Uit Leger en Vloot.
Uit onze Moppentrommel.
on'N:
jOEÏ gi0Ilj'PA*x'it2ij[>r00"03Ë:&.£k:i>J'!3t* van aaonaag x V December X O X
met onbepaald verlof der mil. lichting 1914 is
in het geheel nog niets bepaald; wij vermoeden
evenwel, dat de voorpaarsploeg eerder zal ver
trekken, dan de najaoTsplocg. Red.
J. I'. Kz„ Waalwijk. Daar ge volgens het
betrekkelijke voorschrift de herstellingen ver
richt onder toezicht van den mr. geweermaker,
hebt ge naar onze meening slechte recht op
0.35 toelage. Red.
P. N. R., Wualsdorp. Zoo gc gezinshoofd of
hoofd van een zaak, enz. zyt, dan welzie order
van den Opporbevelh. van 1/. en Zeemacht dd.
12 .Sept. 191Ö Beh. Landm. No. 0. V. I G2756
O 3785
Red.
T. B., Bcrgea-up-Zoom. Hoewel de M. v.
O. daaromtrent nog niets medegedeeld heeft,
vermoeden, wij, dat ook <le door u bodoelde
ploeg togen Augustus 1917 zal zijn afgelost;
zekerheid bestaat in deze evenwel nog niet.
Red.
fj. de J„ Bergcn-op-ZoomAlleen aan hen,
wier woonplaats to ver van hun garnizoen,
kamp of kantonnement is verwijderd, om na af
loop van den dienst nog vóór tien uur des
avonds van den, aan het verlof vooraf gaanden
dag hunne bestemming te bereiken, wordt op
elk verlof dón verlofdag meer toegekend. Gij
hebt dus geen recht op óón verlofdag meer.
Red.
L. T., Eindhoven, Verzoekt uw compies.-
commnt. of deze u voor steun wil aanbevelen
ibij de Nationale Vereeniging tot Steun aan
miliciens, Bureau Bours, Amsterdam. Voldoet
genoemde commnt. aan uw verzoek; dan wordt
hem een© groene kaart toegezonden. Deze
kaart wordt aan u uitgereikt, zoodra de datum
is vastgesteld, waarop go met klein of groot
-v-er lof vertrekken zult. Mot deze kaart kunt ge
'u dan om stenn wenden tot het plaatselijk co
mité van genoemde vereeniging in de plaats,
waar go met verlof heengaat. Red.
W. M., Middelburg. Ook zij, die vrijwillig
onder de wapenen gebleven zijn, hebben van
af 1 December j.l. recht op j 0.15 verhooging
der mobilisatie toelage, zooverre ze ten minste
ibehooren tot een bereden korps, het korps
pamtserforfc-artie. of liet korps torpedisten.
Red.
Y. J. N'. Den Haag. Zoover ons bekend is,
zijn ze bewapend met de koTte sabel no. 1.
Red.
H. BI., Brielle. Een destijds door het D. v.
Oorlog aanbevolen adres is: J. van jstraalen,
iVisschcrsdijk 3030a, Den Haag. Red.
B'. V., Middelburg. Daar ook wij het toege
kende bedrag iu verband met de grootte van
'hot gezin en de overige inkomsten nog al laag
winden, geven we u iu overweging een be
zwaarschrift te richten tob den voorzitter der
commissie van voorlichting inzake bezwaar
schriften wegens vergoeding aan kostwinners
der provincie Noord-Holland te Haarlem. Vol
gens het aan de burgemeesters, door den M. v.
Oorlog gerichte schrijven d.d. 25 Febr. 1916
Afd. g dienstplicht nr. 159 L. wordt de ver
goeding over liet algemeen toegekend van af
den datum, waarop de aanvraag tot toeken
ning is ingediend. Alleen wanneer blijkt, dat
door het gemis der gevraagde vergoeding, be
langhebbende schulden, heeft moeten maken,
dam kan ze van af een vroegoron datum wor
den toegekend. Red.
D. V., Troepen in Zeeland. Verlofdagen, die
samenvallen met eeno opgelegde straf, komen
te vervallen. Red.
L. H. B., Wassenaar. Ge gaat eventueel met
de mil. lichting 1915 met onbepaald verlof.
Red.
L. Dr., Assen. De M. v. O. kan u in veir-c
band met uw engagementsakte op uw verzoek
om zeer bijzondere redenen vervroegd ontslag
verleenenricht derhalve lange den hiërarchie-
ken. weg een verzoekschrift ter zake tob den
M. v. O. Red.
H. N„ Harderwijk. Omtrent het vertrek met
onbepaald verlof der mil. lichting 1914 is in heb
geheel niets bekend. Red.
E. J. K. Volker. Zoo uwe a.s. echtgenoote
een eigen'huishouding opzét en baar voldoende
middelen tot levensonderhoud ontbreken, en
aangenomen kan worden, dat gij, met de in
komsten, die ge vóór uwe opkomst onder de
wapenen genoot, iu haar onderhoud hndt kun
nen voorzien, hebt ga recht op vergoeding. Een
verzoek tot vergoeding ,te richten aan den bur
gemeester der plaats, waar ge gaat wonen.
Red.
A. V., Veldleger. Hoewel over het' algomeen
alleen steun wordt verlodhd aan lien, die vóór
de mobilisatie neringdoenden of bedrijfshoofden
waren, zoo zoudt ge kunnen trachten ook voor
steun in aanmerking te mogen komen. Zie
daartoe ons antwoord bij L. T. Eiudhoven in dit
blad; doch ge moet n met uwe kaart niet. mel
den bij het plaatselijk comité der vereeniging,
doch bij de rogeeriugs-commissie inzake Mid
dens tands-credfot, adresMinisterie van Fi
nanciën te 's-Gravenhage. Red.
T. H., Utrecht. Ingevolge 12 der Besch. van
den M. v. 0. d.'d. 7 "Juni 1916 II Afdg. no. 29
(L. O. '16 A 68) wordt uw zoon niet toegelaten
tot een vrijwillige verbintenis bij den land
storm, daar hij reeds behoort tot den verplich
ten landstorm. Door bovenstaand antwoord
komen uwe overige vragen te vervallen. Red.
T. Oh., Diemordam. Zoo gij militiepliehtig
fcijt waaromtrent gij ons niets mededeelt
moer. go onder de wapenen blijven, tot-dat uw
■lichting met onbepaald verlof vertrekt. Zijb ge
niet militiepliehtig, dan kunt ge vertrekken.
