V f AQhf fplcj'ss
Onze Koloniën,
leperzaken.
Marinezaken.
OP ZEE,
Binnenland.
13353 ^g3JL»13A'X'E3>arc?C3 O-jefr-jflLrMrT' van aonclEtg se KTovember X O 1 G
In Zevenburgen.
N flsssaifiss?^ isstïïw
W - y^C, y&iJSgfÜStFZJg.
JJ «a -*«kf Jjipfisch A^tkvb.aer?"
v ttU* l\ c,Sl"ijrrmse Bus«
of 'WfcirtlyfeFerfJI V/.) 1
Ocna°lRluec„jy j/ ^»WJI Mesilj#
Floru B u kay estV-—U^61
richt, begaf H. M. zich to paard door do
straten van Breda naar de Kon. Mil. Aca
demie om daar oefeningen der cadetten
van de artillerie, cavalerie en gonio bij te
wonen. Yan menig huis wapperde de drie
kleur. In dichte drommen stonden de men-
schen geschaard langs den weg, dien H.M.
zou volgen.
Be Koningin was gekleed in grijs laken
mantelcostuum.
Nader meldt men ons uit Breda:
Be Koningin gebruikte het noenmaal in
haar salonwagen aan bet station en maakte
daarna een tocht per auto naar Oosterhout,
Waalwijk cn Tilburg tot het bezoeken van
cursussen.
Te zes uur keerde H.M. aan het station
Breda terug. Na het middagmaal wordt
wederom per auto uitgereden voor een tocht
naar Terheijden en Oudenbosch weder tot
bezoeken van cursussen. Omstreeks elf uur
'3 avonds wordt nabij het Liesbr h te
paard gestegen om een nachtmarsch der in
fanteriebrigade bij te wonen.
Na afloop hiervan gaat H.M. per auto
naar Breda, alwaar de Koningin in haar
trein aan het station Breda overnacht.
Bonderdag werden te paard enkele oefe
ningen van troepen in de omgeving van
Etten en Leur gelegerd, bijgewoond; na af
loop kwam H. M. per auto naar Breda
terug en vertrok 's middags per trein naar
Bergen-op-Zcom. Van daar keerde H.M. in
Yarmouth geland en naar Londen .vertrok
ken.
H. K. H. Prinses Juliana.
Prinses Juliana maakt weder haar dage
lij ksche rijtoeren.
Hofbericht.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden ont
ving Woensdagavond ten Koninklijken
Paleize den gezant dr. Rosen, belast met
de waarneming van het Buitsche gezant
schap te 's-»Gravenhage.
Do dood van den Keizer van
Oostenrijk.
Be Minister van Buitenlaudsche Zaken,
jhr. dr. Loudon, heeft Donderdagnamiddag
ook door een persoonlijk bezoek ten huizo
van den gezant van Oostenrijk-Hongarije
van zijn deelneming bij het overlijden van
Keizer Frans Jozef doen blijken.
De „Tubantïa".
Be Minister van Buitenlaudsche Zaken
heeft d.d. 23 November het volgende ant
woord ingezonden op de vragen van d^n
heer N ïerstrasz betreffende de zaak
der „Tubantïa.
In antwoord op de vragen van den heer
Nierstrasz kan de Regeering slechts verwij
zen naar het reeds door haar medegedeelde
omtrent den stand der „Tubantia"-aartge-
legenheid. Het is haar niet mogelijk, in het
tegenwoordige stadium dezor quaestie ver
dere modedeelingen te doen. Zij kan de ver
zekering geven, dat zij hare volle aandacht
aan de zaak blijft wijden.
Nederlandsche en Zweedsche mails
Router seint uit Londen d.d. 23 Nov.:
Naar aanleiding van de protesten in ver
schillende Zweedsche bladen over de inbe
slagneming van den Zweedschen brieven
post aan boord van het stoomschip „United
States" verneemt Reuter, dat het on
derzoek der mails van en r.aar Skandinavië
en Nederland geleid heeft totde aan
houding van cheques, wissels, papieren-
geld en andere betaalmiddelen, welko
ten voordccle van den vijand verzonden wer
den, tot een gezamenlijk bedrag van meer
dan vijftig millioen pond sterling en dat
ht onderzoek der brieven en mails uit Zwe
den tot het resultaat heeft geleid, dat in vele
gevallen een belangrijk deel van zoogenaamd
Zweedsche postzakken eenvoudig Uifitsche
postzakken, doch van een nieuw etiket
voorzien, waren.
Tarief Zeepost Oost- en West-lndië.
Bij Kon. Besl. is bepaald
De brieven en andere hieronder te vermel
den stukken, welke rechtstreeks over zee (dat
is met de zoogenaamde „zeepost") tusschen
het Rijk en zijne koloniën en bezittingen in
Oost- en West-lndië worden gewisseld, zijn
met ingang van 25 November onderworpen
aan het navolgende tarief van frankoering
1, bij verzending uit Nederland naar Oost
en West-lndië:
a. brieven 5 cent per 20 gram of gedeelte
van 20 gram;
b. briefkaarten 3 cent per enkele kaart en
6 cent voor cone dubbele kaart, dat is met
vooruitbetaald antwoord;
c. gedrukte stukken 1 cent per 50 gram of
gedeelte van 50 gram
d. papieren en bescheiden 1 cent per 50
gram of gedeelte \p".i 50 gram, met toepassing
van een minimuji van 5 cent voor elke 'ver
zending onder een afzonderlijk adres;
c. monsters of stalen van koopwaron 2 cent
per 50 gram of gedeelte van 50 gram, met
toepassing van een minimum van 5 cent voor
elke verzending onder oen afzonderlijk adres;
2. bij verzending uit West-lndië naar Neder
land
a. briefkaarten 2i cent per enkple kaart en
5 cent voor eene dubbele kaart, dat is mot
vooruitbetaald antwoord
b. brieven, gedrukte stukken, papieren en
bescheiden en monsters of stalen' van k< op-
waren zijn onderworpen aan het tarief, hier
boven sub la, e, d en e genoemd
3. bij verzending u,it Oosrilndië naar Neder
land.
