No. 360
Zondag 3 December 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
Sebombardeerd Verdun.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Taminiau's JAM
DERDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
BED ACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIÜSSTR. 109. AMSTERDAM. DIT
BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS i CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 75, VOOR BURGERS 1.50 P.K WARTAAL
Voor Adverteutlen wende men rich tot onze Administratie, Valurfumtiaat
Amsterdam. Prijs der Adrertentien per regel 80 cent. Voor Ingezonden .Medid
deel-'ngen op do tweede, dorde en vierde pagina dubbel tarief. Bjj abonnement
redactie.
Een zwaren strijd hebben de
Duitschers maanden lang ge
streden om de Fransche vesting
Verdun in hun bezit te krijgen.
Het dffensief tegen-Verdun vormt
een der bloedigste bladzijden in
de geschiedenis van dezen oorlog
Aanvankelijk scheen het, of de
Duitschers hun pogeD met succes
zouden zien bekroond, zelfs een
der forten, Douaumont, viel in
hun handen Ook naderden zij
de stad steeds meer, hier en daar
tot op eenige kilometers. Maar
daarna keerde de krijgskans; de
Franschen weerstonden dappet de
aanvallen en later, toen de En-
gelschen 1 deelnamen aan het
groote offensief, konden de Fran
schen zelfs, de Duitschers hier
en daar terugdringen, o. a. nit
Douaumont.
Toch zijn de Duitschers Ver
dun dicht genoeg genaderd om
de vesting te beschieten En niet
zonder resultaat Dat zien we
ook op dit plaatje We krijgen
daarop een kijkje op een der
grachten van Verdun, waar de
Duitsche kanonnen aardig huis
hebben gehouden. Voor een deel
is de gracht gedempt met puin.
Da verspreiding van ons blad.
Onderdooien, dia met het toegezonden aan
tal Soldatoncouranten niat toekomon, worden
verzocht een greater aantal te willen aanvra
gen, opdat alle abonné'B regelmatig een eigen
exemplaar kunnen bemachtigen.
WIJ brengen in herinnering, dat troepen-
doelen, die soms door oen of andera oorzaak
van ons blad verstoken zijn, slechts een aan
vraag tot ons te richten hebben om regelmatig,
driemaal per week, oen pakket Soldatencouran-
ten te ontvangen. Nergens mag ons Orgaan
voor leger en vloot" ontbreken.
Ie toestand in den reuzenstrijd.
Ook in do pers der neutrale landen' ziet
men don toestand voor Roemenië zeer ern
stig in. Alleen een. wonder, meeuen som
migen, kan nog de hofdstad Boeeha
rest voor een bezetting redden, en die
zoo spreken, gelooven waarschijnlijk niet
aan wonderen. De opmarsch der centralen
wordt voortgezet, de Duitsche en Oosten-
rijksche troepen zijn op verschillende punten
weer dichter bij Boeeharesfe gekomen en de
cirkel hier omheen wordt steeds nauwer ge
trokken. Wel blijft het eigenaardig, dat
van de Roemeen sche leger betrekkelijk wei
nig mannen gevangen worden genomen, naar
'fc schijnt, ever 't geheel niet meer dan
een 250Ó in Walaohije. Dit bewijst
wel, dat zij de kunst verstaan om
zich terug te trekken, een kunst, die ook de
Russen het vorige jaar zoo goed hebben ver
toond, Misschien zijn de Russische aanvoer
ders, de bondgenooten der Roemenen, de
1 aatsten daarin ook tot meesters geweest.
In elk gewaJ. trachten de Russen ook op
andere wijze den Roemenen te helpen. Waar
zïKniot kunnen steunen in Walac-hije of in
de Dobroe^lsja om den vijand tegen te hou
den, vallen zij op andere punten zeer krach
tig aan en zij hebben hier en /daar succes.
Zoo in de Bo6ch-Karpathen, bij Kirlibaba,
waar zij blijkbaar pogen door te breken en
de centralen dwingen zich zeer krachtig te
verzetten. De Duitsch-Oostenrijksehe troe
pen werden hier teruggedreven, 11 officie
ren en een 700 manschappen werden krijgs
gevangen gemaakt, de Russen bezetten een
reeks hoogten. Verder vallen deze laatsten
blijkbaar op geduchte wij zie aan op het front
De hand met den ring.
(Naar het FranschJ.
Heti diner was op half zeven bepaald-
Geljjk den vongen avond werd ik met de
grootst mogelijke vriendelijkheid ontvangen.