Ge wordt wel landstormplichfcig doch ge be
hoeft by den landstorm voorloopig geen werke-
lijken dienst te doen. Red.
0. N., Surhuisterveen. T. Omtrent het in
halen van verlof, niet genoten door ziekte, be
staan geen bepalingen. De regeling daarvan is
geliuel overgelaten aan den comp.-oom. II. Gij
leunt met periodiek verlof vertrekken, zoodra
do ploeg,' waartoe go behoort, na uwe terug
komst weder aan de beurt i3 voor periodiek
.verlof. III. Wendt u tot uw comp.-comm. Red.
Tj. 7., Ede. Alleen zij, die daags te voren
7ia afloop van den dienst niet vóór 10 uur
's avonds hunne bestemming kunnen bereiken,
Elk manhaftig volk moet er op voorbereid
■wezi'ti, zijn besatan to verdedigen, zijn opper
hoofd te beschermen <-n zijn 'rechten te hand
haven. En dit doet Duitsohland thans. Hier»
uit is do wonderbaarlijko aaneensluiting van
het Loolö Duitsehe volk ontstaan één geest,
één wil."
Ik sprak over den steun, dien do veldmaar
schalk von Bothmanu Holhveg had verleend in
de duikbuotqufiestio met Amerika en trachtte
hem uit zijn tent te lokken.
„Ik ben soldaat en houdt, rnij buiten de poli
tiek," was het korte antwoord. Er was een
zekere ruwheid in den toon en in de handbe
weging, waarmee hij verdere discussie over deze
quitostie afsneed.
Hindenburg sprak met gloed over het werk
der Duitsehe vrouw in don oorlog, die zoo
onzelfzuchtig de plaats van den man lièeft
ingenomen en misschien vaak veel meer kom
mer en zorg heeft dan menig soldaat aan bet
front, Hij spralc ook over bet grooto Hei
mat. "-leger, dat bet vaderland zulke schitte
rende diensten heeft bewezen en nog bewijst
en dab de .roemrijke verdediging" en de over-
winningen op de slagveldon mogelijk heeft ge
maakt.
„De diensten, die iu 't vaderland zijn ge-
pre.sleerd^ waren buitengewoon, doch in menig
opzicht ontbrak daarbij de organisatie. Aan
dit bezwaar eon eind te maken, is liet doel van
de nieuwe hulpdienstweb", zei do veldmaar
schalk.
..Heeft de tactiek van den Duitschen geuo-
ralcn staf in dezen oorlog de proef doorstaan?",
yroeg ik.
..Zij heeft dat inderdaad," antwoordde hij.
U,Afgezien van eon plus aan loopgraven, is onze
fozsi^de ,a)a jjen_
vertrekken deu morgen van den eersten verlo f
dag en krijgen dan één verlofdag meer. Zij,
dio dus des Zondage niet vóór 10 uur 's avonds
thuis kunnen zijn, gaan derhalve des Maan
dagmorgens met'verlof en krijgen dan één
verlofdag meer. Zij, dio op Zondag niet willen
reizen, blijvon thuis en gaan des Maandags
weg, doch deze krijgen geen- verlofdag meer.
daar zij vrijwillig pas des Maandags vertrok
ken zijn. Dat anderen door de lange reis wei
nig aan hunno z.g. 24 uur-periuissio hebben, is
minder aangenaam, doch een niet to verande
ren omstandigheid. Bovendien zal eenzelfde
persoon het niet steeds treffen, dat hij Zon
dags op reis moet, want de verloven moeten
zoo worden verleend, dafc iedere ploe" op oen
verschillenden dag der week met verlof gaat,
zoodanig verschuivende, dat voor iedere ploeg
op hare beurt een Zondag in het verlof valt.
Red.
W. D., Veldleger. Gij behoort tob de lich
ting, waarmede go uw eerste oefening hebt
aangevangen en gaait met deze lichting even
tueel met onbepaald verlof. Gij kunt evenwel
den M. v. O. langs den hiërarchieken wc-g ver
zoeken met do lichting 1913 mot onbepaald
verlof te mogen vertrekaen. Red.
H. S., Veghel. Gij kunt een verzoek tot ver
vroegd ontslag indienenwe geloovon evenwel
niet, dat het onder de tegenwoordige omstan
digheden zal worden v.erleend. Red.
A. G. v. H., Breda. Zoo ge ingekwartierd
zijt met voeding, dan hebt ge, wat uw verlof
op 27 November betreft, in 'b geheel geen recht
op z.g. menagegeld. Bij niet inkwartiering met
voeding hebt ge recht op twee dagen z.g. me
nagegeld. indien ge des Maandags niet aan
den middagmaaltijd hebt deelgenomen. Hebt
ge voorts er tijdig kennis van gegeven, dat gij
iOaterdaéf te voren ook niet aan den middag
maaltijd zoudt deelnemen, dap hebt ge dien
Zaterdag bovendien nog recht óp z.g. menage-
geld. .Red.
J. B., Bedum. Naar onze meening had nw
commandant niet het recht hét eenmaal door
den ontvanger verleende vrij vervoer in to
trekken. Verzoek eerst uw commandant om
het door li betaalde reisgeld tegen afgifte van
een eenvoudige guitantie van hem terug té
mogen ontvangenmaakt hij bezwaar u dat to
betalen, verzoek dan den M. v. O. het door u
betaalde reisgeld terug te mogen ontvangen.
Red.
M. H. W-. Ede. I. Bij verblijf in een zieken
zaal gedurende drie dagen geniet ge als kor
poraal per 'dag 0.08 soldij en ƒ0.10 tmobili-
satietoelage. II. Zoodra uw landbouwverlof ge
heel is geëindigd, gaat go weer met periodiek
verlof, den eerstvolgenden keer dat de ploeg,
waartoe ge behoort, na uw terugkeer, met
periodiek verlof vertrekt. III. Omtrent- de af
lossing der mil.-lichting 1913 en 1914, is^nog
niets bekend. De landstorm-jaarklasse 1917 en
.mil.-lioh.tmg 1917 komt waarschijnlijk in de
plaats voor de lichting 1910. Overigens is niets
■bekend. Red.
J. J. L., Leerdam. In deze zaak zijn niet
vele inlichtingen.te geven. Ze is zeer eenvou
dig. Gij blijft in voorarrest, totdat ge voor
den krijgsraad terecht staat. Dezo zal in de
- zaak uitspraak doen. Red.