a. brieven 10 cent voor een gewicht tot en
met. 20 gram en 7 A cent voor olie gewicht van
20 gram of gedeelte van 20 gram boven het
eerste gewicht van 20 gram
b. briefkaarten 5 cent per enkele kaart en
10 cent voor eeno dubbele kaart, dat is met
vooruitbetaald antwoord
c. gedrukte stukken, papieren en bescheiden
en monsters of stalen van koopwaren zijn
onderworpen aan het tarief, hierboven sub le,
d en e genoemd.
Bijeenvoeging van gedrukte stukken, papie
ren en bescheiden en monsters of stalen van
koopwaren in één zending is geoorloofd. Het
port wordt alsdan berekend naar 1 cent voor
el kgewicht van 50 gram of gedeelte van 50
gram, met dien verstande nochtans, dat, als
de zending monsters of stalen van koopwaren
bevat, voor di'o monsters of stalen 2 cent per
50 gram of gedeelte van 50 gram is te voldoen.
Het minimum port van 5 cent is op elke zen
ding van toepassing. (St.-Ct.)
Ned.-lnd. Burgerlijke dienst.
De referendaris Hoofd van de afdeeling
„Personeel" bij het departement van koloniën
heeft gedurende eenige dagen te Groningen
zitting gehouden ten einde mondeling inlich
tingen te verstrekken omtrent opleiding en
uitzending van personeel voor den Neder
landsch Indischen burgerlijken dienst.
Daar van die gelegenheid ruim gebruik is
gemaakt is-hij voornemens om zich voor dat
doel ook naar andere plaatsen in ons land te
begeven, als Maastricht, Middelburg, 's-Her-
togenbosch, enz.
V oor af zal worden bekend gemaakt waar en
wanneer genoemde Hoofdambtenaar te spre
ken. zal zijn.
Onlusten in Djambi.
(Officieel). Bij het Departement
van Koloniën ie ontvangen het volgende
telegram van den Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch-Indië
De Resident van Djambi meldt dat in de
Soenarit reek drie leden van de bende van
Raden Praboe gevangen werden genomen.
Panglima Moeda Djinten en twee volge
lingen gaven zich over. Raden Praboe heeft
nu nog slechts 17 volgelingen met drie ge
weren. In Sarolangoen (Djambi) heeft
Hadji Koerri van Loeboekresamvoorzit
ter van de Sarikat Islam cn van de Sari
kat A bang zich overgegeven hetzelfde deed
te Djambi Penghoeioe Hoesin, een op den
voorgrond tredende rebelleider.
Uit de Staatscourant.
Bij K. B. zijn benoemd, bij hefc res. pers.
der landm., bij do inf., tot res. 2o luit. bij hun
tegemv. korps, do dienstpl. serg. P. J.
S m i t's, 13de reg.P. H. Hermans, 2de
reg.C. M. B o s m a n, 6de reg. M. W. van
Leeuwen, 19de reg.J. C. M. Hofland,
-6de reg.P. K. O. Smit, 8stë reg.
Landstorm 1917.
De keuring van de jaarklasse 1917 van den
landstorm zal plaats hebben in do eerste helft
van Januari 1917. Het ligt verder in het voor
nemen, een deel der jaarklnsse te bestemmen
voor de zeemacht, in dienststelling 2123
Februari 1917 en 3-5 September 1917. Do
overige dienstplichtigen zullen vermoedelijk
moeten opkomen deels in de tweede helft van
April 1917, deels in Mei van dat jkar.
Reservekader bij de cavalerie
Dc Minister van Oorlog brengt ter kennis
dat het eerstvolgend examen van hen die wen-
schcn te worden toegelaten tot de verbintenis
als vrijwilliger voor liet reservekader bij de
cavalerie zal plaats hebben op 10 Jan. 1917 en
zoo noodig op een of meer volgende dagen zal
worden voortgezet. Voor bijzondorheden zie
St.-Ct." 275 of voor verdere inlichtingen tot
de eommandeerende officieren van de regimen
ten huzaren en tot don hoofdofficier voor het
reservekader te 's-Gravenhage (bureel Wil
lemsstraat 4).
Vergoeding wegens kostwinnerschap.
Naar don Minister vsn Oorlog is medege
deeld, hebben sommige burgemeesters ter ken
nis gebracht van dienstplichtigen, die zich
thans met onbepaald (klein) verlof bevinden,
dat ingeval zij. rij willig onder de wapenen
zouden torugkeeren ten einde dienst te doen
nis buitengewoon kommies, door hun bloed
verwanten aan hun bedoeld vrijwillig verblijf
onder de wapenen geen aanspraak, zoude kun
nen worden ontleend op kostwinnersvergoe
ding.