Ik richtte eenige woorden tot mijn aanstaan
de ik waagde een complimentje aan het adres
van mjn schoonmama, die mij om te stelen
Tond,
Waf mijnheer Lcsec aangaat, het was koste
lijk hem te zionehij praatte, wandelde, gesti
culeerde, lachte, alles tegelijk.
Klaarblijkelijk was hij üe gelukkigste man ter
Wereld.
Zijn vroolijkheid werkte aansstekelijkik
verwonderde er mij over, dat ik zoo dikwijls
inoest lachen, zonder te weten waarom.
Hy kon geen woord zoggen zonder te lachen.
Men plaatste zich aan tafel.
„Maar nu, m on 1 o u p," zei mevrouw Lesec,
„moet je niet zoo lachen, gedurende het heele
diner. Dat bederft den eetlust".
„Kom. kom!... laat me toch lachen, dat doet
me goed".
„Maar, mon loup. dat maakt je niet mooier.
Vooral als jo je mond zoo opendoet als nu, lijk
je op dien Bacchus".
Do blik, dien ik op den heer Lesec wierp
«tond gelijk met een vraag.
„Die camee, hè?" zei hij.
Bij die woorden trok lij mij -moe naar het
faam en toonde luy zijn linkerhand.
Mijn oogen vestigde »cih met schrik op de
enmée.
Het was een Bacchuskop! De Bacchuskop nit
tnijn droom en,
Hot was deaelfde wijdgeopende mond, hot
waren dezelfde halfgesloten oogen.
Ik boog mij dieper voorover om beter te z,in
ja ik voelde hot zweet op mijn voorhoofd ko
in 'fc Oosten van Zevenburgenvolgens hefc
sfcafberichfc der Oostenrijkers werden de
aanvallen wel afgeslagen, maar om gedeel-
I ten van loopgraven werd nog gestreden.
Daaruit, blijkt, dat de Ruseen in elk geval
waren doorgedrongen in de linie van den
vijand.'
In de bladen der geallieerden in 'fc westen
maakt men zich wel ongerusfc over de toe
komst van Roemenië, maar men meent, dat
daar toch biet. dö beslissing zal vallen en
bovendien vuelt men zich onschuldig. Hefc
zijn de) Russen, die te hulp moeten komen j
Engeland en Frankrijk, ook Italië, kunnen
zoo goed als niets doen. Men zou willen,
dat Sarrail 'in 'fc zuiden van den Ballta'n
krachtiger o-cjrad, doch hij zou daarvoor
meer troepen noodig hebben, liefst nog een
half raillioen. Zend die dan, hebben som
migen geroepen, doch dit is gauwer gezegd
dan gedaan. Men zou desnoods een half
millioen mannen voor Sarrail bijeen kun
nen krijgen, doch ze naar den Balkan te
sturen, is' niet- gemakkelijk. Hot is een
lange, lange weg van Engeland naar Salo
nika 3000 K.M., en die weg erheen is on
veilig door de Duitsche duikbooten. Boven
dien is het ook moeilijk over dien langen
afstand zulk een menigte troepen van hefc
noodige te voorzien.
Uit difc en dergelijke betoogen wordt hefc
wel duidelijk, dat de geallieerden in ^ïefc
"Westen de Roemenen niet kunnen helpen.
Daarvoor is Rusland aangewezen, meent
men en tusschen de regels door zou men
kunnen lezen, dat de schuld van de neerlaag
in den Balkan bij Rusland en bij Roemenië
zelf ligt. Roemenië had beter voorbereid
moeten zijn en Rusland krachtiger moeten
ingrijpen. Met dat al geeft men toe, dat
de opmarsch der Duitschers iu Roemenië-
zeer regelmatig wordt voortgezet en dat het
er treïirig uitziet voor dit land
Overigens hebben we hier maar heel wei
nig nieuws te melden van de oorlogsterrei
nen. Aan 'fc Westerfront wordt nog gevoch
ten, maar zonder veel resultaat in de laatste
paar dagen. Over 't geheel zou men kun
nen volstaan met de mededeeling in een der
telegrammen hevige beschieting van den
vijand, krachtige beantwoording van onze
zijde. De artillerie moet thans weer het
meeste werk doen. Van de Italiaansche
grens, uit Macedonië en van het Ooster
front, behalve heel in 't Zuiden, geen
nieuws, dat de aandacht waard is.
men. In een der mondhoeken bad den Bacchus
kop een kleine, roodachtige schram. Ik keek
eens en ik scheen niet alleen den ring tc her
kennen maar de geheele hand, tot zelfs de
plooien van de dikke, zachte huid.
Zonder twijfel, het was dezelfde hand, die ik
dien nacht op mijn buitentje te SninLCloud
gezien had.
