andere bazuinspeler heeft ook al eens een ander gestuurd en geen sterveling heeft er iets van gemerkt. We hebben er toen wat een pret over gehad.... en gelachen dat we hebben, later!..." daarbij sloeg hij mij met zooveel kracht op mijn schouder, dat ik bijna omviel. „Dus, je doet het, hé?...." Én hoe ik mij ook verzette en weigerde, niets hielp. Hij ratelde zóó, dat ik er ..duizelig van werdhij smeekte en dreigde mein één woordik beloofde alles alléén maar óm hem kwijt te raken. Öm zee uur liep ik met een zwaar hart en gebogen hoofd naar het theaterover de groote 'affiches zag ik smalle, roede strokjes aange plakt, zeker iets veranderd... enfin, dat ging mij. die toch niet zou blazen, nitts aan. Vijf minuten later zat ik, ongelukkige, in stemme wanhoop op Wolfram's plaats.... Het opvolgen van grootmoeder's raad had mij in dit geval toch niet geholpen! Vóór en... achter mij worden de plaatsen door de orkestleden ingenomen do muziek- stukken op de lessenaars geplaatst de in strumenten gestemd; daarbij ontstaan zulke snerpende jammertonen, dab ik telkens in el kaar krimp, meenende dat .een hond op zijn staart wordt getrapt.... Dan hoor ik het op en neerklappen van de parketstoelen, het slui ten van de- lögedexirtjes de zaal wordt al lengs voller. Ik kijk van tijd tot tijd schuw or>daar staat nog leeg en dreigend de zetel en lessenaar van den kapelmeester. Dan komt. mijn „beter ik," dc tweede bazuinblazer. Dat is dus die meneer LehmannWat kijkt hij mij aan! Dio mer,kt na tuurlijk 'de grap. - .Hij, snuift ,g|s, een $'aJÊa?-.èix Wij kunnen U de gelukkige tijding brengen, dat „De Soldaten- courant" blijft voortbestaan. Vrienden van U, die begrepen hebben wai Leger en Vloot met de verdwijning van ons blad zouden missen, hebber zich er voor gespannen en zullen voortaan de groote tekorten dekken nu de subsidie uit 's Rijks schatkist moest ophouden. Wij zijn overtuigd uit naam van Leger en Vloot te spreken, wanneet wij dezen vrienden wier namen wij nog niet gerechtigd zijn te noemen hartelijk dank en huide brengen voor hun schitterende, kameraadschap pelijke en echt vaderlandslievende daad U, Kameraden, wenschen wij geluk met het behoud van „De Soldaten- courant". En thans aiien weer Voorwaarts! Spoedig zulien verschillende zakelijk® mededeelingen volgen. Zorgt intusschen voor regelmatige verspreiding, en voor inning der gelden van de verkochte exemplaren met verantwoording aan onze administratie. er maanden op hebben kunnen rekenen, plotse ling te staken? Al was vervroegde oproeping van de lichting 1918 mogelijk geweest, dan zou spr. dit nog niet hebben gedaan. Men zou daarmee klem loopen. Er zijn al zooveel onge oefenden in het leger, en nu is liet gemakke lijker een kleine landstormjaarklasse daarbij te voegen, dan een groote militielichting. De Ka mer heeft van de wet van 31 Juli 1915 een af lossingswet gemaakt. Eerst wanneer over de mannon tussehen 30 en 40 jaar moest worden beschikt, zou dit bij het lang duren van den ooi-log bij de wet worden geregeld. Wat de sociale 'belangen betreft, is getracht de lang onder de wapenen zijnde-n zoo spoedig mogelijk af te .lossenEr was anderhalf maal zooveel landweer onder de wapenen als er landstorm geoefgnd kon worden. Onder den druk der Kamer is de oplossing vernield, en de Minister van Oorlog is tot liet ui tors te gegaan. Wan neer er onverhoept iets gebeurt en het blijkt, dat het leger onvoldoende is geoefend, dan zou een meedoogenloos oordeel geveld worden over den Minister en een beroep op de Kamer zou hem niets geven. Maar na dit vonnis zal er een tweede geveld worden, dat der geschie denis op voorwaarde, dat hij zijn plicht ge daan heeft en dat hij geluisterd heeft naar do stean van het eeuwige dat recht zal doen. Woensdag zou de verdere behandeling wor den voortgezet. ■ui in den reuzenstrijd. Do geallieerden 'hebben op het Westfront weer eeniga successen behaald, dc