Die opvatting is niet in overeenstemming
met 's Minsters bedoeling. De bloedverwanten
van den denstplichtige, die vrijwillig geen
gebruik maakt van do golegonheid, om met
onbepaald (klein) verlof to kunnen gaan, dan
wel van onbepaald (klein) verlof vrijwillig
onder de wapenen terugkecren, ten einde
dienst to doen als buitengewoon kommies,
Kennisgevingen
Verloving, Ondertrouw,
Geboorte, enz.
Invitatiën, Dankbetuigingen, Menu's -
Programma's, Balboekjes, Visitekaarten.
- Luxepapier, Artistiek Stempelwerk -
8. van Mantgem, Hofleverancier
Singel 562. hoek Vijzelstraat, AmiL
kunnen aanspraak doen gelden op do kos'-
winnersyergoeding. waarop zij ook recht zen
den hebben, zoo de dienstplichtige verplicht
onder do wapenen bleef of terugkeerde.
Bij de bepaling van het vergoedingsbedrag
voor do verwanten van bedoelden buitenge
woon kommies moot geen rekening worden
gehouden met do toelage, welke hij als zoo
danig geniet.
Vrij vervoer.
Met betrekking tot „vrij vervoer'' heeft .1»
Minister van Oorlog o. a. het vofgeude be
paald
Een militair, die zijn vervoerbewijs of stro»\
(en) geheel of gedeeltelijk aan een ander ver
koopt of ten gebruike afstaat, verliest, ang.v
acht de deswege op te leggen straf, voor den
verderen duur van zijn verblijf onder de wape
nen het recht op vervoer voor Rijksrekening.
Hetzelfde geldt ten aanzien van den militair
die van een niet voor liera bestemd, vervocbr-
wijs gebruik maakt.
Een militair, die zonder geldig plaatsbewiii
of met een ongeldig plaatsbewijs in den 'trein
wordt aangetroffen of die verder is gereisd Jan
het op zijn plaatsbewijs aangegeven station van
bestemming, of die eigenmachtig plaats nee",
genomen in een hoogere klasse dan waarvoor
zijn plaatsbewijs geldig is, wordt de gunst va;i
vrij vervoer onthouden zoolang de door hem
ingevolge het Algeracen Reglement van het,
vervoer over de spoorwegen verschuldigd.-
vrachtprijs en veVhooging niet zijn betaald of
zoolang hij er niet in heeft toegestemd dat dio
vrachtprijs en verhooging in dragelijke ge
deelten van zijn soldij worden afgehouden.
Aangerichte schade.
Hèc is in den laatsten tijd meermalen ge
schied, dat de Slaat, verplicht is geworden
schade te herstellen of t« vergoeden, welke de
troepen zonderenoodzaak en blijkbaar uit ach
teloosheid of baldadigheid hadden aangericht ïu
kazernes of kwartieren dan wel aan andere
goederen.
In verband daarmede wordt 'er in een be
schikking van den Minister van Oorlog aan
herinnerd, dat zoodanige schade moet worden
verhaald op dc schuldige militairen of op den
verantwoordelijken commandant, indien de
schuldigen niet worden opgespoord en mocht
blijken, dat hij verzuimd heeft, al het mogelijke
te doen om de schade te voorkomen.
Naar West-lndië.
De le-luitenant der inf. O.-I. leger H. M. C.
v a n D ij k, die bij de landmacht op Curasao
wordt gedetacheerd, zal 29 December met het
stoomschip „Prins Willem I" derwaarts ver
trekken.
Naar Oost-lndië.
De officier van gezondheid 2e kl. O.-I. leger
J. Eorstink wordt 1 December ontheven
van zijn indeeling bij het leger hier te lande.
Ingedeeld.
De kapitein J. J. M i d d e 1 a e r van het 7c
regiment infanterie, is teruggekeerd van ver
lof tot herstel van gezondheid en ingedeeld bij
het \3e bataljon van het korps.
INDISCHE LEGER.
Ongehuwde personen en weduwnaars zonder kin
deren, Nederlanders niet jonger dan 18 en niet ouder
dan 36 jaar, kunnen een zesjarige verbintenis bjj
'genoemd Leger aangaan; handgeld 400.
Gegadigden kunnen zich daartoe aanmelden,hst-
zjj bjj de Agenten voor den Kolonialen Militairen
Dienst te Amsterdam, Den flnag, Rotterdam,
Tenlo, Amersfoort, Breda, Zwolle, Groningen,
Hengele (G.), hetzjj op het Gemeentehuis hunner
woonplaats, alwaar bescheiden worden verstrekt
en reisgeld om naar Njjmegen te reizen.
Vrijwilligers. Militie, Landweerplichtigen en
Landstormplichtigen, thans in militairen dienst,
kunaen voor zes Jaren overgaan of voor twee, drie ot
4 Jaren worden gedetachoerd, premie 400.—voor
zes jaren en voor detacheering voor den duur van
2, 3 of 4 Jaren, resp. 300.400.— en 500.
Gehuwde onderofficieren met een klein gezin
kunnen voor 3 of 4 jaren worden gedetacheerd ot
voor zes Jaren overgaan.
Om gedetacheerd te worden, moet men SJ maand
in dienst zjjn Aanmelding behoort te geschiedenbjj
den Compagnies-Commandant of den sergeant
majoor, die dan wel voorhetoverige zal zorgdragen.