L. C., Amsterdam. Zoo het een gebrek van
■blijvenden. aard is, dan zult ge waarschijnlijk
ook voor den miütiedicnst 'worden afgekeurd,
hoewel zulks geen axioma is. Herkeuring kunt
ge langs den liiërarcbieken weg aanvragen aan
den inspecteur van den geaeesk. dienst der
landmacht. Ge kunt het attest overleggeu,
doch men zal er niet veel nota van nemen.
Red.
G. C. ten H., Bergen-Op-Zoom. Zoo ge tot
do militie-lichting 1909 en een bereden korps
behoort, hebt ge van af 1' December j.l. recht
op een verhooging der iuobiüsatietoelage ad
f 0.15 per dag. Red.
Adm. T. A. Zio ons antwoord by O. C. ten
H., Bergen-Op-Zoom en W. M., Middelburg in
dit blad. Red.
W. de H., Middelburg. Ge hebt ons zeker
«en foutief jaar opgegeven, want de mil. lich
ting 1897 is reeds lang uit den militairen'
dienst ontslagen. Red.
H. Kr., Doetinohem. Zoo ge niet ingekwar
tierd zijt met voeding en destijds tijdig te vo
ren er kennis van hebt gegeven op 25 Nov.
niet aan den middagmaaltijd te zullen deelne
men en uw verlof is ingegaan op 27 Nov. j l-,
dan liebt ge minstens recht op zes dagen z.g.
menagegeld. Hebt ge 25 Nov. deelgenomen aan
den middagmaaltijd of niet tijdig kennis gege
ven, dan hebt ge recht op vijf dagen menage
geld. Zijt go ingekwartierd dan hebt ge aan
spraak op vier dagen menagegeld. De overige
•dagen hebt ge geen recht op menagegeld. In
dien werkelijk uw verlof is ingegaan op 27
Nov. j.l., hadt ge tot en mot 30 Nov. j.l. bo
vendien recht op uwe soldij en mobilisatietoe
lage. Op deu dag van terugkeer (4 Dec.) bij
uw onderdeel kreegt ge weder recht op soldij,
mobilisatietoelage en voeding in natura (of
z.g. menagegeld). Daarom begrijpen we niet-,
hoe ge komt aan 2 f 1.51 soldij. Red.
H. N., St. Michielsgestel. Daar gij u in
1908 vrijwillig verbonden hebt voor tien jaar,
kunt ge, zoolang de militie geheel of ten deele
buitengewoon ouder de wapenen is, niet eer
der dan in 1918 uit den dienst worden ontsla
gen. Klein verlof wordt u iu de tegenwoordige
omstandigheden niet verleend. Red.
,T. v. d.Gl., Arnhem. Daar de verstrekking
van boter, of kaas, of koele plaats vindt vol
gens door iederen commandant te stollen rege
len, kunnen wij u niet mededeelen, om welke
redenen uw commandant geen kaas of koek
laat verstrekken. Ingevolge art. 195 „R. v. A.
1916" zijt ge verplicht uw weggenomen mantel
te betalen, tenzij ge kunt aantoonen, wie hem
weggenomen lioeft. Zoo het wasóhgoed in de
wftseh zelve is zoekgeraakt, is de aannemer
van 't wasschen verplicht het weggeraakte te
vergoeden. Ts heb evenwel verloren gegaan,
nadat het weder in uwe handengesteld was,
dan zijt gij verplicht het to vergoeden. Het
doet niets terzake, of de kaïnenvacht #1 dan
niet uitrukt. Red.
F. R.,, Wostkapelle. Geeft u op aan uw
oorlog en zij' zal het ook later blijven", wierp
Ludendorff daartusschen, dio juist bijtijds was
gekomen om mijn laatste vraag op te vangen.
,,De .Duitsehe soldaat beeft een grooten afkeer
van loopgraven. Hij acht het beneden zijn
waardigheid, met dén mol te concurreeren,"
riep Hindenburg uit! ,,Iu de toekomst zal meer
met loopgraven gewerkt worden dan voor de
zen oorlog, maar de positie-oorlog, vooral zoo
als hij op heb Westelijke gevechtsterrein ge
voerd wordt, zal do algemeen© tactiek van toe
komstige oorlogen bijna niot bepalen en nooit
den bewegingsoorlog geheel verdringen. Voor
namelijk de omstandigheden van dezen oorlog,
in welken Duitsohland van allo zijden is aange
vallen, hebben dat aan elk goed soldaat ongo-
wenscht stadium in heb leven geroepen-. Zou.
Duitschjand aan slechts één front to strijden
hebben, dan zou het geen stellingoorlog zijn,
dat kan ik u verzekeren. In Amerika h.v., met
grenzen ter lengte van 3000 mijlen, zou een
positie-oorlog iu 't geheel niet in aanmerking
komen en het ware een militaire dwaling, zoo
men de strategie en c]o tactiek naar dft erva
ringen van den loopgravenoorlog aan liet W es-
teljjlce front wilde herzien."
Ik vroeg den veldmaarschalk, welke leer
zame gevolgtrekkingenuit dezen oorlog zou
den kunnen worden gemaakt, met betrekking
tot het gebruik van goed geoefende en van niet
geheel geoefende troepen of er gebleken was,
dat in de toekomst "voor dc legers meer of
minder oen soort militie-grondslag zon kunnen
dienen.
1 „Duitsehlands leger zal nooit een militie-
leger kunnen zijn, maar een leger van de beste
opleiding, wat zijn manschappen betreft," ver
klaarde Hindenburg.
jiÏ&5§ oo^QS-heeft 3wb groot© jbelapg
eomp.ies comm.nt. zoo deze u geschikt acht.
wordt go op oen lijs», geplaatst, en to zijner
tijd aangesteld. De toelage bedraagt 0.50 per
dag cn«d"ze wordt 0.90, zoodra go behoort
tot een lichting, die met onbepaald vilof ver
trokken is. lied.
Boekentasch in trein laten liggen.
Do eerlijke vinder, die iu sneltrein 9.10 van
Rotterdam naar Amsterdam 's avonds 18 Dec.
een boekentasch heeft gevonden inhoudende
boeken en cenig ondergoed wordt beleefd ver
zocht deze tegen verzendkosten cn goede bo-
looning te sturen aan
Sergeant KIR.
's-Gravenzande.
Pakje verwisseld.
Zondagavond is uit den trein van .9.15 van
Tilburg naar Harderwijk een verkeerd pakje
medegenomen. De inhoud van dit pakje is:
een bus shiker, een doos poe te, 2 rood® zulc doe
lt en, een pak zeep en een paar dienstsnkken.
genummerd 33013. Mijn pakje bovat: roodo
zakdoek, 2 boezeroens, oen pijp en tabak en
wat geldswaarde. Verzoeke terugzending ter
omwisseling of bericht aan G. X'oupel, Kamer
42, oude Kazerne, Harderwijk.