Engelsóhcn in de streek van Atreoht, aan de Scarpe, de Franschen ten Oosten van Reims bij Moron- villers. Do vorderingen der laatsten moeten belangrijker zijn dan die der Engelschen, al zijn het geen van beide groote overwinningen. Doch dat de Franschen in de genoemde streek vooruitkwamen, is te opmerkelijker en van te grooter belang, omdat in de laatste da gen de DuilSohers hier zeer hardnekkig en met groote kracht aanvielenhet leek er een oogenblik zelfs op, alsof zij het iniatief tot een groot© aanvallende beweging zouden nemen. Het ig wel eigenaardig, dat de Dudtsohers daar blijkbaar niet goed meer toe in staat zijnzij verslappen niet in den strijd, hun tegenaan vallen zijn dik-wijls hevig, maar niet alleen weten zij weinig of geen succes te behalen, maar worden zij bij een nieuwe krachtige poging der vijanden verder teruggeslagen. T zooals we reeds zeiden, bijzon der groot is de winst niet, die gemaakt is. Het behaalde voordeel der Engelschen loopt over een breedte van maar enSele kilometers ten zuiden van het .riviertje de Scarpe, die voorbij Atrecht stroomt; hoe diep de vorderingen zijn, wordt niet vermeld, maar wel, dat er vooral snuit dan zijn neus mot zóó'n krachtdat ik onwillekeurig ook naar mijn zakdoek grijp! O neendat behoef ik nog niet te doen Nu klimt de kapelmeester op zijn beogen zetel. Hij is in het bezit van een vollen haar dos, dien hij geniaal schudt, en kijkt rond met een blik..., De hemel geve, dat hij dien niet te vaak óp mij moge richten! Een kort teelten diepe stilte cn dan harst de muziek met volle kracht los. Ili kijk van ter zijde, bijna smeekend naar Lehmanu. Als die mij maar niet juist zoo strak aankeek! Die doorgrondt iemand zeker onmid dellijk hij is een geboren detective! Hoe is het liem mogelijk om, bij al wat te doen heeft, nog zóó veel tijd over te hebben om naar mij te kijken! En dan die rust en zekerheid van dien kerel hij merkt natuurlijk dat ik geen geluid geef.... Ik heb het wel gevreesdO Wolfram!!... Wat hen ik begonnen! De kapelmeester heeft ook al een paar maal naar onzen kant uitgekeken!.... Nu weer En nu wenkt hij naar den anderen kant.... Goddank! Nu komt er weer zoo'n'rumoerig ge deelte, dat niemand op mij let... Een oogenblik van diepe stilte. De kapelmeester keert zijn „zwaar gelokt, koninklijk hoofd" den maatstok opheffend... ,naar ons toe! Lehman kijkt mij ik kijk hem aanwij zijn heiden verbaasd over den kapelmeester, die wel een soort van Iudianendons op zijn zetel schijnt uit te voeren als liij maar niet zco voortdu rend met zijn dirigeerstok naar ons wees!.... Hemelsohe goedheid! Moeten wij misschien blazenMaar..■waarom 'bUresfc flie 'Lëkmahn da» hevig gevochten is ten noordoosten van Bulle- i court en dat een groote Duitsche munitie-be waarplaats is vernield. Evenmin is precies duidelijk uit de telegrammen op te maken, hoever de Franschen vooruitgekomen zijn, al lijkt hun winst van meer belang. Ten oosten van Reims en "bij Aubc-rive is blijkbaar zeer hardnekkig en verwoed gestreden door do vijanden in een boschrijk en heuvelachtig terrein en de Franschen hebben hier cenigu hoogten bezet. De Dnitschers heefcen niet ge weldige verliezen teruggeslagen en er zijn een duizendtal gevangenen gemaakt. De Duitsche telegrammen ge-ren dit center met toe, zij spreken op hun beurt van afgeslagen aanval len zoowel der Franschen als der Engelschen, en van krijgsgevangenen, die gemaakt z r,. al is hun aantal niet groot: op de Engelschen 90, op de Franschen loO gevangenen. Wat echter de behaalde voordeden der ge allieerden en het afslaan der Duitsche aan vallen zoo belangrijk maakt, is het feit, dat de Duitsohers, zelfs nu zij aan 't Russische front betrekkelijk weinig to doen hebben, c-n zij vandaar groote strijdmachten konden terugtrekken on naar 't Westen overbrengen, toch daar de minderen blijken van de tegen standers. In zooverre althans de minderen, dat