Handgeld eii premie worden bjj definitieve aan
neming in hun geheel uitbetaald. Aanbrengpremie
voor burgers, die nog niet hebben gediend ƒ10.en
voor lien die in dienst z\jn en geen rang bekleeden
20-- Als aanbrenger kan ieder militair ('geen
familielid zjjnde) optreden. (Adv.)
Uit de Staatscourant.
Bij bescb. v. d. Min. van Mar. is do luit-, t.
z. 2de kl. J. W. G. van Hengel, gepl. a,
b. Hr. Ms. „Noordbrabant".
grens, tot verder offensief over. Het drong
den vijand terug tot in de sterk ver-
Bchanste stelling bij Bustoni, drong hem
reeds op 14 Nov. opnieuw terug eu bracht
hem. met de in allerijl' aangevoerde verster
kingen op 18 Nov. bij Targu Jiu oen beslis
sende nederlaag toe. Op 20 November werd
de spoorweg Orsova—Craiova bereikt en
reeds cp 21 November trok men Craiova
binnen. Daardoor zijn 200 vierkante mijlen
uitstekend tarweland aan Roemenië ont
rukt. Be inneming van Craiova is ook van
grooto strategische bete aken is. Twee van
den Bonau komende spoorwegen komen
daar samen. Door het bezit van dit knoop
punt is de achterwaarteche verbinding van
allo nog ten oosten van Craiova staande
Rccmeonsche troeponafdeeliugon afgesne
den.
Daarentegen is de aanvoer voor het nu
van alle zijden opdringende verbonden
leger, dat tct dusver goen spoorweg ter be
schikking had, belangrijk vergemakkelijkt.
Van Craiova straalt oen net vau wegen uit,
van te meer beteekenis, omdat de strate
gisch uiterst belangrijke Ncord-Zuid-spoor-
weg van den Rooden Toren-pas naar den
Bonau slechts 40 Tv.AT. verwijderd is.
Craiova ligt 100 K.M. ten oosten van Or
sova. maar slecrts 45 K.M. ten noorden van
den Donau en vormt dus een grendel van
den westhoek van Roemenië. Terwijl het
anderzijds een voortreffelijke basis is van
de nieuwe naar het oosten gerichte ge-
yecLfcs actie.
GRIEKENLAND.
De strijd in Macedonië.
SOFIA. Aan. het Macedonische front:
.Tusschen het Ochrida- en het Presba-meer
trok de vijand zich na oen kort gevecht terug
in zuidelijke richting.
Een aanval van den vijand op den ooste
lijken oever van het Presba-meer mislukte.
Hoogte 1050-ten oosten van het dorj
Paralovo werd opnieuw door den vijand
aangevallen. Hij werd afgeslagen en leed
zware verliezen.
De loopgraven van den vijand rondorr
Tiet dorp Boedamirtzi werden na een aanval
door de Bulgaren bezet.
Aan de rest van het front niets belang
rijks.
MEXICO.
Een aar.va! van Villa.
EL PASO. Villa viel hedenochtend de
stad Chihuahua aan.
De „Blommersdijk5'.
De „Raad van Scheepvaart" heeft een on
derzoek ingesteld naar het tot zinken brengen
door een Duitscben onderzeeër van het s.s.
„Blommersdijk"' der HollandAmerika-lijn.
De gezagvoerder, kapitein J. H. H. G u n-
thermohr, verklaarde, dat de „Blommers-
dijk" op 7 October des middags te 5 uur uit
New-York was vertrokken naar Rotterdam
met een lading graan en stukgoed; liet graan
was bestemd voor de Nederlandsche regeering,
de stukgoederen waren geconsigneerd aan de
N.O.T. Het schip" had gecnerloi lading voor
tusschenharens in. De papieren waren in orde.
Er was, vóór het vertrek, aan den kapitein
geenerlei mededceling van dreigendgevaar ge
daan. Den volgenden middag, Zondags, om
halfvijf was een duikboot in het gezicht ge
komen. De kapitein was even te voren op do
brug gekomen om te informeeren of men al in
de nabijheid van het Nantucket-vuurschip was.
Het was helder zicht en een kalme zee. Eerst
dacht get. dat de duikboot, die hij waarnam,
de „Bremen" was, die door de Engelschen was
genomen. Toen dacht hij aan een Amerikaan-
Bchen onderzeeër, op weg van Boston naar
Hampton Roads. Maar toen hij om deu onder
zeeër (die zicli op 4 of 5 mijl O.Z.O. bevond)
drie scheepsbootcn met monschcn zag. daeh^
hij aan een Duitschen onderzeeër en besloot hij
nog eer. paar Hollandsche vlaggen te liijsclien.
Toen aldus drie Hpllandsche vlaggen op de
„Blommersdijk" woeien, zette de onderzeeër
de Duitsche oorlogsvlag op en seinde T.A.F.,
M8BILISftTIE-BEDIEHTEH.
Nog steeds geen lichtpunt.
(Van sergt. H.S. C. Marees.)
Van Zuid naar Noord, van Oost naar Weet,
Ach, hoeveel zijn ér reeds gevallen?
De haat vermorzelt ook de rest
Nog stood* staat alles in hot toeken
.Van haat en nijd en strijdenszucht,
"Wanneer toch aal het licht verschijnen
Des Vredes door de donkro lucht?
