Tweede Blad. DE DUITSCHE BLOKKADE. ars® 'U^icidz^^ vx Ba verscherpte zeeoorlog. Be nieuwe nota van Duitschland. DE SOLDATEN COUR A NT van Zondag 4 F*etoruarl 1 01 7 S v £i(a/ru)en /*N°^ gjt Ud5Ll?V( (/^j Op de beide kaarten, welke wij hierbij afdrukken, geven wij een schets van do blok kades zooals die in de laatste Duitsehe nota zijn aangekondigd. Tevens is aange geven de Engelsche blokkade van de Duit sehe Noord zeebocht. De Duitsehe blokkades zijn aangegeven door stippellijnen, de Engelsche afsluiting van de Noordzeebocht door kruisjeslijnen. Van de blokkeering der Engelsche en Fransche kusten geven de kaarten een dui delijk beeld. Het afgesloten gebied is in het Noorden: Een gebied om Engeland en Frankrijk, dat begrensd wordt door een lijn, die loopt op 20 zeemijlen afstand van de Nederlandsche kust tot het lichtschip Terschelling, daarna den lengtegraad van het lichtschip Ter schelling volgt tot Udsire, van daar loopt over het plint gelegen op 62 graden Noorder breedte 0 graden lengte naar 62 graden Noorderbreedte 5 graden "Westerlengte, ver der naar het punt gelegen op 3 zeemijlen van het meest"Zuidelijke punt van de Fa- roer; van daar over het punt gelegen op 62 graden Noorderbreedte 10 graden Wes terlengte naar 61 graden Noorderbreedte, 15 graden Westerlengte, dan achterom de punten gelegen op 57 graden Noorder breedte, 20 graden Westerlengte, 47 graden Noorderbreedte 20 graden Westerlengte, en •13 graden Noorderbreedte 15 graden Wes terlengte; dan langs den breedtegraad 43 graden Noorderbreedte tot op 20 zeemijlen van Kaap Finisterre en op 20 zeemijlen af stand langs de noordkust van Spanje, tot aan de Fransche grens. In het Zuiden is afgesloten de Middel landsche Zee. Voor de neutrale scheepvaart blijft open het zeegebied Westelijk van Pointe de l'Es- pignette tot op 38 graden en 20 minuten Noorderbreedte 6 graden Oosterlengte en het zeegebied Noordelijk en Westelijk van een strook van 60 zeemijlen breedte langs de kust van Noord-Afrika, beginnende op 2 graden Westerlengte. Voor de verbinding van dit zeegebied met Griekenland leidt een strook van 20 zee mijlen breedte onderscheidenlijk Noordelijk en Oostelijk van de lijn, loopende over de punten gelegen op 38 graden Noorder breedte en 6 graden Oosterlengte, 38 gr. I Noorderbreedte en 10 gr. Oosterlengte, 37 gr. Noorderbreedte en 11 gr. Oosterlengte, 34 gr. Noorderbreedte en 11 gr. 30' Ooster- j lengte naar 34 gr. Noorderbreedte en 22 gr. 30' Oosterlengte. Van hier leidt een strook J van 20 zeemijlen breedte Westelijk van 22 i gr. 3' Oosterlengte naar de Grieksche terri-1 toriale zee. Deze afsluiting van de Middellandsche Zee komt dus hierop neer, dat beoosten de Spaansche kust een gebied in den vorm van een driehoek, waarvan de top ligt onge veer benoorden Constantino en een der op- I staande zijden langs de Afrikaansche kust tot even bewesten Oran, is vrij gehou-1 den. Van dit gebied, - van af den top van 1 den driehoek, loopt een doorgang van 20 zeemijlen breedte; eerst recht naar 't Oosten tot benoorden Tunis, dan in zuid oostelijke richting tot bewesten het eilandje Pantellaria, verder naar het Zuiden tot benoorden Tripólis, en van daar in Ooste lijke richting naar de Grieksche wateren. Ten aanzien van de vaart-mogelijkheden voor Nederiandsche schepen verdient het do aandacht, dat in de Duitsehe nota wel rekening is gehouden met de vaart op En geland, niet met dio op Amerika en