zij geen successen behalen en alleen kun nen verhinderen, dat de vijanden ecnigszins snol oprukken in de richting der Duitsche grenzen. En daarin juichen de Engelschen cn Franschenzij durven nu weer hopen dat het offensief van 1917 toch nog een groot succes zal zijn, wanneer werkelijk de Russen hun belofte gestand doen en den oorlog met groo ter kracht hervatten. Za! dit echter wel ge beuren? Het is de vraag. Doch als het goh euro, zullen de Duitschers, en ook de Oostenrijkers, die de handen vol hebben aan 't Italiaanscho front hun krachten over de verschillende fronten moeten verdoelen, en dan kon het wel eens een harde kamp voor hen worden. Aan het ItaUaansehe front is nu de strik in vollen gang. Want was er daar een Itali- aanseh offc-nsief, er is thans ook een Oostenrijk- sche aanvallende beweging, dio voornamelijk begonnen is aan de noordgrens Tan Italic:, aan de grens van Tirol dus waar vroegc-r, in Mei van 't vorige jaar ook de Oostenrijkers aanvielen en voordeden behaalden. Dsar zou nu weer het groote Oostenrijbscho offensief ingezet worden en we lezen, dat dit vastgesteld was op 20 Md. Doch de Italianen voorkwamen hun vijanden en openden den aanval over een groote linie aan de Isonzo. Daar hebben zij, zooals we weten, de vorige week eenige voordeden be haald en den Monte Oucco bezet. Sedert zijn de vorderingen niet groot; de Italianen heb ben versterkingen moeten zenden naar de grens van Tirol en Karinthië en al hebben zij een helling van San Marco, bij Görz, bezen, de strijd om den Monte Santo is nog steeds onbeslist gebleven. Doch ook de Oostenrijkers hebben, ondanks feilen strijd van weerskanten, nog weinig of geen winst behaald, en do ge weldige strijd op dit geheele bergachtige front brengt wel aan beide kanten groote verliezen, doch geeft nog geen hoop op een j spoedige beslissing. En op het oogenblik lijkt j er reeds weer een pauze te zijn ingetreden, zooals in al de verschillende offensieven in dozen krijg steeds gebeurt. Van Mesopotamië en Sinaï cn van Macedo nië valt niets bijzonders to vertellen. Op de oorlogsterreinen is dus over 't geheel de toe stand zoo, dat voorshands oen beslissing niet te verwachten valt én een bevochten vrede nog hcöl iang op zich lean laten vrachten. Of echter niet spoedig uit andere oorzaken do vrede nader zai komen? Er is gisting en woe ling in vele landen, niet alleen in Rusland. I In dit laatste land heet de toestand weer vrij donker: er dreigt hongersnood en de voedsel- voorziening van het leger geraakt reeds in do i warDe voorloopige regeering, het cooliüe- kabinet, heeft dus een b:jna bovenmenschclijke 1 taak te vervullen. Dat het daarom naar vrede s-trcefc, is geen wonder, maar het moet peen afzonderlijke vrede zijn met Duttsdhkmd die zou niet alieen de democratie in Rusland bedreigen, doch bovendien is Rusland te «seer l financieel afhankelijk van zijn bor.dgenooten, 1 van Amerika ook. om daartoe te kunnen over gaan, tenzij alles in het land in de var loopt. Hot is nog steeds duister wat ons van Rusland wacht, maar dat do vredesstemming daar het sterkst blijft, is zeker, en oj> den duur moet dat, wij zeiden het in een vorig overzicht reeds, invloed hebben op de ander© gedüi- ëerden. Doch 'i is niet alleen in Rusland, dat er een crisis is of een crisis dreigt. In den Dnit- schen Rijksdag hoeft reeds de'anders zeer be zonnen leider der sociaal-democraten Scheide- mann het spook eener komende revolutie opge roepen, en de houding der regeering, die mgfc haar democratische hervormingsplannen weinig of geen voortgangmaakt, werkt niet geruste stellend, ■.coral nu de oorlog steeds heftiger voortduurt. In Oostenrr.