Gelijk het gras, dat door de seizen
Yan den vlijt'gen maaier sneeft,
Worden mannen nog jong in jaren,
'Aan de aarde vastgekleefd.
Men strijdt voor rechten en belangen,
.Voor Vaderland en Koningin!
Ach, ware dat toch niet meer noodig,
En kome spoedig de vrede in!
Dan zal de menscbheid zich ontplooien,
In alle kracht van do.ugd en vlijt,
Dan zal voorgoed ook weer verdwijnen
Do haat, de strijdzucht «n de nijd,
Dan zal Euroop' zich weer ertoonen
Als 't gras, dat na de donderbui,
Weer frisch is en na donk'ren nacht
Eet zonlicht ons weer tegenlacht!
O. MAREES,
Sergeant h s. Harderwijk.
Met „klaln verlof.".
(Van Landw. Sergt. I*. J. Bril).
Waarde lezers van de Soldatenkrant,
Strijdmakkers vsn ons lief vaderland,
Eindelijk is de dag voor mij aangekomen
Dat ik za! vertrekken zonder schromen.
Ruim twee jaren heb ik mot geduld
MyQ plichten jegens het land vervuld,
De strijd in Zevenburgen is
wel een vau do merkwaardigste.
Aanvankelijk scheen hot, dat
de Roemenen hier mooie suc
cessen zouden behalen; zij
kregen Ivronstadt (Brasso),
later Hermannstadt (Nagy Sze-
ben) in hun bezit en nog eenige
andere plaatsen. Maar de Duit-
scher.s kwamen de al meer
terugwijkende Oostenrijkers to
hulp en do krijgskans keerde,
bij den Roto Tui inpas, werden do
Roemenen geslagen, de boven
genoemde steden vielen weer in
handen der centralen, die al ver
der naar 't zuiden doprdrongen
en nu al diep in Roemenië
staan. Bij den Predealpas nade
ren zij dicht Sinaia een beken-
do Roomeensche stad met een
zomerverblijf der koninklijke
familie.
bet teeken, dat dc papieren aan boord moesten
I worden gebracht. Get. had inmiddels het vuur
schip gepraaid en vernomen dat de onderzeeër
behalve drie Engelschc schepen, ook een
Noorsch schip had getorpedeerd. Daarop had
de gezagvoerder alle Leus aan dek laten komen.
Op het sein van den onderzeeër stopte de
..Blommersdijk". De duikboot dook toen op het
j zien van rookwolken aan do kim. doch kwam
weer boven toen deze rookwolken afkomstig
bleken te zijn van Amerikaansche oorlogsvaar
tuigen.
De eerste stuurman kreeg order om met de
scheepspapieren met vier man naar don onder
zeeër te gaan. Toqn de „Blommersdijk" reeds
gestopt lag en de boot gestreken werd, loste de
onderzeeër twee losse schoten en een scherp
schot voor den boeg van ,de „Blommersdijk".
De gezagvoerder gaf den len stuurman de
instructie mede, oni bet nummer van den on
derzeeër op te nemen, doch de onderzeeër bleek
geen nummer te hebben. Aan boord vqn den
onderzeeër werden de papieren nagezien. Na
ongeveer tien minuten, een kwartier, terwijl
de sclieepsboot nog bij den onderzeeër was, w erd
op dien onderzeeër het sein A.B. opgezet:
„Verlaat het schip zoo spoedig mogelijk". De
gezagvoerder ging daarop onmiddellijk met de
aan boord zijnde leden der bemanning, 36 man,
in de stuurboordsboot en werd opgenomen door
deu Amerikaansellen torpedojager „Benham".
Den onderzeeër kon get. niet bereiken, daar
deze voortdurend heen en weer voer. De boot,
waarin zicli de eerste stuurman met vier leden
der bemanning bevond, werd een eindweegs
door den onderzeeër op sleeptouw genomen in
de richting van de „Blommersdijk", doch toen
Cm onbekende redenen losgelaten. De stuur
man en de andere opvarenden werden door
een anderen Anieiikaanschen destroyer opge
nomen en, evenals de kapitein, naar Newport
gebracht, waar men elkaar den volgenden mor
gen ontmoette. Daar vernam de gezagvoerder
het- wedervaren van den stuurman.
Get. had nog een beroep gedaan op de hulp
van den commandant van den Amerïkaanschen
destroyer „Bonham", doch deze had geant
woord^ dat hij er zich niet mee kon bemoeien.
Aan boord van de „Benham" bad get-, liclit-
schittoringen waargenomen op het voorschip
van de „Blommersdijk", blijkbaar seinen van
leden der bemanning van den onderzeeër, die
aan boord waren gegaan om bet schip tot zin
ken te brengen. Te 7 u. 35 volgde een ontplof
fing. Te 8 u. 30 volgde een hevige ontploffing
in liet achterschip, die aan een torpedoschot
deed denkentoen verdw.een de „Blommers
dijk" in de diepte. f
Get. wist niet, dat (gelijk.hij later van den
len stuurman verriam) de commandant van den
onderzeeër 25 minuten tijd had gegeven om de
„Blommersdijk" te verlaten. Aan den len
stuurman had dio commandant gezegd, dat hij
zijn orders moest opvolgen eu het schip tot
zinken moest brengen. De le stuurman protes
teerde hiertegen krachtig en wees er op, dat do
lading deels bestemd was voor de Nederlandsche
reveering deels geconsigneerd aan de N.O.T.