Indië. Nog steeds is, voor zoover wij weten, de Engelscho maatregel niet ongedaan ge maakt, die do doorvaart tusschen de noor delijke punt der ïïebriden en IJsland over de Faröer voor gevaarlijk verklaarde. De daardoor opengelaten vaargeul, on middellijk langs de Schotsche kust, is voor onze scheepvaart evenwel thans niet te be reiken, die ligt binnen het door Duitech- land afgesloten gebied en de vaart noord om de Faröer heen zou door de Britsche afslui ting gaan. Wat het verkeer met Indië in het bijzoo- der betreft, is het Suezkanaal thans niet te bereiken zonder te varen door een afgeslo ten deel, de vaart om de Noord van de Far Oer eerst, dan om de Kaap, maakt het noo- dig Britsche bunkerstations aan te doen en daar zijn alleen kolen te krijgen tegen voor waarden, die de Nederlandsche scheepvaart niet kan vervullen. Tenzij dus de maatregel ook hier weer in de pracrijk milder blijkt te zijn» dan in de theorie, is de verbinding met onze eigen koloniën door dezen maat-regei geheel ver broken. Wat na de afwijzing van het Duitsehe vredesaanbod stond te vreezen, is gebeurd. Duitschland nam het besluit om den duik bootoorlog nu iu alle scherpte tegen zijn vijanden te gaan voeren. Elders in ons blad vinden onze lezers daarover bijzonder heden medegedeeld. Het spreekt van zelf, dat de nieuw ge schapen toestand ook voor ons land veront rustend is in zooverre, dat de moeilijkheden en gevaren voor onze scheepvaart, tot het onderhouden van de vei'bindingen met onze eigen koloniën en voor de aanvulling van onze krappe voorraden voedsel voor mensch en dier, zeor worden verzwaard. Een blik op bovenstaande blokkade-kaart toont dui delijk hpe do Nederlandsche scheepvaart vrijwel tusschen vijandelijk© blokkadegebie- deu zit opgekurkt. Het Algemeen Han delsblad" schreef in zijn avondblad "Van j.l. Donderdag o. m., ,,dat indien onze scheepvaart zich hield aan de bevelen van den vrijbrief dien Duitschland zich zelf gegeven heeft om elk schip dat in de grootste en meest bezochte verkeerszeeën met een gezamenlijk oppervlak zoo groot als West-Europa wordt aangetroffen in het wilde te vernietigen, ons land van het ge- heele wereldverkeer, dat met zijn eigen ko loniën inbegrepen, zou zijn afgesneden. Maar onze scheepvaart zal er zich niet aan mogen, kunnen en willen houden." Elders wordt er op gewezen, zoo schrijft do „N, Ct.", dat de maat regel voor de neutrale scheepvaart veel gevaarlijker gevolgen in het uitzicht schijnt te stellen clan voor die der oorlogvoerenden, maar dat wellicht ook thans de eerste schrik erger kan zijn dan de praktijk. Ook vinden wij de opmerking gemaakt dat de nieuwe Engelsche gevaarlijke zóne voor de Duit sehe 'Bocht ten Noorden van Terschelling de verticale Duitsehe blokkaclelijn van Ter schelling naar Udsire (aan de Noorsche kust) kruist, zoodat de uitweg voor onze scheepvaart naar den Atlantischen Oceaan feitelijk reeds vlak ten Noorden van ons land zou zijn afgesloten. Hierop moet zoo lezen wij door diplomatieke onder handelingen iets te vinden zijn, indien <het beiden partijen ernst is. met de bewering dat zij de neutrale scheepvarende landen het ouderling verkeer en den toegang tot den Oceaan niet onmogelijk willen maken. Blijft dié toegang mogelijk en is de weg om de Kaap naar Indië te bezwaarlijk we gens de moeilijkheid van het bunkeren van Engelsche kolen in verband met de daar aan door Engeland verbonden voorwaarde van het beschikbaar