,,TJ neemt hem op met een kennersblik", zei
mijn gastheer.
Ik hief het hoofd op.
Ik was zoo bleek, dat de heer Lesec uitriep
„O hemel!"
Hij riep zijn vrouw, zijn dochter, hij liet mij
een kop thee brengen. Ik verontschuldigde mij
zoo goed ik kou en nam, nog gekeeel in de war,
aan, tafel plaats.
De herinnering aan dit verschijnsel, dat mij
zoo diep had getroffen, vermengde zich onwille
keurig niet* die van den moord, waarvan ik de
lijkschouwing had bijgewoond.
Ik wilde mij onttrekken aan dezen pijnlijken
indruk. Ik was waanzinnig, het leed geen twij
fel... Welk verband zou er te brengen zijn tus-
scken_ den heer Lesec, bankier, gezien in de
gansche maatschappij en de oude dame, die te
Saint-Cloud vermoord werd
De heer Lesec bezat een caraëe waarop een
Bacchuskop. Op honderd cnmée's konden er
tien zijn met. het portret van god Bacchus...
Maardie schram in den hoek van den
mond?... Men sprak tot mij, ik antwoordde ter
nauwernood.
Men beijverde zich om mij vp.n alles toe te
dienen, afgetrokken nam. ik alles in ontvaugst.
Ik beefde, alsof ik waanzinnig zou worden.
Na den maaltijd'gébruikte ik mijn ongesteld
heid als uitvlucht, om mij te verwijderen.
Men liet mij beloven, dat ik terug zou ko
men.
Ik haastte mij naar mevrouw d'Angis.
„Wat is die mijnheer Lesec?" riep ik haar
toe.
„Wat scheelt je?" vroeg ze lachend. „Je
komt als een wervelwind bij mij binnenstuiven
om me te vragen; „Watdie mijnheer Leaeo
Er waren in bet Britsche Lagerhuis, en in
de Engelsche pers ook, velen, die ontevreden
waren met de leiding der marine. Hun on
tevredenheid luchtte zich vooral tegenover
Balfour, den minister van marine, en deze
kon zeggenvan je vrienden moet je 'fc
maar hebben. want. het waren de aanhan
gers der partij, waarvan Balfour het hoofd
is, de conservatieven (unionisten), die mop
perden over de Engelsche vloot en wat zij
niet deed. Volgens die ontevredenen toch
voerde de 'grootste zeemacht ter- wereld
eigenlijk niets uit, wist zij ternauwernood
de eigen knsten 'te beschermen, laat afcaan,
dat zij de Noordzee schoon veegde van des
vijands duikbooten. Hefc kwam voor, dat oen
Duitsche flottielje doordrong in het Kanaal
en althans één, zij het ledig, transportschip
vernielde, dat een ander Duitsch eskader tot
voor de monding der Theems en bij de
Downs versoheen. Waé|de leiding der vloot
wel in goede handen, was Balfour wel de
rechte man op de rechte plaats? De cam
pagne der ontevredenen heeft nu succes ge
had: de Engelsche regeering heeft wijziging
gebracht in de leiding der vloot. Balfour
eohter blijft, alleen de vlootvoogden zijn ver
wisseld. Sir Henry Jaoksou, de eerste Zee-
lord, heeft zijn ontslag genomende opperbe
velhebber Jellicoe, die zoo populair is,
neemt zijn plaats in en admiraal Beatty,
even gezien bij hefc volk en de held van den
slag van de Doggersbank, wordt comman
dant over de geheele vloot. Of deze nu an
ders zal optreden, of zij den weg van pas
sieve verdediging zal verlaten, wie duidt
het zeggen.
In den Duitscben Rijksdag is men in de
laatste dagen bezig geweest met de behan
deling van de wet op deu burgerlijken
dienstplicht. Op hefc oogenblik, dat we dit
schrijven, is de wet in tweede lezing aange
nomen, waarbij ieder Duitsch mannelijk bur1-
ger van 17 tot 60 jaar, voorzoover hij niet
is ongeroepen de wapenen te dragen, ver
plicht is tot vaderlandschen hulpdienst tij
dens den oorlog. Eigenlijke bestrijding heeft-
de wet, behalve bij de groep der afgeschei
den socialisten, niet gevonden. Wel zijn er
tal van redevoeringen gehouden door rijks
kanselier, ministers en Rijksdagleden en vele
onderwerpen aan geroerddoch veel wijzer
zijn we niet geworden. Ook niet omtrent het-
vred-esdoe!. Wel kwamen de uitlatingen van
den socialist Schsidemann ter sprake, di
beweerd heeft-, dat de rijkskanselier wel oi.'i
vrede wilde zonder annexaties en het deed
voorkomen, alsof hij uit naam van den rijks
kanselier sprak. Do nationaal-liberaal Bas-
sermann kwam tegen die meenïng op, ook
de conservatief Westarp sprak èr over, maar
von Bethmann Holiweg zat «er b,ij, zonder
een. woord omtrent deze zaak te zeggen. Ook
hierin zijn wij dus nog in hefc onzekere ge
bleven wil de rijkskanselier België weer af
staan bij een vrede of niet?