De commandant bad daarop een orderboek te
voorschijn gebaald en daaruit artikel 30 van de
Erganzung der General-Instrnktion van 24
Juli 1916 voorgelezen, waarop hij zich beriep.
...Jullie gaan r.aar Engeland toe", had de
commandant gezegd
De le stuurman had da'arop nog eens gewe
zen op de bestemming der lading. De uitkla-
ring was blijkens de scheepspapieren via Kirk
wall naar Rotterdam, de gezondheidspas even
eens. De le stuurman had uiteengezet, dat
Kirkwall slechts zou worden aangedaan voor
het nazien der papieren. Daarop had (zoq deel
de de le stuurman den gezagvoerder later
mede) de commandant geantwoord, dat alle
neutrale schepen, die Kirkwall aandeden,
zouden prijs verklaard worden. En hij had er
zijn voornemen aan toegevoegd om de „.Blom
mersdijk" tot zinken te brengen. Den len
stuurman was geen gelegenheid gegeven naar
de „Blommersdijk" terug te keeren. Hem
werd door den commandant een bewijs gegeven,
waarvan een afschrift door den gezagvoerder
aan den Raad voor do Scheepvaart werd over
gelegd.
De le stuurman, J. Claass e, hierna als
getuige gehoord, verklaarde daarop hetgeen ook
reeds door den gezagvoerder was meegedeeld.
Op de verzekering van getuige aan den com
mandant van den onderzeeër, dat de lading
voor Rotterdam bestemd was, had de comman
dant geantwoord: „Je gaat niet naar Rot
terdam, maar naar een Engelsc.be haven". Get.
protesteerde. Daarop bad de commandant ge
antwoord, dat alle schepen, bestemd voor een
vijandelijke haven, zouden worden prijsver-
klaard en hij beriep zich daarop op de meer
genoemde „Instruktion" van 26 Juli 1916.
En nog steeds dreigt liet gevaar om ons heen,
Houdt goeden moedniet van de been.
Dan komt de tijd voor u, naar huis te gaan,
De eeuwige herinnering vgn wat gij hebt ge
daan,
De herinnering dat gij ons land hiclpt in den
nood,
Wanneer de plicht gebiedt, tot in den dood.
Wij waren, bet is waar, gescheiden' van
vrouw en kind.
Gescheiden van vader en moeder, of hetgeen
dat je bindt,
Doch troost u, weest dapper, houdt moed; zoo
niet,
Dan is alle3 verloren, geknakt als oen riet.
Zoo niet. ons geliefd land hield op ie bestaan,
De vijand veegde ons glad van de baan,
Smarten en ellende stortten over ons heen,
Gij alleen de schuld, o ontzettend geween!
Bidt! bidt! dat doet ons leven!
Waakt! waakt! het doel van ons streven!
Tot ziens mijne vrienden, mijn vurige wensch
Is u gauw te zien als burgermonsch.
P. J. Bril,
L, W.-sergeant te Oostkapelle.
Stil leed.
(Van mil. G. G.)
In 't vage schemerdonker,
Dan weggedoezeld in !t duister,
Dan scherp omlijnd van 't haardgeflonker,
Als luist'rend nar 't windgefluister,
Zit oud moedertje, van werken moe,
Droeve tranen van bitter lijden,
Van harteleed, van levensmoe,
Voelt ze brandend langs de wangen glijden.
Zo was zoo gelukkig met baar zoon,
Hij was haar trots, baar alles, haar leven,
Toen... galmde plots de oorlogstoon,
Deed lieel de menschheid beven.
Ach, hoe 't ging... zo weet '6 niet meer,
Get. was dc ccnigo, die wist, dat er 25 mi
nuten tyd werd gelaten om do „Blommersdijk"
te verlaten. Het sein A.B. werd door den on
derzeeër opgezet, toen de le stuurman zich nog
op den onderzeeër bevond. Get. was eorst een
eind weeg» naar tie „Blommersdijk" gesleept.
Hij zag de bemanning van liet schip in de boot
gaan. Een andere Amerikaanscho destroyer
had hem opgenomen. De scheepspapieren, waar
op' get. zich herhaaldelijk bad beroepen om aan
te toonon wat do bestemming van de „Blom
mersdijk" was, waren allo door den, comman
dant van den Duitscben onderzeeër behouden.
Do raad zal later uitspraak doen.
Do Helena".
Het Nedcrl. stoomschip „Helena", 18
dezer van Rotterdam naar New-York ver
trokken. is öp een mijn geloopen eu ge
zonken. Blijkens een van den kapitein ont
vangen telegram is de bemanning te Gr.
Yarmouth geland en vertrekt deze naar
Londe/i.
fHet s.s. „Helena", groot 1770 br. ton,
gebouwd in 1907 behoorde aan de N. V.
„A. C. Lensen's Stoomv. Maatsch.", te
Temeuzen. Red.]
De „Tenbergen".
Wij vernemen dat het stoomschip „Tenber
gen", ongeveer 6000 ton aan de Nederlandsche
regeering geconsigneerde maïs inhield.
De „Batavisr VI".
Thans is de geheels bemanning van hot
naar Zeobruggo opgebrachte stoomschip „Ba
tavier VI" te Rotterdam teruggekeerd. Maan
dag j.ï. hebben allen het schip moeten verla
ten. Men vermoedt, dat do „Batavier VI"
voor het prijsgorecht gebracht zal worden.