stellen van een gedeelte der scheepsruimte, dan zal de vraag zich stellen of onze verkeersroute met de kolo niën niet door het Panama-kanaal zal moe ten worden, verlegd. Gelukkig zijn er ook thans weer licht punten. Onze energieke, beleidvolle Regee ring nam dadelijk de eerste door den nieu wen toestand geboden maa£vegelen. Op het Departement van Marine werden bespre kingen gehouden, waaraan deel namen de ministers van Marine, Koloniën, Land bouw, Nijverheid en Handel en van Bniten- landsche Zaken, de chef van den Marine staf, kapitein ter zee U.mbgrove, de presi dent der N. O. T., de heer Van Aalst, de heex"en Visser en Krayenhoff van de Leur, resp. voorzitter en secretaris van de Neder landsche Rsedersvereeoiiging, voorts leden van directiën, o, m. van de Holland—Ame rika Lijn, de Stoomvaartmaatschappijen „Nederland", Kou. Nederl. Stoomboot maatschappij, Hollandsche Stoombootmaat schappij, Rotterdamschen Lloyd, Kon. West-Indischen Maildienst enz. en de heer Van Stipriaan Luïscius, directeur van het R ijksgr aan bureau Besloten is om onze schepen voorloojyig niet te laten uitvaren. Deze door de Regeering voorloopig getroffen verbods- maatregeïen om, naar aanleiding van de op 1 Februari iu werking getre den afsluiting van bepaalde zee-gebie den, uit onze havens naar zee te vertrek ken, strekkeu zich uit tot alle neutrale zee schepen, met het doel om eerst degelijke aanwijzingen te geven in verband met de te volgen route. Iu verband hiermee vernemen wij, dat aan het Departement van Marine op nieuw een uitgebreide conferentie zal plaats hebben' met de Nederlandsche reeders en de betrokken ministers en marine-autoriteiten. Ook aan de gezagvoerders van Ne derlandsche schepen in den vreemde en N.-Indië zal worden geseind, in afwachting van nadere instructies, de terugreis niet te aanvaard'en. Voor wat betreft de schepen die reeds onderweg zijn, werd besloten aan do Duitsehe Regecriug een opgave te ver- strekkon met verzoek althans deze schepen voor molest te vrijwaren. Inmiddels zullen vertoogen worden ge richt en onderhandelingen gevoerd om aan den huidigon toestand, waardoor ons land als 't ware geblokkeerd is met al de voor heel de bevolking nog niet te overziene ernstige gevolgen een einde te maken. Het Haagsch Correspondentiebureau ver neemt, d;»j in de conferentie de mogelijkheid is besproken om de onzijdige vaart, spe ciaal do vaart op Indië, gaande te houclen zonder daarbij iu botsing te komen met de belangen der belligerente partijen, waarbij de Regeering zich heeft bereid verklaard, vt zoover zulks van haar afhangt, zoowel hiertoe als tot de beveiliging van de schepen die thans varende zijn, steun te verleenen. Iutusschen is, met het oog op de groote gevaren, welke thans de onzijdige schepen dreigen, aan de reeders van Regeeriugswege ia overweging gegeven, hun schepen de havens niet te doen verlaten, zonder hier over vooraf met de Regeering overleg te hebben gepleegd. Wat het post- en paskagiersverkeer van de maatschappij Zeeland tusschen Ne derland ep Engeland van Vlissingen op Southwold betreft, verneemt het bureau, dat de schepen, die deze route volgen, van bijzondere kenteekenen zullen worden voor zien. Onze Berlijnsche correspondent seint Ik verneem, dat in de Duitsehe nota aan de Nederlandsche regeering aan Nederland voor de Vlissingsche route dezelfde tege moetkoming is betoond als aan Amerika voor passagiersschepen zonder contrabande. Verder