Een verheugend nieuws' komt, voor ons
land, uit Berlijn: de „.Koningin Regentes"
is vrijgelaten, vcor de Blommersdijkkrij
gen we schadeloosstelling. Al is daarmee niet
alles vergoed, "al blijft onze voedselvoorzie
ning er onder lijden, nu we geld krijgen in
plaats van graan, het doet aangenaam
aan, dat de Duitsche regeering haar inzich
ten tegenover de onze niet on de spits drijft,
maar in deze gevallen althans de daden
barer zeeofficieren wraakt-.
DUITSCHUUND.
Eon onderhoud mot Fokker.
Een medewerker van het te Berlijn verschij
nend Amenkaanscke blad „The Continental
Times" heeft Fokker, den bekenden vlieger,
geïnterviewd. Fokker toonde zioh trofcscli op
de successen van zijn machines. Over Farman's
plan, den Afclantischen Oceaan over te vliegen,
sprak hij gunstig. Volgens hem hing de uitvoer
baarheid alleen af van do kracht der motoren.
Ook hij zou niet aarzelen zulk een poging te
ondernemen, indien er niet belangrijker zaken
voor hem waren ie doen. De moderne vliegma
chine is volkomen veilig in de lucht, zijn eigen
lijk element, zeide hij. Zijn grootste gevaar is
de nabijheid der aarde, evenals voor een viech
de nabijheid der kust. Ik ben in staat, bij el-
is?"... Dat beb ik reeds twintig malen verteld".
„Is het een eerlijk man?'
„Ben je nu gek?... Charles, kom tot je zelf",
vervolgde zij. „Je lijkt heusch wel waanzinnig.
Wat is er? Wat heb je nu weer?"
„Je hebt gelijk... er is niets... Ik. droom
nog".
En ik vertrok weer zooals ik gekomen w*s.
Ik maakte een slechten nacht 'door. Maar
den volgenden morgen had ik weer genoeg
macht over mij 'zelf om aan dit inderdaad zoo
onbeduidend toeval niet meer aandacht tc
schenken, dan het verdiende.
Mijn bezoeken hadden niettemin zonder on
derbreking gedurende veertien dagen plaats.
Aan het eind van die veertien dagen scheen
alles zoover gevorderd, dat niets de voorloopige
regeling van onze verbintenis meer in den weg
stond.
- Op zekeren .dag nam mijnheer Lesoc mij bij
den arm en noodigde mij nit in zijn studeer
kamer te komen.
„Nu beste griend", zeide hij, „laat óns nu
eens over zaken spreken".
Ik boog.
„Ik ken uw positie, zij is net en eervol. Gij
verdient ongeveer twintig duizend francs per i
jaar, dat is voldoende. Mijn dochter zoekt geen i
'rijken echtgenoot; zij wil een man naar haar j
smaak. En hefc schijnt, dat- gij haar bevalt. I
Zij is dol op u..."
„Zooveel te beter, mijnheer; want ik heb
voor mejuffrouw Clarisse reeds een vurige eu
oprechte liefde opgevat".
..Bovendien", vervolgde de heer Lesec, „ik
hen rijk genoeg om aan de gril van mijn doch-
ter. ie willen trouwen met wien haar lijkt, to
kunnen voldoen. Zooals ik u reeds vertelde,
bezat ik op mijn twintigste jaar geen stuiver; I
op mijn veertigste had ik drie honderd duizend
francs. Vijf jaren daarna was mijn vermogen
verdriedubbelden eindelijk heeft een droevig
voorval, nu.twee jaar geleden, nog vijf honderd
duizend francs aan tnijn bezittingen toege
voegd".