-Hongarije insge lijks is de toestand verwarrend. De Rijksraad zal weer 'bijeenkomen en men zal daarin heel wat te hooren krijgen. De regeering to Weenen is daarvan ook overtuigd en houdt besprekin gen mor. de partijleiders. Intusschen is in Hon garije het ministerie-Tisza afgetreden; de crisis is een gevolg van d© kiesrechrvcorstellen van 't kabinet. Ook :n Engeland en Frankrijk gaat het niet heelemaa! rustig tce. Do Fransch© Kamer heeft besloten de discusses over do interpella ties inzake het jongste offensief uit te stellen; de regeering scheen daarop bijzonder prijs te «stellen. In Engeland heeft riien de IcRche quaest:e, die dringend is, en dio de regoering nu wijselijk overlaat aan het lersche volk tself, maar daarmee is zij haar oplossing nog lang niet nabij. Alle partijen in Ierland zullen mo- gen meewerken aan een beslissing, zelfs de Sin Feinors, de revolutionairen. Zullen die al len, de nationalisten, de mannen van Ulster enz. 't ooit ©ens kunnen worden? Daarbij komt nog voor Engeland de beweging onder de arbeiders. Geheel is die nog niet bedwongen door de re- Van mijn achterbuurman krijg ik een stoot in mijn ribben: „De bazuinsolo!... gauw dan toch!.... U 6laapt toch niet?".... Daar heb je de poppen aan het dansen.. Wacht maar, Wolfram! Als ik jou weer eens te pakken krijg! Wat mankeert toch dien Lehmaun? Uit wan hoop hef ik mijn bazuin op. Goddank! dat schijnt hem aan zijn plicht te herinneren.... hij heft de zijne ook op. Ik blaas quasi, wat ik kan hij doet hetzelfde... Maar het blijft even dood stil. Ik blaas mijn wangen zoo stijf op, dat mijn oogea bijna uit mijn hoofd springen.... Lehmann blaast even zoo hevig! Hemel wat ziet hij er uit, met die uitpuilende oogen I Maar stil blijft het als te voren...... Akelig i Het p - k in het parket begint heimelijk te lachert. Een paar handen in een loge begin nen te kiappen: van een hcogeren rang roept iemand ..Een onverbeterlijk pianissimo! Bravo!'' De kapelmeester klopt met zijn dirigeerstok en bruisend vallen trompetten, horens, violen, luiten en hoe die rommel meer mag heeten in een wild-onstuimige stroom van tonen be graaft onze nederlaag. Daarop klinkt de electrische schel, het scherm rolt langzaam omhoog en het stuk begint. Ik tracht weg te sluipen, maar daar staat reeds een knecht in blauw lïverei vóór mij, en wenkt ook Lehmann om hem te volgen. „Mijne heeren, wilt u asjeblieft daar in de garderobe, wachten? De kapelmeester wenscht u te spreken". Ik staar verschrikt Lelimann aan... hij staart xn{\ aan.... En ik geloof waarBïk dab die ellen» /delihÊMmüvuitlaóht: -bóodat-rik -driftig^cteba-rst geering. telegran officieelo ■'.fs nies met den sterken arm. Een gens berichten nog aitijd telegram uis Kopenhagen meldt, dat volgens Waarom hebt u die solo niet geblazen me neer?" ..Waarom hebt u haar niet geblazen, waarde heer?" „Omdat ik een ezel ben.... omdat ik zoo gek ben geweest te bedoven mijn vriend Wolfram ie vervangen, terwijl ik nooit van mijn leven een bazuin in de hand gehad heb! Ik moest maar al uwe bewegingen nadoen!" „Ja, ziet u... ik zal u wat zeggen... dat moest ik precies óók doen!klinkt 't uit Lehmann's mond. ,.W a a a t?!" „Ik ben niet Lehmannweet u?" Lehmann, die goede kerel, ligt in zijn bed... hij had een beetje te veel op!... Toen smeekte zijn aardig vrouwtje mij om in zijn plaats in het orkest te gaan zitten. Dat had ik nog ééns voor hem waargenomentoen was het best gé- gaan en ik deed precies na wat de andere mij voordeed ;maar wanneer u, mijn waarde heer, mij niets voordoet, dan kan ik met d©n besten wil van de wereld ook niets nadoen ,ziet u?„. beerriipt u Tableau Tweo ezels! En dan een bazuinsolo! Van de scène, die de kapelmeester ons maakte, zal ik maar zwiigen. Do „echte'* Wolfram en Lehmann zullen het geval ook niet spoedig vergeten Het «heelde weinig of zij waren beiden ontslagen geworden. Of ik ten slotte mi.jn vriend Wolfram door mijn plaatsvervangerschap werkelijk een dienst heb bewezen, durf ik piet beoordeelen, want het gevolg van zi.in geheimzinnig uitetapj© was: dai hij gerouwd is! 1

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1917 | | pagina 1