(N. If. Ct.)
De Britannic.
LONDEN. De Admiraliteit bericht
„Het Engelsche hospitaalschip „Britannic"
is in den ochtend van 21 IjTov. in de Egeïsche
Zee door oen mijn of torpedo in den grond
geboord
Er zijn 1106 overlevenden, van welke 28
gewond zijn.
Men schat het aantal der om het leven
gekomenen op ongeveor 50 man."
LONDEN. De „Daily Cliron." verneemt
uit Athene, dat de „Britannic" werd aan
gevallen door twee duikbooten, "beide lan
ceerden een torpedo; een miste, de andere
trof het schip.
LONDEN. De „Daily Chrou." meldt uit
Athene: De „Britannic" was op weg naar
Moedras om zieken en gewonden aah boord
te nemen. Het schip had behalve de ge
wone bemanning verpleegsters, dokters en
personeel van het Royal Army Medical
Corps aan boord, in het geheel 1200 man.
Aan boord lieersehte yolkomen orde toen
het schip getroffen werd en er was niet de
minste paniek. Natuurlijk werden de vrou
wen het eeret gered, zij hielden zich zeer
kalm. In alle richtingen werden draadloozc
berichten uitgezonden en een aantal sche
pen der geallieerden kwam weldra op de
plaats van het ongeluk. Er zijn ongeveer
vijftig menschen omgekomen en velen zijn
gewond. Een hofmeesteres, die ook inder
tijd aan boord van de „Titanic" was,
vertelde hoe het neerlaten van de beicle
booten op het achterschip belet werd
doordat het schip begon over te hellen met
de schroef, die bleef doorwentelen, uit het
water. Twee geladen booten werden naar
het zinkende 6chip toe gezogen en stukgo-
slagon. Velen werden dadelijk gedood, an
deren kregen vreeselijke wonden.
Vele overlevenden zijn bij Phaleron aan
wal gebracht, Anderen bij Piraeus en Ke-
ratsini. Zij, die van het vreeselijke avon
tuur in het geheel goon last hadden, zijn
vrijwel onmiddellijk weer op een ander
sohip gegaan.
LONDEN. Wij vernemen van iemand,
die onlangs met de „Britannic" gereisd
heeft, dat al het mogelijke in het werk was
gesteld om het karakter van het schip aan
te duiden.
Op beide zijden was een reusachtig rood
kruis geschilderd, dat 's nachts verlicht
werd
Van de grootte van dit kruis kan men
zich eenigszins een denkbeeld vormen, wan
neer men nagaat, dat er in iederen arm
van het kruis niet minder dan 300 krachtige
electrische lampen waren.
's Nachts was het geheele schip van den
achtersteven uit schitterend verlicht, zoodat
een vijandelijke onderzeeër bij nacht noch bij
dag in twijfel kon verkeeren omtrent den
eigenlijken aard van het schip.
H. !7L de Koningin in Noord-Brabant.
Onder luide toejuiching van het aan het
Station Breda verzamelde publiek reed H.M.
de Koningin per auto tot de Kloosterlaan,al
waar H.M. en klein gevolg te paard stegen.
In korten draf reed H. M. het excercitie-
terrein op en inspecteerde aldaar het Cadet
ten corps. Nadat door de cadetten der infan
terie eenige gevechtsoefeningen waren ver
't Was of alles in de verte gebeurde,
't Is een droom, zei ze keer op keor,
Maar ze voelde hoe 't hart haar scheurde.
Hoeveel maal heeft ze ze herlezen
Die tweo brieven, door tranen verbleekt,
Niets... niets heeft ze meer gehoord cf
gekregen
O, 't is of haar 't harte soms breekt.
Als er een stap langs 't venster klinkt,
Dan trilt 't hart in droeve hoop,
Totdat ze weer in gepeins verzinkt,
't Wee, dat haar 't lichaam sloopt.
Zacht ruisclit langs 't venster de wind,
't Koeltje groeit aan tot een storm!
En 't is of hij loeit en gilt,
Uw zoon... is dood; uw zoon is
Nog glimt even 't vuur door de woon,
Oud moedertje laat een laatsten traan,
Fluistert een woordje tet haar zoon,
En is... naar beter woon gegaan'
G. G.,
19e Mitr. pel.
Te Iaat.
(Van mil. C. tJITENBROEK.)
Het was op oen Zondagmorgen,
Ben ik naar Rotterdam gegaan,
Ik had geen kommer of geen zorgen
En trok me nergens wat van aan.
Eu 's avonds om elf uren,
Moet je weer weg met den trein,
Het zijn dus maar twaalf uren,
Dat je in Rotterdam kan zijn.
En in dat korte poosje,
Ben je natuurlijk haast niet thuis,
Je zit met je meisje in je soosje,
Maar je vader vindt dat niet pluis.
En ga je 's middags even eten,
Eu dadelijk de stad weer in,
Je vader zegt, je zal het weten,
Want dat is niet naar mijn zin.
.Te vader begint dan tegen je te kijven,
Maar je trekt je er maar niets van aan,
Je hebt geen zin om thuis te blijven.
Anders ken je beter in Haarlem uitgaan.
En dan weer in de stad gekomen,
Dan vind je het toch zoo'n pleizier,
Je vrienden heb je meegenomen,
En drink je fijn een glaasje bier.