Hefc gelaat yan den heer Lesec vertoonde
ken wind op te stijgen, de paardekracht over
wint zelfs een orkaan. Slechts dichtbij de aarde
kan de wind een gevaarlijk element worden,
maar boven is hij volstrekt onschadelijk. Van
helmen mot valscbefmen, di© met riemen aan
de schouders zijn bevestigd, en zich vanzelf
openen, als de drager valt, moet Fokker niets
hebben. Volgens hern zullen de meeste vlieger:
wegens hun fatalisme weinig op zulke midde
len vertrouwen. Fokker is van meening, dat d
mensc-h niet genoeg spierkracht heeft, om zich
van den grond te verheffen en in de lucht t<
bewegen. Hij kan het evenals Lilienthal tot een
glijvlucht brengen, nmar vliegen: neen, en al
lerminst met bewegelijke vleugels. Maar een
kleine, zeer sterke motor, in den rugzak gebor
gen, geschikte schroeven achter het lichaam
aangebracht, daarmede kan men reeds in de
lucht stijgen, gelijk men met een zwemgordel
het water 'in gaat. Alles hangt van den motor
af. Tot het vliegen, zeide Fokker verder, he
hoort, evenals tot het fietsen, aanleg. He
schijnt wel of de groote mannen, wier verrich
tingen wij bewonderen, zoo iets als een zesden
zin bezitten. Ook sommige vogelsoorten, zooal
arenden, havikken en meeuwen vliegen goed e
lang en snel en andere, zooals ganzen of vice:
muizen, vliegen langzaam, moeilijk en ongelijk'
matig. Eenige mijher leerlingen kunnen d
looping the loop maken,, reeds voordat hun oj
leiding voltooid is. Een feit is, dat het mo
derne vliegtuig in de lucht op den kop of o>
den staart staat als de visc.h in hefc water. De
houding van hefc vliegtuig is voor den motor
evenals voor de schroef, zonder belang. Vai
beteekenis is ook,'wat Fokker zeide-over de
hedendaagsche vliegrraagstukken. Zoo denkt
men over een schroef, die zich niet als de than
•gebruikelijke in loodrechte houding draait
maar in horizontale. Men hoopt met haar het
vliegtuig stijl-vertikaal in de hoogte te heffen.
Fold ser heeft er nipt mee op, daar reeds heden
de motoren zeer steile opstijging mogelijk ma
ken. Fokker toonde verscheiden foto's van zijr
nieuwe strijdhavikken, w.o. een klein gedron
gen vliegtuig. Andere hadden dikke koppen ui
stomp aluminium en sabelvormige, slankt
schroefvleugels.
Ondanks zijn successen in den oorlog, ver
langt de jonge uitvinder zeer naar de onscha
delijke wedkampen van den_vrede. Hij is voor
nemc-ns, zich te wijden aan het vraagstuk var
hefc personenvervoer door vliegtuigen en heef
vertrouwen in een vreedzaraen wedstrijd de:
naties in hefc rijk der luchten.
A Ijrolnï urn-munten.
Thans is de verordening van den Bondsraad
gepubliceerd betreffende het slaan van pfer.-
nigstukken uit aluminium tot een bedrag vri
2 millioen mark. Bepaald wordt dat uiterlijk
twee jaren na do vredessiuifcing deze munt
stukken aan bet verkeer moeten onttrokken
worden.
ENGELAND.
Een nieuwe opperbevelhebber van de vloct.
LONDEN. Minister Balfour deelde
in hefc Lagerhuis mede, dat admiraal
Jellicoe benoemd ig tot- Eersten Zeelord,
ter vervanging van sir Henry Jackson,
en tevens tot president van het Naval
College te Greenwich en d-afc admiraal
Beatty benoemd is tot- opperbevelhebber
van de groote vloot. (Toejuichingen.)
De besluiten tot deze benoemingen waren
reeds eenigen tijd geleden genomen, de
mededeeling ervan was echter om militaire
redenen uitgesteld.
Er zullen in verband met bovenstaande
benoemingen no? andere veranderingen bij
hefc departement van marine plaats hebben.
Admiraal jolHcoe.
LONDEN. De „Daily Mail" meldt,-dat
dede bemanning van de eskaders van de
groote vloot admiraal Jellicoe toejuichten,
toen hij -de Noordzee verliet, nadat zijn ad-
miralsvlag van de „Iron Duke" was neer
gedaald
Vblgens de „Daily Graphic" heeft admi
raal Jellicoe reeds de werkzaamheden aan
de admiraliteit aanvaard.
FRANKRIJK.
Van het Westelijk Ooriogaterrein
Het Engelsch-Fransche offensief.
PARIJS. De vijandelijke artillerie bom
bardeerde herig het front tusschen hefc
Lij hefc uitspreken van de woorden: „een droe
vig voorval", zoo'n deerniswaardige uitdruk
king, dat ik_niefc nalaten kon te vragen:
„Hebt gij een van de uwen verloren?"