hoor ik, dat de mogelijkheid nog be staat, nader te onderhandelen over onze ge regelde scheepvaart naar de kolonies. Naar verluidt hebben de groote Deensche reederijen reeds in beginsel besloten het verkeer stop te zetten. Wolff seint niet-officieel uit Berlijn Evenals voor het verkeer der geregelde Amerikaansche passagiersschepen in 't ver sperde gebied schikkingen zijn getroffen, is ook met het continentale passa-giersverkeer rekening gehouden, doordat tusschen Vlis singen en Southwold op werkdagen in elke richting een Nederlandsche raderboot mag verkeeren op voorwaarde, dat zij het ver sperde gebied over dag passeert en op de heen- en terugreis aangestuurd wordt op den Noord-Hinder. Ook voor deze schepen zijn, evenals voor de Amerikaansche passa giersschepen, bijzondere kenteekeus voor overdag vastgesteld. Vaart stopgezet. Naar wij van de directie der Stoomvaart maatschappij „Nederland" vernemen, zul len alle in Indië en Amerika zijnde stoom schepen, welke bestemd zijn voor Nederland, voorloopig niet varen. Ook de uitgaande vaart is geheel stopgezet. Voor de schepen, die onderweg zijn, wordt met den Minister van Buitenlandsche Zaken overleg gepleegd. Men meldt ons uit IJmuiden van Vrijdag: Het mailstoomschip „Zeelandia" gaat hedenochtend naar Amsterdam terug. De „Westerdijk". Het Rijksbureau voor het uitvaren van schepen deelt mede, dat het vertrek van de zeesleepbooteu „Zwarte Zee" en „.Witte Zee", die de „Westerdijk" met regeerings- graan uit Engeland zouden halen, niet kon geschieden. Het is tot later uitgesteld. BERLIJN. Aan de regeering der Veree nigde Staten is Donderdag de volgende nota toegezonden: „Berlijn. 31 Jan. 1917. Uwe Esc. heeft de goedheid gehad mij onder dagteekeuiug van 22 dezer mededeeling te doen van de boodschap, die de president van de Veree- uigde Staten denzelfden dag aan den Ame- rikaanschen Senaat had gericht. De keizer lijke regeering heeft van den inhoud der nota kennis genomen met de ernstige aan dacht, waarop de door een hoog gevoel van verantwoordelijkheid gedragen uiteenzettin gen van den president aanspraak mogen maken en het doet haar veel geü'oegen te kunnen constateerendat de strekking van deze belangrijke manifestatie in hooge mate overeenkomt met de beginselen en wenschen van Duitschland. Daartoe behoort in de eerste plaats de aanspraak van alle naties op gelijke rechten en vrije beslissing ever haar eigen lot. Uitgaande van dit beginsel zóude Duitschland het oprecht toejuichen wanneer volken als Ierland en Indië, die zich niet mogen verheugen iu de zegeningen van staat kundige onafhankelijkheid, thans hunne vr ij beid verkregen Bondgenoot-schappen, die de volken drij ven tot een wedstrijd om macht en hen wik kelen in een net van baatzuchtige intrigues keurt ook Duitschland af. Daarentegen zal het met- vreugde elke actie steunen, die ver hindering van toekomstige oorlogen ten doel heeft. De vrijheid der zeeën als voorwaarde voor het vrije voortbestaan en heb vreedzaam ver keer der volken evenals de open deur voor den handel aller naties heeft steeds tot de leidende beginselen van de Duitsehe politiek behoord. Des te dieper betreurt de keizer lijke regeering het derhalve, dat de houding liarer vijanden het aan de wereld onmoge lijk maakt thans reeds de verwezenlijking dezer verheven doeleinden ter hand te ne men. Duitschland en zijn boudgenooteu waren bereid ten spoedigste vredesonderhandelin gen te