De tijd is dan weer aangekomen.
Dat je naar Haarlem toe moet gaan,
Je hebt hier en daar nog 'n biertje genomen,
Je gaat dan thuis nog even aan.
Ze zijn natuurlijk boos geworden,
Eu je staat niet mec-r in den geur,
En als ze je dan nog beknorren,
En zeggenblijft voortaan maar uit de deur.
Ik dacht toen bij me zeiven,
Je hadt al op 't station moeten zijn,
Ik kwam kwart over elven,
En verdwenen was de trein.
Er stond toen nog een trein voor Leiden,
Maar wat had ik daar aan;
Ik moest toch mederijden,
En ben er toen mee weggegaan.
Jlet was zoo wat bij eenen.
Kwam ik in Leiden aan,
Ik stond zwak op m'n beenen,
En ben toen naar den comm. gegaan.
Daar stond ik toen alleen en verlaten,
Hij bracht mij naar de stationswacht,
En toen ik (laar mee stond te praten,
Hebben ze mij onderdak gebracht.
Ik hen toen 's avonds gaan slapen,
In een kazerne van de Veld,
Ik lag tusschen al die vreemde knapen,
Eu ik heb zo niets verteld.
Des morgens om 5 uren,
Ben ik daar weer vandaan gegaan,
En dacht, het zal niet lang meer duren,
Dat ik op het station kan staan.
En na een poosje wachten,
.Kwam toen de eerste trein weer aan,
Ik stond er naar te smachten,
En hen er toen met heen gegaan,
En na een leurtje rijden,
Kwam ik in Haarlem aan,
Maar ik kon mij toch niet verblijden,
Toen ik de kazerne weer zag staan.
Ik moest toen op het bureau komen,
Kwam voor den Ritmeester te staan,
Ik Werd toen onder verhoor genomen,
Wat keek hij mij toen ernstig aan.
Hij sprak: Wat jij gedaan hebt, is niet best!
En ik kreeg toen acht dagen arrest!
Die arrest kon mij niet schelen,
Daar trok ik mij toch niets van aan,
Het ergste wat mij deed vervelen,
Dat ik'niet met verlof kon gaan.
Want in die acht dagen,
Moest ik met verlof zijn gegaan,
Maar ik behoefde er niet meer naar te vi-.^cn,
Want mijn 4 dagen waren naar de maan.
Zooals men zal begrijpen,
Zal ik voor den laatsten trein
Behoorlijk zitten te knijpen,
En zal voortaan wel op tijd :,ijn.
Ik zal nooit meer te laat komen,
Dat is mij te duur komen te staan,
Voortaan den voorlaatsten trein genomen,
En daar voortaan maar moe gegaan.
Mil. C. ITITENBROEK,
Kam. 28, Haarlem.
Herinnering en Hoop.
(Van een infanterist.)
Acli, heusch, ik kan 't haast niet vergeten,
Dat jij nu al vertrokken bent,
Jij deedt me steedk zooveel beleven,
En 'k vond jou toch zoo'n leuken vent.
Angst en leed hebben mij bekropen,
Je ziet een ander.., denkt niet meer aan
mij....
Maar ik... blijf steeds nog op jou hopen.
De hoop op jou maakt mij steeds bb'j.
Dan denk ik aan m'n schooltijdjaren,
Toen. je zat bij mij in de klas
Weer zie ik meesters grijze haren,
Jouw slappe boord, met roode daa,
Je hielp me altijd met m'n sommen,
Daar had ik toch zoo'n hekel an,
En samen zaten we te brommen,
Ik droomcndc...„Eens jou tot man!"
Toen wij van school waren vertrokken,
Brak een nieuw leven voor ous aan.
Jij lange broek, ik lange rokken,
En zochten 'n middel van bestaan.
Toen zijn we langen tijd gescheiden.
Ik dacht aan jou, maar aan wie jij?
Van dien tijd af begon m'n lijden,
Want toen kwam jc nooit meer bij mij.
Nu ben je onverwachts vertrokken.
Das het je steeds goed mag gaan!
Van je vertrek hen 'k zoo geschrokken,
Maar doe je best, en pak goed aan.
Angst en leed hebben mij bekropen,
Je ziet een ander... denkt niet aan mij.
Maar ik blijf steeds nog op jou hopen,
Do hoop op jou maakt me steeds blij.
J. L.
Waarom?
(Van Mar. P. B. Hijn.)
Waarom, zoo vraag ik mij dagelijks af,
Wordt er zoo vreesol ijk ges Ir eden,
Waarom, O Gpd, dozo grotiwelijke straf,
Wordt niet genoog reeds geleden?
Wanneer is eind'lijk deoz' lijdenskelk vol,
Blijft het dan eeuwiglijk duren?
Wanneer 'k zoo peins, schiet 't gemoed mij
ganeoh vol,
En denk ik: waarheen zal men 't sturenP
Meer dan genoeg vloeit thans reeds het bloed,
Bij stroomen van vaders cn zonen
En tochluistert. Ue oorlog is zoet"
Zoo fluisteren do hclledemonen.
'k Vraag nogmaals, nu duizenden vallen ter
aard,
Waarom zoo menig frwL ymg 'even.
Dat tot op heden door God werd gespaard,
Zoo wreedelijk thans moet sneven?
Axel, EIJN.