„Helaas, ja; een van mijn nichten, een
verre bloedverwante, ,is op een verschrikkelij
ke wijze komen te sterven."
„Op oen verschrikkelijke wijzer"
„Ja; vermoord!... Zij en haar oude dienst
bode".
Ik sprong op van mijn stoel.
Do heer Lesec vervolgde
„Wij hadden zeker wel honderd malen te
gen die arme juffrouw de Genson gezegd..."
„De Genson?"
v ..Ja. dat zij niet- langer in dat- groote,
cenzamo huis, waar heb zóó gemakkelijk was
's nachts binnen te dringen, inoest blijven wo
nen. alieen met dia oude dienstbode..."
„Te Parijs?
„Neen, to Saint-Cloud".
Ik werd doodsbleek.
„Zijt ge ziek?" vroeg de heer Lesec onge
rust, mij bij de hand nemende.
„Dat zal wel overgaan... dank u... Een
duizeling..."
En, terwijl hij' mij vasthield en mij de han
den wreef, zag ik weer dien grrjnzenden
Bacchuskop, aan den vinger van zijn linker
hand.
iGaafc hefc nu beter?" vroeg hij mij.
„Dank u..„ heel goed".
„Welnu, dan ga ik verder. Die arme. lieve
dame kwam dus treurig aan haar eind. Zij
liet een aanzienlijk fortuin Da; het gedeelte,
dat ik ontving, maakte mij millionair... Nu
kan ik mijn dochter een bruidschat van vijf--
hondèrd duizend francs geven".
Lcsec eprak maar 6teeds door, ik luisterde
niet meer naar hem.
Ik stemde in alles toe, ik beaamde alles,
wat hij zeide en nam haastig afscheid.
Ditmaal was ik niet bij machte de vermoe
dens. di© dit zonderlinge samentreffen mij
inbliezen, te overwinnen,
Chaulnesboecb en Berny. Onze artillerie be
antwoordde krachtig hefc vuur.
Ons loopgraafgeschut deed in den sector
van Messiges een munitiedepot van den
vijand in de lucht vliegen,
Wij lieten ten noord.-n van Tour-de-Paris
drie mijngangen ontploffen, ten gevolge
waarvan vijandelijke mijnwerken vernield
werden
RUSLAND.
Van het Oostelijk oorlogsterrein.
Het Russische offensief.
PETROGRAD. Officieel. In <ic streek
van het dorp Tensplianka; ten noord
oosten van Smorgon, trachtten on
betekenende vijandelijke afdeelingen tot
het offensief over te gaan. Zij wer
den door ons vuur tot staan ge
bracht en naar hun loopgraven teruggedre
ven. Onze artillerie dreef drie vijandelijke
colonnes uiteen, elk een compagnie sterk,
die in oostelijke richting van Goroditeje
oprukten.
In de streek van het dorp Korynitza ver
meesterden onze troepen deelen van de vij
andelijke stelling, die een saillant vormden
in onze linie.
In de woud-Karpathen vermeesterden
wij de hoogte Roeraroekade. elf K.M. ten
zuidwesten van Bakarka; wij namen hon
derd Duitschers gevangen en maakten drie
mitrailleurs buit. Op de hoogten ten oosten
van Kirlibaba duurt de strijd voort. Hier
maakten we in twee dagen ongeveer 900
gevangenen en vermeesterden we 13 mitrail
leurs, 2 bomwerpers, een mijnwerper, twee
zoeklichten.
Kirlibaba staat onder ons geweervuur.
Een samenkomst van den Tsaar met den
Koning van Roemenië.
De correspondent van hefc „Berl. Tagebl,"
te Lugano ontleent aan de „Secoio"" de
mededeeling, dat de koning van Roemen;©
te Kief een samenkomst zal hebben mot den
Tsaar. Deze zou reeds te Kief zijn aange
komen.
COS iENRIJK-HONGAR! JE.
De uitvaart van Keizer Franz Joseph.
WEENEX. Met waarlijk vorstelijke
eer en grooten praal werd Donderdag
middag keizer Franz Joseph naar zijn
kaatste rustplaats gebracht. Aan de
plechtigheid namen deel vertegenwoor
digers van de verbonden en bevriende
staten en van hun legers, en leden van het
Gostenrijksche en het Hongaarscbe. parle
ment, deputaties van hefc leger te velde, die
het lijk naar de groeve begeleidden. De ten
getale van honderdduizenden saamgestroom- i
de bevolking gaf aan dé plechtigheid niet j
slechts een karakter, dat met de grootheid j
en beteekenis van den ontslapen monarch
in overeenstemming was, maar was tevens
een Bymbool van de waardeering en dank-
baarheid jegen3 den ontslapen monarch.