Adres adj. o.-o. peters.
Hot adres van den Adj.-Onderoff. O. Pe
tera is thansReserve Adjudant Onder-Offi
cier Kwartiermeester J", Peters, 47 Bataljon
Jagers.
Pakjes in de trein laten liggen.
Donderdag 7 December een pakje in den
trein, laten liggen, inhoudende I paar schoenen
genummerd 13 N. 9376, borstrok dito en een
paar sokken ongenummerd. Verzoeke toezen
ding of 'bericht aan J. M. Diroken, 13 Rog.
inf. 4e Comp. 3 Bat, 3e Div. Veldleger.
Pakje laten liggen.
In den trein naar Amsterdam, 12 Dec. laten
liggen een pakje inhoudende 2 borstrokken en
1 paar sokken, ongenummerd, dienstgood, 3
witte zakdoeken,met eetbare waar. Mocht het
gevonden worden, zou de vinder zoo goed wil
len zyn, het naar onderstaand adres to sturen.
Bij voorbaat dankend.
J. H. TER BORG,
1-1-20 R.I., IV Div. Veldl.
N.-B.
Voor de militairen to Amsterdam.
(Van onzen eigen verslaggever.)
Luitenant Fuld is een oude bekende van
onze militairen in de hoofdstad. Geen der drie
winters van dezen wereldoorlog, of hij heeft
hen vergast op een verhaal zijner reizen iu
verre en vreemde streken. Wij voor ons her
inneren ons nog den tocht door de Sahara
waarvan we in 't vorige seiz-oen zulk een
boeiende beschrijving kregen.
Luitenant Fuld verontschuldigde zich Woens
dagavond, dat hij geen „Wetenschappelijke
Lezing", de officieel© titel der voordrach
ten in de Aula van hét Katholiek Gymnasium
aam de Hobbemaltade, had gegevendit
moeten we hem toestemmen, maar het is wel
de vraag, of wat hij gaf. niet nog beter is
voor avonden als deze: een causerie, oen los
eu vlot praatje, opgehelderd door lichtbeelden.
Ditmaal gingen wc niet naar het warme en
woeste zuiden, doch naar het koude, maar
even woeste noorden. Geen zandvlakten en
zandbergen, doch sneeuwvelden en gletschars.
Luitenant Fuld heeft ons verhaald van het
land der Lappen, zoowel van eigenlijk lap
land, het uitgestrekt© gebied in Rusland, als
van Lapmarken, een noordelijk deel van Noor
wegen, dat de regeering to Okrïstiania. af
stond nan den zwervenden volksstam dér Lap
pen, waaronder nog zoo goed als,geen land
bouwers voorkomen en die met hun, dikwyls
ontzaglijke, kudden rendieren rondtrekken door
een haast eiudelooze streek in Noord-Europa.
Op zijn vlotte, duidelijke, vaak humoris-
tiscli getinte wijz© gaf luitenant Fuld ons een
beeld van het land en de mensehen, die er
wonen. Wij hebben daarbij het geheugett vau
den spreker bewonderd: voor negen jaren on
dernam hij de reis, Iiij wilde eens naar een
streek, waar ander© menscheu niet kwamen,
vond een reismakker en zwierf met dezen we
kenlang rond in een vrijwel onherbergzaam
gebied.
Dat het dit was, werd ons niet alleen duide
lijk uit de .beschrijvingen, maar ook uit de
fotografieën, die de spreker op zijn tocht had
genomen. Wie alleen voor zijn pleizier reist,
hoeft waarlijk niet naar het land der Lappen
to gaan!
Er is wel een zekere woeste schoonheid in
het landschap, met zijn bergen, zijn steile hel
lingen, zijn gladde meren, zijn sneeuwvelden en
diepe kloven, maar het is eerder een koude
neerdrukkende schoonheid, dan eene, die be
zielt. Aan de gemakken van het gewone leven
moet men hij zoo'n reis maar niet denkon. Ho
tels treeft men onderweg niet aan, heel zelden
een armoedig dorp, slechts bijwijlen een boerde
rij en dikwijls moesten de reizigers.onder den
blooten hemel slapen. Wel zijn hier en daar
houten gebouwtjes geplaatst, evenals hut
ten op de Alpen, waar men zich op den
groud kan neerleggen en men althans wanden
om zioh heen en een dak boven zyn hoofd
heeft, waar eèn haard is, waarin men vuur
kan aanleggen, altijd wanneer men zelf hout
heeft meegenomen en de lucifers niet vergeten.
Aan hout toch is dit Lapland arm en de struik
jes, die er groeien, een $öort heidekruid, staan
dikwijls onder do sneeuw en zijn te nat om lo
branden.
Een tocht vol ontberingen was die van onze
beide reizigers wel. Men moet zich blijkbaar
losscheuren van al d© gewoonten der beschaafde
wereld. In d© eerste plaats moet men zorgen,
zich zoo warm mogelijk le Ideeden, in dikke
zware stof. schoenen uit één stuk, die geen
water doorlaten, en waarin men loopt met twee
of drie paar kousen, welke nog vol gestopt wor
den met klonters vet. De Lappen zelf trou-
van een bijzonder talrijk eu voortreffelijk opge
leid officierskorps bewezen. Hoe zou Duitsch-
laud er anders nu aan toe geweest zijn? Een
weinig geoefende troep van op zich zelf ge
schikte en moedige manschappen kan een leger
aanvoerder in hot beste geval tot noodhulp
dienen. Maar het onderscheid wordt onmiddel
lijk gevoeld. De aanvoegster weet zeer goéd,
wat deugdelijk opgeleide troepen kunnen praes-
teerenbii vluchtig geoefenden is hij daarvan
echter niet zoo zeker."
Ik beriep mij op het Zivïtsorschc leger.
„De Zwitecrsohe eoldaat is ongetwijfeld voor
treffelijk voor liot doel, waarvoor hij is opgeleid
et; waarvoor hij wordt gebruikt," zeitle de
maarschalk. „Dc Zwitsersche soldaat is goed,
ieder is daar een scherpschutter, cn ik gevoel
groote achting voor hem. Maar andere volken
kunnen zich niettemin Zwitserland niet tot
voorbeeld stellen. De toestand van Zwitserland
is iets op zich zelf. Zijn neutraliteit is gewaar
borgd zijn leger geheel tot verdediging van zijn
grenzen en gebergten Opgeleid. De nlgemeenc
topographic is voor de verdediging zeer gunstig.