beginnen en hadden als den grond slag daarvoor de verzekering van do eer en de ontwikkeliiigsvrijheid hunner volken aan gegeven. Hunne plannen waren, zooals zij in do nota van 12 Dec. 1916 uitdrukkelijk ver klaarden, niet gericht op verplettering of vernietiging hunner' vijanden en, volgens hun overtuiging, wel overeen te brengen met de rechten van andere naties. Wat speciaal België betreft, waarvoor men in do Verecnigde Staten hartelijke sympa thie «koestert, had de Rijkskanselier reeds weken van te voren verklaard, dat het nooit in Duitschlands bedoeling had gelegen Bel gië in te lijven. Duitschland wilde in den vrede, die met België gesloten zou worden, alleen maatre gelen nemen, dat dit land, met hetwelk de keizerlijke regeering in goede betrekkingen als nabuur wenscht te leven, niet door den vijand gebruikt zal worden ter bevordering van vijandelijke aanslagen. Zulk een voor zorg is te dringender noodig, daar de vijan delijke machthebbers herhaaldelijk in rede voeringen en vooral in de besluiten van de economische conferentie te Parijs onomwon den het plan te kennen hebben gegeven om Duitschland ook na het herstel van den vrede niet.ais gelijkgerechtigd te erkennen, maar stelselmatig verder te strijden. Op de veroveringszucht van de vijanden, die den vrede willen opleggen, heeft de vre despoging van de vier bondgenooten schip breuk geleden. Onder het mom van het na tionaliteitenbeginsel hebben zij hun oorlogs doel onthuld n.l. om Duitschland. Oosten- rijk-Hongarije, Turkije en Bulgarije te ver brokkelen. Tegenover den wensch tot verzoe ning stellen zij den wil tot vernietiging. Zij willen den strijd tot het uiterste. Zoo is de nieuwe toestand ontstaan, die ook Duitschland noodzaakt tot nieuwe be slissingen. Sedert twee en een half jaar misbruikt Engeland zijn vlootmacht tot een misdadige poging om Duitschland door honger t-ot ow- derwerping te brengen..Met brutale terzijde stelling van het volkenrecht belemmert de onder leiding van Engeland staande groep van mogendheden niet alleen den rechtmati- gen handel harer vijanden door meedoogen- loozen druk, maar noodzaakt zij ook de neu trale handelsstaten om elk handelsverkeer, dat hun niet. aangenaam is, op te geven en naar haar willekeurige voorschriften te be perken. Het Amerikaansche volk weet welke po gingen zijn gedaan om Engeland en zijn bondgenooten te bewegen tot terugkeer tot het volkenrecht en* tot eerbiediging van de vrijheid der zeeën. De Engelsche regeering blijft echter volharden bij den uithonge- ringsoorlog, die weliswaar de weermacht van zijn vijand niet treft, maar vrouwen, kinde ren, zieken en grijsaards noodzaakt ter wille van het vaderland smartelijke, de volks kracht van het vaderland in gevaar bren gende, ontberingen te lijden. Op deze wijze vermeerdert de Engelsche heerschzucht in koelen bloede het lijden der wereld, zonder zich te bekommeren om eenig voorschrift der menschelijkheid, zonder zich te bekommeren om het protest der ernstig'benadeelde neu tralen. zelfs niet om het onuitgesproken vre- desverlangen bij de volken van zijn eigen bondgenooten Iedere dag, dien de vreeselijke strijd voortduurt, brengt nieuwe verwoestingen, nieuwen nood, nieuwen dood; iedere dag, met welken de oorlog bekort wordt, behoudt duizenden aan beide zijden. Het leven van dappere strijders is een wel daad voor de menschheid. De keizerlijke re geering zou het voor haar eigen geweten, voor het