T3ij prachtig weder zette de lijkstoet zich
onder het gelui van alle kerkklokken der
residentie in beweging. Ook de klokken
van alle kerken der monarchie luidden op
dat uur.
De stoet vertrok van de kapel van den
Hofburg waar sedert drie dagen duizen
den aan de baar van den overledene dezen
een laatste hulde haddqn gebracht naar
den Stephanusdom, van waar na de in
zegening door den aartsbisschop van Wee-
nen het lijk naar de laatste rustplaats in
de „Kapuzinergruft" werd gebracht.
Militairen en „Kriegervereine" stonden
langs den weg opgesteld en daarachter
schaarde zich een dichte menschenmenigte.
Diepgeroerd ontblootten de onafzienbare
scharen hefc hoofd bij het passeeren van
den stoet. Men trok langs een groot deel
van de Ringstrasse, een 'schèpping van den
overleden keizer, 9dan langs de Franz
Josephskai en de Rothe Turmsfcrasse naar
den Dom. In de Ringstrasse stonden de niet
actieve géneraals en de vrij van dienst zijn-'
de officieren van het garnizoen van Wee-
nen geschaard om den gestorven oppersten
Eist bij Arnhem.
„Kriegsherr" de laatste eer te bewijzen.
In den Dom waren intusschcn de leden
van het Keizerlijk Huis, de voor dc rouw-
plechtigheid overgekomen bloedverwanten
en do vertegenwoordigers der bevriende
vorsfcelijko huizen aangekomen. Verder be
vonden zich hier do bijzondere, gezanten,
het corps diplomatique, do gemeenschappe
lijke ministers, hofambtenaren en tal van
autoriteiten.
Tegen drie uur kwamen keizer Karl en
keizerin Zita aan rn spoedig daarep kwam
de lijkstoet. Kardinaal Piffl -wachtte den
stoet aan bet portaal op. In de kerk had
daarop de inzegening plaats.
Vervolgens vertrok de stoet naar de Ka-
puziner Kirche. Thans volgden onmiddel
lijk achter den lijkwagen keizer Karl en
keizerin Zita, de vreemde vorstelijke perso
nen, do leden van bet Keizerlijk Huis, de
buitenlondscho bijzondere gezanten en
deputatiën van officieren en van de regi-
menten, wier chef de overleden Keizer was.
In de Kapuziner Kirche had nogmaals
een inzegening plaats, waarna de lijkkist,
begeleid door keizer Karl, den eersten op
perhofmaarschalk, Fürst Montennovo en
twee vorstelijke kamerheeren, in den graf
kelder werd gedragen.
Nadat de kist op wensch van den over
leden monarch geplaatst was tuéschen de
tomben van keizerin Elisabeth en kroon
prins Rudolf, keerde keizer Karl terug,
waarop dc deelnemers aan de plechtigheid,
do kerk verlieten.
- ROEIVSeHiS
Do strijd In Roemenië.
PETROGRAD. Volgens ecu telegram
uit Odessa nemen de Russen het offensief
over het geheele Karnathenfront. Naar een
telegram uit Kief bestookt de vijand uit
vliegtuigen met bommen en mitrailfeurvuur
o- doogenloos de vluchtelingen op alle
wegen van Boeeharest en de steden van
West-Roemenië.
BOECHAREST. Officieel. Aan hefc noor
delijk en noordwestelijk front hevige actie
over hefc geheele front. Wij gingen vooruit
in de dalen van Buzeau en Prahova.
Aan hefc westfront is hevigs s.rijd aan
den gang aan de Glavacioci. Aan het zui
delijk front- is de toestand onveranderd.
BERLIJN. De Roemeen sche verde-
digingssfcollingen ten oosten van de Alt
bezwijken onder den toen ©men den druk
van hefc opdringende leger van FaJ-
kenhayn Na de overwinning op de Roe
menen bij Tigveni op 26 Nov. was het lot
van de stelling van Coertea de Arges be
slist. Zij viel :n handen van de troepen
van Falkenhayn. In Zuid-Walachije rukken
de legers van Mackensen «teeds voorwaarts,
terwijl in de Dobrocdsja Bulgaren en
Turk'ch© artillerie de Russische aanvallen
afslaan.
üotcharest verandert in een fcrlogskamp.
De Berner Bund meldt, dat de helft van
de bevolking Boeeharest reeds verliet-. Het
tramverkeer is beperktde duurte neemt
toe.