Dat kan niet van Duitschland gezegd worden."
Wij spraken over Rusland. 11c bracht den
maarschalk zijn woorden van 1914 in l?osen in
herinnering: „Ik keu mijn Russen, die komen
terug en nog eens terug".
„Ja, eu misschien komen zij nog eens terug",
glimlachte Hindenburg, wat niet dikwijls voor
komt.
Hij ontkende, dat de strategie van de Russi
sche legeraanvoerders in de laatste twee jaren
wezenlijk verbeterd .was en voerde ten bewijze
daarvoor Roemenië aqn.
„Ik ben eenige werkelijk uitmuntende denk
beelden en bewegingen aan Rugcischo z ijd,P te
wens geven in dit opzicht het voorbeeld; rau
vera-hooüing schijnt in dit land geen sprake
le zijn; do inlanders dragen een kieediugstuk
zoolang tot het in flarden en rafels om hun
lichaam hangt en dan trekken zij ©r een nieuwe
ja-, bröek of rok over, zonder het oude uit
to trekken. Mannen zoowel als vrouwen gely-
i:en dan ook <likk« ronde propje.",. Hoe onze
reiziger er zeli uitzagen verteldo du heer
Fulu in een anecdote van oen ontmoeting nu
Aineiikaanochen, dio ze terecht hadden g?h< I
I pen, eu die hou voor een paar vieze landloupers
I aanzagen.
Aan het menu der maaltijden inoet mon even
eens zeer lagoeischen stellen. Rendiervlccsch
«ak steeds do hoofdschotel en 't Aenige eet
bare brood wan ecu soort, harde eu taaio
biscuit. Wilde men water koken, voor uo uu«-
fio bijv,, dau moest men eerst don ketel vol
sneeuw steppen. Over de nachtvcriwijvcu heb-
'x'u «'a reeds iet» gezegd. Ecu «nkc-lo maal
had luitenant Fuld geslapen in d© hut van
ecu Laphindseho familie, doch dat was lang
geen pretje geweest, al was het er warmer dan
m deu kouden winternacht onder den blooten
hemel. Doch zoo'n but of tent heeft een haard
in 't midden, dc rook dwarrelt door het ver-
Lek, tot hij «en uitweg vindt door openingen
iu het dakmet dien rook vermengen zich de
reuken der Laplanders, die Hooit uit (ie kloercu
komen eu die naast j© liggen op den grond, dc
geuren, dio de honden algeven, ivclke eveneens
dc hut deeleu.
De Lappen hebben zeer vele honden, die,
evenals bij de kudden schapen op onze heide
velden, passen op de rendieren, waarvan er
Loepen zijn van vier, vijf. zes duizend, ja. er
moeten families zijn, di© twintig duizend vau
deze dieren bobben.
Indien een reis door Lapland vol ongemak
ken in, zij is niet tuinder zonder gevaren. Daar
van gaf luitenant Fuld typisoho voorbeelden.
Lr zijn daar steile hellingen, diepe afgronden,
tlie met gevaar van vallen bedreigen, en steeds
zijn twee of meer reizigers door eeu sterk touw
aan elkaar verbonden. Daar komen nog bij vele
heken, waar men over moet, van bruggen is
baast geen aprake, rnet steonoa bezaaide
vlakten of spiegelgladde ijsgletechers, dio bijna
onbegaanbaar zyn, sneeuwstormen, die woeden,
on men zal begrijpen, dat verreweg de mees
te toeristen zich in dit onherbergzaam gewest
niet verder wagen dan aan den rand, dicht
bij de kust.
'Je meer moeten de militairen luitenant Fuld
dankbaar zyn, dat Lij hun een beeld ga. van
dit tamelijk onbekend land, zijn bewoners, zijn
rendieren, zijn woeste natuur.
Het hartelijk applaus aan 't slot der voor
dracht was zeker alleszins verdiend, cn wij kun
nen best begrijpen, dat velen verlangend uit
zien naar een nieuwe causerie van dezen
spreker.
Wegens het Kerstverlof over veertien dagen
zal a.s. Woensdag opnieuw in 't zelfde gebouw
een wetenschappelijke lezing worden gehouden.
Van Zuidwijkormeerfort.
Res. 2e luit. H. L. Blankstein schrijft ons
van fort Zuidwijkermeer
Woensdagavond 13 December werd weder
om aan do fontbezetting een gezellig© avond
aangeboden door de oncspanjungsvereeniging
,.Z. W. M.", waartoe het gezelschap ,,J)e
Vrije' Club" uit Amsterdam was geënga
geerd. Aan de leidster van dit gezelschap,
mej. Jo M. Ploegman, betuigen wij onzen
hartelijken dank voor den preltigen eu gezol-
ligen- avond, dien zij ons heeft bezorgd.
Voor dezen avond was het volgende pro
gramma vastgesteld: 1. Muziek, mej. Lio-
brego; 2. Coupletten, de heer C. Holman, 3.
„.Zijn Dochter", klucht in één bedrijf, op
nieuw naar het Fransch bewerkt door Jo M.
Ploegman: Trebuchard, rentenier, de heer J.
Mulder Jr., Blanche, diens dochter, mej. I
Marie Ploegman, Prudeval, grondeigenaar,
'•e heer Th. Kwakcrnaak, Cfade, diens doch
ter, mevr. C. MulderJurgens, Pignoi.sc.ni.
•kapitein, de heer G. Mulder,Ragusinc,
dienstbode, mej. Betsv Ploegman. Speelt te
Parijs bij Trébuohard. Pauze. 4. „Een Mésal-
lianco", klucht in één bedrijf: v. Haspem,
advocaat, de heer P. v. Lieshond Jr.. n.cv;-.
v. Haspem, mej. Marie Ploegman, Arnold,
hun zoon, do lieer 4. Mulder .Jr., Kris Scinn-
Icnburg, de heer Th. Kwakernuak, Katrien,
zijn vrouw, mej. Jo M. Ploegman, Amah'fi,
hun dochter, mevr. C. Mulder—Jurgens, Pre
tornel, de heer G. Mulder. Hem Schuil en-
burg, Anne Bet, mej. Jeanne Ploegman.
Speelt te Amsterdam hij Van Haeper, regie
mej. Jo M. Ploegman.
Mej. Liebregs, die zich ,meb het muzikaal
gedeelte belastte, kweet zich van haai- taak
op een manier, die allen lof verdientdc
liedjes, die zij speelde, vielen in goedo aarde;
van de meeste werd hot refrein met luider
keel door liet auditorium ingezet.