Duitsehe volk en voor de geschie denis niet kunnen verantwoord, wanneer zij ook maar een enkel middel onbeproefd liet om het einde van den oorlog te be spoedigen. Met den president der Vereenigde Staten had zij gehoopt dit doel door onderhande lingen te zullen bereiken. Nu echter de poging ora tot overeenstemming met de vijanden te geraken beantwoord is met de aanzegging, dat de strijd verscherpt zal worden, meet de Duitsehe regeering, wan neer zij in hoogeren zin de menschheid dienen en zich niet bezondigen wil aan het eigen volk, den haar opnieuw opgedrongen strijd thans met tebaatneming van alle wapens voortzetten. Zij moet derhalve de beperkingen opgevendie zii zich tot dus verre in het gebruik harer strijdmiddelen ter zee heeft opgelegd. In het vertrouwen, dat het Amerikaansche volk en zijn regee ring een open ocg zullen hebben voor de redenen, die tot dit- besluit ;ebbengeleid en van zijn noodzakelijkheid, hoopt de keizerlijke regeering. dat de Vereenigde Staten den nieuwen stand van zaken van het hooge standpunt der onpartijdigheid zuilen beoordeelen en ook voor bun deel zullen medehelpen verder ellende en ver- mijdelijke offers aan menschenlevens te ver hoeden. Mij ter zake van de bijzonderheden van de voorgenomen oorlogsmaatregelen refe- r eerend aan bijgaand memorandum, spreek ik tevens de verwachting uit, dat de Amerikaansche regeering de Amerikaansche schepen zal waarschuwen voor- het binnen- Ioopen in het in de bijlage omschreven ver sperde gebied en de Amerikaansche staats burgers om aan de aan het verkeer met de havens in het versperde gebied deelnemende schepen geen passagiers of goederen toe te vertrouwen. Ik maak gebruik van deze gelegenheid om Uwe Exc. opnieuw de verzekering te geven van mijn groote hoogachting. (get.) Zimmermann." Memorandum. Het in bovenstaande nota vermeide memo randum luidt als volgtVan 1 Febr. 1917 zal in de volgende versperringsgebieden rondom Groot-Britannië, Frankrijk en Italië en iu het oostelijk gedeelte van de Middellandsche Zee elk zeeverkeer zonder meer met alle wapens verhinderd worden. Zulke versperde gebieden zijn: a. in het noorden een gebied om Engeland en Frank rijk, dat begrensd .wordt door ec-n lijn die loopt op 20 zeemijlen afstand lengte van de Nederlandsche kust tot aan het lichtschip van Terschelling den lengtegraad van het lichtschip van Terschelling tot Udsire, van daar naar een punt dat op62 graad noor derbreedte en 0 graad lengte is gelegen, naar een punt op 62 gr. N. en 5 gr. W. gelegen, vervolgens naar een punt dat op drie zeemijlen zuidelijk van h'.o zuidelijkste punt der Faroer is gelcgeu, van daar over een punt dat op 62 gr. N. en 10 gr. W., dan naar een dat op 61 gr. N. en 15 gr. W., een dat op 57 gr. en 20 gr. W., over een op 47 gr. N. en 20 gr. Vvh, verder naar 43 gr. N. en 15 gr. W., dan naar een op 43 gr. N, tót op 20 zee mijlen van Kaap Finistère en vervolgens op 20 zeemijlen afstands langs de noordkust punt op 38 gr. 20' N. en 6 gr. O. loopt b. In het Zuiden van de Middellandsche Zee blijft voor de neutrale scheepvaart een zeegebied open, dat westelijk van een lijn die van Point de l'Espignefcte naar een punt op 38 gr. 20' N. en 6 gr. O. loopt en vervolgens noordelijk en westelijk van eene 60 zeemijlen breeds strook langs de Noord-Afrikaansche kust, die op 2 gr. W. begint: tot verbinding van dit zeegebied

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1917 | | pagina 3