BERLIJN De meesterlijk uitgevoerde
Donau-overgang van Mackensen, welke
in de "krijgsgeschiedenis zal voortleven
als een voorbeeld van een zorgvuldige
voorbereiding, had, volgens berichten
van bevoegde zijde, plaats op het daar
voor sihds maanden uitgezochte nauwe
punt van den Donau bij Swistof. De uiterst
grondig en voorzichtig voorbereide over
gang geschiedde onder de oogen van den
hiervan echter niets bemerkenden vijand.
De verkenning van den anderen oever liet
vermoeden, dat het waagstuk kans van sla
gen zou hebben. Nog onder dekking van
Sedert dat oogenblik was ik mij bewust van
een bovennatuurlijke inmenging.
Nu dit vaststond, moest de zaak tot iedererj
prijs tot het einde too worden voortgezet. Die
onzekerheid was mij ondragelijk.
Aan mevrouw d'Angis vertelde ik alles.
Zij lacht© mij in het gezicht uit. al moet ;k
bekeqnen. dat zij hefc deed met den bekoor
lijken.lach, die een vronw voor zulk een geval
kan overhebben.
Wat mij betreft, ik was geheel ontdaan
ik beefde als een kind; ongetwijfeld zag ik er
akelig uit, want na di/; eerste uitbarsting van
vroolijkheid kreeg zij medelijden met mij.
„Kom, Charles", zeide zij, „je bent een
man, gedraag je niet als een kind... Je maakt
me angstig, beste vriend. Omdat je eens op
ecu avoDd een droom gehad hebt, doordat de
zon je brein overdag verhit en een nachtmer
rie bezorgd had. omdat je meent een overeen
komst, een gelijkenis in dien ring te vinden,
kom je hier om me de meest onwaarschijnlijke
dingen te vertellen".
„Het is een waarschuwing van hoogerhand,
seg ik u!"
„Ge verdenkt den heer Lesec toch niet van
eep misdaad
„Misschien".
..Maar dat is een krankzinnigheid! Vertel
zoo iets maar niet aan anderen, behalve mij.
Dat Lesec een belachelijke, alledaaesche man
i6, zal ik niet tegensprekenmaar dat hij van
zijn leven iets anders jou hebben gedood dan
patrijzen of hazen, dahrvan kunt ge me niet
overtuigen. Ik smeek jc..„ zet die dwaze ee-
dachien nit je hoofd; gebruik je verstand".
„Hei verstand heeft hier niots mede te
maken".
„Wat is er dan noodig, om je te overtui
gen Bewijzen
„Ge zult u herinneren, dat ik r.a dat treu
rig voorval ziek geworden hen en daardoor
de rechtzitting niet heb kunnen bijwonen. Is
de moordenaar van mejuffrouw de Genson
veroordeeld? Hebt gij zijn verhoor gelezen?
Hebt gij het geheele verloop van het rechta-
geding gevolgd
„Maar, beste vriend, je weet heel goed, dat
-ronwen\ zich met zulke dingen niet bezig
houden".
„Difc is toch de hoofdzaak",
j „Dus. je blijft- geloovon..."
„Ik geloof nog niets, ik weet nicis... maar
ik sta ontzettende angr.en uit. Ik word om-
ringd door ecu onzichtbare, ontastbare at-
mosfeer, die mij bijna belet adem tc haipne...
Het is alsof ;k een mysterie om mij heen voel
j en dat wil ik zien op te helderen".
„Je benz krankzinnig, zeg ik je".
„Het; kan zijn. Maar ik lijd, genees mij
dan".
„Kom, ik houd te veel van je om dat te
weigeren! Was wou je gaan deen?"
„Gij kent'den hoofdcommissaris van po
litie
„Heel goed".
„Zie dan te bewerken, dat ik een onder
houd met hem kan hebben en hei recht kan
vragen alle stukken t-c mogen nazien, die be-
tre!.-'--ng hebben op den moord te Saint
Cloud".
„Dat wil ik wel doen. Maar nog iets. Ik
wil geen enkelen naam noemen. Ter wille van
hefc geloof in een droom mag een achtens
waardige familie, waarran je niets dan goeds
hebt ondervonden, niet in opspraak worden
gebracht.
„Er behoeft nieands naam te worden ge
noemd". -
„Dan zal ik mijn best doen voor je".
„Ik dank u zeer".
„Als je van den hoofdcommissaris terug
komt, loop dan even bij mij aan om te zeggen,
dat je van je waan genezen bent en niet meer
van die muizenissen in je hoofd zult halen".
Ik beloofde het ©n vertrok.
CWordt vervolgd.)