Dp heer Holman, dio voor het tweede num
mer van hot programma zorgde, luid mot zijn
coupletten een zeer groot succes; liij had dan
ook een repertoire rol variaties uitgezocht;
nartuurlijk liet hij niet na, zoo nu en dan de
soldaten het refrein mee te laten brullen",
(zooals hij zich uitdrukte). Zijn mimiek in
■liedjes als: „Leentje heet zo". „Dan zit je
d'r in", ..Jozef, laat je broekie zakken",
enz.' was Uitstekend.
De klucht ..Zijn Dochter" liep zeer goed
van stapel; de artisten gaven, biijk goed in
hunno rollen thuis te zijn; vooral noemen wij
mej. Marie Ploegman, die een zeer lastige
rol had te spelen en dezo heel goed vervulde;
er is om deze klucht hartelijk gelachen, voor
al teen Prudevals dochter ten slotte zijn
moeder werd, doordat hij haar door een list
aan zijn toekomst, i gen schoonvader, die
weduwnaar is, weet uit te huwelijken.
Do itw-eede,klucht „Een Mésalliance" over
trof nog de eerste; liet stuk werd verbazend
vlot gespeeld. Do spelers en vooral mej. Jo
Ploegman, deden ons aanhoudend schate
ren de wijze, waarop laatstgenoemde een Jor-
daanvrouw imiteerde, was boven verwach
ting; de schrille tegenstelling van haar, de
echtgenoote van een kruidenier („die koffie
per lood en kans bij de plak verkoopt") met
mevr. v. Kiepeneen zeer gedistingeerde
dame, kwam daardoor zeer op den voorgrond.
Eringoloopen.
Een Engelsch muziekliefhebber zei eens tegen
•■ei beroemden Padorewskidat goeu onkel lo
vend componist in staat wus zulk© eenvoudige
en toch zoo wondorechoono muziek to schrijven
a!( Mozart. Den volgenden dag zagen zo
"Iknar weer en nu zei PadorewskiMag ik
(-■ ns iets van Mozart spelen, dat ju misschien
nog niet keurt?
Natuurlijk stemde de vriend toe en do groote
pi ist zott© zich voor.de piano, speelde oen
menuet, fijn en eenvoudig.
Aan 't «lot riep de vriend Ben j© 't nóg
niet met mo eend, dat zulke muziek tegen
woordig niet meer geschreven wordt?
Ik geloof van wd, antwoordde Pudorewski.
want dit menuet hob i k gecomponeerd.
R c c h t m a t i g o klacht.
Moeder. Meneer Jaansma, de griffier,
heeft jo hand gov raad. Hij is al wat op jaren,
maar rijk, en heeft 'n goede positio ik vind
dus, dat je maar ja zeggen moet.
Dochter (vvcenend). 'i Is wat moois- Nu
moet ik met dien ouden, vervelenden griffier
trouwen; als u niet zooveel kinderen hadt, zou
:k wel een jong offiaier gekregen hebben!
Z e o r «aar.
Mevrouw/ Wat? Alweer van avond uit?
Ik kan rn© niet begrijpen, waarom je telken#
uit wilt?
Mina (de meid). Dat zou u beter begrij
pen, als u nog wat jonger was.
Met weinig tevreden.
Eerst© landlouper. /Vla 'k eens ryk was
eu altijd geld bij me had!
Tweede landloopcr. Ik zou al tevreden
wezen, als ik van nacht eens 'n rijken mcnoer
tegenkwam, die geld bij zich had
En Kende z'u vrouw.
Z© vroren juatd. door de gastvrouw aam elkaar
voorgesteld on Woven ondor do wal» zitten.
ik bun zeer rerimugd u te ontmoeten, bu?
hij. U bent dus juffrouw Polly Green
Ja.
Woont ii M lang in do stad?
Ongeveer oen jrutr.
Hebt u een werkkring of bent u thuis?
Ik vrork op ©en bank.
Typist© of (bookhoudster
Typiste, maar
Hebt u zusters ©n broers?
Kén zuster.
Moakt u uw eigen kloeron, of...
Maar. mijnheer, laat mo tóch alstublieft,
mot ruift. II: Jiob pa« konnis met u gemaakt ©n
n ondervraagt mo zooals 't mij nog nooit van
m'n leven gebeurd is. He zal mo oij do gast
vrouw gaan bek lagen.
Hei spijt m© werkelijk, als ik n belcedigd
bob. Maar, daar tegenover ons zit mijn vrouw
cn wanneer wo naar huis gaan. zal zo mij alles
vragen, wat ik u om trant uzelf gevraagd heb
en mieoebicn nog veel moer ©n i!; wildo gaarne
in staat zijn juist© antwoorden to geven, dar
is alles!
er was iets van bewondering in zijn stem,
„maar over het geheel kan ik niet zeggen,
dat hun strategie en taktiek beter zijn ge
worden."
Ofschoon hij ..God zij dank" geen erva
ringen op het Westelijk gevechtsterrein haa
gehad, vond hij toch woorden van de hoogste
waardeeriiig voor dat, wat hij als .heroïsche,
dapperheid en offervaardigheid der Franschen"
kenschetste, die daardoor wat de krachtsver
houding betreft, ten slotte tot een natie van
den tweeden rang waren teruggebracht."
Waarom de Franschen met hun woedend
fanatisme eiken metter van hun eigen gronu
met eigen bloed drenken, is een van do dingen,
die boven mijn verstand gaan", zeide Hinden
burg met langzaam hoofdschudden.
Hij sprak met bewondering over alles wat do
Franschen en Engelse-hen in betrekkelijk kor
ten tijd met'een geïmproviseerde organisatie
'hadden tot stand gebracht. He vond hem steeds
bereid alles gercedeiijk te waar deer cn. wat do
vijanden voor goeds gedaan of wat zij bereikt
hadden.
Os intocht in Boecharest.
Van de intocht der Duitscliers in Boecharest
vertelt de „Nordd. Allg. Ztg." de volgendo
bijzonderheden
Daar dc Roemeensclio generaals éibij hieven,
flat de stad geen vesting was, ca op deze wijze
een onvoorwaardelijke overgave ontweken, werd
bevel gegeven, den aanval tegen de stad voort
te zotten. Den 6flen December V morgens be-
Het huwelijk tu -,chen Arnold, ©en zeeoffi
cier, en Amolia, do dochter van Kris Schiri-
lenburg (do Kruidenier) en Katrien, werd
nietegr-nMaando hun verschil in stand, tooh
bewerkstelligd, dank zij het openlijk karakter
van Amalia.
Na afloop van deze-klucht werd aan moj.
Jo Ploegman een bloemstuk aangeboden.
Wij hebben', dezen avond werkelijk genoten,
betuigen daarvoor tan mej. Jo Ploegman en
haar gezelschap nogmaals onzen hartelijken
danlc en roepen haar een welgemeend „tot
weerziens" loe.
Namens de Feestcommissie.
Nachtelijke overval.
Humoreske.
Mil. korp. H. Zeeion, 3-II-23 R. I.. schrijft
't Wan eenstik-clonkero nacht. Een grim-
migo wind raasde over weiden en velden. Vol
nijd stiet hij zijn kop tegen de saam gekoppel
de huizen van 't dorp. van waar hij jankend
cn huilend vorder vlood. Alle gefluit en ge
huil. allo geklepper cn gebons ten spijt, sliep
do bevolking den slaap der rechtvaardigen.
Wie zou zijn rust ook storen in vrij Neder
land
Geheimzinnige gedaanten duiken op in den
duisteren nacht. Behoedzaam en voorzichtig
sluipen zij vooruit. Tastend en spiedend, luis
terend op elk gerucht. Nu kruipen ze op han
den en voeten, dekking zoekend achter elke
oneffenheid dan goat rt in vliegensvlugge vaart
over open terreinen of vlakten. Stil-aan nade
ren zij hot dorp in ruste. Wat onheil mag daar
gebeuren gaan Daar op eens een vuurstraal...
pang. Alom schoot het pang... pang. Het tem
po van 't geknetter wordt steeds sneller.., dan
weer «til. Nu begint 't ratelen aan do andere
zijde van 't dorp. Een 6chot voorop... 'n salvo
dan wat nakomers. Vlug stormen nu de ge
heimzinnige aanvallers, gelijk de achtervolgde
eekhoorn springt van tak tot tak, zoo vliegen
zij van de eene dekking en schutting achter de
andere. Dan vaart een aanhoudend droog
geknetter door de lange dorpsstraat. Al wat
zich daarin bevindt, worclfc weggevaagd. 'hWas
ccn heeto en lange strijd, maar :t dorp is ge
nomen. Zegekreten weerklinken, gejuich gaat
op. Dan blaast 't verzamelen.
Zich in 't gelid stellen, nummeren, 't gaat
alles eveö vlug. Onder een vroolijk lied rukt
men na dezo welgeslaagde nachtelijke overrom
peling smookend cn koutend huiswaarts.
De gevolgen: ln de woningen van de onver-
vaarden en .vlug begrijpenden schoot men
wakker, mopperde '11 beetje, dacht ,,!t mUitaix
is aan den slag" draaide zich op 'n andere zij
en snurkt© verder. Bij de minder heldhaftigen
sprong men bij 't eerste schot overeind, luis
terde angstig, dan :t bed uit. de oogen 'ns uit
gewreven en door 't raam gekeken. Kwam men
dan tot do overtuiging, dat 't- eigen volk was,
dan begaf men zich weer ter ruste, maar had
veel moeit© om den slaap weer te vatten. Er
ger was 't bij de vreesachtigen. Ken staaltje
hiervan. Bij een alleen wonend heer dient 'n
trouwe huishoudster. De heer heeft maar één
gebrek; liij slaapt zoo vast, dat een kanon aan
zijn ooren afgeschoten, hem niét kan wekken.
Bij dezen nnchtelijken overval nu was onze
huishoudster in nood. Eerst kroop ze ang
stig onder de dekens, waar haar 't koude
zweet uitbrak, en haar verschrikt© phantasio
tooverde een invallende vijand voor, met al t
vreeselijkc, dat zo daar over gehoord of gelezen
had. Maar ook onder de dekens hoorde ze dc
hevige salvo's. Dan. op... ten halve aange
kleed en aan 'i loopen op en af. Ze vliegt naai
de deur van de slaapkamer van den huis
heer en bonst en slaat alsof ze moest worden
ingebeukt. Echter geen antwoord... Dan be
gint zij te schreeuwen en te roepen... en einde
lijk to jammeren... mijnheer... mijnbeer... hoor
toch eens... hoor toch... De heer echter slaapt
en blijft slapen... Zij vliegt daarop naar een
venster., rukt 't open... en roept in 't nachte-
lijk duister: laat to,oh af, wij zijn arm, we heli-
beu nietsDan 't venster dicht... Nog lang na
dat do troep is afgetrokken rent onze arme
huishoudster op en af en toen de morgen kwam
v.;v, zo bck-af van al de vrees en inspanning.
Wio schik hadden dal waren de schooljon
gens. des morgens. In all© vroegten reeds ren
den ze naar do plaatsen waar ze dachten dat.
gevuurd was.
Zij gingen met den buit strijken.
Ze vonden heel wat koperen hulzen en ook
nog geladen patronen met 'n houten prop afgc-
zich ook maarschalk Von Mackensen. Do batte
rijen stenden gereed om zoo noodig te schieten.
Gp het gordijn van den stofregen toekenden
zich vaag dc omtrekken af van do in de verte
liggende vesting. Tot den strijd gereed, lag de
infanterie in do voorste >inic te wachten. Twee
kilometers was men nog van de forten ver
wijderd. Hun zwijgen scheen er werkelijk op te
wijzen, dat de Roemenicrs van plan waren, de
stad zonder tegenstand op te geven. Een ver
kenning zou dit raadsel oplossen. De cavalerie
zette zich in beweging. Dc infanterie, die daar
achteraan marcheerde, gaf aan dc artillerie
door witte lichtkogèls te kennen, dat zij voor
loopig nog niet moest- schieten. Spoedig was
men aan don vestinggordel gekomen, die ont
ruimd bleek. Onmiddellijk ging het nu verder
naar do stad. Angstig verdrongen zich de
vluchtelingen, die hier kampeerden, om de bin
nenrukkende troepen. Om hen or toe te bren
gen hun woonplaatsen te verlaten, had men
hun verteld, dat de vijand hen zou vermoorden,
en hun gezichten klaarden op, toen de troepen
hen anders inlichtten. Bij het eerste gebouw
meldde zich een Roemeensclio soldaat mc-t ge
weer en volle uitrusting, om den weg naar de
stad te vijzen. Ook een bereden gendarm bood
zich aan als gids. Allo lieden namen de hoofd
deksels af, en ieder wildo den weg wijzen.
In een van de hoofdstraten zag men een
merkwaardig tooneél. Het was op do Calea
Victoria. Hier ging het leven zijn gang als in
vrede.
Op do trottoirs heersehte gedrapg. Dames
gingen uit wandelen niet hun kinderen. Do
mannen hadden het druk roet hun zaken. Ledig-
gangers liieldén er pantofjelpromew
sloten. Daarmoo zouden zij ccne soldaatje
spelen
t Mooiste van dien naditelijkcn aanval
was. dat een snuggere bijdehand naar den
veldwachter trok cn eisehte een proces-verbaal
wegens nachtelijk burengerucht.
H. Z.,
3.11 2-5.R.I,
Aan ons aller vrienden.
Men «c-krijft ons uit do 2 O. ID Hau-, C.:
Met het heengaan der mil. lichting 1910'ter-
liezen wij als oudo jongens van de 3c sectie 2e
comp. rcs. batt. C'. enkel® kameraden. Op de
kamer geeft dit een groot© leegt©. Ons allen
spijt dat heengaan aan ©on zijd© ten zeerste.
Dat zij zijt heengegaan om weder met nieuwen
moed net burgerleven in te gaan, gunnen wij
hun aan de andere zijd© van harte. Maar ook
missen wij nu den sergt. v. d. Lindc-n en vooral
dat valt ons zwaar. Daarom nu willen wij
allen, hun, die heengingen, maar don eorgt. r.
d. Linden in hot bijzonder, oen laaiec vaarwel
toeroepen. Dat het liuu iu den vervolg© uit
stekend ga. Sergt. v. d. Linden, gij aH hu
maan mensch, als iemand die met ons steeds
dik en dun hebt gedeeld, had bij al den dienst
nog steeds tijd en ©en good woord om voor ons
te zorgen eu den moed er in t© houden. Wij
allen zullen u dan ook *- .ven gedenken als
een trouwen strijdmakker. Nogmaals, het zal u
in uw leven, misschien weer zooals vroeger in
Noord-Amerika, steeds goed gaan. Denk later
nog eens aan ons jongen» van de 3e eoctio 2©
©omp. res. batt. C„ Adieu.
Namens allen
DE ZWARTE.
Christelijk Militair Mannenkoor.
Mil. A. van Tooien, secretaris, schrijft ons
uit s-Gravenhage
Het lijkt ons wonschelijk in ,,D© Soldaten-
courant" eens do aandacht van hare vele lezers
te vestigen op het Christelijk Militair Mannen
koor „Soli Deo Gloria". Het is in Nov, '35 op
gericht; had aanvankelijk een 50-tal leden,
heeft donateurs verworven cn heeft r.u nog
eiken Vrijdagavond haar repetitie om 7.30 uur
in het tehuis „Malakku", Anna Raulov.ns-
atraub 78.
Door overplaatsing cn het met onbepaald
verlof gaan van velen onzer ieden, i,s nu even
wel liet lodental aanmerkelijk verminderd.
Vandaar dan, dut bet bestuur vau „Soli T)eo
Gloria" een beroep doet op allo in Den Haag
liggende militairen, om zich aan to sluiten bij
ons Chr. Mannenkoor.
Wij toch zijn van meening, dat veie militai
ren, mannen van Cbristelijkeu huize, hier in
Den Haag in garnizoen, niet weten, dat deze
vereeniging bestaat. Daarom mannen, die met
ons nog steeds het militaire pak draagt, komt
mot ons in het gezellig tehuis „Malakka" en
sluit u bij onze vereeniging aan, opdat wij zoo
te zamen, als mannen van Chr. huizo ona devies
na mogen streven.
Wij eindigen met den wensch, dat onze op
roep resultaten moge hebben.
Namens hot bestuur:
Do seen
rotans
v. T00REN.
100 gulden bfilooning.
Men meldt ons:
Door den commandant van het fort Pampus
wordt f 100 uitgeloofd voor het vinden van
het lijk van den milicien-korporaal H. L. Ban
der, die op 28 November tusschen Muiden" en
het fort Pampus is verdronken.
Postzegelverzamslaars.
Mil. J. Booti 3-1-4 Reg. Vg. art. schrijft ons
Gaarne ontving ik nog eens wat ruilzcgels,
ik heb daarvoor nog een prachfcooHeetio of
geven, zooalsN. Borneo, Venezuela, Perzië,
Kreta, Chili. enz. enz.
Wie nog over ruilmateriaal beschikt, zend©
het. Ik ruil volgens do jongste Sent cat.
(1915).
Mile. S. BOOT, 3-1-4 Vg. Artie.
Afscheidsgroet.
Bij dezen roepon wij onzen geaehten vriend
Bartje van Zijl een hartelijk vaarwel too bij
zijn detacheering naar Reserve Bataljon' C.
Wij hopen, dat het hem in, zijn nieuw garni
zoen goed mog© gaan.
Het personeel van „Villa Flora",
Ldo.
zoo plotseling de Duitsehe uniformen versche
nen. Spcedig echter ging men weer ongestoord
verder.
D© lieden bleven stoan, groetten, keken, en
gingen dan huns weegs. Eonigo Roemeeascho
ofiicicren, soldaten en gendarmen, waarvan er
nog een menigte in uniform rondliepen, keken
met onschuldige nieuwsgierigheid van op een
afstandje naar het militaire schouwspel van
den intocht. Waar zij niot uit den weg konden,
brachten zij correct het militair saluut. Voor
do winkels met hun rijke uitstallingen stonden
de eigenaars in de open deur naar klanten uit
to zien. Do cafés en restaurants -waren stamp
vol, en zelfs de schaakspelers lieten zich een
oogenblik in hun gedachtongang storen. Door
het gedrang baanden zioh electrisoho en paar
dentrams een weg. Voorname dames reden
voorbij in wagens mot Russische koetsiers cn
met zilver behangen Arabisch© paarden, of zij
lieten hun luxe-automobielen een oogenblik
stilhouden om door haar lorgnon de binnenruk
kende troepen te bekijken.
Als een loopend vuurtje had zich het bericht
verspreid, dat Mackensén zelf bij de binnen
trekkende troepen was. Van alle kanten stroom
den do Dnitschers en Oostenrijkers toe, die
eerst 's morgeDS om acht uur, toen de Roe-
meensche troepen de stad verlaten hadden, uit
de gevangenissen, waar zij geïnterneerd waren
geweest, ontslagen waren. Met geestdrift be
groetten zij hun bevrijders, en vooral maar
schalk Mackensen, en een regen van bloemen
deden zij op dezen neerdalen.
De Roemeniërs hielden zich in gedrukte en
onverschillige stemming afzijjs. In den arend
.diwêélv'terüggekcérd